Algemeen
[Regeling vervallen per 07-02-2008]
Op grond van artikel 5:32 van de Wft is:
-
1. het houden, verwerven of vergroten van een gekwalificeerde deelneming; en/of
-
2. het uitoefenen van zeggenschap verbonden aan zo’n gekwalificeerde deelneming;
in een houder van een gereglementeerde markt in Nederland aan wie op grond van artikel 5:26 Wft een erkenning is verleend, verboden anders dan na verkregen verklaring van geen bezwaar
(hierna: vvgb). Het gaat hierbij om een gekwalificeerde deelneming als bedoeld in
artikel 1:1 van de Wft van 10 procent of meer. In aansluiting op de ratio van de wet, en in navolging van
de eerdergenoemde beleidslijn die uitvoering gaf aan artikel 26a, van de Wte 1995, kan worden gesteld dat het verbod van artikel 5:32 niet van toepassing is op effectenbewaarbedrijven die in het kader van bewaaractiviteiten
als aandeelhouder in het aandeelhoudersregister worden opgenomen.
Opgemerkt zij dat ingevolge artikel 2a van de Tijdelijke regeling invoering WftZie de regeling van de Minister van Financiën van 15 december 2006 tot wijziging van
de Tijdelijke regeling invoering Wft.artikel 5:32 van de Wft van overeenkomstige toepassing is op gekwalificeerde deelnemingen in houders van
een markt in financiële instrumenten in Nederland. Deze tijdelijke voorziening zorgt
ervoor dat de reikwijdte van artikel 5:32 is gelijkgetrokken met de reikwijdte van artikel 26a van de Wte 1995.
De vvgb-verplichting voor (toekomstige) aandeelhouders van een houder van een markt
in financiële instrumenten in Nederland ten aanzien van bovengenoemde handelingen
beoogt te voorkomen dat een dergelijke houder in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur
wordt verbonden met personen die in zodanige mate ondoorzichtig is dat deze een belemmering
zou vormen voor het adequaat uitoefenen van de controle op de naleving van de voor
de voor de betreffende markt geldende regels (artikel 5:32, tweede lid, onderdeel a). Daarnaast beoogt deze verplichting te voorkomen dat bovengenoemde handelingen zouden
kunnen leiden tot een invloed op de desbetreffende houder die in strijd is met de
belangen die de Wft beoogt te beschermen (artikel 5:32, tweede lid, onderdeel b). Dit betreft met name aandeelhouders die een dusdanig percentage van de aandelen
bezitten c.q. verkrijgen dat daarvan een (ongewenste) invloed op (het beleid van)
de betreffende markt kan uitgaan.
Het vvgb-stelsel kent een ja-tenzijkarakter. Dit betekent dat de vvgb wordt verleend,
tenzij een van de hieronder genoemde overwegingen gronden voor bezwaar oplevert. Dit
zal per concreet geval worden beoordeeld. De overwegingen die zullen worden gehanteerd
bij de toetsing zijn ruim geformuleerd zodat op de specifieke omstandigheden in een
bepaalde casus en op veranderende marktomstandigheden kan worden ingespeeld.