Besluit van 3 oktober 2007, houdende regels inzake bestuurlijke organisatie en cofinanciering
door het Rijk van projecten uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling voor
de programmaperiode 2007–2013 (Besluit EFRO programmaperiode 2007–2013)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 december 2006,
nr. WJZ 6111566, gedaan in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en Onze Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties;
Gelet op Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad van de Europese Unie van 11 juli 2006 houdende algemene bepalingen inzake
het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het
Cohesiefonds en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1260/1999 (PbEG L 210), Verordening (EG) nr. 1080/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 5 juli 2006 betreffende
het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1783/1999 (PbEG L 210), artikel 89 Grondwet en artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;
De Raad van State gehoord (advies van 14 februari 2007, nr. W10.06.0570/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 26 september
2007, nr. WJZ 7111782, uitgebracht in overeenstemming met Onze Minister van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
Hebben goedgevonden en verstaan: