3.3.16.2. Facturering door belastingdeurwaarder; executoriaal beslag, bodembeslag,
openbare of onderhandse verkoop
[Regeling vervallen per 19-02-2009 met terugwerkende kracht tot en met 12-02-2009]
Als een belastingplichtige zaken levert als gevolg van een executoriaal beslag (waaronder
bodembeslag), waarbij de Belastingdeurwaarder de factuur uitreikt, verloopt de afwikkeling
van de omzetbelasting als volgt.
1. Executoriaal beslag
Als door de belastingdeurwaarder ten laste van een niet vrijgestelde ondernemer executoriaal
beslag is gelegd op roerende zaken die in het kader van de onderneming worden gebruikt,
en deze zaken vervolgens worden verkocht, is voor de levering omzetbelasting verschuldigd.
De heffing van de verschuldigde omzetbelasting vindt plaats overeenkomstig de volgende
uitgangspunten:
-
a. De ontvanger/belastingdeurwaarder wordt niet aangemerkt als ondernemer in de zin van
de Wet. Hij is voor de levering dan ook geen omzetbelasting verschuldigd, doet geen
aangifte en brengt de voor de verkoopkosten aan hem in rekening gebrachte omzetbelasting
niet in (voor)aftrek.
-
b. De ontvanger verhaalt de openstaande belastingschuld waarvoor het beslag is gelegd
op de verkoopopbrengst inclusief de daarin begrepen resp. de daarover in rekening
gebrachte omzetbelasting (overeenkomstig het arrest van de Hoge Raad van 6 mei 1983,
BNB 1984/85; Rentekas-arrest). Voordat tot afboeking van de opbrengst op de belastingschuld
wordt overgegaan, worden eerst de kosten van executie verrekend.
Onder ‘niet vrijgestelde ondernemers’ als hiervoor bedoeld, worden in dit besluit
verstaan ondernemers die voor de levering van het verkochte goed omzetbelasting verschuldigd
zijn.
2. De openbare verkoop ex artikel 463 Wetboek burgerlijke rechtsvordering
Na executoriaal beslag kan de uitwinning van de roerende zaken plaatsvinden door openbare
verkoop.
2a. Zaken die eigendom zijn van de belastingschuldige
De zaken worden geleverd door de belastingschuldige. De vergoeding is te stellen op
de verkoopopbrengst exclusief de daarin begrepen dan wel de daarover berekende omzetbelasting.
De belastingschuldige moet de voor de levering verschuldigde omzetbelasting voldoen
op de aangifte over de periode waarin de levering heeft plaatsgevonden. De aan de
ontvanger/belastingdeurwaarder in rekening gebrachte, in de verkoopkosten begrepen,
omzetbelasting, komt niet voor aftrek in aanmerking.
De belastingdeurwaarder maakt namens de belastingschuldige een factuur op die voldoet
aan de eisen van artikel 35a van de wet. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een factuur/kwitantie OV 056. Hij reikt deze
factuur uit aan de koper die op basis daarvan de in rekening gebrachte omzetbelasting
in aftrek brengt, althans voor zover hij aftrekgerechtigd is.
De belastingdeurwaarder stelt de belastingschuldige schriftelijk op de hoogte van
de verkoopopbrengst en vermeldt daarbij de vergoeding in vorenbedoelde zin en het
bedrag van de daarover verschuldigde omzetbelasting. Een kopie van deze schriftelijke
mededeling wordt, met het oog op de heffing van de terzake verschuldigde omzetbelasting,
verstrekt aan de inspecteur.
2b. Zaken als bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990
Wat in 2a van dit onderdeel is geregeld geldt ook als beslag is gelegd op zaken als
bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990. In dat geval geldt bovendien dat de zaken, voorafgaand aan de levering door de belastingschuldige
aan de koper, door de eigenaar zijn geleverd (althans in de zin van de wet) aan de belastingschuldige. Door het beslag heeft de eigenaar namelijk de macht verloren
om (als eigenaar) over de zaken te beschikken. Als gevolg daarvan worden de zaken
geacht te zijn geleverd.
Gelet op de werking van artikel 29 van de wet keur ik goed dat de heffing met betrekking tot de laatstbedoelde levering achterwege
blijft, tenzij de eigenaar voor die levering een factuur uitreikt aan de belastingschuldige.
Ingeval de inbeslaggenomen zaken (uiteindelijk) niet worden verkocht en het beslag
wordt opgeheven, mag de voorafgaande levering van de derde-eigenaar aan de belastingschuldige
worden genegeerd.
De belastingdeurwaarder voorziet de eigenaar na de executoriale verkoop van een bewijsstuk
waaruit blijkt dat de (te specificeren) zaken zijn verkocht. Het vorenstaande geldt
onverminderd als de zaak door de eigenaar wordt ‘teruggekocht’. De deurwaarder reikt
(ook) in dat geval aan de koper/eigenaar een factuur uit op grond waarvan deze aftrek
kan verkrijgen, althans voor zover de koper/eigenaar aftrekgerechtigd is.
3. De onderhandse verkoop
Na executoriaal beslag kan de uitwinning van de roerende zaken plaatsvinden door onderhandse
verkoop.
3a. Zaken welke eigendom zijn van de belastingschuldige
De afwikkeling van de omzetbelasting vindt plaats op de wijze zoals hiervoor onder
2a van dit onderdeel is beschreven.
3.b. Zaken als bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990
De afwikkeling met betrekking tot de omzetbelasting vindt in beginsel plaats overeenkomstig
hetgeen onder 2b is geregeld.
Dit geldt niet als de eigenaar de zaken ‘terugkoopt’. Van een overeenkomst van koop
en verkoop zal daarbij overigens geen sprake kunnen zijn, omdat in dat geval, zoals
artikel 14, onderdeel 1, sub 11 en 12, Leidraad Invordering 1990 voorschrijft, alleen sprake kan zijn van de opheffing van het beslag tegen betaling.
In het laatste geval worden de zaken daarom niet door de belastingschuldige aan de
koper/eigenaar geleverd terwijl ook de daaraan voorafgaande levering van de eigenaar
aan de belastingschuldige wordt geacht niet te hebben plaatsgevonden. Anders dan bij
de openbare verkoop moet de belastingdeurwaarder in dit geval dus geen factuur opmaken.
Het in verband met de ‘terugkoop’ door de eigenaar betaalde bedrag wordt aangemerkt
als een vergoeding voor een door de ontvanger verleende dienst, bestaande uit de opheffing
van het beslag. Omdat de ontvanger geen ondernemer is in de zin van de wet, is deze dienst niet aan de heffing van omzetbelasting onderworpen.