Heffingsverordening HPA Fonds aardappelverwerking jaar 2008

[Regeling materieel uitgewerkt per 31-08-2008.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-02-2008.
Geldend van 10-02-2008 t/m heden

Verordening van het Hoofdproductschap Akkerbouw van 8 november 2007 houdende vaststelling bestemmingsheffing ten behoeve van het Fonds aardappelverwerking voor het jaar 2008 (Heffingsverordening HPA fonds aardappelverwerking jaar 2008)

Het bestuur van het Hoofdproductschap Akkerbouw;

Gelet op de artikelen 95 en 126, eerste, vierde en zesde lid van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de artikelen 3 en 19 van het Instellingsbesluit akkerbouwproductschappen;

Gehoord de Commissie Teeltaangelegenheden;

Besluit:

§ 1. Begripsbepalingen

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

a.

hoofdproductschap

:

Hoofdproductschap Akkerbouw;

b.

bestuur

:

bestuur van het hoofdproductschap;

c.

dagelijks bestuur

:

dagelijks bestuur van het hoofdproductschap;

d.

voorzitter

:

voorzitter van het hoofdproductschap;

e.

secretaris

:

secretaris van het hoofdproductschap, die belast is met teeltaangelegenheden;

f.

commissie

:

Commissie Teeltaangelegenheden;

g.

ondernemer

:

de natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft waarvoor het hoofdproductschap is ingesteld;

h.

lidstaten

:

landen en gebieden die als lid deelnemen aan de Europese Unie;

i.

derde landen

:

andere dan de onder h. genoemde landen en gebieden;

j.

voorgebakken aardappelproducten

:

producten ex GN-code 2004 10 10

producten ex GN-code 2005 20 80;

k.

afgebakken aardappelproducten

:

producten ex GN-code 2005 20 20;

l.

gedroogde aardappelproducten

:

producten ex GN-code 1105 10 00

producten ex GN-code 1105 20 00

producten ex GN-code 0712 90 05

producten ex GN-code 2004 10 91

producten ex GN-code 2005 20 10;

m.

overige aardappelproducten

:

producten ex GN-code 2004 10 99

producten ex GN-code 0710 10 00

producten ex GN-code 071 1 90 80;

n.

aardappelproducten

:

producten, genoemd in de vorige 4 categorieën.

§ 2. Heffingsbepalingen

Artikel 2

  • 1 De ondernemer die aardappelproducten vervaardigt, is verplicht over het jaar 2008 aan het hoofdproductschap een heffing te betalen terzake van de verwerking van aardappelen tot:

    a.

    verse verduurzaamde aardappelproducten, verduurzaamd door middel van verwerking anders dan voorbakken, afbakken of drogen ofwel door middel van

     

    een verpakkingswijze:

    :

    € 107,– per 1000 ton aardappelen;

    b.

    alle andere aardappelproducten:

    :

    € 107,– per 1000 ton aardappelen.

  • 2 Van de heffing zijn uitgezonderd de aardappelen die worden ingevoerd en in Nederland tot aardappelproducten worden verwerkt.

  • 3 Aan de in het eerste lid bedoelde ondernemer die lid is van de Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI) en over het jaar 2008 de volledige contributie heeft betaald, wordt een korting toegestaan gelijk aan 25% van de verschuldigde heffing. De aftrek wordt slechts toegestaan indien uit de door genoemde vereniging verstrekte opgaven blijkt dat de contributie is betaald.

  • 4 Het derde lid is van overeenkomstige toepassing op ondernemers als in het eerste lid bedoeld, die, al dan niet rechtstreeks, lid zijn van een organisatie van ondernemers die een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid is en die:

    • a. krachtens haar statutaire doelstelling haar werkzaamheid kan uitstrekken tot ten minste een belangrijk gedeelte van het terrein waarop het hoofdproductschap een taak heeft te vervullen;

    • b. voldoet aan de kwalitatieve representativiteitscriteria, genoemd in de artikelen 3 tot en met 7 van de Verordening representativiteit organisaties van de Sociaal Economische Raad;

    • c. tot de werkingssfeer van het hoofdproductschap behorende leden heeft, waarvan het gewogen aantal niet onbetekenend is;

    • d. met betrekking tot de behartiging van sociaal-economische belangen van ondernemers een positie van enige betekenis inneemt binnen de groep van ondernemers die zij beoogt te organiseren, hetgeen onder meer kan blijken uit de mate van representativiteit binnen die groep, de deelname aan het arbeidsvoorwaardenoverleg, het verrichten van studies of diensten die ook buiten die groep van belang worden geacht en de deelname aan regelmatig overleg met de overheid, en

    • e. haar activiteiten, al dan niet door middel van een federatie van gelijksoortige organisaties, landelijk ontplooit.

  • 5 De in het vierde lid bedoelde aftrek wordt slechts toegestaan indien daartoe door het bestuur van de desbetreffende organisatie een verzoek is gedaan en de organisatie vervolgens door het bestuur is aangewezen.

Artikel 4

  • 1 De ondernemer is verplicht door middel van een opgavenformulier aan het hoofdproductschap gegevens te verstrekken voor de vaststelling van de heffing, bedoeld in artikel 2 en/of voor statistische doeleinden.

  • 2 Het opgavenformulier dient door de ondernemer volledig en naar waarheid te worden ingevuld.

  • 3 De opgave dient maandelijks te geschieden en wel uiterlijk op de vijftiende dag volgend op de maand waarop de opgave betrekking heeft.

  • 4 Indien in een bepaalde maand geen activiteiten als vermeld op het opgavenformulier hebben plaatsgevonden, dient ook dit gegeven te worden opgegeven.

  • 5 De ondernemer die ingevolge artikel 2 heffingsplichtig is legt, indien de secretaris, namens het bestuur, daarom verzoekt, een door een accountant afgegeven verklaring over, waaruit blijkt de totale hoeveelheid in het jaar 2008 verwerkte hoeveelheid aardappelen tot aardappelproducten en de totale hoeveelheid ingevoerde aardappelen welke tot aardappelproducten zijn verwerkt.

  • 6 De ondernemer is verplicht alle medewerking te verlenen aan de controle door of namens het hoofdproductschap van de in het eerste lid bedoelde opgave.

§ 3. Ambtshalve heffing

Artikel 5

  • 1 Indien de ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 4, niet, niet tijdig of niet volledig heeft verstrekt, is de secretaris, namens het bestuur, bevoegd de verschuldigde heffing ambtshalve bij aanslag vast te stellen.

  • 2 Indien de heffingsplichtige binnen 21 dagen na ontvangst van de heffingsaanslag bedoeld in het eerste lid, alsnog de gevraagde gegevens verstrekt, wordt de aanvankelijk vastgestelde heffing ingetrokken en een nieuwe heffing vastgesteld op basis van de door hem verstrekte gegevens.

  • 3 Indien het hoofdproductschap op verzoek van de ondernemer, nadat de termijn genoemd in het tweede lid verstreken is, alsnog overgaat tot wijziging van de ambtshalve vastgestelde heffing, kunnen de voor het hoofdproductschap daaruit voortvloeiende extra kosten in rekening worden gebracht.

§ 4. Betaling van de heffing

Artikel 6

  • 1 De ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen worden betaald uiterlijk op de eenentwintigste dag volgend op die waarop zij door of vanwege het hoofdproductschap aan de hand van nota’s in rekening zijn gebracht, dan wel, indien de secretaris, namens het bestuur van het hoofdproductschap, zulks verlangt, voor een door deze te bepalen datum.

  • 2 Het hoofdproductschap is bevoegd tot verrekening van door de ondernemer aan het hoofdproductschap verschuldigde bedragen met door de ondernemer van het hoofdproductschap te ontvangen bedragen over te gaan

Artikel 7

In afwijking van artikel 6 is de nota terstond invorderbaar:

  • a. zodra het faillissement van de ondernemer is aangevraagd;

  • b. zodra de ondernemer het drijven van de onderneming beëindigt of van het voornemen daarvan blijkt; of

  • c. zodra de ondernemer zich metterwoon in het buitenland heeft gevestigd of van het voornemen daartoe blijkt.

Artikel 8

De secretaris kan, namens het bestuur, besluiten nota’s met een bedrag minder dan € 50,– samen te voegen tot verzamelnota’s, welke op meerdere transacties of perioden betrekking hebben.

Artikel 9

Aan de ondernemer die niet of niet geheel binnen de in artikel 6 gestelde termijn heeft betaald, kan door de secretaris, namens het bestuur, de wettelijke interest over het niet-betaalde bedrag in rekening worden gebracht, te berekenen vanaf de dag waarop de betaling uiterlijk dient te zijn verricht ingevolge de aanmaning bedoeld in artikel 127, tweede lid, van de Wet op de bedrijfsorganisatie.

§ 5. Slotbepalingen

Artikel 10

  • 1 De gegevens verkregen uit hoofde van het bepaalde in deze verordening zullen – voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald – zonder toestemming van de belanghebbende

    • a. slechts worden gebruikt ter vervulling van de taak van het hoofdproductschap

    • b. niet onder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, worden bekend gemaakt aan anderen dan de voorzitter, de secretarissen of andere personen van het secretariaat van het hoofdproductschap en de met financiële controle op het hoofdproductschap belaste accountant en diens personeel, voorzover het kennis nemen van die gegevens voor die controle noodzakelijk is.

  • 2 Bekendmaking van gegevens, als in het eerste lid bedoeld, blijft ook zonder vermelding of aanduiding van de persoon en/of onderneming, waarop zij betrekking hebben, achterwege in de gevallen waarin uit de aard der gegevens dan wel of zomede uit een of meer andere omstandigheden zou kunnen blijken op welke persoon en/of onderneming die gegevens betrekking hebben.

Artikel 11

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2007, treedt zij in werking de tweede dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2008.

Artikel 12

Deze verordening wordt aangehaald als Heffingsverordening HPA Fonds aardappelverwerking jaar 2008.

Den Haag, 8 november 2007

Th.A.M. Meijer

Voorzitter

P. Hijma

secretaris