Dwangsommen, bijvoorbeeld opgelegd wegens het (nog) niet naleven van milieuvoorschriften,
hebben niet het karakter van een boete en zijn mitsdien niet van aftrek uitgesloten
op grond van artikel 3.14, eerste lid, aanhef en onderdeel c, van de Wet IB 2001.
Een bestuursorgaan dat bevoegd is tot het toepassen van bestuursdwang kan op grond
van artikel 5.32, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: AWB) in plaats daarvan een ‘last onder dwangsom’ opleggen. Bestuursdwang
is het door een feitelijk handelen door of vanwege een bestuursorgaan optreden tegen
overtreding van enig bij of krachtens de wet gesteld voorschrift (zie artikel 5.21 AWB). Een dwangsom is het bedrag dat de overtreder verschuldigd wordt, wanneer hij niet
tijdig gevolg geeft aan de last om een overtreding ongedaan te maken, dan wel geen
gevolg geeft aan de last om geen verdere of volgende overtreding te begaan. Een dwangsom
kan worden opgelegd als bedrag ineens bij een overtreding, als bedrag per overtreding
of per tijdseenheid waarin de last niet is uitgevoerd.
Een dwangsom wordt niet opgelegd om strafrechtelijke vervolging te voorkomen, maar
om een overtreding ongedaan te maken c.q. verdere overtreding of herhaling te voorkomen.
Zij heeft een prohibitief karakter. Het feit dat in sommige gevallen het bestuurlijke
instrument niet tot het beoogde gevolg heeft geleid en er wel dwangsommen worden verschuldigd,
maakt het karakter van de dwangsom niet tot een straf of boete.
Handhaven langs strafrechtelijke weg is een andere aangelegenheid, waarbij het initiatief
niet bij het bestuursorgaan ligt maar bij het Openbaar Ministerie en waarbij vervolgens
de strafrechter (mogelijk) een sanctie oplegt.
De kostenpost mag in aanmerking worden genomen in het jaar waarin het kostenveroorzakende
feit zich heeft voorgedaan; dus in het jaar waarin niet tijdig gevolg is gegeven aan
de last waaraan de dwangsom is verbonden.
Als nog niet is betaald, kan op de balans een passiefpost worden opgenomen, waarvan
de omvang moet worden geschat als de schuld door belanghebbende is betwist. Bij de
bepaling van die inschatting worden in ieder geval de argumenten meegewogen die door
de belanghebbende ter betwisting zijn of worden aangevoerd. Mede aan de hand hiervan
zal moeten worden beoordeeld of er een redelijke kans is dat de dwangsom verminderd
wordt dan wel wegvalt. In dat geval is sprake van een lagere passiefpost op de balans
en komt dus een lager bedrag ten laste van het resultaat.