Toelichting
In dit formulier geeft u aan welke biomassastromen het afgelopen jaar gebruikt zijn
in uw productie-installatie voor hernieuwbare energie. Deze verplichting staat in
artikel 6, eerste lid van de Algemene uitvoeringsregeling stimulering duurzame energieproductie.
Het formulier moet worden ingediend binnen drie maanden na afloop van het kalenderjaar
waarover gerapporteerd wordt. Dit formulier voor de duurzaamheid van de gebruikte
biomassa moet alleen ingevuld worden indien die verplichting vermeld is in de SDE-beschikking.
De rapportage duurzaamheid biomassa moet per productie-installatie ingevuld worden
en wordt per installatie van de organisatie openbaar gemaakt op de website www.agentschapnl.nl/sde.
Persoonsgegevens (anders dan de naam en plaats van de onderneming en het type installatie)
en de kolom met de hoeveelheden in ton worden niet op de website vermeld.
De rapportage wordt gebruikt voor controle of de gebruikte biomassastromen overeenkomen
met de voorwaarden van de SDE en om overeenkomstig artikel 6 lid 3 van de Algemene uitvoeringsregeling openbaar te maken welke biomassastromen worden
ingezet.
Waar u schrijfruimte tekort komt mag u een bijlage toevoegen.
4. Dossiergegevens
De volgende tabel kunt u ook als een bijlage meesturen. Op de website www.agentschapnl.nl/sde
is deze tabel ook digitaal beschikbaar. Afgezien van de kolom over de hoeveelheden
in ton wordt deze tabel samen met de naam van de organisatie, de locatie/naam van
het project, de categorie van de duurzame energieproductie en het rapportagejaar openbaar
gemaakt op www.agentschapnl.nl/sde.
Tabel 1. Totaaloverzicht duurzaamheid gebruikte biomassa
Grondstof
|
Hoeveelheid (ton)
|
Aandeel (massa %)
|
Herkomstland
|
Hoofdproduct of bijproduct
|
Productiestandaard
|
Opmerkingen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Totaal:
|
|
100%
|
|
|
|
|
Toelichting op de tabel:
Grondstof De biomassa inputstroom. Tabel 2 op bladzijde 6 geeft een overzicht met mogelijke
invulwaarden.
Hoeveelheid Hier vult u de hoeveelheid tonnen biomassa in, die gedurende het rapportagejaar gebruikt
is voor de productie van elektriciteit of hernieuwbaar gas.
Deze kolom wordt niet openbaar gemaakt.
Aandeel Hier vult u het massapercentage van die grondstof in ten opzichte van de totale inzet
van de biomassa, dus de hoeveelheid tonnen per jaar uit de vorige kolom gedeeld door
het totaal van de vorige kolom. De som van de massapercentages (T2) moet 100% zijn.
Herkomstland Dit is het land van herkomst van de grondstof, dus waar de grondstof is geproduceerd
of geteeld. Bij primaire en secundaire bijproducten zoals cocosnootschillen is het
land van herkomst het land waar de cocosnoot is gegroeid.
Hoofd- of bijproduct Hierin geeft u aan of de grondstof een hoofdproduct is, een primair, secundair of
tertiair bijproduct of onbekend. Op pagina 7 van dit formulier wordt een verdere uitleg
gegeven.
Productiestandaard Indien de grondstof een hoofdproduct is, kunt u hier aangeven of deze voldoet aan
een productiestandaard voor duurzaamheid. Tabel 3, op pagina 8 geeft een overzicht
van mogelijke productiestandaarden en bijbehorende afkortingen.
Opmerkingen Ruimte voor overige relevante informatie, bijvoorbeeld verdere specificatie van de
grondstof of andere duurzaamheidsinformatie.
Administratieve batches van grondstoffen (hoeveelheid product met identieke eigenschappen
qua grondstof, land van oorsprong en productiestandaard) mogen in één regel worden
samengevoegd. Er mogen meerdere fysieke ladingen van dezelfde grondstof uit hetzelfde
land en met dezelfde productiestandaard bij elkaar opgeteld worden. Dus verschillende
porties van een bepaalde grondstof met dezelfde productiestandaard en land van herkomst
mogen in één regel worden samengevoegd.
Tabel 2. Grondstofsoorten en indeling in hoofd- of bijproduct
Grondstof
|
Hoofdproduct of bijproduct
|
Pluimveemest, Rundermest, Varkensmest, Overige mest
|
Secundair bijproduct
|
Maïs
|
Nagenoeg altijd hoofdproduct
|
Tarwe
|
Nagenoeg altijd hoofdproduct
|
Overig graan of overige gewassen
|
Nagenoeg altijd hoofdproduct
|
Reststoffen VGI: reststoffen uit de voedings- en genotsmiddelenindustrie niet zijnde
plantaardige of dierlijke oliën of vetten
|
Secundair bijproduct
|
Plantaardige vetten of oliën: specificeer in rapportage
|
Afhankelijk van situatie
|
Dierlijke vetten of oliën
|
Afhankelijk van situatie
|
Veilingafval, tuinbouwafval, fruitteeltrestproduct, bloembollenpelsel
|
Primair bijproduct
|
Restproducten uit land- en tuinbouw, zoals doppen
|
Primair/secundair bijproduct
|
Slib
|
Tertiair bijproduct
|
Restproduct biotransportbrandstoffen zoals bostels, oliezadenmeel/schroot) niet zijnde
glycerine of vetzuren
|
Secundair Bijproduct
|
Gras
|
Primair bijproduct
|
Zetmeel
|
Kan secundair/tertiair bijproduct zijn
|
Bieten
|
Hele biet: meestal hoofdproduct
Bietenpunten: primair bijproduct
|
Aardappelen
|
Hele aardappel: meestal hoofdproduct
|
GFT: Groente Fruit en Tuinafval/organisch afval van huishoudens en bedrijven
|
Secundair/tertiair bijproduct
|
Glycerine (niet van petrochemische origine)
|
Secundair bijproduct
|
Vetzuren, die vrijkomen bij de raffinage van oliën
|
Secundair bijproduct
|
Papier
|
Secundair/tertiair bijproduct
|
Slachtbijproducten, diermeel
|
Secundair bijproduct
|
Zaagsel
|
Secundair bijproduct
|
Vers (primair) hout, inclusief de boomstam zelf
|
Nagenoeg altijd hoofdproduct
|
Vers resthout/vers snoeihout/park- of plantsoenhout
|
Primair bijproduct
|
Schors
|
Primair bijproduct
|
Gebruikt onbehandeld hout, Gebruikt geverfd of verlijmd hout, Gebruikt geïmpregneerd
hout, Hout uit verwerking ¹
|
Tertiair bijproduct
|
Overig hout
|
Afhankelijk van situatie
|
Stro
|
Primair bijproduct
|
Overige vaste biomassa; specificeer in rapportage
|
Afhankelijk van situatie
|
Overige biomassa; specificeer in rapportage
|
Afhankelijk van situatie
|
¹ Voor definities en omschrijvingen: zie ook NTA 8003:2008.
Hoofdproduct en bijproducten
In de rapportageverplichting wordt onderscheid gemaakt tussen hoofdproducten en bijproducten.
Hoofdproduct: Alle biomassastromen die geen bijproduct zijn. Over het algemeen is de hoofdteelt
de (belangrijkste) reden waarvoor het gewas of de biomassastroom is geteeld of geproduceerd.
Het hoofdproduct heeft meestal meer dan 50% van de economische waarde op de plaats
waar zij ontstaat.
Primair: Bij bijproducten wordt een onderscheid gemaakt tussen primaire, secundaire en tertiaire
bijproducten:
producten die als natuurlijke bodemverbeteraar kunnen dienen en een economische waarde
hebben van minder dan 10% van de waarde van de oogst in zijn geheel op het moment
dat deze de boerderij verlaat.
Secundair: Producten die een economische waarde hebben van minder dan 10% van de totale waarde
van het product dat de fabriek verlaat. Hierbij moet het bijproduct fundamenteel verschillen
van het hoofdproduct . Raffinagefracties worden niet als een bijproduct beschouwd.
Tertiair: Gebruikte producten die een economische waarde hebben van minder dan 25% van de waarde
van hetzelfde product in ongebruikte vorm. Afvalstromen, zoals calamiteitenoogst,
vallen tevens onder deze categorie.
In tabel 2 is aangegeven wat voorbeelden van bijproducten zijn. Indien dit afhankelijk
is van de situatie moet u zelf aangeven op basis van bovenstaande omschrijving wat
van toepassing is.
Indien het een hoofdproduct is vult u in hoofdproduct.
Heeft u problemen met het invullen van deze tabel of de definities?
Neem dan contact op met de helpdesk: Telefoon 038-455 34 50 (8.30–12.00 uur).
Productiestandaarden
In tabel 3 zijn een aantal productiestandaarden aangegeven voor biomassa. Indien de
door u gebruikte biomassa voorzien is van een dergelijke productiestandaard kunt u
dat aangeven in tabel 1. Ook eventuele andere productiestandaarden voor de duurzaamheid
van de biomassa kunt u in tabel 1 aangeven.
Tabel 3. Voorbeelden van productiestandaarden
Standaard
|
Afkorting
|
Algemene Landbouw standaarden
|
|
GlobalGAP
Linking Environment and Farming Marque
Sustainable Agriculture Network/Rainforest Alliance
Assured Combinable Crops Scheme
International Federation of Organic Agriculture Movements
|
GlobalGAP
LEAF
SAN/RA
ACCS
IFOAM
|
Sociale standaarden
|
|
Social Accountability 8000
|
SA 8000
|
Houtstandaarden
|
|
American Tree Farm System
Forest Stewardship Council
|
ATFS
FSC
|
In de rapportageverplichting wordt gevraagd of een hoofdproduct voldoet aan een productiestandaard.
Hierbij kunt u denken aan een van bovenstaande standaarden. Indien een biomassastroom
voldoet aan een andere productiestandaard met een relatie tot duurzaamheid, kunt u
deze invullen. Het duurzaamheidsniveau dat wordt gewaarborgd varieert per standaard.
Over dit duurzaamheidsniveau wordt hier geen uitspraak gedaan.
Bij tabel 1 kunt u de afkortingen invullen.
5. Ondertekening
Dit formulier moet worden ondertekend door de aanvrager. Indien dit formulier wordt
ondertekend door een ander dan de aanvrager moet een machtiging van de aanvrager worden bijgevoegd.
Aldus naar waarheid ingevuld,
Naam ondertekenaar: .....
|
○ Dhr
|
○ Mw
|
Plaats: .....
|
|
|
Datum: .....
|
|
|
Handtekening: .....
|
|
|
Controleer voordat u de rapportage verstuurt of:
-
• Het formulier volledig is ingevuld;
-
• Het formulier is ondertekend met een originele handtekening;
-
• Het formulier vergezeld gaat van een accountantsverklaring waarin wordt verklaard
dat de gegevens, zoals deze zijn vermeld in het onderhavige formulier, correct zijn;
-
• Eventueel een machtiging bij een VOF, CV of Maatschap is toegevoegd.
Agentschap NL
Agentschap NL is een agentschap van het Ministerie van Economische Zaken. Agentschap
NL voert beleid uit voor diverse ministeries als het gaat om duurzaamheid, innovatie
en internationaal. Agentschap NL is hèt aanspreekpunt voor bedrijven, kennisinstellingen
en overheden. Voor informatie en advies, financiering, netwerken en wet- en regelgeving.
De divisie NL Energie en Klimaat versterkt de samenleving door te werken aan de energie-
en klimaatoplossingen van de toekomst.
Per 1 januari 2010 bundelen EVD, Octrooicentrum Nederland en SenterNovem hun krachten
in één organisatie: Agentschap NL. Bij Agentschap NL kunnen ondernemers, kennisinstellingen
en overheden terecht voor informatie, advies, financiering en netwerken op het gebied
van duurzaam, innovatief en internationaal ondernemen en samenwerken. SenterNovem
vormt vanaf 1 januari de divisies NL Energie en Klimaat, NL Milieu en Leefomgeving
en NL Innovatie.
Bij publicaties van Agentschap NL die informeren over subsidieregelingen geldt dat
de beoordeling van subsidieaanvragen uitsluitend plaatsvindt aan de hand van de officiële
publicatie van het besluit in de Staatscourant.