Hoofdstuk 1. Investeringen op het terrein van energiebesparing
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
§ 1. Eerste energieschermen, niet zijnde teeltkundig noodzakelijke gevelschermen of
wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware, met beweegbaar energiebesparend
doek (niet zijnde gevelscherm of verduisteringsscherm) te bevestigen aan de binnenzijde
van een glastuinbouwkas bestemd voor het verminderen van het warmteverlies in glastuinbouwkassen.
De energiebesparing bij gesloten toestand van het doek is ten minste 35%.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het schermdoek;
-
– het dradenbed, en
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het energiescherm volledig kan worden benut,
of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het energiescherm volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot eerste energieschermen gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
tweede energiescherm waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. een bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot eerste energieschermen gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het tweede energiescherm volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 2. Tweede energieschermen, niet zijnde teeltkundig noodzakelijke gevelschermen of
wettelijk verplichte lichtafschermingsschermen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware, met beweegbaar energiebesparend
doek (niet zijnde gevelscherm of verduisteringsscherm) te bevestigen aan de binnenzijde
van een glastuinbouwkas waarin al een eerste energiescherm aanwezig is of waarbij
het eerste energiescherm gelijktijdig wordt geïnstalleerd, bestemd voor het verminderen
van het warmteverlies in glastuinbouwkassen. De energiebesparing bij gesloten toestand
van alleen het tweede energiescherm is ten minste 45%.
Het tweede energiescherm moet op een zelfstandig dradenbed worden geïnstalleerd waardoor
het mogelijk is om zowel het eerste als het tweede energiescherm tegelijkertijd te
kunnen sluiten. Hierdoor wordt een additionele energiebesparing ten opzichte van een
eerste energiescherm behaald.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het schermdoek;
-
– het dradenbed; en
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het energiescherm volledig kan worden benut;
of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het energiescherm volledig kan worden benut.
In aanvulling op artikel 2:40, derde lid, komen niet voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken kosten voor
het materieel en de installatie van een tweede energiescherm geïnstalleerd op een
reeds voor het eerste energiescherm gebruikt dradenbed waarbij slechts één van de
schermen op enig moment ingezet kan worden.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot tweede energieschermen gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
tweede energiescherm waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. een bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot tweede energieschermen gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het tweede energiescherm volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 3. Klimaatcomputer
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Computer met software bestemd voor het regelen van het klimaat in glastuinbouwkassen.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
b. de door de aanvrager te maken kosten voor het aansluiten en in werking stellen van
de computer waardoor het mogelijk wordt de klimaatregelingfuncties van de klimaatcomputer
in de kas te benutten.
In aanvulling op artikel 2:40, derde lid, komen niet voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken kosten voor
een temperatuurintegratiesoftwarepakket.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een klimaatcomputer gaat vergezeld
van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
klimaatcomputer waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een klimaatcomputer gaat vergezeld
van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de klimaatcomputer volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 4. Meerinvestering kasdek met antireflectie gecoat kasdekglas of kasdekkunststof
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Kasdekglas of kasdekkunststof voorzien van een antireflectiecoating bestemd voor verhoging
van de lichtdoorlatendheid van het glas/kunststof tot ten minste 95% van direct invallend
PAR-licht en ten minste 90% van indirect PAR-licht.
Toelichting PAR-licht:
PAR staat voor Photosynthetic Active Radiation en is bepalend voor de snelheid van
de fotosynthese.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn: energie-extensieve of energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken meerkosten
van het kasdekglas of kasdekkunststof ten opzichte van vergelijkbaar niet-gecoate
kasdekglas of kasdekkunststof.
In aanvulling op artikel 2:40, derde lid, komen niet voor subsidie in aanmerking de door de aanvrager te maken kosten voor
het installeren van het kasdekglas of kasdekkunststof in het kasdek.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot antireflectie gecoat kasdekglas
of kasdekkunststof gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van het antireflectie gecoat
kasdekglas of kasdekkunststof waarop in ieder geval de typering van het product en
het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven. De offerte dient helder
te vermelden wat de meerkosten zijn ten opzichte van kasdekglas of kasdekkunststof
zonder antireflectie coating;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot antireflectie gecoat kasdekglas
of kasdekkunststof gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het antireflectie gecoat kasdekglas of
kasdekkunststof volgens de offerte is geleverd en geplaatst waarop in ieder geval
de typering van het product en het onderscheid met kasdekglas of kasdekkunststof zonder
antireflectie coating is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 5. Warmtebuffersysteem
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Opslagtank met toebehoren bestemd voor het terugwinnen en opslaan van warmte die vrijkomt
bij warmteopwekking in glastuinbouwkassen.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
– de opslagtank;
-
– noodzakelijke aansluitmaterieel voor het centrale verwarmingsnet;
-
– noodzakelijke bekabeling en besturing, en
-
– noodzakelijke pompen en meters;
-
b. de door de aanvrager te maken kosten voor het installeren en in werking stellen van
het warmtebuffersysteem waardoor de functie van het systeem volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een warmtebuffersysteem gaat
vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
warmtebuffersysteem waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een warmtebuffersysteem gaat
vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het warmtebuffersysteem volgens de offerte
is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product, de buffercapaciteit
en het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 7. Energieclusters
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Een voorziening tussen een samenwerkingsverband van twee of drie glastuinbouwondernemingen
ten behoeve van de onderlinge uitwisseling van warmte-, en/of CO2- en/of elektriciteit met als doel een netto energiebesparing ten opzichte van de
situatie waarbij geen clustering plaatsvindt, bestaande uit:
Leidingwerk voor warmte- en CO2-transport, elektriciteitskabels, warmtemeter(s), kilowattuurmeter(s), besturingsysteem,
warmtebuffersysteem en het noodzakelijk klein materieel voor de installatie van het
energienetwerk.
B. De landbouwondernemingen en samenwerkingsverbanden, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor materieel, bestaande uit:
-
– leidingwerk voor warmtetransport;
-
– leidingwerk voor CO2-transport;
-
– elektriciteitskabels;
-
– warmtemeter(s);
-
– kilowattuurmeter(s);
-
– besturingsysteem;
-
– warmtebuffersysteem, en
-
– het noodzakelijk klein materiaal voor de installatie van het energienetwerk;
-
b. de door de aanvrager te maken kosten voor het installeren van het energiecluster tussen
twee of drie glastuinbouwbedrijven waardoor de functies van het energiecluster volledig
benut kunnen worden;
-
c. de door de aanvrager te maken kosten voor aansluiten van de stroomvoorziening op het
openbare elektriciteitsnet.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot het energiecluster gaat vergezeld
van:
-
a. een door het samenwerkingsverband ondertekend machtigingsformulier tot aanvragen van
de subsidie;
-
b. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
installaties waarop in ieder geval de typeringen van de producten en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen zijn aangegeven;
-
c. een kaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte van de betrokken opstanden van
het samenwerkingsverband en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering
betrekking heeft inclusief opgave van lengte van de voorziening in meters en de afstand
tussen de ondernemingen in meters;
-
d. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot het energiecluster gaat vergezeld
van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het energiecluster volgens de offerte
is gerealiseerd waarop in ieder geval de typeringen van de producten en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen zijn aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 8. Hogedruk vernevelingssysteem ten behoeve van kaskoeling
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Hogedrukvernevelingssysteem ten behoeve van adiabatische koeling, waarbij de druppelgrootte
5 tot maximaal 15 micron is, voor geconditioneerd telen in kassen met het doel het
CO2-verlies en derhalve de CO2-emissie uit kassen te reduceren. Installatie bestaande uit hogedruknevelleiding,
pompen, aansluitkosten en bijbehorende software voor de aansturing.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het hogedruk vernevelingssysteem
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het hogedruk vernevelingssysteem volledig kan
worden benut, of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het hogedruk vernevelingssysteem volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot het hogedruk vernevelingssysteem
gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
hogedruk vernevelingssysteem waarop in ieder geval de typering van het product en
het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot het hogedruk vernevelingssysteem
gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het hogedruk vernevelingssysteem volgens
de offerte is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 9. Gevelscherm
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Gevelschermen ten behoeve van energiebesparing in kassen, niet zijnde (wettelijk verplichte)
lichtafschermings- of (teeltkundig vereiste) verduisteringsschermen. Installatie bestaande
uit scherminstallatie voor beweegbare gevelscherming inclusief energiebesparend doek
met een energiebesparing van tenminste 40% en montagekosten.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve en energie-intensieve glastuinbouwondernemingen
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– het gevelschermdoek;
-
– het dradenbed, en
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van het gevelscherm volledig kan worden benut,
of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat het gevelscherm volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot gevelscherm gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van het
gevelscherm, waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot het gevelscherm gaat vergezeld
van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat het gevelscherm volgens de offerte is
geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid tussen
de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
§ 10. Ventilatoren
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Ventilatoren met een verticaal gerichte luchtuitworp of gevelventilatoren voor de
energiezuinige vochtregulatie onder gesloten of vrijwel gesloten energieschermen ter
voorkoming van kouval of kans op natslag of condensatie met als doel de benodigde
stookenergie te reduceren. Ventilatoren inclusief montage en ondersteunde software.
Lucht-luchtwarmtewisselaars in of aan de kasgevel gemonteerd waarbij vochtige kaslucht
naar buiten afgevoerd wordt en de energie-inhoud in belangrijke mate teruggewonnen
en overgedragen wordt aan ingeblazen buitenlucht met als doel een energiezuiniger
vochtregulatie en de benodigde stookenergie te reduceren.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
energie-extensieve en energie-intensieve glastuinbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking van subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor het materieel, bestaande uit:
-
– het bedieningsmechanisme, inclusief bedieningssoftware;
-
– de ventilatoren of lucht-luchtwarmtewisselaars;
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel (bijvoorbeeld montagematerieel
zoals kabels, schroeven of bouten);
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit:
-
– de door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het monteren van het materieel
in een kas, zodanig dat de functie van de ventilator of lucht-luchtwarmtewisselaar
volledig kan worden benut, of
-
– de door de aanvrager gemaakte kosten voor eigen arbeid om het materieel in de kas
te monteren, zodanig dat de ventilator of lucht-luchtwarmtewisselaar volledig kan
worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot de ventilator of lucht-luchtwarmtewisselaar
gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde originele offerte van een leverancier van de
ventilator of lucht-luchtwarmtewisselaar, waarop in ieder geval de typering van het
product en het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bedrijfskaart met daarop ingetekend de totale oppervlakte opstanden van de onderneming
en met gearceerd ingetekend de oppervlakte waarop de investering betrekking heeft;
-
c. de eindafrekening van de energieleverancier over het jaar, voorafgaand aan het jaar
waarin de subsidieverlening wordt aangevraagd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot de ventilator of lucht-luchtwarmtewisselaar
gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de ventilator of lucht-luchtwarmtewisselaar
volgens de offerte is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product
en het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
Hoofdstuk 2. Marktintroductie energieinnovaties
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerst lid.
-
a. Investeringen in energiesystemen, niet zijnde semi-gesloten kassystemen, die tot ten
minste 25% reductie leiden van CO2-emissie uit de glasopstanden van de glastuinbouwonderneming of uit de glasopstanden
van het samenwerkingsverband en tevens tot ten minste 15% primaire energiereductie
(nationaal niveau) leiden volgens uitgangspunten van de energiemonitoring glastuinbouw;
-
b. Investeringen in een semi-gesloten kassysteem welke tot ten minste 25% reductie leiden
van CO2-emissie uit de glasopstanden van de glastuinbouwonderneming of uit de glasopstanden
van het samenwerkingsverband en tevens tot ten minste 15% primaire energiereductie
(nationaal niveau) leiden volgens uitgangspunten van de energiemonitoring glastuinbouw;
de CO2 reductie en de primaire energie reductie wordt getoetst aan de hand van een door
de Minister vastgestelde rekenmodel.
De reductie, bedoeld in de onderdelen a en b, is gerelateerd aan de referentiesituatie
van de betrokken glastuinbouwonderneming of samenwerkingsverband van glastuinbouwondernemingen
en wordt niet geheel of gedeeltelijk behaald door afname van groene stroom. Primaire
energiereductie, bedoeld in de onderdelen a en b, is energiereductie die uitsluitend
wordt bereikt door gebruik van energie afkomstig van duurzame energiebronnen, zoals
aardwarmte. Ingeval een referentiesituatie voor CO2 reductie ontbreekt, bijvoorbeeld bij een startende glastuinbouwonderneming of een
teeltwijziging die betrekking heeft op een situatie na subsidieverlening, wordt de
reductie gerelateerd aan het in het vigerende boek ‘Kwantitatieve Informatie voor
de glastuinbouw’ opgenomen energieverbruik. De CO2 reductie van het betreffende energiesysteem mag alleen worden meegenomen in de CO2 besparingsberekening voor zover het gaat om de met het energiesysteem opgewekte elektriciteit
die binnen de eigen bedrijfsgrenzen wordt gebruikt.
Onderdelen van de energiesystemen kunnen op andere landbouwondernemingen dan de ondernemingen
met de glasopstanden worden geïnstalleerd en mede door die ondernemingen worden gebruikt.
De investeringen komen uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien:
-
a. het energiesysteem in de beginfase van de marktintroductie verkeert, waaronder wordt
verstaan dat het energiesysteem door minder dan 6% van de glastuinbouwondernemingen
of op minder dan 6% van de totale oppervlakte van de glasopstanden in Nederland worden
toegepast op het tijdstip van openstelling van de subsidie;
-
b. de CO2-reductie en de primaire energiereductie worden gerealiseerd uit de glasopstanden
waarop de subsidie betrekking heeft;
-
c. de glasopstanden waarop de subsidie betrekking heeft, zijn gelegen in Nederland.
Aanvullend op de hiervoor vermelde voorwaarden komen investeringen in energiesystemen,
niet zijnde semi-gesloten kassystemen, die tevens in het kader van een aardwarmteproject
plaatsvinden, uitsluitend voor subsidie in aanmerking indien een haalbaarheidsstudie
inzicht geeft in:
-
– de potentiële warmteproductie van de bronnenpaar;
-
– de levensduur het gehele systeen;
-
– het benodigd pompvermogen van een geothermisch doublet;
-
– de kans dat, bij pompvermogen en watertemperatuur bepaald in de haalbaarheidsstudie,
het debiet onder een bepaalde kritische grens komt.
B. De landbouwondernemingen en samenwerkingsverbanden, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
-
a. glastuinbouwondernemingen;
-
b. samenwerkingsverbanden van twee of meer glastuinbouwondernemingen;
-
c. samenwerkingsverbanden van een of meer glastuinbouwondernemingen en een of meer andere
landbouwondernemingen.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In aanvulling op artikel 2:40 komen voor de subsidie in aanmerking:
-
a. kosten voor de huurkoop van nieuwe machines en apparatuur, waarvan de aanvrager de
eerste gebruiker is;
-
b. algemene kosten verbonden met de activiteiten, bedoeld in onderdeel a en in artikel 2:40, eerste lid, onderdelen a en b, zoals kosten voor architecten en ingenieurs, honoraria van adviseurs, het verwerven
van patenten en vergunningen.
In aanvulling op artikel 1:15, derde lid, en artikel 2:40, derde lid, komen niet voor de subsidie in aanmerking:
-
a. niet-verrekenbare BTW;
-
b. de in artikel 2:40, eerste lid, onderdeel c, bedoelde kosten;
-
c. kosten voor grondaankoop;
-
d. haalbaarheidsstudies;
-
e. een warmtekrachtkoppelingsinstallatie die gebruik maakt van tropische oliën of tropische
biomassa, voor zover niet voorzien van duurzaamheidscertificaten;
-
f. kosten voor in de glastuinbouw gangbare investeringen zoals investeringen in glasopstanden,
inrichting van glasopstanden, conventionele verwarmingsnetten, aansluitingen op het
elektriciteitsnet, gasmotoren voor warmtekrachtkoppeling, conventionele warmte-opslagtanken
voor de opslag van hoogwaardige warmte of ketels en computers.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening, voorschotverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling
mee te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening gaat vergezeld van:
-
a. een plan waarin ten minste een beschrijving is opgenomen van de te subsidiëren activiteiten
en waarin de CO2-reductie en de reductie van de primaire energie aannemelijk wordt gemaakt;
-
b. de wijze waarop de investering in het energiesysteem wordt gefinancierd;
-
c. een gespecificeerde begroting van de te subsidiëren activiteiten met onderliggende
offertes;
-
d. een uittreksel van de inschrijving van de betrokken onderneming of ondernemingen van
het samenwerkingsverband bij de Kamer van Koophandel;
-
e. een jaarafrekening van de energieleverancier aan de betrokken glastuinbouwonderneming
of glastuinbouwondernemingen van het samenwerkingsverband over het meest recente jaar;
-
f. voor zover van toepassing de aanvragen voor bescheiden, zoals aanvragen voor vergunningen,
waaruit blijkt dat de activiteiten waar de aanvraag tot subsidieverlening betrekking
op heeft uitgevoerd worden met inachtneming van de wettelijke voorschriften die daarop
van toepassing zijn.
De aanvraag voor een voorschotverlening gaat vergezeld van:
-
a. facturen en betaalwijzen waaruit de betaling van de facturen blijkt;
-
b. de door de aanvrager ondertekende offertes;
-
c. voor zover van toepassing bescheiden, zoals verleende vergunningen, waaruit blijkt
dat de activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft uitgevoerd zijn met inachtneming
van de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn.
Er worden maximaal drie voorschotten verleend; een voorschot bedraagt ten minste € 200.000.
De aanvraag tot subsidievaststelling gaat vergezeld van:
-
a. een accountantsverklaring;
-
b. de door de aanvrager ondertekende offertes, tenzij hij deze heeft overgelegd bij een
aanvraag tot voorschotverlening;
-
c. voor zover van toepassing een opgave van subsidies als bedoeld in artikel 1:16, derde lid;
-
d. voor zover van toepassing bescheiden, zoals verleende vergunningen, waaruit blijkt
dat de activiteiten waar de aanvraag betrekking op heeft uitgevoerd zijn met inachtneming
van de wettelijke voorschriften die daarop van toepassing zijn, tenzij deze zijn overlegd
bij de aanvraag tot voorschotverlening.
E. Verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 2:39.
Het energiesysteem is uiterlijk 2 jaar na subsidieverlening geïnstalleerd.
De subsidieontvanger verleent gegevens omtrent:
-
a. de bereikte CO2-reductie en energiebesparing volgens de geactualiseerde CO2- en energiebalans;
-
b. een jaarafrekening van de energieleverancier aan de betrokken glastuinbouwonderneming
of glastuinbouwondernemingen van het samenwerkingsverband over het meest recente jaar;
-
c. de bereikte opbrengststijging voor zover van toepassing.
De hiervoor bedoelde gegevens worden door de subsidieontvanger één jaar na subsidievaststelling
en twee jaar na subsidievaststelling aan DR verstrekt.
De hiervoor bedoelde gegevens worden door het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
in geanonimiseerde vorm gebruikt voor onderzoek en voorlichtingsactiviteiten.
De subsidieontvanger verleent tot drie jaar na de subsidievaststelling desgevraagd
medewerking aan het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit of het Productschap
Tuinbouw ten behoeve van door dit Ministerie of het productschap geëntameerd onderzoek
in het kader van het energietransitieprogramma (Programma Kas als Energiebron).
Hoofdstuk 3. Investeringen in gecombineerde luchtwassystemen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Gecombineerde luchtwassystemen als bedoeld in de Regeling ammoniak en veehouderij.
B. De landbouwonderneming, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, is een landbouwonderneming met een of meer stalruimten waarbinnen dieren worden gehouden.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
In afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen uitsluitend de volgende kosten in aanmerking voor subsidie:
-
a. de door de aanvrager te maken kosten voor de werking van het systeem noodzakelijke
materieel, zoals:
-
– de filterwanden met behuizing, sproeiapparatuur, pompen,ventilatoren, opvangbakken
onder de filterwanden, waterbehandeling, luchtin- en uitlaat, druppelvanger;
-
– regelapparatuur voor pH, luchtdebieten, vloeistofdebieten, vloeistofniveauregeling,
zuurdoseerpomp, ventielen, drukvalregistratie, bedrijfsurenteller, besturingscomputer
met noodzakelijke besturingssoftware, schakelpaneel, alarmering;
-
– materieel voor opslag van zuur of afgevoerde spuivloeistoffen van de filterwanden;
-
– het overige voor de werking van het systeem noodzakelijk materieel zoals montagematerieel,
coating, bekabeling, vloeistofleidingen, aansluitingen;
-
b. de door de aanvrager te maken installatiekosten, bestaande uit de door de leverancier
in rekening gebrachte kosten voor het bouwen en monteren van het materieel waardoor
de functie van een gecombineerde luchtwassysteem volledig kan worden benut;
-
c. in afwijking van onderdeel a, komen de volgende kosten als bedoeld in onderdeel a,
eerste en derde streepje niet voor subsidie in aanmerking:
-
– pompen en pompputten die dienen voor de aanvoer van grondwater;
-
– kosten die direct verband houden met ventilatie en klimaatbeheersing in stallen, zoals
stalventilatoren en het aanleggen van centrale afzuigkanalen
-
– kelders voor de opslag van vloeistoffen voor zover ze een opslagduur van zes maanden
te boven gaan.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling mee
te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een gecombineerd luchtwassysteem
gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde offerte van een leverancier van de installatie.
De offerte is per type luchtwasser zodanig gespecificeerd dat de verschillende onderdelen
expliciet herkenbaar zijn;
-
b. een verklaring van een bank dat de onderneming levensvatbaar is;
-
c. een plattegrond van de stal van waarin de plaats van de luchtwasser en bijbehorende
ventilator is gemarkeerd.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een gecombineerd luchtwassysteem
gaat vergezeld van:
-
a. facturen en/of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de installatie volgens de offerte is geplaatst
waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid tussen de kostenonderdelen
is aangegeven;
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
E. Verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 2:39.
Het luchtwassysteem is uiterlijk 2 jaar na subsidieverlening geïnstalleerd.
Hoofdstuk 4. Investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen
[Regeling vervallen per 01-01-2016]
A. Beschrijving van de investering, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid.
Investeringen in integraal duurzame stallen en houderijsystemen.
B. De landbouwondernemingen, bedoeld in artikel 2:37, eerste lid, zijn:
landbouwondernemingen met een of meer stalruimten waarbinnen dieren worden gehouden.
C. Beschrijving van de kosten, bedoeld in artikel 2:40, vierde lid.
in afwijking van artikel 2:40, eerste lid, komen in aanmerking voor subsidie de door de aanvrager in verband met de verbetering
van het welzijn van landbouwhuisdieren te maken extra kosten – ten opzichte van kosten
in gangbare investeringen in stallen en houderijsystemen – voor:
-
a. de bouw, inrichting of verbetering van integraal duurzame stallen en houderijsystyemen,
en
-
b. het noodzakelijke materieel voor de werking van de integraal duurzame stal of het
integraal duurzame houderijsysteen, waaronder de door de aanvrager te maken installatiekosten,
bestaande uit door de leverancier in rekening gebrachte kosten voor het bouwen en
monteren van het materieel waardoor de functie van de intergraal duurzame stal of
het intergraal duurzame houderijsysteem volledig kan worden benut.
D. Bij de aanvraag tot subsidieverlening, voorschotverlening en de aanvraag tot subsidievaststelling
mee te sturen documenten als bedoeld in artikel 2:38.
De aanvraag tot subsidieverlening met betrekking tot een integraal duurzame stal of
houderijsysteem gaat vergezeld van:
-
a. een op naam van de aanvrager gestelde offerte van een bouwer of leverancier van de
stal of het houderijsysteem waarop in ieder geval de typering van de stal of het houderijsysteem
en de installatie en het onderscheid tussen de kostenonderdelen is aangegeven;
-
b. een verklaring van een bank dat de onderneming levensvatbaar is, en
-
c. een investeringsplan, waarin de investeringen zijn opgenomen en waaruit blijkt hoe
die investeringen bijdragen aan de doelstellingen, bedoeld onder letter C.
De aanvraag tot subsidievaststelling met betrekking tot een integraal duurzame stal
of houderijsysteem gaat vergezeld van:
-
a. facturen of andere schriftelijke bewijsstukken, waarop prijzen inclusief en exclusief
BTW worden opgevoerd, en waaruit blijkt dat de stal of het houderijsysteem volgens
de offerte is geplaatst waarop in ieder geval de typering van het product en het onderscheid
tussen kostenonderdelen is aangegeven, en
-
b. bankafschriften waaruit de betaling van de facturen blijkt.
E. Verplichtingen van de subsidieontvanger als bedoeld in artikel 2:39.
De integraal duurzame stal of het integraal duurzame houderijsysteem is uiterlijk
2 jaar na subsidieverlening geïnstalleerd.