In de circulaire over de Arbeidsvoorwaardenovereenkomst sector Rijk 2007–2010 van 7 juni 2007, kenmerk 2007-0000183198, is onder andere opgenomen dat de salarisverhoging
en de verhoging van de eindejaarsuitkering een algemeen karakter hebben. Beide verhogingen
werken door in diverse uitkeringen. De eindejaarsuitkering groeit de komende jaren
geleidelijk uit tot een volledige dertiende maand en vormt daarmee een substantieel
onderdeel van het inkomen van de ambtenaar.
In lijn hiermee wordt de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum aangepast om daarmee te bereiken, dat de eindejaarsuitkering ook deel gaat uitmaken
van de berekeningsbasis voor de gratificatie.
De tekst van artikel 7, eerste lid, van de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum komt als volgt te luiden:
‘Voor de berekening van de gratificatie wordt onder bezoldiging verstaan: de bezoldiging
in de zin van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984, welke voor betrokkene op de datum van het ambtsjubileum geldt, vermeerderd met de
vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, bedoeld in respectievelijk de artikelen 21 en 20a van dat besluit.’
Een redelijke uitleg van de uitvoering van het arbeidsvoorwaardenakkoord vergt, ondanks
de mogelijke extra administratieve handelingen, dat evenals in de andere gevallen
waarin de eindejaarsuitkering aan de berekeningsbasis is toegevoegd ook aan deze maatregel
terugwerkende kracht wordt verleend tot en met 1 december 2006.
Vooruitlopend op de formele wijziging van de Regeling gratificatie bij ambtsjubileum verzoek ik u om al vast uitvoering te geven aan de in deze circulaire genoemde maatregel.