Bijlage I. Erkenningsvoorwaarden HOSOWO-instanties
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
Hoofdstuk 1. Algemene voorwaarden
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
A. Een HOSOWO-instantie (hierna: instantie) die erkend wil worden, dient een schriftelijke
aanvraag voor erkenning in bij het productschap.
B. De instantie geeft blijk van goed management en is zodanig georganiseerd dat het
vermogen om haar werkzaamheden op goede wijze te vervullen op peil blijft.
C. De instantie verleent volledige medewerking aan de inspecties die in het kader
van dit besluit door of namens de voorzitter worden uitgevoerd.
D. Per instantie is ten minste één medewerker verantwoordelijk voor de uitvoering
van dit besluit. Deze medewerker functioneert op directieniveau of is door de directie
gedelegeerd en heeft bij voorkeur geen productieverantwoordelijkheid. Bovendien maakt
de instantie aannemelijk dat deze medewerker, hetzij door opleiding, hetzij door ervaring,
in staat is om deze taak te vervullen.
E. De instantie beschikt over een door het productschap goedgekeurd kwaliteitsbeheerssysteem,
dat is vastgelegd in een handboek of een andere vorm van kwaliteitsdocumentatie.
F. Het kwaliteitsbeheerssysteem bevat tenminste de volgende onderdelen:
-
– beschrijving van taken/verantwoordelijkheden van alle betrokken functies en de hiërarchische
structuur (organisatieschema) van de instantie;
-
– procedures en voorschriften voor de monstername met betrekking tot het uitvoeren van
een onderzoek in het kader van dit besluit;
-
– procedures en voorschriften voor de laboratoriumwerkzaamheden met betrekking tot het
uitvoeren van een onderzoek in het kader van dit besluit;
-
– beschrijving van de interne kwaliteitsborging van monstername en laboratoriumwerkzaamheden;
-
– procedures voor het beheer van het handboek.
G. De instantie en de medewerkers van de instantie hebben, teneinde de onafhankelijkheid,
onpartijdigheid en integriteit van de instantie te waarborgen, behoudens de normale
opdrachtgever-uitvoerder-relatie geen commerciële, financiële of andere banden, in
welke vorm dan ook met de onderneming waar een onderzoek in het kader van dit besluit
wordt uitgevoerd.
H. De onderzoekswerkzaamheden in het kader van dit besluit worden steeds gescheiden
uitgevoerd van de overige, al dan niet aanverwante, activiteiten van het bedrijf.
Het verband tussen deze activiteiten wordt duidelijk beschreven.
l. De monsters, die worden genomen in kader van dit besluit, worden direct na monstername
van een unieke identificatie voorzien ten einde te voorkomen dat er op enig moment
verwarring kan ontstaan omtrent de identiteit van de monsters.
J. Medewerkers belast met de uitvoering van monstername, hebben de basiscursus ‘Monstername
hygiëne-onderzoek’ van het productschap of een gelijkwaardige opleiding gevolgd.
K. Het bedrijf beschikt over een opleidingssysteem zodanig, dat verzekerd is dat de
opleiding van de medewerkers met betrekking tot de technische aspecten van het werk
aan de eisen blijft voldoen.
L. De instantie voert een duidelijke en volledige administratie, welke tenminste het
volgende te omvat:
-
– alle correspondentie betreffende het verzoek tot uitvoeren van een monstername;
-
– alle registraties van waarnemingen;
-
– alle eventueel gemaakte berekeningen en afgeleide gegevens;
-
– het eindrapport van het uitgevoerde onderzoek, inclusief eventuele aanvullingen of
wijzigingen;
-
– resultaten interne kwaliteitscontroles, uitgevoerd door de instantie en de resultaten
van eventuele herstelacties.
-
– controlerapport van de door of namens de voorzitter uitgevoerde inspectie.
M. De administratie genoemd onder L blijft minimaal 2 jaar beschikbaar.
Hoofdstuk 2. Uitvoeren hygiënogram
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
A. De instantie voert een hygiënogram uit op een pluimveebedrijf overeenkomstig de
voorschriften opgenomen in Bijlage II.
B. Medewerkers belast met de uitvoering het laboratoriumonderzoek, beschikken over
de juiste technische kwalificaties, de nodige opleiding, scholing en ervaring alsmede
over voldoende kennis van de voorschriften nodig om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
C. De instantie heeft één van de volgende erkenningen:
Met dien verstande dat de monstername of het laboratoriumonderzoek deel moeten uitmaken
van de scope.
D. Indien de instantie wel de monstername verzorgt, maar de analysewerkzaamheden uitbesteedt,
zorgt de instantie er voor dat dit gebeurt bij een laboratorium dat een erkenning
heeft als genoemd bij punt C van dit hoofdstuk.
Hoofdstuk 3. Onderzoek op de aanwezigheid van Salmonella en Campylobacter
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
A. De instantie voert een onderzoek op de aanwezigheid van Salmonella en Campylobacter
uit op een pluimveebedrijf overeenkomstig de voorschriften opgenomen in Bijlage III.
B. De instantie draagt er zorg voor dat de onderzoeken worden geanalyseerd door een,
op grond van het Besluit erkenningsvoorwaarden en werkwijzen laboratoria (PPE) 2007,
erkend laboratorium.
Hoofdstuk 4. Drinkwateronderzoek
[Regeling vervallen per 01-01-2015]
A. De instantie voert een drinkwateronderzoek uit overeenkomstig hetgeen is bepaald
in het Hygiënebesluit drinkwateronderzoek (PPE) 2007.
B. Medewerkers belast met de uitvoering het laboratoriumonderzoek beschikken over
de juiste technische kwalificaties, de nodige opleiding, scholing en ervaring alsmede
over voldoende kennis van de voorschriften nodig om de werkzaamheden te kunnen uitvoeren.
C. De instantie heeft voor het uitvoeren van de analyse één van de volgende erkenningen:
-
– ISO/IEC 17025;
-
– ISO-9001.
Met dien verstande dat de analyse deel moet uitmaken van de scope.