Basisdelict (3)
[Regeling vervallen per 01-01-2011]
Het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig hebben en/of het gebruik
van radiozendapparaten waarvoor een vergunning is vereist (strafbaarstelling: art. 10.9, eerste lid Tw jo art. 1, sub 1° WED)
Beschrijving
Dit basisdelict ziet op het aanleggen, het geheel of gedeeltelijk aangelegd aanwezig
hebben en/of het gebruik van radiozendapparaten – niet zijnde omroepzenders – waarvoor
een vergunning is vereist en die overigens wel op de goede frequentie werken. Het
betreft hier bijvoorbeeld marifoons, mobilofoons of portofoons zonder dat de houder
in het bezit is van een vergunning voor gebruik van frequentieruimte ex art. 3.3, eerste lid TW.
Toepasselijk kader
Commuun en verkeer
Basispunten
10 punten
Basisfactoren
Geen
Delictspecifieke factoren
Medeplegen
Er is geen sprake van medeplegen +0 %
Er is sprake van medeplegen +25 %
Wettelijke factoren
Medeplichtigheid
Dader +0 %
Medeplichtige –33 %
Poging
Voltooid delict +0 %
Poging tot plegen n.v.t.
Recidiveregeling
Mate van recidive (5 jaar)
Geen recidive +0 %
1 maal +50 %
Meermalen +100 % +dagvaarden
Draagkracht
Geen
Speciale regelingen
Geen
Bijzonderheden
Afdoeningstraject:
Primair bestuursrechtelijke handhaving.
Strafrechtelijke handhaving zal worden toegepast daar waar bestuursrechtelijke middelen
minder effectief blijken (b.v. bij recidive en indien het in beslag nemen van goederen
noodzakelijk is), dan wel, indien de mate van overtreding zodanig ernstig is dat een
bestuursrechtelijke reactie niet gepast is (b.v. bij gevaarzetting).
Bij strafrechtelijke handhaving:
in geval van transactie dient ‘afstand’ altijd als aanvullende voorwaarde te worden
gesteld;
in geval van dagvaarden dient altijd verbeurdverklaring gevorderd te worden.