Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Inkomens- en [...] 1945 (Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen.
Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-02-2007.
Geldend van 18-02-2007 t/m heden

Besluit vaststelling selectielijst neerslag handelingen beleidsterrein Inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid vanaf 1945 (Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op artikel 5, tweede lid, onder b, van de Archiefwet 1995;

De Raad voor Cultuur gehoord (advies van de Raad voor Cultuur van 6 februari 2006, nr. arc-2005.02719/3);

Besluiten:

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is belast met de uitvoering van dit besluit dat met de daarbij behorende selectielijst en toelichting in de Staatscourant zal worden geplaatst.

Den Haag, 14 maart 2006

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
namens deze:
de

Algemene Rijksarchivaris

,

M.W. van Boven

De

Minister

van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
namens deze:
de

plv. Secretaris-Generaal

,

P. Hennephof

Basisselectiedocument inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid 1940–2004

[Vervalt op nader te bepalen datum; bekendgemaakt in 2014. Zie het overzicht van wijzigingen]

Aanvulling 1994–2004

BSD januari 2007

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

1. Inleiding

Het PIVOT-rapport Het verdiende loon, deel 2. Een herzien institutioneel onderzoek op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid over de periode 1940–2004 vormt de grondslag voor dit basisselectiedocument (BSD). Het rapport institutioneel onderzoek (RIO) beschrijft de handelingen van de rijksoverheid op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid en geeft een overzicht van de actoren die zich op dit beleidsterrein bewegen. Het rapport is een vervolg op het eerste RIO op het gebied van het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid, periode 1940–1997.

Het BSD behorende bij het eerste RIO is, bij Staatscourant 1999, 44 vastgesteld voor de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de onder hem ressorterende actoren en organisatieonderdelen en de (inter)departementale of gemengde advies- en overlegorganen waarvan het voorzitterschap of secretariaat berust bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Het BSD is de verantwoording van het bewaar- en vernietigingsbeleid van archiefbescheiden door de organisatie, alsmede het wettelijk voorgeschreven instrument voor de selectie in de rijks- en provinciale archieven. In het BSD is aan iedere handeling een waardering gegeven voor bewaring of vernietiging van de bescheiden die betrekking hebben op die handeling.

Het BSD bestaat uit:

  • een korte beschrijving van het beleidsterrein en de actoren;

  • een verantwoording van de doelstelling van de selectie en de gehanteerde selectiecriteria;

  • de lijst van gewaardeerde handelingen, voorafgegaan door een toelichting op de lijst;

  • een lijst van afkortingen.

  • De verschillende deelnemers moeten het BSD ieder voor een deel vast te stellen en wel voor die handelingen waarbij zij of (een van) hun rechtsvoorganger(s) als actor genoemd wordt.

Op deze plaats dient nog opgemerkt te worden dat voor archiefbescheiden op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaarden reeds vernietigingslijsten bestonden. Voor het Ministerie gold de ‘Lijst van te vernietigen archiefbescheiden van de onder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ressorterende dienst collectieve arbeidsvoorwaarden’ (laatst gewijzigd Stcrt. 1992, 120). Deze vernietigingslijst is ingetrokken bij de vaststelling van het eerste BSD ‘Inkomens- en arbeidsvoorwaarden’ op 2 juni 1999 (Stcrt. 1999, 44).

Aan de hand van deze lijsten zijn in het verleden archiefbescheiden vernietigd.

2. Actoren

Een actor is een overheidsorgaan, een particuliere instelling of een persoon die een rol speelt op een beleidsterrein. In het kader van het institutioneel onderzoek zijn met name die actoren van belang die overheidsorgaan zijn en handelingen verrichten op het terrein van de sociale voorzieningen. In het BSD zijn alleen handelingen opgenomen van (landelijke) overheidsactoren.

Als eerste dient genoemd te worden de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die verantwoordelijk is voor de totstandkoming van het beleid en de wet- en regelgeving ten aanzien van het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid. Het betreft zowel de inhoudelijke (voorwaarden en prestaties) als de organisatorische kant (financiering en uitvoering) van het beleid. Ook de internationale afstemming van het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid behoort tot zijn taken.

Op de uitvoering van het inkomen- en arbeidsvoorwaardenbeleid werd en wordt toezicht gehouden door de Arbeidsinspectie.

Voor een uitgebreidere beschrijving van de actoren wordt verwezen naar hoofdstuk 3 van het RIO.

3. Selectie

3.1. Doelstelling van de selectie

De selectie richt zich op de archiefbescheiden van overheidsorganen op rijks- en provinciaal niveau, die vallen onder de werking van de artikelen 1, 23, 27 en 41 van de Archiefwet 1995 (Stb. 1995, 276). Het begrip overheidsorgaan wordt in artikel 1 van de Archiefwet 1995 gedefinieerd als:

  • a. een orgaan van een rechtspersoon die krachtens publiekrecht is ingesteld, en

  • b. een ander persoon of college met openbaar gezag bekleed.

Het begrip archiefbescheiden betreft alle neerslag van de omschreven handelingen, of het nu papier of een digitaal gegevensbestand betreft, of het zich nu in een archief, bibliotheek, op een afdeling automatisering of bij beleidsambtenaren bevindt.

De hoofddoelstelling van de selectie is een onderscheid te maken tussen enerzijds archiefbescheiden die in aanmerking komen voor bewaring en overbrenging naar het Nationaal Archief of een Rijksarchief in de provincie en anderzijds archiefbescheiden die (op termijn) voor vernietiging in aanmerking komen. De beslissing of neerslag van een handeling wel of niet voor bewaring in aanmerking komt, wordt genomen tegen de achtergrond van de selectiedoelstelling van de Rijksarchiefdienst/PIVOT. Deze selectiedoelstelling luidt:

‘De doelstelling van het Nationaal Archief bij de selectie van overheidsarchieven is dat de belangrijkste bronnen van de Nederlandse samenleving en cultuur veilig worden gesteld voor blijvende bewaring. Met het te bewaren materiaal moet het mogelijk zijn om een reconstructie te maken van de hoofdlijnen van het handelen van de rijksoverheid ten opzichte van haar omgeving, maar ook van de belangrijkste historisch-maatschappelijke gebeurtenissen en ontwikkelingen, voor zover deze zijn te reconstrueren uit overheidsarchieven.’

De handelingen van de verschillende organen (‘actoren’) worden geselecteerd op hun bijdrage aan de realisering van de selectiedoelstelling. Bij de selectie is dus de vraag aan de orde welke gegevensbestanden, behorende bij welke handeling, berustende bij welke actor, bewaard dienen te worden ten einde het handelen van de rijks- en provinciale overheid met betrekking tot de sociale verzekeringen op hoofdlijnen te kunnen reconstrueren.

In dit RIO/BSD wordt deze selectiedoelstelling uitgewerkt binnen het (deel)beleidsterrein sociale verzekeringen.

3.2. Selectiecriteria

Bij de selectie van handelingen is door PIVOT een aantal criteria onderscheiden dat op elk beleidsterrein of onderdeel van een terrein van toepassing is. Daarnaast is het mogelijk dat er specifieke criteria geformuleerd worden voor het desbetreffende beleidsterrein. De criteria, die in deze selectielijst zijn toegepast, worden in het navolgende schema weergegeven. Voor het beleidsterrein sociale verzekeringen is het formuleren van specifieke criteria niet nodig gebleken.

De selectiecriteria zijn positief geformuleerd, dat wil zeggen dat zij aangegeven van welke handelingen de neerslag na het verstrijken van de wettelijke overbrengingstermijn van 20 jaar naar een Rijksarchief dient te worden overgebracht. Handelingen die aan één van de criteria voldoen, zijn met een B (van bewaren) gewaardeerd met vermelding van het desbetreffende criterium. Handelingen die niet aan één van de criteria voldoen zijn met een V gewaardeerd, met vermelding van de minimale termijn, dat de archiefbescheiden door het orgaan, dat met de zorg ervoor belast is, bewaard moeten worden. De documentaire neerslag die uit deze handelingen voortvloeit, is niet noodzakelijk voor de reconstructie van het overheidsbeleid op hoofdlijnen.

De V staat voor vernietigen; de neerslag van de met een V gewaardeerde handelingen kan na de voorgeschreven termijn vernietigd worden.

Ingevolge artikel 5, onder e, van het Archiefbesluit 1995 kan neerslag van bepaalde, als te vernietigen gewaardeerde handelingen betreffende personen en/of gebeurtenissen van bijzonder cultureel of maatschappelijk belang, van vernietiging worden uitgezonderd.

Algemene selectiecriteria

Handelingen die worden gewaardeerd met B (bewaren)

Algemeen selectiecriterium

1. Handelingen die betrekking hebben op voorbereiding en bepaling van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan agendavorming, het analyseren van informatie, het formuleren van adviezen met het oog op toekomstig beleid, het ontwerpen van beleid of het plannen van dat beleid, alsmede het nemen van beslissingen over de inhoud van beleid en terugkoppeling van beleid. Dit omvat het kiezen en specificeren van de doeleinden en de instrumenten.

2. Handelingen die betrekking hebben op evaluatie van beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het beschrijven en beoordelen van de inhoud, het proces of de effecten van beleid. Hieronder valt ook het toetsen van en het toezien op beleid. Hieruit worden niet per se consequenties getrokken zoals bij terugkoppeling van beleid.

3. Handelingen die betrekking hebben op verantwoording van beleid op hoofdlijnen aan andere actoren

Toelichting: Hieronder valt tevens het uitbrengen van verslag over beleid op hoofdlijnen aan andere actoren of ter publicatie.

4. Handelingen die betrekking hebben op (her)inrichting van organisaties belast met beleid op hoofdlijnen

Toelichting: Hieronder wordt verstaan het instellen, wijzigen of opheffen van organen, organisaties of onderdelen daarvan.

5. Handelingen die bepalend zijn voor de wijze waarop beleidsuitvoering op hoofdlijnen plaatsvindt

Toelichting: Onder beleidsuitvoering wordt verstaan het toepassen van instrumenten om de gekozen doeleinden te bereiken.

6. Handelingen die betrekking hebben op beleidsuitvoering op hoofdlijnen en direct zijn gerelateerd aan of direct voortvloeien uit voor het Koninkrijk der Nederlanden bijzondere tijdsomstandigheden en incidenten

Toelichting: Bijvoorbeeld in het geval de Ministeriële verantwoordelijkheid is opgeheven en/of wanneer er sprake is van oorlogstoestand, staat van beleg of toepassing van noodwetgeving.

4. Vaststelling van de selectielijst

Op 3 december 2004 door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, 17 oktober 2005 door de Minister van Algemene Zaken, 8 februari 2005 door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, op 4 januari 2005 door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, op 24 januari 2005 door de Minister van Defensie, op 25 november door de Minister van Economische Zaken, op 11 februari 2005 door de Minister van Financiën, op 2 maart 2005 door de Minister van Justitie, op 17 februari 2005 door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op 22 augustus 2005 door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, op 8 maart 2005 door de Minister van Verkeer en Waterstaat, op 8 juni 2005 door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op 29 november 2005 door de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is het ontwerp-BSD door aan de Staatssecretaris van OC&W aangeboden, waarna deze het ter advisering heeft ingediend bij de Raad voor Cultuur (RvC). Van het gevoerde driehoeksoverleg over de waarderingen van de handelingen is een verslag gemaakt, dat tegelijk met het BSD naar de RvC is verstuurd. Vanaf 1 december 2005 lag de selectielijst gedurende acht weken ter publieke inzage bij de registratiebalie van het Nationaal Archief evenals in de bibliotheken van de zorgdragers, het Ministerie van OCW en de rijksarchieven in de provincie/regionaal historische centra, hetgeen was aangekondigd in de Staatscourant en in het Archievenblad.

Op 6 februari 2006 bracht de RvC advies uit (arc-2005.02719/3), aanleiding heeft gegeven tot de volgende wijzigingen in de ontwerp-selectielijst:

De waardering van handeling 143 wordt aangepast naar de uitkomst van het driehoeksoverleg.

De waardering van de handelingen 238, 239 en 242 worden gewijzigd van B 1 naar V 10 jaar.

Daarop werd het BSD op 14 maart 2006 door de Algemene Rijksarchivaris, namens de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (C/S&A/06/557), en de Minister van Algemene Zaken ( C/S&A/06/266), en de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (C/S&A/06/267), en de Minister van Buitenlandse Zaken (C/S&A/06/548), en de Minister van Defensie (C/S&A/06/549), en de Minister van Economische Zaken (C/S&A/06/550), en de Minister van Financiën (C/S&A/06/268), en de Minister van Justitie (C/S&A/06/551), en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (C/S&A/06/269), en voor de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (C/S&A/06/552), en de Minister van Verkeer en Waterstaat (C/S&A/06/556) en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (C/S&A/06/554), en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (kenmerk C/S&A/06/553) vastgesteld.

De feitelijke vaststelling heeft begin 2007 plaatsgevonden.

5. Selectielijst

In deze selectielijst zijn de handelingen uit het rapport ‘Het verdiende loon, aanvulling 1994–2004’ geordend per actor, te beginnen bij de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de voornaamste actor op dit beleidsterrein. Vanwege de ordening per actor zijn handelingen die volgens het rapport door meer dan één actor worden uitgevoerd in dit BSD meerdere keren opgenomen. Het BSD bevat dus meer items dan het rapport.

Daarnaast zijn een aantal overeenkomende handelingen samengevoegd. De handelingen die uit deze samenvoeging zijn ontstaan hebben een nieuw nummer gekregen, volgend op het laatste nummer in het oude RIO (191 en verder). Tevens is bij de handeling d.m.v. het teken « aangegeven uit welke oude handelingnummers de nieuwe handeling is opgebouwd, bijvoorbeeld: ‘(193.) «61+72+138’. De niet gewijzigde handelingen hebben hun oude nummer behouden. Ook deze zijn aan een verwijzing, bijvoorbeeld: (1.) «1. Achter de « staat dus het nummer(s) uit het vorige RIO/BSD. Een overzicht van welke handelingen zijn samengevoegd is te vinden in de sleutel in hoofdstuk 6.

In dit nieuwe BSD zijn een aantal handelingen uit het vorige RIO komen te vervallen. Deze handelingen (nummers 3, 4, 5, 10, 149, 155A, 155B en 175) zijn vervallen daar de betrokken actoren de beschikking hebben over een eigen RIO en BSD. Dit is ook terug te vinden in de sleutel.

De gegevensblokken van het RIO zijn in het BSD overgenomen, ook de nummering van het RIO is in het BSD gehandhaafd. Het uitgangspunt is geweest dat er een directe relatie moet worden gehandhaafd tussen het RIO en het BSD. In het nieuwe BSD is ervoor gekozen om de nieuwe handelingen op dezelfde plaats te handhaven als in het RIO. De nieuwe handelingen zijn hierdoor niet achter de laatste reeds bestaande handeling van een actor geplaatst, maar achter de handeling waar zij in het RIO ook staan. Hierdoor is het mogelijk dat handelingnummers van dezelfde actor niet meer op een volgend zijn.

Aan het nummer of de periode is niet te zien of de handeling tegelijkertijd, voorafgaand of opvolgend ook door een andere actor is uitgevoerd. Hiervoor dient men het RIO te raadplegen. De grondslag, de periode, het product en de opmerking zijn in het BSD zo veel mogelijk aangepast aan de actor die het betreft. Dat wil zeggen dat van een handeling waarbij in het RIO verschillende actoren staan vermeld, per actor in het BSD alleen die gegevens zijn overgenomen die op die actor van toepassing zijn.

In de gegevensblokken is het onderdeel ‘actor’ weggelaten; de naam van de actor is steeds terug te vinden in de kop van de pagina. De naam van de actor is dezelfde als die in het RIO.

Bij het product wordt steeds het eindproduct van een handeling genoemd, waarbij als bekend wordt verondersteld dat de neerslag van het gehele proces dat geleid heeft tot dat eindproduct bewaard dient te blijven of voor vernietiging in aanmerking komt. Ook in gevallen waarbij geen eindproduct tot stand is gekomen, wordt de neerslag van de voorbereiding daartoe tot de handeling gerekend en dient deze overeenkomstig deze lijst bewaard of vernietigd te worden.

Door middel van de plaatsing van de letters B en V wordt een waardering gegeven voor het ‘Bewaren’ of ‘Vernietigen’ van de neerslag van die handeling. Bij de handelingen die met een B gewaardeerd zijn, wordt het selectiecriterium uit het schema van § 3.2 genoemd dat tot dat voorstel geleid heeft.

Bij handelingen die met een V gewaardeerd zijn, wordt de termijn gegeven, waarna vernietiging kan plaatsvinden. Deze termijnen zijn ingevuld op grond van informatie uit bestaande vernietigingslijsten (zie § 1) en gesprekken met vertegenwoordigers van het juridische en administratieve belang bij de verschillende zorgdragers.

Voor de handelingen die met een V gewaardeerd zijn, is de periode waarvoor deze selectielijst geldt, gesteld op 1945–2004. Door middel van haakjes kan worden aangegeven dat een handeling ook in de voorafgaande periode werd uitgevoerd, bijvoorbeeld:

Periode: (1940) 1945–1963

De archiefbescheiden die betrekking hebben op de periode 1940–1945 en die gewaardeerd zijn met een ‘V’ zullen ook worden beoordeeld op een directe relatie met die bijzondere omstandigheden uit deze periode. Indien deze relatie bestaat, wordt aan deze bescheiden de waardering ‘B 6’ toegekend.

De in de lijst genoemde termijnen worden voor wat de zaaksgewijs geordende archiefbescheiden betreft, geacht in te gaan op de eerste dag na beëindiging van de zaak waartoe de bescheiden behoren. In het geval dat tegen een beslissing beroep wordt aangetekend, wordt de zaak geacht geëindigd te zijn op het moment dat de (hoger) beroepszaak is geëindigd.

De handelingen 8, 159, 162, 168, 169, 173, 179, 207, 209, 210, 211 en 226 van de VakMinister zijn van toepassing op de Minister van:

  • Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties

  • Buitenlandse Zaken

  • Defensie

  • Economische Zaken

  • Financiën

  • Justitie

  • Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

  • Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • Verkeer en Waterstaat

De handelingen 209 en 211 van de VakMinister zijn van toepassing op de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

5.1. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

5.1.1. Algemene handelingen

5.1.1.1. Beleidsontwikkeling

(1.)

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van beleid betreffende inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: o.a. Grondwet (Stb. 1983, 22), art. 20 eerste lid

Periode: 1945–

Product: nota’s, memoranda, rapporten, beleidsnota’s, o.a.:

– Interimnota inkomensbeleid 1975;

– Memorie van Toelichting op de Rijksbegroting

– Notitie Inkomensontwikkeling en -⁠verdeling 1983

– (jaarlijkse) Inkomensnotities 1983 tot en met 1991

– (bijdragen aan) Sociale Nota 1992–

Waardering: B 1

(191.)

vervallen

(192.)

Handeling: Het bij AMvB stellen van regels omtrent het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Wet op de loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1999, 30]

Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1999, 554]

Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 2002, 615]

Periode: (1937) 1945–

Product: Algemene maatregel van bestuur, o.a.:

– Besluit van 18 februari 1969, houdende toepassing van artikel 6, derde lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1969, 56)

– Besluit van 2 september 1996, houdende aanwijzing van een aantal arbeidsverhoudingen die als dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2 van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag worden beschouwd (Stb. 1996, 481)

– Besluit van 2 december 1985, houdende regelen betreffende de maatstaf voor de aanpassingsmechanismen als bedoeld in de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, een aantal sociale verzekeringswetten en enige andere wetten (Stb. 1985, 638)

– Besluit van 23 december 1992, houdende vaststelling van de bedragen genoemd in artikel 8, eerste lid, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1992, 728)

– Besluit van 23 juni 1981, tot toepassing van artikel 14, zesde en zevende lid van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag

– Besluit van 29 juni 1983, houdende vaststelling van een minimumjeugdloonregeling (Stcrt. 1983, 300)

Opmerking: Een ontwerp van de AMvB met de bijbehorende nota van toelichting kan voorgelegd worden aan de beide Kamers der Staten-Generaal. Voor een overzicht van onderwerpen voor mogelijke AMvB’s wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het RIO.

Waardering: B 1

(193.)

Handeling: Het stellen van regels omtrent het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1997, 510], art 4

Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 2002, 615]

Wet op de loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1999, 30]

Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. 1945, F214) [Stb. 2001, 625], art. 6, art. 10

Periode: (1937) 1945–

Product: (Ministeriële) regeling, o.a.:

– Besluit aanmelding van collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring (Stcrt. 1998, 240)

– Aanpassing Delegatiebesluit 1993 (Stcrt. 1995, 249)

– Wijziging Delegatiebesluit 1993 (Stcrt. 1996, 239)

– Regeling verslaglegging (Stcrt. 1998, 238)

– Toetsingskader AVV (Stcrt. 1998, 240)

Opmerking: Dit betreft ook het geven van voorschriften.

Voor een overzicht van onderwerpen voor mogelijke Ministeriële regelingen wordt verwezen naar hoofdstuk 6 van het RIO.

Waardering: B 1

(194.)

Handeling: Het geven van een algemene aanwijzing aan organisaties werkzaam op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. 1945, F214) [Stb. 2001, 625], art. 6

Periode: 1945–

Product: Algemene aanwijzing, besluit

Opmerking: Dit betreft o.a. aanwijzingen betreffende: de uitoefening van de bevoegdheid tot het verlenen van toestemming tot het opzeggen van een arbeidsverhouding;

Waardering: B 5

(195.)

Handeling: Het vaststellen van richtlijnen met betrekking inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Richtlijnen

Waardering: B 5

(196.)

Handeling: Het vaststellen wanneer bepaalde wet- of regelgeving of artikelen uit wet- en regelgeving niet van toepassing zijn.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. 1945, F214) [Stb. 1988, 573], art. 2

Periode: 1945–

Product: Besluit

Waardering: B 1

5.1.1.2. Totstandkoming van wet- en regelgeving

(15.)

Handeling: Het vaststellen van algemene aanwijzingen aan de Rijksbemiddelaars c.q. het College van Rijksbemiddelaars met betrekking tot regelingen aangaande lonen en ander arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Stb. E 52), art. 4, eerste lid; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 11, vierde lid

Periode: 1944–1970

Product: Richtlijnen en (vanaf 1945) algemene aanwijzingen

Waardering: B 1

(197.)

Handeling Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van wet- en regelgeving inzake inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: o.a. Grondwet (Stb. 1983, 22), art. 20 tweede lid

Periode: (1937) 1945–

Product: Wetten, algemene maatregel van bestuur, (Ministeriële) regelingen,

(Koninklijk) Besluit:Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801)

– Wet minimumloon en minimumvakantietoeslag (Stb. 1968, 657)

– Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69)

Waardering: B 1

(198.)

vervallen

5.1.1.3. Beleidsevaluatie

(199.)

Handeling: Het evalueren van beleid inzake het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Rapport, evaluatieverslag

Opmerking : Tot deze handeling wordt ook gerekend het uitbrengen van een verslag aan de Staten-Generaal over de doelmatigheid en effecten van een wet een x-aantal jaren na de inwerkingtreding van deze wet.

Waardering: B 2

(9.)

Handeling: Het opstellen van periodieke verslagen over ontwikkelingen op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Jaarverslagen, kwartaalverslagen, maandrapportages

Opmerking: Dit houdt ook in het periodiek rapporteren aan internationale organisaties over de uitvoering van aangegane verdragsverplichtingen betreffende inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Waardering: B 3

5.1.1.4. Onderzoek

(201.)

Handeling: Het vaststellen van de opdracht en het eindproduct van (wetenschappelijk) onderzoek en het vaststellen van onderzoeksrapporten over het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Offerte, brieven, rapporten en nota’s

Waardering: B 1

(200.)

Handeling: Het voorbereiden en begeleiden van extern (wetenschappelijk) onderzoek op het gebied van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: nota’s, notities

Waardering: V 7 jaar

(23.)

Handeling: Het verzamelen en bewerken van gegevens ten behoeve van (wetenschappelijk) onderzoek op het gebied van inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Periode: 1945–

Product: Nota’s, notities

Waardering: V 3 jaar

(202.)

Handeling: Het financieren van (wetenschappelijk) onderzoek op het gebied van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Rekeningen, declaraties

Waardering: 7 jaar

5.1.1.5. Overleg

(203.)

vervallen

(153.)

Handeling: Het voeren van structureel en/of periodiek overleg met de Stichting van de Arbeid en/of andere organisaties betreffende inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1987, 381], art. 12

Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1997, 510], art. 4, art. 6

Periode: 1945–

Product: Verslag, notulen

Waardering: B 1 & 5

(204.)

Handeling: Het deelnemen aan overleggroepen, -organen of -commissies waarvan het voorzittersschap of secretariaat niet bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid berust.

Periode: 1945–

Product: Benoemingsvoordracht, lidmaatschapsarchief

Waardering: V 5 jaar

(205.)

Handeling: Het deelnemen aan overleggroepen, -organen of -commissies waarvan het voorzittersschap of secretariaat wel bij het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid berust.

Periode: 1945–

Product: Benoemingsvoordracht, secretariaatsarchief

Waardering: B 5

5.1.1.6. Internationaal

(8.)

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van standpunten aangaande inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid in het kader van deelname aan internationaal overleg.

Periode: 1945–

Product: Nota’s, memoranda, rapporten

Waardering: B 1

(206.)

Handeling: Het voorbereiden van, deelnemen aan en rapporteren over vergaderingen van overleg- en bestuursorganen van internationale organisaties inzake inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Periode: 1945–

Product: Verslagen, notulen, notities, rapporten

Waardering: B 1

(207.)

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van (bilaterale en multilaterale) verdragen en bijbehorende akkoorden met andere mogendheden inzake inkomens- en arbeidsvoorwaarden

Periode: 1945–

Product: Verdragen, administratieve akkoorden, afrekeningsakkoorden

Waardering: B 1

(208.)

vervallen

(209.)

Handeling: Het (beleidsmatig) beoordelen van mogelijk interventies in zaken die voorkomen bij internationale hoven.

Periode: 1958–

Product: Rapport, nota

Opmerking: Met internationale hoven worden o.a. bedoeld: het Hof van Justitie te Luxemburg, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg en de Commissie Rechten van de Mens van de VN.

Waardering: B 1

(210.)

Handeling: Het deelnemen aan (technische) commissies die nadere uitvoeringsregels stellen of toezien op de goede uitvoering van een verdrag.

Periode: 1950–

Product: Verslag, notulen, aanwijzingen, informatieverstrekking

Waardering: – Secretariaat/voorzitterschap berust bij de eigen organisatie: B 1

– Overig: V 5 jaar

(211.)

Handeling: Het implementeren of rapporten over de implementatie van internationale regels in bestaande of nieuwe wet- en regelgeving op nationaal niveau.

Periode: 1945–

Product: Rapport

Waardering: B 3

5.1.1.7. Advies

(212.)

Handeling: Het adviseren van organisaties over het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Advies

Opmerking: Dit kunnen zowel organisaties van de overheid zijn als van het bedrijfsleven.

Waardering: B 5

5.1.1.8. Informatievoorziening

(33.)

Handeling: Het beantwoorden van Kamervragen en het anderszins op verzoek (incidenteel) informeren van leden of commissies uit de Kamers der Staten-Generaal inzake het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Grondwet

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities, nota’s

Waardering: B 3

(20.)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen over het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Brieven, notities, nota’s

Waardering: V 3 jaar

(213.)

Handeling: Het behandelen van verzoeken tot inzage op basis van de WOB.

Grondslag: Wet openbaarheid van bestuur (Stb. 1991, 703), art. 5 t/m 8

Periode: 1991–

Product: Correspondentie, brieven

Waardering: V 5 jaar

(214.)

Handeling: Het uitvoeren van voorlichtingsactiviteiten op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Periode: 1945–

Product: Voorlichtingsmateriaal

Waardering: V 3 jaar

één exemplaar van het voorlichtingmateriaal blijft bewaard: B 5

(215.)

Handeling: Het verstrekken van algemene informatie ten behoeve van externe organisaties op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Dit kunnen bijvoorbeeld de SER, ILO of CBS zijn.

Waardering: V 5 jaar

5.1.1.9. Mandatering en delegering

(43.)

Handeling: Het belasten van het College van Rijksbemiddelaars met bevoegdheden van de Stichting van de Arbeid op het gebied van lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), zoals gewijzigd bij de wet van 20 juni 1963 (Stb. 267) art. 18a eerste onder b en zoals gewijzigd bij de wet van 3 februari 1967 (Stb. 36), art. 18c

Periode: 1963–1970

Product: Ministeriële regelingen, o.a.:

– Overdracht bevoegdheden aan College van Rijksbemiddelaars, besluit van 3 juni 1966, nr. 53541 (Stcrt. 1966, 106); idem besluit van 6 februari 1967, nr. 53112 (Stcrt. 26); b.w. bij besluit van 29 december 1967, nr. 53796 (Stcrt. 1986, 2)

Waardering: B 5

(143 )

Handeling: Het overdragen van bevoegdheden aan een organisatie uit het bedrijfsleven of aan een onder de Minister ressorterende ambtenaar.

Grondslag: Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1997, 510], art. 10b

Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. 1945, F214) [Stb. 2001, 625], art. 32

Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 1997, 510], art. 22

Periode: (1937) 1945–

Product: Mandaatbesluit, delegatiebesluit

Waardering: V, 5 jaar na geldigheid van het besluit

5.1.1.10. Vrijstelling en ontheffing

(216.)

Handeling: Het verlenen van vrijstelling of ontheffing van gestelde regelen.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1987, 381], art. 10

Periode: 1970–

Product: Vrijstellingsbesluit, ontheffingsbesluit, Ministeriële regeling, o.a.:

– Ontheffing van het bepaalde in art. 6, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1972, 234)

– Ontheffing artikel 8 Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1985, 118)

Waardering: B 5

5.1.1.11. Klachten, bezwaar en beroep

(217.)

Handeling: Het informeren van de Commissies voor Verzoekschriften en andere tot het onderzoeken van klachten bevoegde commissies uit de Kamers der Staten-Generaal en de Nationale Ombudsman naar aanleiding van klachten over de uitvoering of de gevolgen van beleid betreffende het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Inlichtingen, verslag

Waardering: V 5 jaar na afhandeling klacht

(218.)

Handeling: Het beslissen op beroepschriften naar aanleiding van een besluit betreffende het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Beschikkingen

Waardering: V 15 jaar

(219.)

Handeling: Het beslissen op bezwaarschriften naar aanleiding van beschikkingen betreffende het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Beslissing

Waardering: V 15 jaar

(220.)

Handeling: Het voeren van verweer in beroep- of bezwaarschriftprocedures voor administratief rechterlijke organen betreffende het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Verweerschriften

Waardering: V 15 jaar

5.1.1.12. Commissies

(39.)

Handeling: Het instellen van commissies op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Koninklijk besluit, instellingsbesluit, beschikking

Waardering: B 4

(221.)

Handeling: Het benoemen van de leden, plaatsvervangende leden, secretaris, adjunct-secretaris, voorzitter of plaatsvervangende voorzitter van een commissie.

Periode: 1945–

Product: Koninklijk besluit, benoemingsbesluit, beschikking

Waardering: V 5 jaar na beëindiging functie

5.1.1.13. (Privaatrechtelijke) instellingen

(38.)

Handeling: Het instellen, wijzigen en opheffen van organisatie-eenheden op het terrein van loon- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Oprichtingsakte, statuten, instellingsbeschikkingen

Waardering: B 4

(224.)

Handeling: Het deelnemen aan het bestuur van (privaatrechtelijke) instellingen op het gebied van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Bestuurs- c.q. lidmaatschapsarchief

Waardering: V 7 jaar

(225.)

Handeling: Het benoemen van de voorzitter of vice-voorzitter van een (privaatrechtelijke) instelling.

Periode: 1945–

Product: Benoemingsbesluit

Waardering: V 5 jaar na beëindiging functie

5.1.1.14. Aanwijzen van ambtenaren

(47.)

Handeling: Het tezamen met de Ministers van Financiën, Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aanwijzen van ambtenaren die belast worden met het inwinnen van gegevens in het belang van de uitvoering van de machtigingswet, en het toezicht op de naleving ervan.

Grondslag: Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974, art. 24, eerste lid

Periode: 1974

Product: Aanwijzingen, o.a.:

– Besluit (Stcrt. 30 januari 1974, nr. 21)

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

(226.)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met de uitvoering van wet- en regelgeving op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1997, 510] , art. 15

Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1997, 510], art. 10

Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (Stb. 1945, F214) [b.w. Stb. 1998, 300], art. 6

Periode: 1945–

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Taak ambtenaren Loonbureau (Stcrt. 1970, 88)

– Besluit aanwijzing ambtenaren ex artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1991, 57)

Opmerking: Dit kunnen ook ambtenaren zijn die worden aangewezen om onderzoeken te verrichten of ambtenaren die belast zijn met het inwinnen van gegevens omtrent de algemene ontwikkeling van lonen en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden.

Voor SZW zijn de ambtenaren van de Arbeidsinspectie aangewezen.

Waardering: V 10 jaar

(41.)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met het opsporen van overtredingen op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Wet op de economische delicten (Stb. 1950, K258) [Stb. 1997, 580], art. 17

Periode: 1945–

Product: Aanwijzingsbesluit, o.a.:

– Aanwijzing ambtenaren Loontechnische Dienst als opsporingsambtenaren (Stcrt. 1970, 241)

– Beschikking buitengewoon opsporingsambtenaar I-SZW 1994 (Stcrt. 1994, 96)

– Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectiedienst SZW 1995 (Stcrt. 1995, 96)

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

(228.)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met het toezicht op de naleving van de wet- en regelgeving op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1997, 510], art. 16

Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 1997, 510], art. 18a

Periode: 1945–

Product: Aanwijzingsbesluit

Opmerking: Hiervan wordt mededeling gedaan in de Staatscourant

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

5.1.1.15. Subsidie

(229.)

Handeling: Het verstrekken van subsidie op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: o.a.:

Subsidieregeling minimumloon 1978 (Stcrt. 1978, 160) [Stcrt. 1978, 160], art. 3, art. 10, art. 11, b.w. Stcrt. 2004, 180

Kaderwet SZW-subsidies (Stb. 1997, 285) art. 2, i.w. Stb. 1997, 758

Periode: 1945–

Product: Correspondentie, financiële bescheiden

Opmerking: Dit kan diverse vormen van subsidie bevatten, waaronder eenmalige of langdurige subsidies.

Waardering: V 7 jaar

5.1.1.16. Organisatie

(44.)

Handeling: Het aanwijzen van algemeen erkende representatieve organisaties van werkgevers en -nemers die de taak van de Stichting van de Arbeid overnemen.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69), art. 17

Periode: 1970–

Product: Aanwijzingsbesluit

Waardering: B 5

(45.)

Handeling: Het aanwijzen van organisaties van werkgevers en -nemers die naar oordeel van de Minister in aanmerking komen om advies uit te brengen over onderwerpen die voor hen van belang zijn.

Grondslag: Wet van 24 juni 1976 tot wijziging van de Wet op de Loonvorming (Stb. 1976, 346), art. 2

Periode: 1976–

Product: Aanwijzingsbesluit

Waardering: B 1 & 5

(48.)

Handeling: Het geven van aanwijzingen aan de Dienst Collectieve Arbeidsvoorwaarden over richtlijnen voor de informatieverstrekking aan de Stichting van de Arbeid, aan niet in de Stichting vertegenwoordigde organisaties van werkgevers en -nemers, aan departementen van algemeen bestuur en aan de SER.

Grondslag: Besluit van 8 februari 1982 (Stcrt. 1982, 32), art. 4

Periode: 1982–1994

Product: Richtlijnen informatie verstrekking

Opmerking: De Dienst Collectieve Arbeidsvoorwaarden is in 1994 opgeheven.

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

5.1.2. Loon- en arbeidsvoorwaardenoverleg

(52.)

Handeling: Het voorbereiden en voeren van het Centraal Arbeidsvoorwaardenoverleg.

Bron: TK II 2003–2004, 29200 XV, nr. 7

Periode: 1945–

Product: Onderhandelingsresultaten

Waardering: B 1 & 5

(53.)

Handeling: Het bemiddelen tussen organisaties van werkgevers en werknemers in geval de CAO-onderhandelingen zijn vastgelopen.

Periode: 1945–

Product: Bemiddelingsresultaten

Waardering: B 5

5.1.3. Aanmelding en goedkeuring van Collectieve Arbeidsovereenkomsten en Arbeidsvoorwaardenregelingen

(60.)

Handeling: Het registreren van door partijen aangemelde afgesloten collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1995, 598], art. 4

Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937,801) [Stb. 1997, 510], art. 5

Periode: 1970–

Product: Collectieve contracten

Waardering: B 5

(231.)

Handeling: Het geven van voorschriften voor de inrichting van het register waarin de verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten worden opgetekend.

Grondslag: Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937,801) [Stb. 1997, 510], art. 5

Periode: (1937) 1945–

Product: Voorschriften

Waardering: V 5 jaar na wijziging voorschrift

(62.)

Handeling: Het vaststellen van een bindende loonregeling met dezelfde rechtskracht als een collectieve arbeidsovereenkomst.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1997, 510], art. 5, art. 6

Periode: 1970–

Product: Arbeidsvoorwaardenregeling

Opmerking: Dit kan alleen gebeuren op nadrukkelijk verzoek van werkgevers, -werknemersverenigingen of de Stichting van de Arbeid.

Van het verzoek wordt mededeling gedaan in de Staatscourant.

Waardering: B 5

(64.)

Handeling: Het aanwijzen van categorieën van arbeidsverhoudingen waarvoor regelingen van eenzelfde inhoud als een collectieve arbeidsovereenkomst kunnen worden vastgesteld.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69), art. 6

Periode: 1970–

Product: Besluit

Waardering: V 20 jaar na geldigheidsduur

(65.)

Handeling: Het opstellen van notities waarin de aard van wijzigingen en kostenconsequenties van gewijzigde CAO’s worden weergegeven.

Bron: interview

Periode: 1970–

Product: Notities, informatie

Opmerking: Deze handeling werd tot 1994 door de Dienst Collectieve Arbeidsvoorwaarden (DCA) uitgevoerd.

Waardering: B 5

5.1.4. Het verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten

(232.)

Handeling: Het algemeen bindend of onverbindend verklaren van (bepalingen van) een collectieve arbeidsovereenkomst.

Grondslag: Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1999, 554], art. 2, art. 4, art. 5, art. 6, art. 8

Periode: (1937) 1945–

Product: Verbindendverklaringen

Opmerking: De verbindendverklaring kan alleen geschieden op verzoek van één of meer werkgevers en/of één of meer partijen van werkgevers of -nemers, die partij zijn bij de collectieve arbeidsovereenkomst.

Van de indiening van het verzoek en van een besluit omtrent het verbindend of onverbindend verklaren wordt door de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mededeling gedaan in de Staatscourant.

Waardering: B 5

(73.)

Handeling: Het vaststellen van tarieven ter vergoeding voor de behandeling van verzoeken tot het verbindend verklaren van een collectieve arbeidsovereenkomst.

Grondslag: Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1997, 510], art. 4

Periode: Ministeriële regeling

Product: (1937) 1945–

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

5.1.5. Loonmaatregelen

(82.)

Handeling: Het voor bepaalde tijd opleggen van (loon)maatregelen aan werkgevers.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1987, 381], art. 10

Periode: 1945–

Product: Loonpauzes, loonmaatregelen, loonbesluiten, wachtgeldregeling, Ministeriële regelingen t.b.v. prijscompensatie

Opmerking: De zakelijke inhoud van de regeling wordt medegedeeld aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Waardering: B 5

(83.)

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur nemen van loonmaatregelen ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van personen:

– voor wie de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden geschiedt bij wet;

– voor overige personen in overheidsdienst en ambtenaren.

Grondslag: Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974 (Stb. 1) van 10 januari 1974, art. 11, eerste lid

Periode: 1974

Product: Loonmaatregelen

Waardering: B 1

(84.)

Handeling: Het ten behoeve van de Staten-Generaal opstellen van verslagen betreffende het beleid ten aanzien van te nemen loonmaatregelen ingevolge de Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974.

Grondslag: Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974, art. 23, zesde lid

Periode: 1974

Product: Kwartaalverslagen

Waardering: B 3

(86.)

Handeling: Het opstellen van verklaringen van bezwaar ingeval herwaardering van functies gepaard gaat met wijzigingen van loon of andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Algemeen Loonmatigingsbesluit 1980

Periode: 1980–

Product: Verklaringen van bezwaar

Waardering: V 5 jaar na uitspraak

5.1.6. Verlenen van dispensaties

(91.)

Handeling: Het nietig verklaren van door de Stichting van de Arbeid verleende dispensaties.

Grondslag: Besluit van 8 maart 1963, (Stcrt. 51), art. 9, derde lid; Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267), art. 17, zesde lid

Periode: 1963–?

Product: Beschikkingen

Waardering: B 5

(95.)

Handeling: Het aan bedrijfstakken en/of beroepsgroepen onder voorwaarde verlenen van dispensaties van loonmaatregelen.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69), art. 10, art. 11

Periode: 1970–

Product: Beschikking

Waardering: B 5

(101.)

Handeling: Het bepalen dat zonder toestemming van de Rijksbemiddelaars arbeidsvoorwaarden of arbeidsregelingen kunnen worden gewijzigd.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Stb. E 52), art. 3, tweede lid

Periode: 1944–1945

Product: Ministeriële regelingen/beschikkingen

Waardering: B 6

5.1.7. Inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid t.a.v. specifieke doelgroepen

(117.)

Handeling: Het voorbereiden, wijzigingen en intrekken van wettelijke regelingen betreffende inkomens- en arbeidsvoorwaarden van huisarbeiders.

Grondslag: Kamerstukken

Periode: (1933) 1945–1994

Product: Huisarbeidswet (Stb. 1933, 597) [b.w. Stb. 1994, 156]

Waardering: B 1

(119.)

Handeling: Het vaststellen van loonbepalingen voor huisarbeid.

Grondslag: Huisarbeidswet (Stb. 1933, 597) [b.w. Stb. 1994, 156], art. 9

Periode: (1933) 1945–1994

Product: Regeling

Opmerking: De Minister heeft geen gebruik gemaakt van zijn bevoegdheid.

Waardering: B 5

(124.)

Handeling: Het regelen van de koppeling van de aanpassing van de minimumlonen en de minimumvakantietoeslag aan de loonontwikkeling.

Periode: 1969–

Product: Wet van 14 november 1991, tot wijziging van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag en van een aantal sociale zekerheidswetten, houdende vaststelling van een stelsel van koppeling van minimumloon en uitkeringen aan de loonontwikkeling met de mogelijkheid tot afwijking (Stb. 1991, 624) [Stb. 1991, 624]

Waardering: B 5

(125.)

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur regelen van hetgeen wordt aangemerkt als indexcijfer in verband met de aanpassing van de minimumlonen en welke componenten van het regelingsloon bij de vaststelling van de omvang van de aanpassing van het minimumloon buiten beschouwing worden gelaten en welke worden meegenomen.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), art. 14, eerste lid, gewijzigd bij de Wet van 26 januari 1972 (Stb. 43), art. 14, zesde lid, gewijzigd bij de Wet van 20 december 1979 (Stb. 711), art. 14 tweede lid; b.w bij de Wet van 14 november 1991 (Stb. 624)

Periode: 1969–1991

Product: Algemene Maatregel van Bestuur, o.a.:

– Besluit van 18 februari 1969 (Stb. 55), houdende uitvoering van artikel 14, eerste lid van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (b.w. bij: Besluit begripsomschrijving indexcijfer der lonen (Stb. 1972, 142), diverse wijzigingen en ingetrokken bij Besluit van 5 januari 1981 tot wijziging van het Besluit maatstaf aanpassingsmechanismen (Stb. 1981, 3)

– Besluit maatstaf aanpassingsmechanismen (Stb. 1980, 31) en wijzigingen; b.w. bij Besluit maatstaf aanpassingsmechanismen 1985 (Stb. 638) en wijzigingen

Waardering: B 1

(126.)

Handeling: Het stellen van regels omtrent de wijze waarop en de mate waarin wijzigingen van het loon in de vorm van vaste bedragen en door vloeren in de prijscompensatie, meegenomen worden bij de halfjaarlijkse automatische aanpassingen van het minimumloon.

Grondslag: Besluit maatstaf aanpassingsmechanismen (Stb. 1980, 31), art. 4, tweede lid; Besluit maatstaf aanpassingsmechanismen 1985 (Stb. 638), art. 5, tweede

Periode: 1980–1991

Product: Ministeriële regelingen, o.a.:

– Beschikking toerekeningsmethodiek aanpassingsmechanismen (Stcrt. 1980, 73); b.w. bij Beschikking toerekeningsmethodiek aanpassingsmechanismen (Stcrt. 1986, 250)

– Beschikking toerekening toeslag algemeen loonmatigingsbesluit 1980 (Stcrt. 1981, 10) en idem (Stcrt. 1982, 22)

Waardering: B 1

(127.)

Handeling: Het (half)jaarlijks herzien van de minimumlonen.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 2001, 481], art. 14

Periode: 1969–

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Aanpassing minimumloon per 1 januari 1990 (Stcrt. 1989, 244)

– Aanpassing wettelijk minimumloon per 1 juli 1999 (Stcrt. 1999, 84)

– Aanpassing van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2000 (Stcrt. 1999, 198; rectificatie Stcrt. 1999, 205)

Waardering: V 20 jaar na herziening

(128.)

Handeling: Het bij wet afwijken van de verhoging of verlaging van de wettelijke minimumlonen.

Periode: 1976–1989

Product: Wetgeving ad-hoc, o.a.

– Wet van 23 juni 1976 (Stb. 345);

– Wet van 25 juni 1980 (Stb. 325);

– Wet van 11 december 1980 (Stb. 667);

– Wet van 24 december 1980 (Stb. 717);

– Wet van 30 juni 1982 (Stb. 372);

– Wet van 29 december 1982 (Stb. 749);

– Wet van 29 juni 1983 (Stb. 299);

– Wet van 22 december 1983 (Stb. 674);

– Wet van 13 december 1984 (Stb. 652);

– Wet van 19 december 1985 (Stb. 704);

– Wet van 24 december 1986 (Stb. 651);

– Wet van 24 december 1987 (Stb. 627);

– Wet van 21 december 1988 (Stb. 625)

Waardering: B 1

(129.)

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur vaststellen van tussentijdse tijdelijk hogere minimumbedragen wegens bijzondere aanleiding.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), art. 14, derde lid; gewijzigd bij de Wet van 26 januari 1972 (Stb. 43), art. 14, vierde lid; gewijzigd bij de Wet van 20 december 1979 (Stb. 711), art. 14 zesde lid; b.w. bij de Wet van 14 november 1991 (Stb. 624)

Periode: 1969–1991

Product: algemene maatregel van bestuur, o.a.:

– Besluit van 18 februari 1969 (Stb. 54);

– Besluit van 15 maart 1969 (Stb. 110);

– Besluit van 13 januari 1971 (Stb. 13);

– Besluit van 30 juni 1971 (Stb. 424);

– Besluit van 16 december 1971 (Stb. 786);

– Besluit van 1 december 1976 (Stb. 626);

– Besluit van 24 juni 1977 (Stb. 350);

– Besluit van 23 juni 1981 (Stb. 396);

Waardering: B 1

(137.)

Handeling: Het vaststellen van de geldswaarde van niet uit geld bestaande loonbestanddelen.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 2002, 615], art. 6

Periode: 1969–

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Vaststelling geldswaarde niet-geldelijke inkomsten (Stcrt. 1969, 44)

Waardering: V 5 jaar na geldigheidsduur

(139.)

Handeling: Het vaststellen van minimumlonen in aangewezen bedrijven of bedrijfstakken voor een bepaalde periode, welke lager zijn dan de wettelijk voorgeschreven bedragen.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. Stb. 1995, 355], art. 10

Periode: 1969–

Product: Besluit, regeling

Opmerking: Aan deze vaststelling kunnen voorwaarden verbonden worden.

Het besluit wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.

Waardering: B 5

(141.)

Handeling: Het vaststellen van een andere dan de normale arbeidsduur voor aangewezen categorieën werknemers.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 1998, 741], art. 12

Periode: 1969–

Product: Besluit, regeling

Waardering: B 5

(142.)

Handeling: Het in individuele gevallen vaststellen van het minimumloon voor gehandicapte werknemers dat lager is dan de wettelijk voorgeschreven bedragen.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), art. 13 (b.w. bij de Wet van 16 mei 1986, Stb. 300, Wet arbeid gehandicapte werknemers en overgenomen in art. 8, tweede lid van deze wet

Periode: 1969–1989

Product: Ministeriële regelingen

Waardering: V 5 jaar na beëindiging dienstverband

(151.)

Handeling: Het treffen van voorzieningen bij aanspraken op het wettelijk minimumloon door werknemers die gelijktijdig arbeid verrichten en onderwijs genieten.

Periode: 1984–

Product: Wet houdende tijdelijke voorziening wettelijk minimumloon (Stb. 1991, 569) [Stb. 1991, 569]

Waardering: B 5

(158.)

Handeling: Het bij algemene maatregel van bestuur aanwijzen van de categorieën van vrije-beroepsbeoefenaren waarbij kan worden ingegrepen in de inkomensontwikkeling (d.w.z. waarop de Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars en later de Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren van toepassing is).

Grondslag: Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1981, 423), art. 1, tweede lid; Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 1, eerste en vierde lid

Periode: 1981–1991

Product: Algemene Maatregelen van Bestuur, o.a.:

– Aanwijzingsbesluit vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1982, 166), en wijzigingen; Besluit van 13 september 1988, houdende intrekking van de aanwijzing van tandartsen, logopedisten en notarissen krachtens de Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1988, 449);

– Besluit van 22 december 1988, houdende aanwijzing van medisch specialisten en tandartsspecialisten krachtens de Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1988, 633)

Waardering: B 1

(159.)

Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Economische Zaken en de Minister wie het mede aangaat, vaststellen van aanvaardbare inkomensniveaus voor categorieën van vrije-beroepsbeoefenaars.

Grondslag: Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1981, 423), art. 2; Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 2

Periode: 1981–1991

Product: Ministeriële regelingen

Waardering: B 5

(161.)

Handeling: Het informeren van het parlement over beleidsvoornemens en resultaten van het gevoerde prijs-/inkomensbeleid ten aanzien van vrije-beroepsbeoefenaren. en Het uitbrengen van een (twee)jaarlijks verslag aan de Staten-Generaal over de uitvoering van de Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars en de Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1981, 423), art. 9; Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 8; Goudriaan, D.F., in: C.A. de Kam, C.J. Wiebrens & F.G. van Herwaarden (red.), Bouwstenen voor inkomensbeleid en sociale zekerheid. Gegevens en modellen voor overheidsbeleid, ’s-Gravenhage 1987, blz. 116

Periode: 1978–1980/1981–1991

Product: Brieven, (jaar)verslagen

Waardering: B 3

(162.)

Handeling: Het instellen van een onderzoek naar de structuur van de beroepsuitoefening en de inkomenspositie van categorieën vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186) [b.w. 1991, 757], art. 9

Periode: 1987–1991

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Aanwijzing medisch specialisten voor onderzoek inkomenspositie (Stcrt. 1988, 46)

Opmerking: De Minister van Economische Zaken kan ambtenaren aanstellen die de onderzoeken moeten uitvoeren. De te onderzoeken onderwerpen worden door de Minister van Economische Zaken in overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VakMinister bepaald.

Waardering: Eindrapport: B 1

Overige stukken: V 3 jaar

(163.)

vervallen

(166.)

Handeling: Het aanwijzen van werkgevers of categorieën van werkgevers:

– die regelmatig een overheidsbijdrage ontvangen ter voorziening in de loonkosten of exploitatiekosten of onderdelen daarvan;

– van wie de exploitatiekosten of loonkosten geheel of gedeeltelijke worden gefinancierd door toepassing van de sociale verzekeringswetten of de Algemene Bijstandswet.

Grondslag: Wet van 28 juni 1979 (Stb. 1979, 346) [b.w. Stb. 1980, 84], art. 13

Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector (Stb. 1980, 84) [Stb. 1985, 695], art. 2

WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 2

Periode: 1979–1994

Product: Aanwijzingsbesluit, o.a.:

– Wijziging aanwijzing g+g-instellingen (Stcrt. 1991, nr. 42)

– Intrekking aanwijzing gesubsidieerde instellingen (Stcrt. 1991, nr. 173

– Tijdelijke aanwijzing van de sector intramurale gezondheidszorg (Stcrt. 1991, nr. 253)

– Tijdelijke aanwijzing van de sector intramurale gezondheidszorg (Stcrt. 1992 of 1993, nr. 249)

– Intrekking aanwijzingen op grond van de WAGGS (Stcrt. 1994, nr. 125)

Waardering: B 5

(167.)

Handeling: Het stellen van regels inzake arbeidsvoorwaarden van werknemers in dienst van door de Minister aangewezen werkgevers of categorieën van werkgevers in de collectieve sector.

Grondslag: Wet van 28 juni 1979 (Stb. 346), art. 15, eerste lid, gewijzigd bij de Tijdelijke Wet Arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1980 (Stb. 84), zoals deze gewijzigd is bij de Wet van 30 juni 1982 (Stb. 371) art. 4, eerste lid

Periode: 1979–1985

Product: Regelingen arbeidsvoorwaarden collectieve sector, o.a.:

– Besluit van 10 augustus 1979 nr. 4061 (Stcrt. 154) betreffende regeling arbeidsvoorwaarden van werknemers in dienst van aangewezen instellingen

– Besluit van 2 mei 1980 (Stcrt. 2 mei 1980, nr. 85) betreffende regeling van arbeidsvoorwaarden collectieve sector

– Besluit van 18 juni 1980 (Stcrt. 19 juni 1980, nr. 116) (Besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1980 II)

– Besluit van 29 december 1980 (Stcrt. 30 december 1980, nr. 252) (Besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1981)

– Besluit van 30 maart 1981 (Stcrt. 31 maart 1981, nr. 62) (Aanvullend Besluit Arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1981

– Besluit van 18 juni 1981 (Stcrt. 19 juni 1981, nr. 114) (Besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1981 II)

– Besluit van 31 december 1981 (Stcrt. 31 december 1981 nr. 252) (Besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1982)

– Besluit van 10 maart 1982 (Stcrt. 16 maart 1982, nr. 52) (Aanvullend besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1982)

– Besluit van 1 juli 1982 (Stcrt. 2 juli 1982, nr. 124) (Besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1982 II)

– Besluit van 29 december 1982 (Stcrt. 4 oktober 1982, nr. 190) (Aanvullend besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector III)

– Besluit van 15 december 1982 (Stcrt. 16 december 1982, nr. 243) (Aanvullend Besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1982 IV)

– Besluit van 30 december 1982 (Stcrt. 31 december 1982, nr. 254) (Aanvullend besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1983)

– Besluit van 11 mei 1983 (Stcrt. 17 mei 1983, nr. 93) (Aanvullend besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1983 II)

– Besluit van 30 juni 1983 (Stcrt. 1 juli 1983, nr. 125) (Algemeen aanvulling besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1983 III)

– Besluit van 30 december 1983 (Stcrt. 30 december 1983, nr. 254) (Algemeen besluit Arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1984)

– Besluit van 30 december 1983 (Stcrt. 30 december 1983, nr. 254) (Algemeen besluit Arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1984)

– Besluit van 15 oktober 1984 (Stcrt. 18 oktober 1984, nr. 204) (Algemeen besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1984–II)

– Besluit van 27 december 1984 (Stcrt. 31 december 1984, nr. 254) (Algemeen besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1985)

– Besluit van 28 maart 1985 (Stcrt. 29 maart 1985, nr. 63) (Algemeen besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1985–II

– Besluit van 30 mei 1985 (Stcrt. 31 mei 1985, nr.103) (Algemeen besluit arbeidsvoorwaarden collectieve sector 1985–III)

– Besluit van 20 december 1985 (Stcrt. 23 december 1985, nr. 249) (Algemeen Besluit collectieve sector 1985 IV)

Waardering: B 1

(169.)

Handeling: Het jaarlijks mededelen aan (organisaties van) werkgevers en organisaties van werknemers van de voorlopige normen ten aanzien van de ruimte voor arbeidsvoorwaarden in de gepremieerde en gesubsidieerde sector.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 4

Periode: 1986–1994

Product: Mededelingen

Waardering: B 5

(170.)

Handeling: Het op de hoogte stellen van Staten-Generaal van de resultaten uit het periodiek overleg en de onderhandelingen met (organisaties van) werkgevers in de gepremieerde en gesubsidieerde sector over het vaststellen van de normen voor beschikbaar te stellen financiële ruimte van arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 4

Periode: 1986–1994

Product: Mededelingen

Waardering: B 3

(171.)

Handeling: Het vaststellen van normen voor de ontwikkeling van arbeidskosten in de gepremieerde en gesubsidieerde sector voor de periode van tenminste 1 jaar, waarbij de financiële ruimte voor wijziging van de arbeidsvoorwaarden wordt vastgesteld.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 5

Periode: 1986–1994

Product: Bekostigingsnormen in de vorm van Ruimtebesluiten, o.a.:

– Besluit van 20 december 1991 (Stcrt. 253) (Ruimtebesluit WAGGS 1992)

– Besluit van 10 juni 1992 (Stcrt. 112) (Aanvullende ruimtevaststelling 1992 en ruimtevaststelling 1993 voor ‘PGGM-sectoren’

– Ruimtebesluit WAGGS 1993 (Stcrt. 58, 183)

– Ruimtebesluit WAGGS 1994 (Stcrt. 250)

Waardering: B 5

(172.)

Handeling: Het ten aanzien van een afzonderlijke werkgever of categorie van werkgevers in verband met bijzondere omstandigheden besluiten tot vaststelling van een grotere financiële ruimte voor de wijziging van arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 5

Periode: 1986–1994

Product: Bijzondere Ruimbesluiten, o.a.:

– Besluit van 29 mei 1991 (Stcrt. 1991, 104)

– Besluit van 13 juli 1991 (Stcrt. 1991, 136)

Waardering: B 1

(173.)

Handeling: Het nader bepalen welke gegevens over arbeidskostenontwikkeling bij het sluiten, wijzigen of opzeggen van een c.a.o. of arbeidsvoorwaardenregeling die niet in een c.a.o. staan, door de aangewezen werkgevers of instanties van werkgevers uit de gepremieerde en gesubsidieerde sector, aan de Minister moeten worden verstrekt.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 6, art. 9

Periode: 1986–1994

Product: Informatiebesluit/Besluit van 20 december 1985 (Stcrt. 1985, 253)

Waardering: B 5

(174.)

Handeling: Het in afzonderlijke gevallen ten aanzien (organisaties van) werkgevers in de gepremieerde en gesubsidieerde sector verlengen van de termijn waarbinnen een c.a.o(-wijziging)in werking treedt.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 6

Periode: 1986–1994

Product: Beschikkingen

Waardering: V 1 jaar

(176.)

Handeling: Het verklaren aan partijen in de gepremieerde en gesubsidieerde sector dat de door hen afgesloten c.a.o(-wijziging) of arbeidsvoorwaardenregelingen (die niet uit een collectieve arbeidsovereenkomst voortvloeien) op bezwaren stuit omdat de arbeidskostenontwikkeling de vastgestelde ruimte overschrijdt.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 7, art. 9

Periode: 1986–1994

Product: Verklaringen van bezwaar

Waardering: V 5 jaar

(177.)

Handeling: Het, na ontvangst van een schriftelijke verklaring van partijen in de gepremieerde en gesubsidieerde sector dat zij de c.a.o.(-wijziging) handhaven, bevestigen van de ontvangst van de verklaring.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 7

Periode: 1986–1994

Product: Bevestigingen van ontvangst

Waardering: V 1 jaar

(178.)

Handeling: Het, na ontvangst van een verzoek van een werkgever om wijzigingen in arbeidsvoorwaardenregelingen die niet uit een collectieve arbeidsovereenkomst voortvloeien door te voeren, bevestigen van de ontvangst van diens verzoek.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 9

Periode: 1985–1994

Product: Bevestigingen van ontvangst

Waardering: V 1 jaar

(179.)

Handeling: Het ten aanzien van aangewezen werkgevers in de gepremieerde en gesubsidieerde sector, besluiten tot ‘bevriezen’ van de arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 10

Periode: 1985–1994

Product: Beschikkingen

Waardering: B 5

(180.)

Handeling: Het mededelen aan de Staten-Generaal van de uitvaardiging aan aangewezen werkgevers in de gepremieerde en gesubsidieerde sector van een besluit tot bevriezing van arbeidsvoorwaarden die in werking zijn getreden op grond van een c.a.o. waartegen een verklaring van bezwaar is gegeven.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 10

Periode: 1986–1994

Product: Beschikkingen

Waardering: B 3

(181.)

Handeling: Het ten aanzien van de arbeidsvoorwaarden van gebudgetteerde instellingen, besluiten tot bevriezing dan wel opheffing van de bevriezing van arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 11

Periode: 1986–1994

Product: Beschikkingen

Waardering: B 5

(182.)

Handeling: Het mededelen aan de Staten-Generaal van de uitvaardiging aan gebudgetteerde instellingen, van een besluit tot bevriezing van arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 11

Periode: 1986–1994

Product: Mededelingen

Waardering: B 3

(185.)

Handeling: Het met het oog op matiging van de loonkostenontwikkeling stellen van regels omtrent lonen en andere arbeidsvoorwaarden in arbeidsverhoudingen waarvoor geen CAO geldt.

Grondslag: Wet tijdelijke voorzieningen arbeidsvoorwaarden buiten collectieve arbeidsvoorwaarden (Stb. 1978, 18) [vervangen Stb. 1980, 712], art. 10

Wet op de niet-c.a.o.-inkomens (Stb. 1980, 712) [Stb. 1984, 300], art. 7

Periode: 1978–1986

Product: Regeling, o.a.:

– Besluit niet c.a.o. inkomens 1978 (Stcrt. 1978, 125)

– Besluit niet-c.a.o.-inkomens 1983 (Stcrt. 1983, 107)

Waardering: B 5

(186.)

Handeling: Het verlenen van vrijstelling of ontheffing van de matiging van loonkosten en andere arbeidsvoorwaarden in arbeidsverhoudingen waarvoor geen c.a.o. geldt.

Grondslag: Wet tijdelijke voorzieningen arbeidsvoorwaarden buiten collectieve arbeidsovereenkomsten 1978, art. 6, zoals gewijzigd en verlengd bij de Wet op de niet-c.a.o. 1980 (Stb. 712), art. 4, en verlengd bij Wet van 27 januari 1982 (Stb. 35) en 20 juni 1984 (Stb. 300)

Periode: 1978–1979

Product: vrijstellings-besluiten, o.a:

– Besluit van 12 mei 1978 (Stcrt. 17 mei 1978, nr. 93) (Vrijstellingsbesluit niet c.a.o. inkomens)

Waardering: B 5

(188.)

Handeling: Het halfjaarlijks opstellen van overzichten ten behoeve van de Staten-Generaal van de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden in arbeidsverhoudingen waarvoor geen CAO geldt.

Grondslag: Wet tijdelijke voorzieningen arbeidsvoorwaarden buiten collectieve arbeidsvoorwaarden (Stb. 1978, 18) [vervangen Stb. 1980, 712], art. 10

Wet op de niet-c.a.o.-inkomens (Stb. 1980, 712) [Stb. 1984, 300], art. 7

Periode: 1978–1986

Product: Rapporten

Waardering: B 3

5.2. Minister van Sociale Zaken/Directeur-generaal van de Arbeid

(18.)

Handeling: Het adviseren van het College van Rijksbemiddelaars over ontwerpregelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden en ontwerp-collectieve arbeidsovereenkomsten.

Bron: Centraal Verslag Arbeidsinspectie 1946–1947

Periode: 1946–?

Product: Adviezen

Waardering: B 1

(89.)

Handeling: Het adviseren van het College van Rijksbemiddelaars inzake verzoeken om dispensatie van bindende regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Bron: Centraal Verslag Arbeidsinspectie 1946–1947

Periode: 1946–?

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

(99.)

Handeling: Het goedkeuren van dispensatieaanvragen tot afwijking van bindende loon- en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: beschikking van 31 augustus 1942, no. 44-05J van het College van Rijksbemiddelaars; diverse regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden; b.w. bij beschikking van de Gemachtigde van de Arbeid (nr./datum ??)

Periode: 1942?–1943

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: B 6

5.3. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Arbeidsinspectie

(19.)

Handeling: Het adviseren van instanties van overheid en bedrijfsleven omtrent loontechnische vraagstukken.

Bron: Centrale Verslagen Arbeidsinspectie

Periode: 1946–1962

Product: Rapportages, arbeidskundige adviezen

Waardering: V 5 jaar

(20.)

Handeling: Het verstrekken van inlichtingen aan burgers, bedrijven en instanties betreffende inkomens en arbeidsvoorwaarden.

Bron: Taken van het Loonbureau, 26 februari 1970; Nota Bureau Organisatie no. 10606 van 15 december 1958

Periode: 1945–?

Product: (schriftelijke) antwoorden

Waardering: V 2 jaar

(74.)

Handeling: Het onderzoeken of het vermoeden dat verbindend verklaarde verklaringen in collectieve arbeidsovereenkomsten niet worden nageleefd juist is.

Grondslag: Wet op het algemeen bindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801), art. 10

Periode: (1937) 1945–

Product: Onderzoeksrapport, onderzoeksopdracht

Waardering: V 5 jaar na afsluiting onderzoek

(102.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen (in de havens).

Grondslag: Wet op de economische delicten (Stb. 1950, K258), art. 17;

Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (Stb. 1945, F214) [b.w. Stb. 1950, K258], art. 26

Periode: 1945–

Product: Onderzoeksrapporten, processen-verbaal

Waardering: V 5 jaar

Opmerking: De Inspectie van de Havenarbeid (IHA) was tot 1992 verantwoordelijk voor deze handeling in de havens. Bij beschikking (Stcrt. 1991, 250) is de IHA opgegaan in de Arbeidsinspectie

(103.)

vervallen

(121.)

Handeling: Het controleren van de naleving van de loonbepalingen en andere arbeidsvoorwaarden in de huisarbeid.

Grondslag: Huisarbeidswet (Stb. 1933, 597) [b.w. Stb. 1994, 156], art. 18

Periode: (1933) 1945–1994

Product: Rapporten, proces-verbaal

Waardering: V 5 jaar

(227.)

Handeling: Het houden van toezicht op het beleidsterrein inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657) [Stb. 2002, 615], art. 18a

Aanwijzingsregeling toezichthoudende ambtenaren en ambtenaren met specifieke uitvoeringstaken op grond van SZW wetgeving (Stcrt. 2000, 203) [Stcrt. 2004, 38], art. 1.1

Periode: 1945–

Product: Kwartaaloverzichten, onderzoeksrapporten

Waardering: V 5 jaar

Opmerking: Het betreft hier onder meer onderzoeken van individuele gevallen

5.4. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Arbeidsbureaus

(107.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: Beschikking van 16 november 1945, no. 5400, afdeling Arbeid II, tot uitvoering van art. 26, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1945, 115), gewijzigd bij beschikking van 28 juni 1950, no. 239, afdeling Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 1959, 22)

Periode: 1945–?1950

Product: onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: V 5 jaar

(145.)

Handeling: Het adviseren van overheid en bedrijfstakorganen over dispensatieverzoeken tot afwijking van lagere beloning dan het wettelijk voorgeschreven minimumloon.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), art. 10 en 13; (tijdelijke) Besluiten betreffende overdracht bevoegdheden inzake minimumlonen voor minder-valide werknemers (Stcrt. 1972, 247)

Periode: 1969–1972(?)

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

5.5. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Looncontroledienst

(20.)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen over het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Bron: Taken van het Loonbureau, 26 februari 1970; Nota Bureau Organisatie no. 10606 van 15 december 1958

Periode: 1950–1964

Product: (schriftelijke) Antwoorden

Waardering: V 3 jaar

(109.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: Beschikking van 28 januari 1950, no. 238, afdeling Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 22), art. 2

Periode: 1950–1964

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: V 5 jaar

5.6. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Loontechnische Dienst

(19.)

Handeling: Het adviseren van instanties van overheid en bedrijfsleven omtrent loontechnische vraagstukken.

Grondslag: Besluit van 7 juli 1964, nr. 52556, directie voor Sociale Voorzieningen en Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 155), art. 4 onder b; Nota omtrent de huidige en de te verwachten werkzaamheden van de Loontechnische Dienst, augustus 1969; Struktuurnota Loontechnische Dienst, september 1975; Overzicht van taken en bevoegdheden van de Loontechnische Dienst, 1985

Periode: 1962–1994

Product: Rapportages, arbeidskundige adviezen

Waardering: V 2 jaar

(20.)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen over het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Bron: Nota omtrent de huidige en de te verwachten werkzaamheden van de Loontechnische Dienst, augustus 1969; Organisatiebeschikking B van 1 juli 1989 DG ABA 1989

Periode: 1964–1994

Product: (schriftelijke) Antwoorden

Waardering: V 3 jaar

(22.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van (geplande) onderzoeken en onderzoeken-ad hoc op het gebied van de lonen t.b.v. rapporten en slotnota’s.

Bron: Besluit van 7 juli 1964, nr. 52556, directie voor Sociale Voorzieningen en Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 155), art. 4 onder c; Structuurnota, september 1975; Organisatiebeschikking A van 1 juli 1989 DG ABA, LTD

Periode: 1964–1994

Product: o.a. vergaderstukken, verslagen, correspondentie

Waardering: V 3 jaar

(235.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten en slotnota’s naar aanleiding van (geplande) onderzoeken en onderzoeken ad hoc op het gebied van de lonen.

Bron: Besluit van 7 juli 1964, nr. 52556, directie voor Sociale Voorzieningen en Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 155), art. 4 onder c; Structuurnota, september 1975; Organisatiebeschikking A van 1 juli 1989 DG ABA, LTD

Periode: 1964–1994

Product: Eindrapporten

Waardering: B 1

(110.)

Handeling: Het houden van toezicht op de naleving van loonregelingen en collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Besluit van 7 juli 1964, nr. 52556, directie voor Sociale Voorzieningen en Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 155), art. 4 onder a; Nota nr. 44.097, van 15 februari 1968, directie Algemene Beleidsaangelegenheden; beschikking van 1 mei 1970, nr. 61096, directoraat-generaal voor Algemene Beleidsaangelegenheden (Stcrt. 88); Structuurnota, september 1975; overzicht van taken en bevoegdheden van de Loontechnische Dienst

Periode: 1962–1994

Product: Kwartaaloverzichten, onderzoeksrapporten, processen-verbaal

Opmerking: Op 1 mei 1994 is de LTD opgegaan in de Dienst Inspectie en Informatie (I-SZW), later de Arbeidsinspectie.

Waardering: V 5 jaar

(145.)

Handeling: Het adviseren van de overheid en bedrijfstakorganen over dispensatieverzoeken tot afwijking van lagere beloning dan het wettelijk voorgeschreven minimumloon.

Grondslag: Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), art. 10 en 13; (tijdelijke) Besluiten betreffende overdracht bevoegdheden inzake minimumlonen voor mindervalide werknemers (Stcrt. 1972, 247; Stcrt. 1977, 230; Stcrt. 1982, 186)

Periode: 1972–1989

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

(150.)

Handeling: Het houden van toezicht op de naleving van de verplichting tot uitbetaling van het minimumloon en de minimumvakantiebijslag.

Grondslag: Nota omtrent de huidige en de te verwachten werkzaamheden van de Loontechnische Dienst, augustus 1969; Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag (Stb. 1968, 657), zoals gewijzigd bij de Wet van 11 februari 1988 (Stb. 49), art. 18a, eerste lid en Beschikking van 9 mei 1988 (Stcrt. 93), art. 1

Periode: 1971–1994

Product: onderzoeksrapportages, driejaarlijkse algemene minimumloononderzoeken, jaarlijkse sectoronderzoeken

Opmerking: Op 1 mei 1994 is de LTD opgegaan in de Dienst Inspectie en Informatie (I-SZW), later de Arbeidsinspectie.

Waardering: V 5 jaar

(187.)

Handeling: Het instellen van onderzoeken bij werkgevers, verdacht van ontduiking van de regels zoals die gesteld zijn aan de arbeidsvoorwaarden om tot matiging van loonkostenontwikkeling te komen in arbeidsverhoudingen waarvoor geen CAO geldt.

Grondslag: Wet tijdelijke voorzieningen arbeidsvoorwaarden buiten collectieve arbeidsvoorwaarden (Stb. 1978, 18) [vervangen Stb. 1980, 712], art. 10

Wet op de niet-c.a.o.-inkomens (Stb. 1980, 712) [Stb. 1984, 300], art. 7

Periode: 1978–1986

Product: Onderzoeksrapporten

Waardering: V 5 jaar na afsluiting onderzoek

5.7. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Loonbureau

(20.)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen over het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Bron: Taken van het Loonbureau, 26 februari 1970; Taakstelling Loonbureau, 15 december 1977; Nota omtrent de huidige en de te verwachten werkzaamheden van de Loontechnische Dienst, augustus 1969

Periode: 1963–1981

Product: (schriftelijke) Antwoorden

Waardering: V 3 jaar

(25.)

Handeling: Het verrichten van onderzoek ten behoeve van op te stellen overzichten, analyses en samenvattingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en van gegevens op het gebied van arbeidsvoorwaarden

Bron: Taken van het Loonbureau, 26 februari 1970; Taakstelling Loonbureau, 15 december 1977; Memorandum betreffende het Loonbureau, juni 1978

Periode: 1963–1981

Product: onderzoeksgegevens

Waardering: V 5 jaar

(236.)

Handeling: Het opstellen van overzichten, analyses en samenvattingen van collectieve arbeidsovereenkomsten en van gegevens op het gebied van arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Taken van het Loonbureau, 26 februari 1970; Taakstelling Loonbureau, 15 december 1977; Memorandum betreffende het Loonbureau, juni 1978

Periode: 1963–1981

Product: Onderzoeksgegevens

Waardering: B 3

(60.)

Handeling: Het registreren van door partijen aangemelde afgesloten, gewijzigde of opgezegde c.a.o.’s.

Grondslag: Wet op de Loonvorming 1970 (Stb. 69), art. 4, eerste en derde lid

Periode: 1970–1981

Product: ‘Algemene’ en ‘specifieke’ collectieve contracten

Waardering: B 5

(66.)

Handeling: Het meewerken aan het tot stand komen van een Europees register van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Bron: Taakstelling Loonbureau, 15 december 1977; Memorandum betreffende het Loonbureau, juni 1978

Periode: 1974–1982

Product: cao-boekje en vragenformulier

Waardering: V 5 jaar

5.8. Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid/Dienst Collectieve Arbeidsvoorwaarden

(20.)

Handeling: Het beantwoorden van vragen van individuele burgers, bedrijven en instellingen over het inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Bron: Organisatiebeschikking B van 1 juli 1989 DG ABA 1989

Periode: 1982–1994

Product: (schriftelijke) antwoorden

Waardering: V 3 jaar

(21.)

Handeling: Het verstrekken van algemene informatie ten behoeve van externe instanties (SER, ILO) op sociaal-economisch terrein voor zover samenhangend met collectieve regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Organisatiebeschikking B van 1 juli 1989 van het DG-ABA 1989, onderdeel DCA

Periode: 1982?–1994

Product: Informatie

Waardering: V 5 jaar

(26.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van onderzoek op het terrein van lonen en collectieve arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: DCA-Bevindingen/Organisatiebeschikking B van 1 juli 1989 DG ABA, DCA, art. 3

Periode: 1972–1994

Product: o.a. Vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 3 jaar

(237.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten naar aanleiding van onderzoek op het terrein van lonen en collectieve arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: DCA-Bevindingen/Organisatiebeschikking B van 1 juli 1989 DG ABA, DCA, art. 3

Periode: 1982–1994

Product: Eindrapporten

Waardering: B 1

(56.)

Handeling: Het opstellen van informatieve notities n.a.v. tot stand gekomen principeakkoorden met betrekking tot materiële en immateriële arbeidsvoorwaardenontwikkeling.

Grondslag: Organisatiebeschikking B van 1 juli 1989 Directoraat Generaal voor Algemene Beleidsaangelegenheden 1989, onderdeel DCA, artikel 3

Periode: 1982–1994

Product: Informatieve notities of zgn. Info’s

Waardering: V 5 jaar na vaststelling akkoord

(60.)

Handeling: Het registreren van door partijen aangemelde afgesloten, gewijzigde of opgezegde c.a.o.’s.

Grondslag: Wet op de Loonvorming 1970 (Stb. 69), art. 4, eerste en derde lid

Periode: 1982–1994

Product: ‘algemene’ en ‘specifieke’ collectieve contracten

Waardering: B 5

5.9. Minister van Justitie

(41.)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren die belast zijn met het opsporen van overtredingen op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Wet op de economische delicten (Stb. 1950, K258) [Stb. 1997, 580], art. 17

Periode: 1945–

Product: Aanwijzingsbesluit, o.a.:

– Aanwijzing ambtenaren Loontechnische Dienst als opsporingsambtenaren (Stcrt. 1970, 241)

– Beschikking buitengewoon opsporingsambtenaar I-SZW 1994 (Stcrt. 1994, 96)

– Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Inspectiedienst SZW 1995 (Stcrt. 1995, 96)

Waardering: V 10 jaar

5.10. Minister van Economische Zaken

(106.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: Beschikking van 16 november 1945, no. 5400, afdeling Arbeid II, tot uitvoering van art. 26, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1945, 115), gewijzigd bij beschikking van 28 juni 1950, no. 239, afdeling Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 1959, 22)

Periode: 1945–?1950

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: V 10 jaar

(159.)

Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister wie het mede aangaat, vaststellen van aanvaardbare inkomensniveaus voor categorieën van vrije-beroepsbeoefenaars.

Grondslag: Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1981, 423), art. 2; Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 2

Periode: 1981–1991

Product: Ministeriële regelingen, o.a.:

– Besluit van 29 oktober 1982 (Stcrt. 25 maart 1983,nr. 60) Vaststelling norminkomens medische specialisten voor 1982

– Besluit van 5 oktober 1982 (Stcrt. 15 oktober 1982, nr. 199) Vaststelling aanvaardbare inkomensniveaus vrije beroepsbeoefenaren 1982.

– Besluit van 2 december 1983 (Stcrt. 7-12-1983) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1983 voor huisartsen

– Besluit van 21 december 1993 (Stcrt. 28 december 1993, nr. 252) Vaststelling norminkomens specialisten 1983.

– Besluit van 2 augustus 1984 (Stcrt. 13 augustus 1984, nr. 156) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1984 vrije beroepsbeoefenaars

– Besluit van 18 januari 1985 (Stcrt. 24 maart 1985, nr. 17) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1984 huisartsen.

– Besluit van 2 september 1986 (Stcrt. 8 september 1986) Vaststelling aanvaardbare inkomensniveaus 1985 en 1986 huisartsen

– Besluit van 28 april 1987 (Stcrt. 7 mei 1987, nr. 86) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1987 vrije beroepsbeoefenaren.

– Besluit van 21 januari 1988 (Stcrt. 22 januari 1988, nr. 15) Vaststelling aanvaardbaar niveau inkomens 1987 voor tandartsen

– Besluit van 8 juni 1988 (Stcrt. 20 juni 1988, nr. 116) Vaststelling van het aanvaardbaar inkomensniveau voor logopedisten

– Besluit van 17 november 1988 (Stcrt. 17 november 1988, nr. 244) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1988 voor apothekers

– Besluiten van 5 december 1990 (Stcrt. 10 december 1990, nr. 240) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1990 voor tandartsspecialisten in de dentomaxilaire orthopedie en tandartsspecialisten voor mondziekten en kaakchirurgie

Waardering: B 5

(162.)

Handeling: Het instellen van een onderzoek naar de structuur van de beroepsuitoefening en de inkomenspositie van categorieën vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186) [b.w. 1991, 757], art. 9

Periode: 1987–1991

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Aanwijzing medisch specialisten voor onderzoek inkomenspositie (Stcrt. 1988, 46)

Opmerking: De Minister van Economische Zaken kan ambtenaren aanstellen die de onderzoeken moeten uitvoeren. De te onderzoeken onderwerpen worden door de Minister van Economische Zaken in overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VakMinister bepaald.

Waardering: Eindrapport: B 1

Overige stukken: V 3 jaar

(163.)

vervallen

(164.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van onderzoek naar de structuur van de beroepsuitoefening en de inkomenspositie van vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Aanwijzing controleurs van de Economische Controledienst van het Ministerie van Economische Zaken (Stcrt. 1988, 21); zie ook: Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 9; Wet op de economische delicten (Stb. 1950, K 258), art. 1 onder 4 en art. 17, eerste lid, onder 2

Periode: 1988–1991

Product: o.a. vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 3 jaar

(243.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten naar aanleiding van onderzoek naar de structuur van de beroepsuitoefening en de inkomenspositie van vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Aanwijzing controleurs van de Economische Controledienst van het Ministerie van Economische Zaken (Stcrt. 1988, 21); zie ook: Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 9; Wet op de economische delicten (Stb. 1950, K 258), art. 1 onder 4 en art. 17, eerste lid, onder 2

Periode: 1988–1991

Product: Eindrapporten

Waardering: B 1

5.11. Minister van Financiën

(47.)

Handeling: Het tezamen met de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu aanwijzen van ambtenaren die belast worden met het inwinnen van gegevens in het belang van de uitvoering van de machtigingswet, en het toezicht op de naleving ervan.

Grondslag: Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974, art. 24, eerste lid

Periode: 1974

Product: aanwijzingen, o.a.:

– Besluit (Stcrt. 30 januari 1974, nr. 21)

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

5.12. Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit/Centrale Controledienst

(105.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: Beschikking van 16 november 1945, no. 5400, afdeling Arbeid II, tot uitvoering van art. 26, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 115)

Periode: 1946–?

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: V 10 jaar

5.13. Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu

(47.)

Handeling: Het tezamen met de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Financiën aanwijzen van ambtenaren die belast worden met het inwinnen van gegevens in het belang van de uitvoering van de machtigingswet, en het toezicht op de naleving ervan.

Grondslag: Machtigingswet inkomensvorming en bescherming werkgelegenheid 1974, art. 24, eerste lid

Periode: 1974

Product: aanwijzingen, o.a.:

– Besluit (Stcrt. 30 januari 1974, nr. 21)

Waardering: V 1 jaar na geldigheidsduur

5.14. VakMinister

(8.)

Handeling: Het voorbereiden en vaststellen van standpunten aangaande inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid in het kader van deelname aan internationaal overleg.

Periode: 1945–

Product: Nota’s, memoranda, rapporten

Waardering: B 1

(159.)

Handeling: Het, in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de Minister van Economische Zaken, vaststellen van aanvaardbare inkomensniveaus voor categorieën van vrije-beroepsbeoefenaars.

Grondslag: Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1981, 423), art. 2; Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 2

Periode: 1981–1991

Product: Ministeriële regelingen, o.a.:

– Besluit van 29 oktober 1982 (Stcrt. 25 maart 1983,nr. 60) Vaststelling norminkomens medische specialisten voor 1982

– Besluit van 5 oktober 1982 (Stcrt. 15 oktober 1982, nr. 199) Vaststelling aanvaardbare inkomensniveaus vrije beroepsbeoefenaren 1982.

– Besluit van 2 december 1983 (Stcrt. 7-12-1983) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1983 voor huisartsen

– Besluit van 21 december 1993 (Stcrt. 28 december 1993, nr. 252) Vaststelling norminkomens specialisten 1983.

– Besluit van 2 augustus 1984 (Stcrt. 13 augustus 1984, nr. 156) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1984 vrije beroepsbeoefenaars

– Besluit van 18 januari 1985 (Stcrt. 24 maart 1985, nr. 17) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1984 huisartsen.

– Besluit van 2 september 1986 (Stcrt. 8 september 1986) Vaststelling aanvaardbare inkomensniveaus 1985 en 1986 huisartsen

– Besluit van 28 april 1987 (Stcrt. 7 mei 1987, nr. 86) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1987 vrije beroepsbeoefenaren.

– Besluit van 21 januari 1988 (Stcrt. 22 januari 1988, nr. 15) Vaststelling aanvaardbaar niveau inkomens 1987 voor tandartsen

– Besluit van 8 juni 1988 (Stcrt. 20 juni 1988, nr. 116) Vaststelling van het aanvaardbaar inkomensniveau voor logopedisten

– Besluit van 17 november 1988 (Stcrt. 17 november 1988, nr. 244) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1988 voor apothekers

– Besluiten van 5 december 1990 (Stcrt. 10 december 1990, nr. 240) Vaststelling aanvaardbaar inkomensniveau 1990 voor tandartsspecialisten in de dentomaxilaire orthopedie en tandartsspecialisten voor mondziekten en kaakchirurgie

Waardering: B 5

(162.)

Handeling: Het instellen van een onderzoek naar de structuur van de beroepsuitoefening en de inkomenspositie van categorieën vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186) [b.w. 1991, 757], art. 9

Periode: 1987–1991

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Aanwijzing medisch specialisten voor onderzoek inkomenspositie (Stcrt. 1988, 46)

Opmerking: De Minister van Economische Zaken kan ambtenaren aanstellen die de onderzoeken moeten uitvoeren. De te onderzoeken onderwerpen worden door de Minister van Economische Zaken in overleg met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en de VakMinister bepaald.

Waardering: Eindrapport: B 1

Overige stukken: V 3 jaar

(163.)

vervallen

(168.)

Handeling: Het overeenkomen van WAGGS-budgetteringsregelingen met een instelling uit de gepremieerde en gesubsidieerde sector.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 2

Periode: 1986–1994

Product: WAGGS-budgetteringsregelingen

Waardering: B 5

(169.)

Handeling: Het jaarlijks mededelen aan (organisaties van) werkgevers en organisaties van werknemers van de voorlopige normen ten aanzien van de ruimte voor arbeidsvoorwaarden in de gepremieerde en gesubsidieerde sector.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 4

Periode: 1986–1994

Product: Mededelingen

Waardering: B 5

(173.)

Handeling: Het nader bepalen welke gegevens over arbeidskostenontwikkeling bij het sluiten, wijzigen of opzeggen van een c.a.o. of arbeidsvoorwaardenregeling die niet in een c.a.o. staan, door de aangewezen werkgevers of instanties van werkgevers uit de gepremieerde en gesubsidieerde sector, aan de Minister moeten worden verstrekt.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 6, art. 9

Periode: 1986–1994

Product: Informatiebesluit/Besluit van 20 december 1985 (Stcrt. 1985, 253)

Waardering: B 5

(179.)

Handeling: Het ten aanzien van aangewezen werkgevers in de gepremieerde en gesubsidieerde sector, besluiten tot ‘bevriezen’ van de arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: WAGGS (Stb. 1985, 695) [b.w. Stb. 1994, 958], art. 10

Periode: 1985–1994

Product: Beschikkingen

Waardering: B 5

(198.)

vervallen

(203.)

vervallen

(207).

Handeling: Het voorbereiden van de totstandkoming, wijziging en intrekking van (bilaterale en multilaterale) verdragen en bijbehorende akkoorden met andere mogendheden inzake inkomens- en arbeidsvoorwaarden

Periode: 1945–

Product: Verdragen, administratieve akkoorden, afrekeningsakkoorden

Waardering: B 1

(209.)

Handeling: Het (beleidsmatig) beoordelen van mogelijk interventies in zaken die voorkomen bij internationale hoven.

Periode: 1958–

Product: Rapport, nota

Opmerking: Met internationale hoven worden o.a. bedoeld: het Hof van Justitie te Luxemburg, het Europese Hof voor de Rechten van de Mens te Straatsburg en de Commissie Rechten van de Mens van de VN.

Waardering: B 1

(210.)

Handeling: Het deelnemen aan (technische) commissies die nadere uitvoeringsregels stellen of toezien op de goede uitvoering van een verdrag.

Periode: 1950–

Product: Verslag, notulen, aanwijzingen, informatieverstrekking

Waardering: – Secretariaat/voorzitterschap berust bij de eigen organisatie: B 1

– Overig: V 5 jaar

(211.)

Handeling: Het implementeren of rapporteren over de implementatie van internationale regels in bestaande of nieuwe wet- en regelgeving op nationaal niveau.

Periode: 1945–

Product: Rapport

Waardering: B 3

(226.)

Handeling: Het aanwijzen van ambtenaren belast met de uitvoering van wet- en regelgeving op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Grondslag: Wet op de Loonvorming (Stb. 1970, 69) [Stb. 1997, 510] , art. 15

Wet op het algemeen verbindend en onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (Stb. 1937, 801) [Stb. 1997, 510], art. 10

Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen (Stb. 1945, F214) [b.w. Stb. 1998, 300], art. 6

Periode: 1945–

Product: Ministeriële regeling, o.a.:

– Taak ambtenaren Loonbureau (Stcrt. 1970, 88)

– Besluit aanwijzing ambtenaren ex artikel 6 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1991, 57)

Opmerking: Dit kunnen ook ambtenaren zijn die worden aangewezen om onderzoeken te verrichten of ambtenaren die belast zijn met het inwinnen van gegevens omtrent de algemene ontwikkeling van lonen en andere op geld waardeerbare arbeidsvoorwaarden.

Waardering: V10 jaar na geldigheidsduur

5.15. Centraal Economische Commissie

(7.)

Handeling: Het adviseren van de Raad voor Economische Aangelegenheden omtrent beleidsvoering inzake inkomenspolitiek.

Grondslag: Beschikking nr. 587 van 10 oktober 1951 van de Minister van Algemene zaken; Nota nr. 668/784 van de afdeling algemene Economische Politiek van het Ministerie van Economische Zaken van 3 oktober 1968

Periode: 1951–

Product: CEC-nota’s

Waardering: B 1

5.16. Commissie

(234.)

Handeling: Het adviseren van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over onderwerpen op het beleidsterrein van inkomens- en arbeidsvoorwaarden.

Periode: 1945–

Product: Advies

Waardering: B 5

(222.)

Handeling: Het verrichten van onderzoek in opdracht van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op het terrein van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Rapporten

Waardering: Eindrapport: B 1

Overige stukken: V 3 jaar

(122.)

Handeling: Het ontwikkelen van (beleids-)voorstellen op het gebied van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Product: Voorstellen, rapporten, notities, nota’s

Waardering: Eindrapport: B 5

Overige stukken: V 5 jaar na verschijnen eindrapport

(223.)

Handeling: Het mede uitvoeren van beleid betreffende aangelegenheden op het gebied van inkomens- en arbeidsvoorwaardenbeleid.

Periode: 1945–

Waardering: V 10 jaar

5.17. Opperbevelhebber van Land- en Zeemacht

(34.)

Handeling: Het uitvaardigen van maatregelen op het gebied van lonen en arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Besluit van 4 mei 1933, houdende nadere vaststelling van voorschriften ter uitvoering van de wet van 23 mei 1899, Stb. 128 (Stb. 246)

Periode: mei 1940

Product: Besluiten van de opperbevelhebber, o.a.:

– Besluit van 24 mei 1940, betreffende inschakeling van rijksbemiddelaars bij geschillen over arbeidsvoorwaarden (Stb. O 800); b.w. bij verordening 111/1940 van 27 augustus

Waardering: B 6

5.18. Secretaris-Generaal van Sociale Zaken (1940–1945)

(35.)

Handeling: Het geven van uitvoeringsvoorschriften voor de geldende Nederlandse wetten en voor de verordeningen van de Rijkscommissaris en het geven van aanwijzingen aan diensten en ambtenaren op het gebied van lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Verordeningen van de Rijkscommissaris voor het bezette Nederlandse gebied 3/1940 van 29 mei, § 3 en 23/1940 van 21 juni; Verordening 111/1940 van 27 augustus, art. 3; Verordening 217/1940 van 28 november 1940, art. 5 en 8

Periode: 1940–1945

Product: (Uitvoerings)besluiten van de secretaris-generaal, o.a.:

– Uitvoeringsbesluit van 2 september 1940 (Stcrt. 170); van 30 november 1940 (Stcrt. 235); van 2 december 1940 (Stcrt. 244); van 30 oktober 1942 (Besluit 120/1942)

Waardering: B 6

(80.)

Handeling: Het bindend vaststellen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor bedrijfstakken.

Grondslag: Verordening 217/1940 van 28 november 1940, art. 5

Periode: 1940–1942

Product: Regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden

Waardering: B 6

(111.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 2 september 1940 (Stcrt. 170), art. 4; uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 30 november 1940 (Stcrt. 235), art. 8; Besluit administratiefrechtelijke strafprocedure loonvoorschriften (Stcrt. 1944, 122), art. 3

Periode: 1940–1942; 1944–1945

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: B 6

(112.)

Handeling: Het treffen van nadere bepalingen betreffende administratiefrechtelijke strafprocedures bij overtreding van loonvoorschriften.

Grondslag: Verordening 114/1942 van 13 oktober 1942, art. 17

Periode: 1942–1945

Product: Besluit administratiefrechtelijke strafprocedure loonvoorschriften (Stcrt. 1944, 122)

Waardering: B 6

(113.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen in de havens.

Grondslag: Besluit administratiefrechtelijke strafprocedure loonvoorschriften (Stcrt. 1944, 122), art. 3

Periode: 1944–1945

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: B 6

(116.)

Handeling: Het vernietigen of wijzigen van administratiefrechtelijke uitspraken van de Gemachtigde voor de Arbeid.

Grondslag: Besluit administratiefrechtelijke strafprocedure loonvoorschriften (Stcrt. 1944, 122), art. 18

Periode: 1944–1945

Product: (gewijzigde/vernietigde) Administratiefrechtelijke uitspraken

Waardering: B 6

5.19. Gemachtigde voor de Arbeid

(36.)

Handeling: Het uitvaardigen van regelingen van arbeidsvoorwaarden ten behoeve van de loonvorming.

Grondslag: Verordening 114/1942 van 13 oktober 1942, art. 10 en 11

Periode: 1942–1945

Product: Regelingen m.b.t. lonen en andere arbeidsvoorwaarden

Waardering: B 6

(87.)

Handeling: Het uitvaardigen van regelingen ter aanvulling of afwijking van het verbod op verandering van bestaande lonen.

Grondslag: Besluit van 30 oktober 1942 tot handhaving van het loon- en salarispeil (Verordening 120/1942), art. 4 en 5

Periode: 1942–1944/1945

Product: Algemene regelingen/dispensaties/regelingen van tarieflonen

Waardering: B 6

(114.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften.

Grondslag: Besluit administratiefrechtelijke strafprocedure loonvoorschriften (Stcrt. 1944, 122), art. 3

Periode: 1944–1945

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: B 6

(115.)

Handeling: Het doen van administratiefrechtelijke uitspraken ingeval van overtredingen van loonvoorschriften.

Grondslag: Besluit administratiefrechtelijke strafprocedure loonvoorschriften (Stcrt. 1944, 122), art. 13

Periode: 1944–1945

Product: Administratiefrechtelijke uitspraken

Waardering: B 6

5.20. Militair gezag

(37.)

Handeling: Het geven van richtlijnen aan de Rijksbemiddelaars met betrekking tot arbeidsvoorwaarden of arbeidsregelingen.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Stb. E 52), art. 11, eerste lid

Periode: 1944–1945

Product: Richtlijnen, o.a.:

– Richtlijn van 26 november 1944

Waardering: B 6

(98.)

Handeling: Het bepalen dat zonder toestemming van de Rijksbemiddelaars arbeidsvoorwaarden of arbeidsregelingen kunnen worden gewijzigd.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Stb. E 52), art. 11, eerste lid

Periode: 1944–1945

Product: Regelingen/beschikkingen

Waardering: B 6

5.21. College van Rijksbemiddelaars

(16.)

Handeling: Het vaststellen van richtlijnen met betrekking tot de regeling van lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 16; Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267), art. 16, eerste lid

Periode: 1945–1970

Product: richtlijnen

Waardering: B 4

(20.)

Handeling: Het verstrekken van inlichtingen aan burgers, bedrijven en instanties betreffende inkomens en arbeidsvoorwaarden.

Bron: Taken van het Loonbureau, 26 februari 1970; Taakstelling Loonbureau, 15 december 1977; Nota omtrent de huidige en de te verwachten werkzaamheden van de Loontechnische Dienst, augustus 1969; Nota Bureau Organisatie no. 10606 van 15 december 1958

Periode: 1945–1964

Product: (schriftelijke) antwoorden

Waardering: V 2 jaar

(59.)

Handeling: Het goedkeuren van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 30 november 1940 (Stcrt. 235), art. 2; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 14; Besluit van 8 maart 1963 (Stcrt. 51), art. 6, eerste lid; Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267), art. 14b, eerste lid

Periode: 1940–1942; 1945–1970

Product: goedkeuringen/afwijzingen

Waardering: B 6

(69.)

Handeling: Het algemeen verbindend verklaren van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 30 november 1940 (Stcrt. 235), art. 4; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 15, eerste lid; Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267), art. 15, eerste lid

Periode: 1940–1942; 1945–1970

Product: verbindendverklaringen

Waardering: B 6

(70.)

Handeling: Het bindend vaststellen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden voor bedrijfstakken.

Grondslag: Uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 30 november 1940 (Stcrt. 235), art. 3; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Stb. E 52), art. 4, eerste lid; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 12, Besluit van 8 maart 1963 (Stcrt. 51), art. 2, eerste lid en bij Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267), art. 12, eerste lid

Periode: 1940–1942; 1944–1970

Product: regelingen van lonen en andere arbeidsvoorwaarden

Waardering: B 6

(75.)

Handeling: Het onverbindend verklaren van bepalingen in collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 30 november 1940 (Stcrt. 235), art. 4; b.w. bij verordening 114/1942 van 13 oktober 1942; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 15, eerste lid

Periode: 1940–1942; 1945–1963

Product: Onverbindendverklaringen

Waardering: B 5

(77.)

Handeling: Het adviseren van de Minister omtrent onverbindend verklaren van bepalingen uit collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Besluit van 8 maart 1963 (Stcrt. 51), art. 7, eerste lid; Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267), art. 15b

Periode: 1963–1970

Product: adviezen

Waardering: B 3

(88.)

Handeling: Het goedkeuren van dispensatieaanvragen tot afwijking van bindende loon- en andere arbeidsvoorwaardenregelingen, van algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, van goedgekeurde collectieve arbeidsovereenkomsten en van richtlijnen met betrekking tot lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stb. F 214), art. 17, derde lid en art. 18, tweede lid; Besluiten van 3 juni 1966, directie arbeidsverhoudingen en bezitsvorming, nos. 53541 en 53542 (Stcrt. 106)

Periode: 1945–1963; 1966–1967

Product: toestemmingen/goedkeuringen/afwijzingen

Waardering: B 5

(96.)

Handeling: Het vervaardigen van maandelijkse overzichten van door het College toegestane en afgewezen loonsverlagingen/-verhogingen.

Grondslag: ‘Richtlinien für die Durchführung der Verordnung über das Verbot die Kürzung von Löhnen und Gehältern’, no.7; Richtlijnen van 19 december 1940 voor de toepassing der Verordening 217/1940, no. 9

Periode: 1940–1942

Product: overzichten

Waardering: B 6

(97.)

Handeling: Het goedkeuren van dispensatieaanvragen tot afwijking van bindende loon- en andere arbeidsvoorwaardenregelingen, van algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, van goedgekeurde collectieve arbeidsovereenkomsten en van richtlijnen met betrekking tot lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 2 september 1940 (Stcrt. 170), art. 1; Uitvoeringsbesluit van de secretaris-generaal van 30 november 1940 (Stcrt. 235), art. 2; Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1944 (Stb. E 52), art. 3, eerste lid

Periode: 1940–1942; 1944–1945

Product: toestemmingen/goedkeuringen/afwijzingen

Waardering: B 6

(100.)

Handeling: Het meewerken aan c.q. het vaststellen van regelingen ingeval van onenigheid tussen werkgevers en werknemers door het wijzigen van arbeidsovereenkomsten, het verlagen van lonen, of anderszins wijzigen van arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Besluit van de Opperbevelhebber van 24 mei 1940 (Stb. O 800), art. 3, 4 en 5; b.w. bij Verordening 111/1940, van 27 augustus 1940

Periode: 1940

Product: regelingen

Waardering: B 6

(104.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: Beschikking van 16 november 1945, no. 5400, afdeling Arbeid II, tot uitvoering van art. 26, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 115)

Periode: 1945–1964

Product: onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: V 5 jaar

5.22. Organen voor Overleg en Samenwerking in Bedrijfstakken (Vakraden, Produkt- en (Hoofd)Bedrijfschappen)

(93.)

Handeling: Het goedkeuren van dispensatieaanvragen tot afwijking van bindende loon- en andere arbeidsvoorwaardenregelingen, van algemeen verbindend verklaarde collectieve arbeidsovereenkomsten, van goedgekeurde collectieve arbeidsovereenkomsten en van richtlijnen met betrekking tot lonen en andere arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Besluit van 8 maart 1963 (Stcrt. 51), art. 9; Wet van 20 juni 1963 (Stb. 267) art. 17, vijfde lid

Periode: 1963–1969?

Product: Toestemmingen/goedkeuringen/afwijzingen

Waardering: B 5

(144.)

Handeling: Het, na advies van het Gewestelijk arbeidsbureau (1969–1972)/de Loontechnische Dienst (1972–1989), bij delegatie vaststellen van lagere beloningen dan het wettelijk voorgeschreven minimumloon voor minder-valide werknemers.

Grondslag: (Tijdelijke) Besluiten betreffende overdracht bevoegdheden inzake minimumloon voor minder-valide werknemers (Stcrt. 1969, 182; Stcrt. 1972, 247; Stcrt. 1977, 230; Stcrt. 1982, 186; Stcrt. 1985, 38)

Periode: 1969–1989

Product: Loondispensatieregelingen

Waardering: B 5

5.23. Raden van de Arbeid

(108.)

Handeling: Het controleren van de naleving van loonvoorschriften en andere arbeidsvoorwaardenregelingen.

Grondslag: Beschikking van 16 november 1945, no. 5400, afdeling Arbeid II, tot uitvoering van art. 26, eerste lid van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 (Stcrt. 1945, 115), gewijzigd bij beschikking van 28 juni 1950, no. 239, afdeling Arbeidsverhoudingen (Stcrt. 1959, 22)

Periode: 1945–1950

Product: Onderzoeksrapportages, processen-verbaal

Waardering: V 5 jaar

5.24. (Voorlopige) Adviescommissie Inkomens Vrije-Beroepsbeoefenaars

(160.)

Handeling: Het adviseren bij geschillen tussen organisaties van vrije-beroepsbeoefenaren en de Minister van Sociale Zaken over de vaststelling van aanvaardbare inkomensniveaus.

Grondslag: Tijdelijke wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars (Stb. 1981, 423), art. 8, tweede lid; Wet inkomens vrije-beroepsbeoefenaren (Stb. 1987, 186), art. 7, tweede lid

Periode: 1983–1991

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

5.25. Commissie van Advies met betrekking tot de informatieve taken van de Dienst Collectieve Arbeidsvoorwaarden

(50.)

Handeling: Het adviseren van de Minister over de informatieverstrekking door de Dienst Collectieve Arbeidsvoorwaarden.

Grondslag: Besluit van 8 februari 1982 (Stcrt. 32), art. 8

Periode: 1982–1994

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

5.26. Commissie Arbeidsvoorwaarden Werknemers in Indonesië

(189.)

Handeling: Het verrichten van onderzoek naar bestaande arbeidsvoorwaarden van werknemers uit Nederland in Indonesië en de behoefte aan overheidsmaatregelen daaromtrent.

Grondslag: Gezamenlijk besluit van de Minister Zonder Portefeuille en de Minister van Sociale Zaken van 10 november 1948, nr. 8103

Periode: 1948–?

Product: halfjaarlijkse verslagen, voorstellen en adviezen

Waardering: Rapport: B 1

Overige stukken: V 5 jaar

(190.)

Handeling: Het verstrekken van voorlichting omtrent arbeidsvoorwaarden aan personen die werkzaam zullen worden gesteld in Indonesië.

Grondslag: Gezamenlijke beschikking van de Minister Zonder Portefeuille en de Minister van Sociale Zaken respectievelijk van 23 mei 1950, nr. 43 en van 31 mei 1950 (ongenummerd)

Periode: 1950–?

Product: (schriftelijke) informatie, zoals overzichten kosten van levensonderhoud in Indonesië

Waardering: V 3 jaar

één exemplaar van het voorlichtingmateriaal blijft bewaard: B 5

5.27. Commissie van Toezicht op het Loonbureau

(49.)

Handeling: Het uitoefenen van toezicht op de werkzaamheden en aangelegenheden van het Loonbureau.

Grondslag: Beschikking van 23 juli 1964 (Stcrt. 146), art. 9

Periode: 1964–1982

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

5.28. Confrontatiecommissie

(24.)

Handeling: Het onderzoeken van de resultaten van de loonpolitiek.

Grondslag: Besluit van 7 februari 1962, nr. 173, directie voor Sociale Voorzieningen en Arbeidsverhoudingen

Periode: 1962–1968

Product: periodieke onderzoeken/rapportages

Waardering: Rapport: B 1

Overige stukken: V 5 jaar

5.29. Departementale Stuurgroep Inkomensbeleid (DSI)

(32.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van onderzoek naar de richting waarin het inkomensbeleid zich in de toekomst zou moeten gaan ontwikkelen.

Periode: 1981–1985

Product: o.a. vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 5 jaar na verschijnen eindrapport

(241.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten naar aanleiding van onderzoek naar de richting waarin het inkomensbeleid zich in de toekomst zou moeten gaan ontwikkelen.

Periode: 1981–1985

Product: eindrapporten

Waardering: B 1

5.30. Interdepartementale Commissie inzake de Loon en Prijspolitiek

(2.)

Handeling: Het voorbereiden van besluitvorming door de regering over loon- en prijsbeleid.

Grondslag: Beschikking van de Minister van Sociale Zaken van 17 augustus 1945, nr. 4372, afdeling Arbeid II, ingetrokken bij besluit no. 2878 van 6 januari 1960 van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid; Nota no. 2062, afdeling Arbeidsverhoudingen van 2 oktober 1959

Periode: 1945–1960

Product: rapporten, adviezen

Waardering: B 1

5.31. Interdepartementale Werkgroep Inkomenspolitieke Coördinatie (WIC)

(29.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van onderzoek ten behoeve van het doen van waarderingen aan de Minister over de procedure volgens welke de interdepartementale coördinatie van het inkomensbeleid moest geschieden.

Periode: 1980–1981

Product: o.a. vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 5 jaar na verschijnen eindrapport

(239.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten met daarin waarderingen aan de Minister over de procedure volgens welke de interdepartementale coördinatie van het inkomensbeleid moest geschieden.

Periode: 1980–1981

Product: Eindrapporten

Waardering: V 10 jaar

5.32. Interdepartementale Werkgroep Statistische Gegevens Inkomens- en Vermogensverdeling

(27.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van onderzoek naar de mogelijkheden om recentere en betere statistische informatie te verkrijgen op het gebied van inkomens- en vermogensverhoudingen.

Bron: vergadering van de Centrale Commissie voor de Statistiek van 24 april 1969

Periode: 1969–1973

Product: o.a. vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 5 jaar na verschijnen eindrapport

(238.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten naar aanleiding van onderzoek naar de mogelijkheden om recentere en betere statistische informatie te verkrijgen op het gebied van inkomens- en vermogensverhoudingen.

Bron: Vergadering van de Centrale Commissie voor de Statistiek van 24 april 1969

Periode: 1969–1973

Product: Rapporten

Waardering: V 10 jaar

5.33. Loonpolitieke Commissie

(78.)

Handeling: Het adviseren van de Minister bij onverbindend verklaren van collectieve arbeidsovereenkomsten.

Grondslag: Besluit van 18 december 1967, nr. 53792, directie algemene beleidsaangelegenheden (Stcrt. 248); Wet op de Loonvorming 1970 (Stb. 69), art. 3 eerste lid; b.w. bij de Wet van 24 juni 1976 (Stb. 346)

Periode: 1968–(1970)1976

Product: Adviezen

Waardering: V 5 jaar

5.34. Plaatselijke en Centrale Huisarbeidscommissies

(118.)

Handeling: Het ontwerpen van loonbepalingen voor huisarbeiders

Grondslag: Huisarbeidswet (Stb. 1933, 597) [b.w. Stb. 1994, 156], art. 5

Periode: (1933) 1945–1994

Product: Ontwerp loonbepaling

Opmerking: De Huisarbeidscommissies zijn nooit tot stand gekomen.

Waardering: B 1

(120.)

Handeling: Het adviseren van de Minister en de districtshoofden van de Arbeidsinspectie over arbeidsvoorwaarden in de huisarbeid.

Grondslag: Huisarbeidswet (Stb. 1933, 597) [b.w. Stb. 1994, 156], art. 5

Periode: (1933)1945–1994

Product: B 5

Opmerking: De Huisarbeidscommissies zijn nooit tot stand gekomen.

Waardering: B 1

5.35. Projectgroep Inkomenspolitiek Instrumentarium (PII)

(30.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens en het voorbereiden van onderzoek naar de instrumenten en hun effecten die inkomensbeheersing tot doel hebben.

Periode: 1982

Product: o.a. vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 5 jaar na verschijnen eindrapport

(240.)

Handeling: Het opstellen van eindrapporten naar aanleiding van onderzoek naar de instrumenten en hun effecten die inkomensbeheersing tot doel hebben.

Periode: 1982

Product: eindrapporten

Waardering: B 1

5.36. (Interdepartementale) Werkgroep Arbeidsvoorwaardenwet

(12.)

Handeling: Het voorbereiden van een wettelijke regeling voor de overdracht van bevoegdheden aan het bedrijfsleven op het gebied van de loonvorming.

Bron: Nota no. 459, afdeling Arbeidsverhoudingen van 1 maart 1956

Periode: 1955–1956

Product: rapport en concept-Arbeidsvoorwaardenwet

Waardering: B 1

5.37. Werkgroep Inkomens Vrije Beroepsbeoefenaren

(154.)

Handeling: Het verzamelen van gegevens teneinde na te gaan of het instellen van een onderzoek naar de inkomens van vrije beroepsbeoefenaren mogelijk is.

Bron: Nota nr. 2743 van 30 augustus 1972 van de directie Arbeidsverhoudingen aan de Minister

Periode: 1972–1979

Product: o.a. vergaderstukken, onderzoeksresultaten, verslagen, correspondentie

Waardering: V 5 jaar na eindrapport

(242.)

Handeling: Het opstellen van een eindrapport over de mogelijkheden tot het instellen van een onderzoek naar de inkomens van vrije-beroepsbeoefenaren.

Grondslag: Nota nr. 2743 van 30 augustus 1972 van de directie Arbeidsverhoudingen aan de Minister

Periode: 1972–1979

Product: Eindrapport

Waardering: V 10 jaar

5.38. Werkgroep Uitgangspunten Norminkomens Vrije-Beroepsbeoefenaren

(156.)

Handeling: Het voeren van overleg over de uitgangspunten voor de vaststelling van norminkomens voor vrije beroepen.

Bron: brief van het Ministerie van sociale Zaken, directie Arbeidsverhoudingen nr. 21.444 van 6 maart 1980

Periode: 1980–1982

Product: Verslagen, nota’s, rapportage

Waardering: V 5 jaar

5.39. Werkgroep Wetgeving Prijs-/Inkomensbeleid Vrije-Beroepsbeoefenaren

(157.)

Handeling: Het voorbereiden van nieuwe wetgeving ter vervanging van de Tijdelijke Wet normering inkomens vrije-beroepsbeoefenaars.

Bron: vergadering van de Commissie Coördinatie Arbeidsvoorwaarden en Inkomensaangelegenheden van 15 november 1984

Periode: 1984–1985

Product: Vergadernotulen, beleidsnota

Waardering: B 1

6. Sleutel tot het vorige BSD

De sleutel is als volgt opgebouwd:

In de eerste kolom staat het handelingnummer uit het vorige RIO/BSD. In de tweede kolom staat welk handelingnummer de handeling heeft in het nieuwe RIO/BSD of de opmerking ‘handeling is vervallen’.

Handelingnr.

Opmerking

1

Blijft handelingnr. 1

2

Blijft handelingnr. 2

3

Handeling is vervallen

4

Handeling is vervallen

5

Handeling is vervallen

6

Zie handelingnr. 230

7

Blijft handelingnr. 7

8

Blijft handelingnr. 8

9

Blijft handelingnr. 9

10

Handeling is vervallen

11

Zie handelingnr. 197

12

Blijft handelingnr. 12

13

Zie handelingnr. 192

14

Blijft handelingnr. 14

15

Blijft handelingnr. 15

16

Blijft handelingnr. 16

17

Blijft handelingnr. 17

18

Blijft handelingnr. 18

19A

Blijft handelingnr. 19

19B

Blijft handelingnr. 19

20A

Blijft handelingnr. 20

20B

Blijft handelingnr. 20

20C

Blijft handelingnr. 20

20D

Blijft handelingnr. 20

20E

Blijft handelingnr. 20

21

Blijft handelingnr. 21

22A

Blijft handelingnr. 22

22B

Wordt handelingnr. 235

23

Blijft handelingnr. 23

24

Blijft handelingnr. 24

25A

Blijft handelingnr. 25

25B

Zie handelingnr. 236

26A

Blijft handelingnr. 26

26B

Zie handelingnr. 237

27A

Blijft handelingnr. 27

27B

Zie handelingnr. 238

28A

Zie handelingnr. 222

28B

Zie handelingnr. 222

29A

Blijft handelingnr. 29

29B

Zie handelingnr. 239

30A

Blijft handelingnr. 30

30B

Zie handelingnr. 240

31A

Zie handelingnr. 222

31B

Zie handelingnr. 222

32A

Blijft handelingnr. 32

32B

Zie handelingnr. 241

33

Blijft handelingnr. 33

34

Blijft handelingnr. 34

35

Blijft handelingnr. 35

36

Blijft handelingnr. 36

37

Blijft handelingnr. 37

38

Blijft handelingnr. 38

39

Blijft handelingnr. 39

40

Zie handelingnr. 226

41A

Zie handelingnr. 41

41B

Zie handelingnr. 41

42

Zie handelingnr. 226

43

Blijft handelingnr. 43

44

Blijft handelingnr. 44

45

Blijft handelingnr. 45

46

Blijft handelingnr. 46

47A

Blijft handelingnr. 47

47B

Blijft handelingnr. 47

47C

Blijft handelingnr. 47

48

Blijft handelingnr. 48

49

Blijft handelingnr. 49

50

Blijft handelingnr. 50

51

Blijft handelingnr. 51

52

Blijft handelingnr. 52

53

Blijft handelingnr. 53

54

Blijft handelingnr. 54

55

Blijft handelingnr. 55

56

Blijft handelingnr. 56

57

Blijft handelingnr. 57

58

Blijft handelingnr. 58

59

Blijft handelingnr. 59

60A

Blijft handelingnr. 60

60B

Blijft handelingnr. 60

61

Zie handelingnr. 193

62

Blijft handelingnr. 62

63

Zie handelingnr. 230

64

Blijft handelingnr. 64

65

Blijft handelingnr. 65

66

Blijft handelingnr. 66

67

Zie handelingnr. 197

68

Zie handelingnr. 232

69

Blijft handelingnr. 69

70

Blijft handelingnr. 70

71

Zie handelingnr. 230

72

Zie handelingnr. 193

73

Blijft handelingnr. 73

74

Blijft handelingnr. 74

75

Blijft handelingnr. 75

76

Zie handelingnr. 232

77

Blijft handelingnr. 77

78

Blijft handelingnr. 78

79

Zie handelingnr. 192

80

Blijft handelingnr. 80

81

Zie handelingnr. 230

82

Blijft handelingnr. 82

83

Blijft handelingnr. 83

84

Blijft handelingnr. 84

85

Zie handelingnr. 230

86

Blijft handelingnr. 86

87

Blijft handelingnr. 87

88

Blijft handelingnr. 88

89

Blijft handelingnr. 89

90

Blijft handelingnr. 90

91

Blijft handelingnr. 91

92

Blijft handelingnr. 92

93

Blijft handelingnr. 93

94

Zie handelingnr. 230

95

Blijft handelingnr. 95

96

Blijft handelingnr. 96

97

Blijft handelingnr. 97

98

Blijft handelingnr. 98

99

Blijft handelingnr. 99

100

Blijft handelingnr. 100

101

Blijft handelingnr. 101

102

Blijft handelingnr. 102

103

Zie handelingnr. 103

104

Blijft handelingnr. 104

105

Blijft handelingnr. 105

106

Blijft handelingnr. 106

107

Blijft handelingnr. 107

108

Blijft handelingnr. 108

109

Blijft handelingnr. 109

110

Blijft handelingnr. 110

111

Blijft handelingnr. 111

112

Blijft handelingnr. 112

113

Blijft handelingnr. 113

114

Blijft handelingnr. 114

115

Blijft handelingnr. 115

116

Blijft handelingnr. 116

117

Blijft handelingnr. 117

118

Blijft handelingnr. 118

119

Blijft handelingnr. 119

120

Blijft handelingnr. 120

121

Blijft handelingnr. 121

122A

Zie handelingnr. 122

122B

Zie handelingnr. 122

123

Zie handelingnr. 197

124

Blijft handelingnr. 124

125

Blijft handelingnr. 125

126

Blijft handelingnr. 126

127

Blijft handelingnr. 127

128

Blijft handelingnr. 128

129

Blijft handelingnr. 129

130

Zie handelingnr. 192

131

Zie handelingnr. 192

132

Zie handelingnr. 132

133

Zie handelingnr. 192

134

Zie handelingnr. 192

135

Zie handelingnr. 192

136

Zie handelingnr. 192

137

Blijft handelingnr. 137

138

Zie handelingnr. 193

139

Zie handelingnr. 139

140

Zie handelingnr. 230

141

Blijft handelingnr. 141

142

Blijft handelingnr. 142

143

Blijft handelingnr. 143

144

Blijft handelingnr. 144

145A

Blijft handelingnr. 145

145B

Blijft handelingnr. 145

146

Zie handelingnr. 192

147

Zie handelingnr. 192

148

Zie handelingnr. 192

149

Handeling is vervallen

150

Blijft handelingnr. 150

151

Blijft handelingnr. 151

152

Zie handelingnr. 197

153

Blijft handelingnr. 153

154A

Blijft handelingnr. 154

154B

Zie handelingnr. 242

155A

Handeling is vervallen

155B

Handeling is vervallen

156

Blijft handelingnr. 156

157

Blijft handelingnr. 157

158

Blijft handelingnr. 158

159A

Blijft handelingnr. 159

159B

Blijft handelingnr. 159

159C

Blijft handelingnr. 159

160

Blijft handelingnr. 160

161

Blijft handelingnr. 161

162

Blijft handelingnr. 162

163

Zie handelingnr. 162

164A

Blijft handelingnr. 164

164B

Zie handelingnr. 243

165

Zie handelingnr. 197

166

Blijft handelingnr. 166

167

Blijft handelingnr. 167

168

Blijft handelingnr. 168

169

Blijft handelingnr. 169

170

Blijft handelingnr. 170

171

Blijft handelingnr. 171

172

Blijft handelingnr. 172

173A

Zie handelingnr. 173

173B

Zie handelingnr. 173

174

Blijft handelingnr. 174

175

Handeling is vervallen

176

Blijft handelingnr. 176

177

Blijft handelingnr. 177

178

Blijft handelingnr. 178

179A

Zie handelingnr. 179

179B

Zie handelingnr. 179

180

Blijft handelingnr. 180

181

Blijft handelingnr. 181

182

Blijft handelingnr. 182

183

Zie handelingnr. 197

184

Zie handelingnr. 230

185

Blijft handelingnr. 185

186

Blijft handelingnr. 186

187

Blijft handelingnr. 187

188

Blijft handelingnr. 188

189

Blijft handelingnr. 189

190

Blijft handelingnr. 190