stoffen, micro-organismen en preparaten die geen voedermiddelen nog voormengsels zijn
en die opzettelijk aan diervoeder of water worden toegevoegd met name met het oog
op een of meer van de volgende functies. Het toevoegmiddel moet (a) de eigenschappen
van het diervoeder gunstig beïnvloeden, (c) de kleuren van siervissen en -vogels gunstig
beïnvloeden, (d) voldoen aan de voedingsbehoeften van dieren, (e) het milieu-effect
van de dierlijke productie gunstig beïnvloeden, (f) de dierlijke productie, prestaties
of welzijn gunstig beïnvloeden, met name door in te werken op de maag- en darmflora
of op de verteerbaarheid van diervoeders, of (g) een coccidiostatische of histomonostatische
werking teweeg brengen.
|