Regeling financiën hoger onderwijs

Geraadpleegd op 02-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 20-06-2008.
Geldend van 20-06-2008 t/m 31-08-2008

Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 3 juni 2008, nr. HO&S/CBV/2008/5214, houdende vaststelling van nadere regels vanwege financiering in het hoger onderwijs (Regeling financiën hoger onderwijs)

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

Paragraaf 2. Onderwijs

Artikel 2. Bedragen en factoren onderwijs

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 4 Indien een hogeschool is ontstaan uit een fusie van twee of meer hogescholen die voor het begin van het begrotingsjaar, maar na de peildatum heeft plaatsgevonden, is de instelling-gewogen onderwijsvraag, bedoeld in artikel 4.12, vierde lid, van het besluit, gelijk aan de som van de instelling-gewogen onderwijsvraag van de op de peildatum bestaande hogescholen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Bedragen en factoren onderwijs

1 Het bedrag waarmee het aantal te bekostigen graden wordt vermenigvuldigd, bedoeld in artikel 4.9, vierde lid, van het besluit, is € 19.167,52;

2 De factoren waarmee de onderwijsvraag van de door de desbetreffende hogescholen verzorgde opleidingen wordt vermenigvuldigd, bedoeld in artikel 4.12, vierde lid, van het besluit, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage 1 bij deze regeling.

3 Wat wordt verstaan onder ‘de opleiding of dezelfde opleiding aan een andere hogeschool’, bedoeld in artikel 4.17, derde lid van het besluit, wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 2 bij deze regeling.

4 Indien een hogeschool is ontstaan uit een fusie van twee of meer hogescholen die voor het begin van het begrotingsjaar, maar na de peildatum heeft plaatsgevonden, is de instelling-gewogen onderwijsvraag, bedoeld in artikel 4.12, vierde lid, van het besluit, gelijk aan de som van de instelling-gewogen onderwijsvraag van de op de peildatum bestaande hogescholen.

Artikel 3. Onderwijsopslag

  • 3 Indien in een begrotingsjaar een onderwijsdeel wo of hbo, bedoeld in artikel 4.2, derde of vierde lid, van het besluit wordt verhoogd vanwege loon- en prijsbijstelling, wordt het met de verhoging gemoeide bedrag verdeeld over de instellingen evenredig met de verdeling van de landelijk beschikbare bijdrage zoals bepaald zonder deze verhoging, en toegevoegd aan de onderwijsopslag van de instelling.

Paragraaf 3. Onderzoek

Artikel 4. Bedragen onderzoek

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Bedragen onderzoek

1 Het bedrag waarmee het aantal te bekostigde graden wordt vermenigvuldigd, bedoeld in artikel 4.20, vierde lid, van het besluit is € 2.984,67.

2 De bedragen bedoeld in artikel 4.23, eerste lid, van het besluit, worden vastgesteld overeenkomstig bijlage 7 bij deze regeling.

3 De verdeling bedoeld in artikel 4.23, tweede lid, van het besluit, wordt vastgesteld overeenkomstig bijlage 8 bij deze regeling.

Paragraaf 4. Academische ziekenhuizen

Artikel 5. Rentepercentage

Artikel 7. Toelage raad van toezicht academische ziekenhuizen

  • 1 Aan de voorzitter van de raad van toezicht van een academisch ziekenhuis wordt een tegemoetkoming toegekend ter hoogte van € 14.521,– per kalenderjaar.

  • 2 Aan de leden van de raad van toezicht van een academisch ziekenhuis wordt een tegemoetkoming toegekend van € 7.261,– per kalenderjaar.

Paragraaf 5. Collegegeld

Artikel 8. Consumentenprijsindex

Onder consumentenprijsindex, als bedoeld in artikel 7.43, vierde lid, van de wet wordt verstaan de consumentenprijsindex ‘reeks alle huishoudens’, zoals vastgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek.

Artikel 9. Vaststelling collegegeld

Paragraaf 6. Financiële ondersteuning

Artikel 10. Organisaties

  • 1 Studentenorganisaties als bedoeld in artikel 3.3, tweede lid van de wet, zijn voor de werking van deze regeling Interstedelijk Studenten Overleg en Landelijke Studenten Vakbond, beide te Utrecht.

  • 2 Organisaties kunnen tussen 1 april en 1 juni voorafgaande aan het desbetreffende studiejaar een verzoek indienen bij de Minister om te worden aangewezen als politieke jongerenorganisatie of een landelijke organisatie als bedoeld in artikel 7.51, zevende lid van de wet. Bij dat verzoek dienen te worden bijgevoegd:

    • a. de statuten of reglementen van de organisatie;

    • b. een verklaring van een accountant waaruit blijkt dat de organisatie ten minste tweehonderd vijftig betalende leden, contribuanten of donateurs omvat, dan wel uit een samenwerkingsverband bestaat van instellingen, organisaties of rechtspersonen die samen ten minste tweehonderd vijftig betalende leden, contribuanten of donateurs omvatten;

    • c. in het geval van een politieke jongerenorganisatie: de schriftelijke verklaring van de politieke partij, vertegenwoordigd in de beide Kamers der Staten Generaal, waaruit blijkt dat de desbetreffende organisatie met die politieke partij is gelieerd.

  • 3 Een organisatie, genoemd in het tweede lid, die aansluitend op een eerdere toekenning een verzoek indient, informeert de Minister slechts over wijzigingen in de desbetreffende bescheiden.

  • 4 De Minister stelt de organisatie, bedoeld in het tweede lid uiterlijk op 15 juli voorafgaande aan het desbetreffende studiejaar in kennis van zijn beslissing.

Artikel 11. Vertegenwoordigers

  • 1 Het bestuur van een organisatie, bedoeld in artikel 10, wijst de vertegenwoordiger of vertegenwoordigers aan die voor de financiële ondersteuning tijdens een studiejaar in aanmerking komen. Van die aanwijzing doet dat bestuur mededeling aan de Minister vóór 1 november van het desbetreffende studiejaar.

  • 2 Financiële ondersteuning wordt gegeven tot ten hoogste het bedrag voor het gehele studiejaar voor vijf vertegenwoordigers van een organisatie, bedoeld in artikel 10, eerste lid, en voor een vertegenwoordiger van een organisatie bedoeld in artikel 10, tweede lid.

  • 3 Indien is voldaan aan het bepaalde in het eerste lid en financiële ondersteuning wordt toegekend, maakt de Minister deze beslissing aan de desbetreffende organisaties bekend en zendt van die bekendmaking een afschrift aan de vertegenwoordiger.

  • 4 Het bestuur van een organisatie kan, in afwijking van het eerste lid, tussentijds de aanwijzing van een vertegenwoordiger intrekken. Van deze intrekking maakt het bestuur melding aan de Minister.

  • 5 Na een intrekking als bedoeld in het vierde lid, kan het bestuur van een organisatie in plaats van de vertegenwoordiger van wie de aanwijzing is ingetrokken, een nieuwe vertegenwoordiger aanwijzen. De aanwijzing van de nieuwe vertegenwoordiger geldt voor het resterende gedeelte van het desbetreffende studiejaar.

Artikel 12. Aanspraak

  • 1 De vertegenwoordiger heeft, behoudens het tweede lid, gedurende het tijdvak waarvoor de in artikel 12 bedoelde aanwijzing geldt, aanspraak op financiële ondersteuning.

  • 2 Indien het bestuur van een organisatie na intrekking van de eerste aanwijzing een andere vertegenwoordiger aanwijst, heeft deze met ingang van de eerste volle maand na zijn aanwijzing aanspraak op financiële ondersteuning.

  • 3 In afwijking van het eerste en tweede lid heeft de vertegenwoordiger, wanneer hij te kennen heeft gegeven dat hij gedurende het tijdvak waarvoor zijn aanwijzing geldt van zijn aanspraak op financiële ondersteuning geen gebruik maakt, aanspraak op financiële ondersteuning gedurende een even groot tijdvak dat direct aansluit op de periode, bedoeld in artikel 5.2 van de Wet studiefinanciering 2000, waarin studiefinanciering in de vorm van een prestatiebeurs is genoten.

  • 4 De vertegenwoordiger die van zijn aanspraak gebruik wenst te maken dan wel toepassing wenst van het derde lid, meldt dit aan de Minister voor de aanvang van het tijdvak waarvoor de aanwijzing geldt.

  • 5 De vertegenwoordiger die toepassing wenst van het derde lid, dient gedurende het tijdvak waarvoor hij voor financiële ondersteuning in aanmerking wenst te komen, als student te zijn ingeschreven.

Artikel 13. Hoogte van de aanspraak

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
  • 1 [Red: Dit lid is nog niet in werking getreden.] .

  • 2 De toekenning van de financiële ondersteuning vindt plaats per maand.

  • 3 In geval van toepassing van artikel 12, derde lid, wordt het in het eerste lid vermelde bedrag aangepast naar de maatstaven die gelden op het tijdstip van toekenning.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 115, datum inwerkingtreding 01-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Hoogte van de aanspraak

1 De financiële ondersteuning is gelijk 115% van het brutominimumloon voor een werknemer van 23 jaar of ouder bij een volledig dienstverband per maand.

2 De toekenning van de financiële ondersteuning vindt plaats per maand.

3 In geval van toepassing van artikel 12, derde lid, wordt het in het eerste lid vermelde bedrag aangepast naar de maatstaven die gelden op het tijdstip van toekenning.

Artikel 14. Grensbedrag vrijstellingsregeling Open Universiteit

Het instellingsbestuur van de Open Universiteit stelt een regeling vast, bedoeld in artikel 7.50 van de wet, waarin een voorziening in de vorm van een verlaging van het cursusgeld, voor studenten van wie het toetsingsinkomen, bedoeld in artikel 8, eerste tot en met vierde lid, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, blijkens door de student te leveren bewijsstukken, minder dan 110% van het belastbaar minimumloon bedraagt. De hoogte van de verlaging is in elk geval afhankelijk van het inkomen van de betrokkene.

Paragraaf 7. Centraal register inschrijvingen hoger onderwijs

Artikel 15. Gegevens

  • 1 Het CRI-HO bevat gegevens over de inschrijving als student of extraneus.

  • 3 In afwijking van het tweede lid worden de gegevens, bedoeld in bijlage 10, onderdelen c. tot en met g., onderdeel o. en onderdelen v. tot en met x., door de gemeente uit de basisadministratie persoonsgegevens verstrekt. Deze verstrekking geschiedt binnen vier weken na de dag van verzending van het verzoek om inlichtingen door Informatie Beheer Groep. Informatie Beheer Groep kan bij het verzoek om inlichtingen aangeven hoe de overdracht van informatie moet plaatsvinden.

  • 4 Indien de gemeente de gegevens, bedoeld in het derde lid niet kan verstrekken, verzoekt Informatie Beheer Groep het instellingsbestuur deze gegevens te verstrekken. Deze verstrekking geschiedt binnen vier weken na de dag van verzending van het verzoek om inlichtingen door Informatie Beheer Groep.

Artikel 16. Tijdstip en wijze levering gegevens

  • 2 Het instellingsbestuur verstrekt de gegevens over het met goed gevolg hebben afgelegd van het afsluitende examen op een door Informatie Beheer Groep te bepalen wijze aan Informatie Beheer Groep binnen acht weken na het afleggen van het afsluitende examen, onverminderd het bepaalde in artikel 4.4 van het besluit.

Artikel 17. Beheer

  • 1 De in het CRI-HO opgenomen gegevens worden gedurende vijftig jaren bewaard. Na het verstrijken van deze termijn worden zij uit het CRI-HO verwijderd. Indien aan Informatie Beheer Groep bekend is geworden dat de geregistreerde persoon is overleden, worden de gegevens, bedoeld in bijlage 10, onderdelen c en g, verwijderd binnen twee jaren na het bekend worden van het overlijden.

Paragraaf 8. Slotbepalingen

Artikel 18. Intrekking andere regelingen

Terugwerkende kracht

Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.

De volgende regelingen worden ingetrokken:

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 115, datum inwerkingtreding 01-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Intrekking andere regelingen

De volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. de Regeling vaststelling collegegeld studiejaar 2006–2007,

  • b. de Regeling vaststelling collegegeld voltijdse opleidingen studiejaar 2007–2008,

  • c. de Regeling vaststelling collegegeld voltijdse opleidingen studiejaar 2008–2009,

  • d. de Regeling financiële ondersteuning Studentenkamer WHW,

  • e. de Regeling administratieve bepalingen landelijke afstudeersteun hoger onderwijs,

  • f. de Regeling vaststelling grensbedrag vrijstellingsregeling Open Universiteit,

  • g. de Regeling toelage Raad van Toezicht academische ziekenhuizen, en

  • h. de Regeling CRI-HO 1996.

Artikel 19. Inwerkingtreding

  • 5 Bijlage 10, onderdelen g, voor zover het betreft de vermelding van de Duitse bondsstaat, q, r en w, treedt in werking met ingang van 1 oktober 2009.

Artikel 20. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling financiën hoger onderwijs.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Minister

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

R.H.A. Plasterk

Bijlage 1. (behorend bij artikel 2, tweede lid)

Factoren als bedoeld in artikel 4.12, vierde lid, van het besluit van hogescholen met opleidingen op andere gebieden dan landbouw en natuurlijke omgeving

code

hogeschool

factor

00BH

Saxion Hogeschool IJselland

6,6165

00IC

Katholieke PABO Zwolle

4,4072

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

11,1299

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

5,9702

02BY

Gerrit Rietveld Academie

12,5930

02NR

Hotelschool Den Haag

7,1350

02NT

Design Academy Eindhoven

12,0814

04CS

Hogeschool Helicon

8,0735

07GR

Avans Hogeschool Breda/Tilburg

6,5604

08OK

Hogeschool De Kempel

5,6651

08YJ

Hogeschool Edith Stein

5,4611

09OR

Hogeschool Domstad

5,4458

09OT

Iselinge Hogeschool

5,8508

10IZ

Marnix Academie

5,5784

10KK

Fontys PABO Eindhoven

7,1341

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

11,1696

15BK

Christelijke Hogeschool Driestar

5,2085

15CL

Fontys Hogescholen Eindhoven

6,4853

17XA

Fontys PABO Limburg

4,5684

21IY

Stenden Hogeschool (Emmen)

7,2023

21MI

Hogeschool Zeeland

7,5451

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

13,5264

21QL

Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

6,5724

21RI

Hogeschool Leiden

5,4234

21UG

Hogeschool IPABO

4,3179

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

5,1267

21WN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

6,3735

21WO

Fontys Hogescholen Venlo

7,5214

22BO

Fontys Hogescholen Tilburg

5,8868

22BP

Fontys PABO ’s-Hertogenbosch

5,2485

22BQ

Fontys Hogescholen Sittard

6,5528

22EX

Stenden Hogeschool (Leeuwarden)

5,9524

22HH

Gereformeerde Hogeschool voor Beroepsonderwijs

5,1929

22JA

Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool

7,5408

22OJ

Hogeschool Rotterdam

5,7881

23AH

Saxion Hogeschool Enschede

7,0292

23KJ

Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Den Haag

14,0787

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

4,5211

25BE

Hanzehogeschool Groningen

7,0446

25DW

Hogeschool Utrecht

5,6439

25JX

Hogeschool Zuyd

6,7388

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

6,1231

27NF

ArtEZ hogeschool

14,0175

27PZ

Hogeschool INHOLLAND

5,0175

27UM

Haagse Hogeschool

6,5922

28DN

Hogeschool van Amsterdam

(21QW)

6,1587

   

(21HR)

4,2727

Factoren als bedoeld in artikel 4.12, vierde lid, van het besluit van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving

code

hogeschool

factor

01DZ

STOAS Hogeschool

9,7483

01MY

CAH Dronten

9,4971

21CW

HAS Den Bosch

10,7939

22ND

Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein

9,8906

24LE

Van Hall Instituut

9,9719

27PZ

Hogeschool INHOLLAND

8,0411

Bijlage 2. bij artikel 2, derde lid

Opleidingen of dezelfde opleiding aan een andere hogeschool bedoeld in artikel 4.17, derde lid, van het besluit

opleiding

andere opleidingen die worden beschouwd als ‘de opleiding of dezelfde opleiding bij een andere hogeschool’

       

code

naam

code

naam

39110

autonome beeldende kunst

04699

beeldende kunst en vormgeving

39111

vormgeving

04699

beeldende kunst en vormgeving

   

04711

proped. jaar beeldende kunst

   

04712

algemene industriële vormgeving

   

04716

architectonische vormgeving

   

04718

fotografische vormgeving

   

04719

keramische vormgeving

   

04720

modevormgeving

   

04721

monumentale vormgeving

   

04722

plastische vormgeving

   

04723

publ.- c.q. grafische vormgeving

   

04724

schilderkundige vormgeving

   

04725

textiele vormgeving

   

04726

vormg. in metalen en kunststoffen

39100

docent beeldende kunst

04943

handvaardigheid b

 

en vormgeving

04950

prop. docent beeldende kunst

   

05081

tekenen 1e gr

   

05082

handvaardigheid 1e gr

   

05083

textiele werkvormen 1e gr

   

05084

tekenen 1e gr

   

05085

handvaardigheid 1e gr

   

05086

textiele werkvormen 1e gr

   

05150

handvaardigheid 2e gr

   

05179

tekenen 2e gr

   

05181

textiele werkvormen 2e gr

   

05249

textiele werkvormen 3e gr

   

05322

tekenen 2e gr

   

05342

handvaardigheid 2e gr

   

05362

textiele werkvormen 2e gr

   

05512

beeldende vorming 2e gr

34739

muziek

04739

muziek

   

04748

praktijkdiploma kerkmuziek

   

04754

directie koor, orkest, of hafa

   

04764

compositie of -/elektronische muziek

   

04770

uitvoerend musicus

   

04789

praktijkdiploma orkest-/ensembleleiding

   

04793

praktijkdiploma koordirectie

   

04966

muziekregistratie

   

04794

praktijkdiploma directie harmonie/fanfare

   

04795

praktijkdiploma beiaard

   

04820

docerend musicus

   

04862

theorie der muziek

   

04961

praktijkdiploma orgel

   

04965

muziekdramatische opleiding

39112

docent muziek

04841

algemene muzikale vorming

   

04863

schoolmuziek

39206

muziektherapie

geen

 

34860

theater

04752

proped. jaar dans en theater

   

04860

theater

   

04741

uitvoerende beoefening v.h. drama

   

04743

uitvoerende beoefening v.d. kleinkunst

   

04744

uitvoerende beoefening v.d. mime

34745

docent drama

04745

docent drama

   

04941

docent mime

   

04691

expressie door woord en gebaar

   

04698

expressie door woord en gebaar

   

34941

docent mime

34941

docent mime

34745

docent drama

   

04745

docent drama

   

04941

docent mime

   

04691

expressie door woord en gebaar

   

04698

expressie door woord en gebaar

34128

circus arts

geen

 

34798

dans

04798

uitvoerende beoefening v.d. dans

   

04752

proped. jaar dans en theater

   

04860

theater

   

34940

docent dans

   

04940

docent dans

34940

docent dans

04940

docent dans

   

04752

proped. jaar dans en theater

   

04798

uitvoerende beoefening v.d. dans

   

34798

dans

   

04860

theater

34733

film en televisie

04699

beeldende kunst en vormgeving

   

04733

film en televisie / film- en tv-vormgeving

Bijlage 3. bij artikel 3, eerste lid, onderdeel a

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.10, van het besluit

universiteit

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

21PB

Universiteit Leiden

€ 1.094.980

€ 17.656.988

€ 232.000

€ 18.983.969

21PC

Universiteit Groningen

€ 1.434.672

€ 26.024.581

€ 0

€ 27.459.253

21PD

Universiteit Utrecht

€ 2.018.990

€ 45.023.000

€ 250.000

€ 47.291.990

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 944.574

€ 21.055.124

€ 7.704.800

€ 29.704.498

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 1.093.953

€ 0

€ 5.858.400

€ 6.952.353

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 673.021

€ 0

€ 0

€ 673.021

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

€ 609.374

€ 9.497.378

€ 13.771.200

€ 23.877.952

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 1.036.084

€ 18.977.722

€ 2.493.000

€ 22.506.806

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 1.536.917

€ 21.947.859

€ 306.000

€ 23.790.776

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 1.156.105

€ 21.286.834

€ 1.069.000

€ 23.511.940

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 1.068.371

€ 23.773.985

€ 1.390.212

€ 26.232.568

21PN

Universiteit van Tilburg

€ 710.883

€ 0

€ 2.764.516

€ 3.475.399

22NC

Open Universiteit

€ 0

€ 0

€ 22.911.698

€ 22.911.698

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 0

€ 0

€ 4.889.000

€ 4.889.000

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 0

€ 0

€ 934.500

€ 934.500

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 0

€ 0

€ 2.615.400

€ 2.615.400

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

bij artikel 3, eerste lid, onderdeel a

Bedragen onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.10 van het besluit

universiteit

     

totaalbedrag

   

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

 

21PB

Universiteit Leiden

€ 1.129.874

€ 18.259.113

€ 239.393

€ 19.628.380

21PC

Universiteit Groningen

€ 1.480.391

€ 26.955.798

€ 0

€ 28.436.189

21PD

Universiteit Utrecht

€ 2.083.329

€ 46.545.853

€ 257.967

€ 48.887.149

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 974.676

€ 21.749.760

€ 7.950.331

€ 30.674.767

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 1.128.814

€ 0

€ 6.791.013

€ 7.919.827

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 694.469

€ 0

€ 0

€ 694.469

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

€ 628.793

€ 9.937.985

€ 14.207.375

€ 24.774.153

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 1.069.102

€ 19.619.305

€ 2.541.534

€ 23.229.941

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 1.585.895

€ 22.681.256

€ 761.577

€ 25.028.728

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 1.192.947

€ 21.984.704

€ 1.103.066

€ 24.280.717

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 1.102.417

€ 24.611.387

€ 1.430.372

€ 27.144.176

21PN

Universiteit van Tilburg

€ 733.537

€ 0

€ 2.850.734

€ 3.584.271

22NC

Open Universiteit

€ 0

€ 0

€ 23.641.833

€ 23.641.833

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 0

€ 0

€ 5.044.799

€ 5.044.799

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 0

€ 0

€ 964.280

€ 964.280

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 0

€ 0

€ 2.698.746

€ 2.698.746

Stcrt. 2009, 17, datum inwerkingtreding 29-01-2009, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 974.676

€ 21.749.760

€ 8.750.331

€ 31.474.767

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 1.128.814

€ 0

€ 31.791.013

€ 32.919.827

Bijlage 4. bij artikel 3, eerste lid, onderdeel b

Percentages onderwijsopslag universiteiten, bedoeld in artikel 4.10 van het besluit

universiteit

percentage

21PB

Universiteit Leiden

8,52025%

21PC

Universiteit Groningen

9,74017%

21PD

Universiteit Utrecht

13,08295%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

5,23818%

21PF

Technische Universiteit Delft

12,73542%

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

7,22438%

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

6,20197%

21PJ

Universiteit Maastricht

5,32883%

21PK

Universiteit van Amsterdam

11,63778%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

8,34177%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

8,55065%

21PN

Universiteit van Tilburg

3,39764%

22NC

Open Universiteit

0%

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

0%

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

0%

23BF

Universiteit voor Humanistiek

0%

Bijlage 5. bij artikel 3, tweede lid, onderdeel a

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

hogeschool

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

00BH

Saxion Hogeschool IJselland

€ 1.189.694

€ 45.380

€ 0

€ 1.235.074

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 143.572

€ 0

€ 0

€ 143.572

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 1.255.898

€ 0

€ 31.000

€ 1.286.898

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 3.427.491

€ 294.970

€ 0

€ 3.722.461

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 350.234

€ 0

€ 56.000

€ 406.234

02NR

Hotelschool Den Haag

€ 430.421

€ 0

€ 46.000

€ 476.421

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 202.005

€ 0

€ 26.000

€ 228.005

04CS

Hogeschool Helicon

€ 131.541

€ 4.538

€ 7.000

€ 143.079

07GR

Avans Hogeschool Breda/Tilburg

€ 2.386.606

€ 77.146

€ 0

€ 2.463.752

08OK

Hogeschool De Kempel

€ 208.300

€ 0

€ 0

€ 208.300

08YJ

Hogeschool Edith Stein

€ 251.786

€ 0

€ 0

€ 251.786

09OR

Hogeschool Domstad

€ 282.180

€ 0

€ 0

€ 282.180

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 149.609

€ 0

€ 0

€ 149.609

10IZ

Marnix Academie

€ 324.975

€ 0

€ 0

€ 324.975

10KK

Fontys PABO Eindhoven

€ 300.046

€ 0

€ 0

€ 300.046

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 650.632

€ 0

€ 97.000

€ 747.632

15BK

Christelijke Hogeschool Driestar

€ 314.392

€ 0

€ 0

€ 314.392

15CL

Fontys Hogescholen Eindhoven

€ 3.123.006

€ 351.389

€ 0

€ 3.474.395

17XA

Fontys PABO Limburg

€ 198.805

€ 0

€ 0

€ 198.805

21IY

Stenden Hogeschool (Emmen)

€ 485.897

€ 18.152

€ 70.000

€ 574.049

21MI

Hogeschool Zeeland

€ 922.611

€ 0

€ 35.000

€ 957.611

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 1.721.683

€ 0

€ 111.000

€ 1.832.683

21QL

Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

€ 1.417.101

€ 0

€ 0

€ 1.417.101

21RI

Hogeschool Leiden

€ 1.226.626

€ 576.571

€ 0

€ 1.803.197

21UG

Hogeschool IPABO

€ 433.703

€ 0

€ 0

€ 433.703

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

€ 1.406.020

€ 0

€ 44.000

€ 1.450.020

21WN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

€ 1.911.436

€ 721.542

€ 1.622.265

€ 4.255.243

21WO

Fontys Hogescholen Venlo

€ 505.516

€ 0

€ 450.000

€ 955.516

22BO

Fontys Hogescholen Tilburg

€ 3.634.865

€ 862.220

€ 0

€ 4.497.085

22BP

Fontys PABO ’s-Hertogenbosch

€ 154.121

€ 0

€ 0

€ 154.121

22BQ

Fontys Hogescholen Sittard

€ 201.747

€ 122.526

€ 0

€ 324.273

22EX

Stenden Hogeschool (Leeuwarden)

€ 1.400.975

€ 58.994

€ 35.000

€ 1.494.969

22HH

Gereformeerde Hogeschool voor Beroepsonderwijs

€ 300.150

€ 13.614

€ 0

€ 313.764

22JA

Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool

€ 143.277

€ 40.842

€ 0

€ 184.119

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 5.280.872

€ 2.758.176

€ 0

€ 8.039.048

23AH

Saxion Hogeschool Enschede

€ 2.701.206

€ 337.077

€ 249.000

€ 3.287.283

23KJ

Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Den Haag

€ 770.724

€ 0

€ 2.758.310

€ 3.529.034

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 804.015

€ 31.766

€ 0

€ 835.781

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 4.603.004

€ 2.326.454

€ 180.000

€ 7.109.458

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 6.611.705

€ 4.328.555

€ 0

€ 10.940.260

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 3.269.694

€ 1.662.699

€ 413.000

€ 5.345.393

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 5.418.702

€ 2.350.804

€ 206.000

€ 7.975.506

27NF

ArtEZ hogeschool

€ 1.402.115

€ 0

€ 137.000

€ 1.539.115

27PZ

Hogeschool INHOLLAND

€ 6.619.453

€ 5.839.022

€ 0

€ 12.458.475

27UM

Haagse Hogeschool

€ 3.551.368

€ 131.602

€ 0

€ 3.682.970

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 6.710.602

€ 562.712

€ 0

€ 7.273.314

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

hogeschool

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

01DZ

STOAS Hogeschool

€ 184.740

€ 13.614

€ 0

€ 198.354

01MY

CAH Dronten

€ 276.657

€ 0

€ 91.000

€ 367.657

21CW

HAS Den Bosch

€ 404.755

€ 0

€ 0

€ 404.755

22ND

Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein

€ 470.191

€ 0

€ 18.000

€ 488.191

24LE

Van Hall Instituut

€ 436.342

€ 0

€ 23.000

€ 459.342

27PZ

Hogeschool INHOLLAND

€ 170.315

€ 0

€ 0

€ 170.315

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

bij artikel 3, tweede lid, onderdeel a

Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

hogeschool

     

totaalbedrag

   

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

 

00BH

Saxion Hogeschool IJselland

€ 1.250.819

€ 45.380

€ 0

€ 1.296.199

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 170.949

€ 0

€ 0

€ 170.949

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 1.300.329

€ 0

€ 31.000

€ 1.331.329

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 3.648.868

€ 294.970

€ 0

€ 3.943.838

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 361.283

€ 0

€ 56.000

€ 417.283

02NR

Hotelschool Den Haag

€ 443.983

€ 0

€ 46.000

€ 489.983

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 208.376

€ 0

€ 26.000

€ 234.376

04CS

Hogeschool Helicon

€ 144.918

€ 4.538

€ 7.000

€ 156.456

07GR

Avans Hogeschool Breda/Tilburg

€ 2.485.213

€ 77.146

€ 0

€ 2.562.359

08OK

Hogeschool De Kempel

€ 246.051

€ 0

€ 0

€ 246.051

08YJ

Hogeschool Edith Stein

€ 296.237

€ 0

€ 0

€ 296.237

09OR

Hogeschool Domstad

€ 326.803

€ 0

€ 0

€ 326.803

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 172.257

€ 0

€ 0

€ 172.257

10IZ

Marnix Academie

€ 378.325

€ 0

€ 0

€ 378.325

10KK

Fontys PABO Eindhoven

€ 345.778

€ 0

€ 0

€ 345.778

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 673.157

€ 0

€ 97.000

€ 770.157

15BK

Christelijke Hogeschool Driestar

€ 363.703

€ 0

€ 0

€ 363.703

15CL

Fontys Hogescholen Eindhoven

€ 3.221.421

€ 364.855

€ 0

€ 3.586.276

17XA

Fontys PABO Limburg

€ 227.136

€ 0

€ 0

€ 227.136

21IY

Stenden Hogeschool (Emmen)

€ 538.066

€ 18.152

€ 70.000

€ 626.218

21MI

Hogeschool Zeeland

€ 971.290

€ 0

€ 35.000

€ 1.006.290

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 1.784.859

€ 0

€ 111.000

€ 1.895.859

21QL

Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

€ 1.461.755

€ 0

€ 0

€ 1.461.755

21RI

Hogeschool Leiden

€ 1.314.415

€ 591.046

€ 0

€ 1.905.461

21UG

Hogeschool IPABO

€ 504.451

€ 0

€ 0

€ 504.451

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

€ 1.450.323

€ 0

€ 44.000

€ 1.494.323

21WN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

€ 2.020.040

€ 721.542

€ 1.673.541

€ 4.415.123

21WO

Fontys Hogescholen Venlo

€ 521.445

€ 0

€ 450.000

€ 971.445

22BO

Fontys Hogescholen Tilburg

€ 3.914.208

€ 862.220

€ 0

€ 4.776.428

22BP

Fontys PABO ’s-Hertogenbosch

€ 179.029

€ 0

€ 0

€ 179.029

22BQ

Fontys Hogescholen Sittard

€ 219.804

€ 122.526

 

€ 342.330

22EX

Stenden Hogeschool (Leeuwarden)

€ 1.485.360

€ 58.994

€ 35.000

€ 1.579.354

22HH

Gereformeerde Hogeschool voor Beroepsonderwijs

€ 332.871

€ 13.614

€ 0

€ 346.485

22JA

Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool

€ 159.167

€ 40.842

€ 0

€ 200.009

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 6.443.435

€ 2.824.280

€ 0

€ 9.267.715

23AH

Saxion Hogeschool Enschede

€ 2.786.319

€ 347.521

€ 249.000

€ 3.382.840

23KJ

Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Den Haag

€ 795.690

€ 0

€ 2.836.528

€ 3.632.218

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 856.584

€ 31.766

€ 0

€ 888.350

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 4.793.699

€ 2.388.572

€ 180.000

€ 7.362.271

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 7.496.905

€ 4.428.847

€ 0

€ 11.925.752

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 3.381.898

€ 1.715.487

€ 413.000

€ 5.510.385

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 5.708.650

€ 2.412.716

€ 206.000

€ 8.327.366

27NF

ArtEZ hogeschool

€ 1.457.243

€ 0

€ 137.000

€ 1.594.243

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 7.779.950

€ 6.009.178

€ 0

€ 13.789.128

27UM

Haagse Hogeschool

€ 4.318.429

€ 131.602

€ 0

€ 4.450.031

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 8.212.015

€ 562.712

€ 0

€ 8.774.727

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

hogeschool

kwaliteit

kwetsbare opleidingen

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

01DZ

STOAS Hogeschool

€ 183.979

€ 13.614

€ 0

€ 197.593

01MY

CAH Dronten

€ 275.518

€ 0

€ 91.292

€ 366.810

21CW

HAS Den Bosch

€ 403.088

€ 0

€ 0

€ 403.088

22ND

Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein

€ 468.255

€ 0

€ 17.862

€ 486.117

24LE

Van Hall Instituut

€ 434.546

€ 0

€ 19.864

€ 454.392

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 169.614

€ 0

€ 0

€ 169.614

Stcrt. 2009, 17, datum inwerkingtreding 29-01-2009, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

Bijlage 5. bij artikel 3, tweede lid, onderdeel a

Bedragen onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

00BH

Saxion Hogeschool IJselland

€ 1.250.830

€ 45.380

€ 31.214

€ 1.327.424

00IC

Katholieke PABO Zwolle

€ 170.950

€ 0

€ 30.177

€ 201.127

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

€ 1.300.274

€ 0

€ 103.675

€ 1.403.949

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

€ 3.648.898

€ 294.970

€ 257.064

€ 4.200.932

02BY

Gerrit Rietveld Academie

€ 361.271

€ 0

€ 56.000

€ 417.271

02NR

Hotelschool Den Haag

€ 443.987

€ 0

€ 46.000

€ 489.987

02NT

Design Academy Eindhoven

€ 208.371

€ 0

€ 26.000

€ 234.371

04CS

Hogeschool Helicon

€ 144.909

€ 4.538

€ 20.532

€ 169.979

07GR

Avans Hogeschool Breda/Tilburg

€ 2.485.227

€ 77.146

€ 30.898

€ 2.593.271

08OK

Hogeschool De Kempel

€ 246.053

€ 0

€ 41.183

€ 287.236

08YJ

Hogeschool Edith Stein

€ 296.239

€ 0

€ 48.219

€ 344.458

09OR

Hogeschool Domstad

€ 326.806

€ 0

€ 47.182

€ 373.988

09OT

Iselinge Hogeschool

€ 172.258

€ 0

€ 23.681

€ 195.939

10IZ

Marnix Academie

€ 378.328

€ 0

€ 56.925

€ 435.253

10KK

Fontys PABO Eindhoven

€ 345.780

€ 0

€ 47.904

€ 393.684

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

€ 673.095

€ 0

€ 222.187

€ 895.282

15BK

Christelijke Hogeschool Driestar

€ 363.705

€ 0

€ 57.737

€ 421.442

15CL

Fontys Hogescholen Eindhoven

€ 3.221.437

€ 369.746

€ 0

€ 3.591.183

17XA

Fontys PABO Limburg

€ 227.138

€ 0

€ 29.139

€ 256.277

21IY

Stenden Hogeschool (Emmen)

€ 538.071

€ 18.152

€ 118.670

€ 674.893

21MI

Hogeschool Zeeland

€ 971.298

€ 0

€ 60.891

€ 1.032.189

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

€ 1.784.702

€ 0

€ 254.170

€ 2.038.872

21QL

Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

€ 1.461.766

€ 0

€ 0

€ 1.461.766

21RI

Hogeschool Leiden

€ 1.314.426

€ 579.953

€ 67.886

€ 1.962.265

21UG

Hogeschool IPABO

€ 504.455

€ 0

€ 75.374

€ 579.829

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

€ 1.450.335

€ 0

€ 44.000

€ 1.494.335

21WN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

€ 2.020.052

€ 721.542

€ 1.782.519

€ 4.524.113

21WO

Fontys Hogescholen Venlo

€ 521.449

€ 0

€ 450.000

€ 971.449

22BO

Fontys Hogescholen Tilburg

€ 3.914.183

€ 862.220

€ 529.616

€ 5.306.019

22BP

Fontys PABO ’s-Hertogenbosch

€ 179.030

€ 0

€ 26.478

€ 205.508

22BQ

Fontys Hogescholen Sittard

€ 219.806

€ 122.526

€ 30.898

€ 373.230

22EX

Stenden Hogeschool (Leeuwarden)

€ 1.485.373

€ 58.994

€ 88.136

€ 1.632.503

22HH

Gereformeerde Hogeschool voor Beroepsonderwijs

€ 332.874

€ 13.614

€ 30.718

€ 377.206

22JA

Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool

€ 159.168

€ 40.842

€ 30.041

€ 230.051

22OJ

Hogeschool Rotterdam

€ 6.443.467

€ 2.904.085

€ 171.271

€ 9.518.823

23AH

Saxion Hogeschool Enschede

€ 2.786.343

€ 352.601

€ 249.000

€ 3.387.944

23KJ

Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Den Haag

€ 795.642

€ 0

€ 2.958.197

€ 3.753.839

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

€ 856.591

€ 31.766

€ 37.416

€ 925.773

25BE

Hanzehogeschool Groningen

€ 4.793.700

€ 2.435.861

€ 382.546

€ 7.612.107

25DW

Hogeschool Utrecht

€ 7.496.963

€ 4.555.833

€ 341.910

€ 12.394.706

25JX

Hogeschool Zuyd

€ 3.381.882

€ 1.747.380

€ 511.341

€ 5.640.603

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

€ 5.708.698

€ 2.491.752

€ 409.094

€ 8.609.544

27NF

ArtEZ hogeschool

€ 1.457.141

€ 0

€ 285.643

€ 1.742.784

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 7.780.000

€ 6.018.614

€ 224.730

€ 14.023.344

27UM

Haagse Hogeschool

€ 4.318.461

€ 131.602

€ 65.044

€ 4.515.107

28DN

Hogeschool van Amsterdam

€ 8.212.074

€ 562.712

€ 201.763

€ 8.976.549

Bedragen onderwijsopslag van hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

Hogeschool

Kwaliteit

Kwetsbare opleidingen

Bijzondere voorzieningen

Totaalbedrag

01DZ

STOAS Hogeschool

€ 183.979

€ 13.614

€ 0

€ 197.593

01MY

CAH Dronten

€ 275.518

€ 0

€ 91.292

€ 366.810

21CW

HAS Den Bosch

€ 403.088

€ 0

€ 0

€ 403.088

22ND

Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein

€ 468.255

€ 0

€ 17.862

€ 486.117

24LE

Van Hall Instituut

€ 434.546

€ 0

€ 19.864

€ 454.410

27PZ

Hogeschool INHolland

€ 169.614

€ 0

€ 0

€ 169.614

Bijlage 6. bij artikel 3, tweede lid, onderdeel b

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Percentages onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

code

hogeschool

percentage

00BH

Saxion Hogeschool IJselland

0,3609%

00IC

Katholieke PABO Zwolle

0,2920%

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

7,9776%

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

0,4054%

02BY

Gerrit Rietveld Academie

1,8116%

02NR

Hotelschool Den Haag

0%

02NT

Design Academy Eindhoven

0,7765%

04CS

Hogeschool Helicon

1,3715%

07GR

Avans Hogeschool Breda/Tilburg

1,1923%

08OK

Hogeschool De Kempel

0,4236%

08YJ

Hogeschool Edith Stein

0,5120%

09OR

Hogeschool Domstad

0,5738%

09OT

Iselinge Hogeschool

0,3042%

10IZ

Marnix Academie

0,6609%

10KK

Fontys PABO Eindhoven

0,6102%

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

8,2333%

15BK

Christelijke Hogeschool Driestar

0,5325%

15CL

Fontys Hogescholen Eindhoven

1,4816%

17XA

Fontys PABO Limburg

0,4043%

21IY

Stenden Hogeschool (Emmen)

0,4950%

21MI

Hogeschool Zeeland

0,2933%

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

20,9621%

21QL

Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

0,2643%

21RI

Hogeschool Leiden

0,6817%

21UG

Hogeschool IPABO

0,8820%

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

0%

21WN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

0,8320%

21WO

Fontys Hogescholen Venlo

0%

22BO

Fontys Hogescholen Tilburg

7,3508%

22BP

Fontys PABO ’s-Hertogenbosch

0,3134%

22BQ

Fontys Hogescholen Sittard

0%

22EX

Stenden Hogeschool (Leeuwarden)

0,5566%

22HH

Gereformeerde Hogeschool voor Beroepsonderwijs

0,2853%

22JA

Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool

0%

22OJ

Hogeschool Rotterdam

2,4272%

23AH

Saxion Hogeschool Enschede

0%

23KJ

Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Den Haag

6,6795%

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

0,3766%

25BE

Hanzehogeschool Groningen

5,1092%

25DW

Hogeschool Utrecht

0,4766%

25JX

Hogeschool Zuyd

5,7329%

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

1,0413%

27NF

ArtEZ hogeschool

13,9093%

27PZ

Hogeschool INHOLLAND

2,6115%

27UM

Haagse Hogeschool

0,3113%

28DN

Hogeschool van Amsterdam

0,4839%

Percentages onderwijsopslag hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

code

hogeschool

percentage

01DZ

STOAS Hogeschool

 

01MY

CAH Dronten

 

21CW

HAS Den Bosch

n.v.t.

22ND

Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein

 

24LE

Van Hall Instituut

 

27PZ

Hogeschool INHOLLAND

 

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

bij artikel 3, tweede lid, onderdeel b

Percentages onderwijsopslag hogescholen, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

code

hogeschool

percentage

00BH

Saxion Hogeschool IJselland

0,35991%

00IC

Katholieke PABO Zwolle

0,29113%

00MF

Hogeschool voor de Kunsten Utrecht

7,98164%

01VU

Christelijke Hogeschool Windesheim

0,40426%

02BY

Gerrit Rietveld Academie

1,81257%

02NR

Hotelschool Den Haag

0,00000%

02NT

Design Academy Eindhoven

0,77691%

04CS

Hogeschool Helicon

1,37183%

07GR

Avans Hogeschool Breda/Tilburg

1,19178%

08OK

Hogeschool De Kempel

0,42238%

08YJ

Hogeschool Edith Stein

0,51056%

09OR

Hogeschool Domstad

0,57219%

09OT

Iselinge Hogeschool

0,30337%

10IZ

Marnix Academie

0,65897%

10KK

Fontys PABO Eindhoven

0,60842%

14NI

Codarts, Hogeschool voor de Kunsten

8,23756%

15BK

Christelijke Hogeschool Driestar

0,53095%

15CL

Fontys Hogescholen Eindhoven

1,48231%

17XA

Fontys PABO Limburg

0,40313%

21IY

Stenden Hogeschool (Emmen)

0,49355%

21MI

Hogeschool Zeeland

0,29242%

21QA

Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten

20,97282%

21QL

Avans Hogeschool ’s-Hertogenbosch

0,26445%

21RI

Hogeschool Leiden

0,67977%

21UG

Hogeschool IPABO

0,87944%

21UI

NHTV internationale hogeschool Breda

0,00000%

21WN

Noordelijke Hogeschool Leeuwarden

0,83179%

21WO

Fontys Hogescholen Venlo

0,00000%

22BO

Fontys Hogescholen Tilburg

7,35349%

22BP

Fontys PABO ‘s-Hertogenbosch

0,31252%

22BQ

Fontys Hogescholen Sittard

0,00000%

22EX

Stenden Hogeschool (Leeuwarden)

0,55503%

22HH

Gereformeerde Hogeschool voor Beroepsonderwijs

0,28452%

22JA

Fontys Pedagogisch Technische Hogeschool

0,00000%

22OJ

Hogeschool Rotterdam

2,42628%

23AH

Saxion Hogeschool Enschede

0,00000%

23KJ

Hogeschool van Beeldende Kunsten, Muziek en Dans Den Haag

6,68288%

25BA

Christelijke Hogeschool Ede

0,37555%

25BE

Hanzehogeschool Groningen

5,11074%

25DW

Hogeschool Utrecht

0,47522%

25JX

Hogeschool Zuyd

5,73475%

25KB

Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

1,03833%

27NF

ArtEZ hogeschool

13,91638%

27PZ

Hogeschool INHolland

2,60724%

27UM

Haagse Hogeschool

0,31044%

28DN

Hogeschool van Amsterdam

0,48252%

Percentages onderwijsopslag hogescholen met opleidingen op het gebied van landbouw en natuurlijke omgeving, bedoeld in artikel 4.19 van het besluit

code

hogeschool

percentage

01DZ

STOAS Hogeschool

0,00000%

01MY

CAH Dronten

0,00000%

21CW

HAS Den Bosch

0,00000%

22ND

Internationale Agrarische Hogeschool Larenstein

0,00000%

24LE

Van Hall Instituut

0,00000%

27PZ

Hogeschool INHolland

0,00000%

Bijlage 7. bij artikel 4, tweede lid

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid van het besluit

universiteit

afbouw dynamisering Smart Mix

totaalbedrag

21PB

Universiteit Leiden

€ 7.903.314

€ 10.791.314

21PC

Universiteit Groningen

€ 8.120.547

€ 8.120.547

21PD

Universiteit Utrecht

€ 11.738.009

€ 11.738.009

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 5.100.387

€ 10.018.587

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 11.659.392

€ 14.744.992

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 7.687.283

€ 7.687.283

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

€ 8.206.253

€ 17.331.053

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 3.518.301

€ 3.518.301

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 8.467.254

€ 8.467.254

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 6.007.623

€ 6.007.623

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 8.004.093

€ 10.123.324

21PN

Universiteit van Tilburg

€ 1.587.545

€ 5.442.440

22NC

Open Universiteit

€ 0

€ 9.856.993

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 0

€ 3.176.000

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 0

€ 311.500

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 0

€ 1.743.600

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

bij artikel 4, tweede lid

Bedragen onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, eerste lid van het besluit

universiteit

afbouw dynamisering Smart Mix

bijzondere voorzieningen

totaalbedrag

21PB

Universiteit Leiden

€ 7.903.314

€ 2.983.791

€ 10.887.105

21PC

Universiteit Groningen

€ 8.120.547

 

€ 8.120.547

21PD

Universiteit Utrecht

€ 11.738.009

 

€ 11.738.009

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 5.100.387

€ 5.081.330

€ 10.181.717

21PF

Technische Universiteit Delft

€ 11.659.392

€ 3.187.945

€ 14.847.337

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

€ 7.687.283

 

€ 7.687.283

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

€ 8.206.253

€ 9.427.458

€ 17.633.711

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 3.518.301

 

€ 3.518.301

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 8.467.254

 

€ 8.467.254

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 6.007.623

 

€ 6.007.623

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 8.004.092

€ 2.189.524

€ 10.193.616

21PN

Universiteit van Tilburg

€ 1.587.545

€ 3.982.757

€ 5.570.302

22NC

Open Universiteit

€ 0

€ 10.183.937

€ 10.183.937

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

€ 0

€ 3.281.344

€ 3.281.344

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

€ 0

€ 321.832

€ 321.832

23BF

Universiteit voor Humanistiek

€ 0

€ 1.801.433

€ 1.801.433

Bijlage 8. bij artikel 4, derde lid

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Percentages onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, tweede lid van het besluit

universiteit

percentage

21PB

Universiteit Leiden

8,93068%

21PC

Universiteit Groningen

8,92142%

21PD

Universiteit Utrecht

12,07889%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

4,71422%

21PF

Technische Universiteit Delft

17,85004%

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

8,54385%

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

6,66916%

21PJ

Universiteit Maastricht

4,30231%

21PK

Universiteit van Amsterdam

10,97087%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

7,75843%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

7,09970%

21PN

Universiteit van Tilburg

2,16041%

22NC

Open Universiteit

0%

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

0%

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

0%

23BF

Universiteit voor Humanistiek

0%

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 185, datum inwerkingtreding 26-09-2008, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

bij artikel 4, derde lid

Percentages onderzoek universiteiten, bedoeld in artikel 4.23, tweede lid van het besluit

universiteit

percentage

21PB

Universiteit Leiden

8,92579%

21PC

Universiteit Groningen

8,92190%

21PD

Universiteit Utrecht

12,07954%

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

4,71447%

21PF

Technische Universiteit Delft

17,85100%

21PG

Technische Universiteit Eindhoven

8,54431%

21PH

Universiteit Twente (Enschede)

6,66952%

21PJ

Universiteit Maastricht

4,30255%

21PK

Universiteit van Amsterdam

10,97147%

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

7,75884%

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

7,10009%

21PN

Universiteit van Tilburg

2,16052%

22NC

Open Universiteit

0%

00DV

Protestantse Theologische Universiteit

0%

21QO

Theologische Universiteit Apeldoorn

0%

23BF

Universiteit voor Humanistiek

0%

Bijlage 9. bij artikel 6

Bedragen academische ziekenhuizen, bedoeld in artikel 4.27, eerste lid onder d. van het besluit

universiteit

bedrag

21PB

Universiteit Leiden

€ 13.613.406

21PC

Universiteit Groningen

€ 13.613.406

21PD

Universiteit Utrecht

€ 13.613.406

21PE

Erasmus Universiteit Rotterdam

€ 13.613.406

21PJ

Universiteit Maastricht

€ 13.613.406

21PK

Universiteit van Amsterdam

€ 13.613.406

21PL

Vrije Universiteit Amsterdam

€ 13.613.406

21PM

Radboud Universiteit Nijmegen

€ 13.613.406

Bijlage 10. bij artikel 15, tweede lid

Terugwerkende kracht

Voor deze bijlage is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Gegevens te verstrekken bij de mededeling over beslissingen als bedoeld in artikel 7.52, vijfde lid, van de wet

a.

het OCW-correspondentienummer;

b.

het registratienummer bij de instelling(en);

c.

de naam;

d.

het geslacht;

E

de geboortedatum;

f.

de nationaliteit;

g.

het adres: straat, huisnummer, postcode, woonplaats, land en in voorkomende gevallen de Duitse bondsstaat;

h.

de vooropleiding: de laatstgenoten vooropleiding (diploma) die toegang geeft tot het hoger onderwijs en het tijdstip waarop het diploma van de desbetreffende vooropleiding is behaald;

i.

de inschrijvingsvorm: student of extraneus;

j.

de opleiding(en);

k.

de opleidingsfase: in voorkomende gevallen de propedeutische of postpropedeutische fase;

l.

de opleidingsvorm: voltijdse, deeltijdse of duale inschrijving;

m.

het inschrijvingsjaar en de maand waarin de inschrijving begint;

n.

de beslissing van het instellingsbestuur over tussentijdse beëindiging van de inschrijving, op welke grond deze beslissing is genomen en het inschrijvingsjaar en de maand met ingang waarvan de inschrijving wordt beëindigd;

o.

in voorkomende gevallen de datum van overlijden;

p.

de instelling(en);

q.

[Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

r.

[Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

s.

of voor een bachelor- of een masteropleiding een graad is verleend dan wel voor een ander type opleiding het afsluitende examen met goed gevolg is afgelegd en het inschrijvingsjaar en de maand waarin de graad is verleend of het examen is afgelegd;

t.

of de inschrijving of de graad om een alleen door de instelling te bepalen reden niet voor bekostiging meetelt, indien dit conform de aanwijzingen van Informatie Beheergroep mag en volgens overige regelgeving moet;

u.

het geboorteland van de student of extraneus, van de vader en van de moeder;

v.

de regionale herkomst;

w.

[Red: dit onderdeel is nog niet in werking getreden;]

   

x.

of sprake is van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen.

Terugwerkende kracht

Stcrt. 2008, 115, datum inwerkingtreding 01-10-2009, bevat een wijziging met terugwerkende kracht van deze bijlage. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2008.

bij artikel 15, tweede lid

Gegevens te verstrekken bij de mededeling over beslissingen als bedoeld in artikel 7.52, vijfde lid, van de wet

a.

het OCW-correspondentienummer;

b.

het registratienummer bij de instelling(en);

c.

de naam;

d.

het geslacht;

E

de geboortedatum;

f.

de nationaliteit;

g.

het adres: straat, huisnummer, postcode, woonplaats, land en in voorkomende gevallen de Duitse bondsstaat;

h.

de vooropleiding: de laatstgenoten vooropleiding (diploma) die toegang geeft tot het hoger onderwijs en het tijdstip waarop het diploma van de desbetreffende vooropleiding is behaald;

i.

de inschrijvingsvorm: student of extraneus;

j.

de opleiding(en);

k.

de opleidingsfase: in voorkomende gevallen de propedeutische of postpropedeutische fase;

l.

de opleidingsvorm: voltijdse, deeltijdse of duale inschrijving;

m.

het inschrijvingsjaar en de maand waarin de inschrijving begint;

n.

de beslissing van het instellingsbestuur over tussentijdse beëindiging van de inschrijving, op welke grond deze beslissing is genomen en het inschrijvingsjaar en de maand met ingang waarvan de inschrijving wordt beëindigd;

o.

in voorkomende gevallen de datum van overlijden;

p.

de instelling(en);

q.

[Red: vervallen;]

r.

bij inschrijving aan meer dan een opleiding: de opleiding van eerste inschrijving van de student, te weten,

  • de opleiding waarvoor een persoon het collegegeld, bedoeld in de artikelen 7.43, eerste lid van de wet, is verschuldigd en waarvoor geen vermindering of vrijstelling van het betalen van collegegeld op grond van artikel 7.48, derde of vierde lid, van de wet is verkregen, of,

  • de eerste opleiding waarvoor een persoon het collegegeld, bedoeld in artikelen 7.43, tweede lid of 7.44 van de wet is verschuldigd;

s.

of na een afsluitend examen voor een bachelor- of een masteropleiding een graad is verleend dan wel voor een ander type opleiding het afsluitende examen met goed gevolg is afgelegd en het inschrijvingsjaar en de maand waarin het examen is afgelegd;

t.

of de inschrijving of de graad om een alleen door de instelling te bepalen reden niet voor bekostiging meetelt, indien dit conform de aanwijzingen van Informatie Beheergroep mag en volgens overige regelgeving moet;

u.

het geboorteland van de student of extraneus, van de vader en van de moeder;

v.

de regionale herkomst;

w.

in geval van een verblijfsvergunning: een verblijfsvergunning bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, van de Wet Studiefinanciering 2000.

   

x.

of sprake is van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen.