Verhoging van de salarisbedragen met de nominale eindejaarsuitkering
Partijen hebben afgesproken, dat de nominale eindejaarsuitkering met ingang van 1 december
2006 komt te vervallen. Daarvoor in de plaats worden de bestaande salarisbedragen
van het BBRA 1984 met ingang van 1 januari 2007 verhoogd met € 91,25 en vervolgens, zie hierna, met
2,3%.
Het bedrag van € 91,25 is vastgesteld, door het bestaande bedrag van de nominale eindejaarsuitkering
van € 1100 te verhogen met de in het akkoord afgesproken € 100 en die € 1200 vervolgens
terug te rekenen tot een maandelijks salarisbedrag exclusief vakantie-uitkering en
exclusief de procentuele eindejaarsuitkering.
De salarissystemen zullen in de maand juni een herrekening tot en met 1 december 2006
toepassen, waarmee de reservering voor de nominale eindejaarsuitkering ongedaan zal
worden gemaakt. Op verzoek van de beheerders van de salarissystemen wordt de herrekening
ook toegepast op werknemers, die na 1 december 2006 zijn ontslagen. De afspraken in
de overeenkomst over de inkomensontwikkeling, die met terugwerkende kracht worden
toegepast, mogen echter niet leiden tot een inkomensachteruitgang. Is het dienstverband
van een werknemer na 1 december 2006 beëindigd, dan is de nominale eindejaarsuitkering
al uitbetaald. De herrekening, in combinatie met de hierna te noemen salarisverhoging
en verhoging van de procentuele eindejaarsuitkering, kan dan tot een vordering op
de werknemer leiden. Het is echter uitdrukkelijk niet de bedoeling, dat daadwerkelijk
tot terugvordering wordt overgegaan.
Procentuele salarisverhoging
De bestaande salarisbedragen van het BBRA 1984 worden met ingang van 1 januari 2007 met 2,3% (na de verhoging met € 91,25), per
1 april 2008 met 2% en per 1 april 2009 met 2% verhoogd.
In bijlage 2 van deze circulaire treft u de overzichten van de salarisschalen aan.
De salarisbedragen voor ministers en staatssecretarissen, thans respectievelijk € 9.610,50
en € 9.014,91 wijzigen op overeenkomstige wijze als de salarisbedragen in de sector
Rijk, als volgt:
|
1-1-2007
|
1-4-2008
|
1-4-2009
|
Minister
|
9.924,89
|
10.123,39
|
10.325,86
|
Staatssecretaris
|
9.315,60
|
9.501,91
|
9.691,95
|
Verhoging van de procentuele eindejaarsuitkering
De procentuele eindejaarsuitkering wordt in vier jaar zodanig verhoogd, dat in het
jaar 2010 sprake is van een volledige 13e maand. Aangezien de eindejaarsuitkering wordt berekend over de periode beginnend
met de maand december, worden de percentages jaarlijks met ingang van 1 december als
volgt verhoogd:
1-12-2006: van 1,6% naar 2,8%
1-12-2007: van 2,8% naar 4,0%
1-12-2008: van 4,0% naar 5,4%
1-12-2009: van 5,4% naar 8,3%
De eindejaarsuitkering wordt jaarlijks uitbetaald in de maand november.
Aanpassing van toelagen, vergoedingen en dergelijke
Toelagen die zijn toegekend met toepassing van het BBRA 1984 en toelagen die krachtens een overgangsregeling van het BBRA nog van toepassing zijn, dienen in het algemeen in verband met de algemene salarisverhogingen
te worden verhoogd.
Veelal vinden de verhogingen automatisch plaats doordat de toelagen gerelateerd zijn
aan de (verhoogde) salarisbedragen, bijvoorbeeld de toelage onregelmatige dienst.
Vindt automatische aanpassing niet plaats, zoals bij de vaste toelage onregelmatige
dienst, en komt de toelage wel in aanmerking voor aanpassing met de algemene salarisherziening,
dan dient een verhoging te worden toegepast. De verhoging van de salarisbedragen met
€ 91,25 komt in dit verband overeen met een gemiddelde algemene salariswijziging van
2,9%, zodat een verhoging dient te worden toegepast van 5,2% (2,9% + 2,3%) per 1 januari
2007, 2% per 1 april 2008 en 2% per 1 april 2009.
Ten slotte zijn er toelagen die geen aanpassing behoren te ondergaan, bijvoorbeeld
op grond van hun aard of op grond van de desbetreffende toekenningbeschikking, en
dus ongewijzigd blijven.
In verband met de algemene salarisverhogingen op 1 januari 2007, 1 april 2008 en 1 april
2009 worden de volgende bedragen aangepast:
Toelage
|
Was:
|
Wordt:
|
|
1-1-2006
|
1-1-2007
|
1-4-2008
|
1-4-2009
|
EHBO-toelage (artikel 13 overgangsregeling BBRA 1984)
|
9,17
|
9,65
|
9,84
|
10,04
|
Vergoeding privé-ruimte (artikel 7 van de Raamregeling Telewerken)
|
65,47
|
68,87
|
70,25
|
71,66
|
Vaste toelage ORD (artikel 7 van het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst )
|
138,17
|
145,35
|
148,26
|
151,23
|
Minimale vakantie-uitkering (artikel 21 BBRA)
|
139,96
|
150,65*
|
153,66
|
156,73
|
Tegemoetkoming verhuiskosten (artikel 10 van het Tijdelijk besluit sociaal flankerend beleid sector Rijk 2004)
|
13.285,82
|
13.976,68
|
**
|
**
|
* Het bedrag is verhoogd met € 7,30 (8% van € 91,25) en vervolgens met 2,3%.
** Het tijdelijk besluit sociaal flankerend beleid sector Rijk 2004 vervalt op 1-1-2008.
Uitbetaling
De genoemde inkomensmaatregelen worden in juni in de salarissystemen verwerkt.
Doorwerking naar uitkeringen en pensioenen
Zowel de salarisverhoging als de verhoging van de eindejaarsuitkering hebben een algemeen
karakter en werken daarom door naar alle voor 1 januari 2007 ingegane ontslaggebonden
uitkeringen, zoals de wachtgelden op basis van het Rijkswachtgeldbesluit 1959 en de uitkeringen op basis van het Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk. Met Loyalis Maatwerkadministraties (de nieuwe uitvoerder van de regelingen) vindt
overleg plaats over de precieze uitvoering van de aan te passen uitkeringen.
De verhogingen van het salaris en de eindejaarsuitkering zijn pensioengevend.
Voor de berekening van het pensioengevende inkomen wordt uitgegaan van het inkomen,
zoals dat op 1 januari van elk kalenderjaar bekend is. Wijzigingen later in het jaar
zijn daarop niet van invloed. Genoemde verhogingen, evenals de salarisverhogingen
in april 2008 en april 2009, zullen daardoor in het lopende kalenderjaar niet pensioengevend
zijn.