Postadres aanvraag
De aanvraag wordt gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat onder vermelding
van ‘aanvraag circulaire spoorse doorsnijdingen 2e tranche’.
Bezorgadres:
Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn
Mr R.A. Gallas, notaris
Kantoren Stichthage (boven Den Haag Centraal Station)
13e verdieping
Koningin Julianaplein 10
2595 AA Den Haag
Contactpersonen Pels Rijcken:
De heer mr. R.A. Gallas en de heer mr. R.A. Spit
(070-515 38 50 of ra.spit@pelsrijcken.nl)
Werkinstructie format:
Bij de indiening van de aanvraag dient gebruik gemaakt te worden van onderstaand format.
De minister gebruikt bij de beoordeling van de aanvraag de informatie zoals is vermeld
in dit format.
Bij de invulling van het format dient de gemeente:
-
– de vraag voldoende gemotiveerd kwalitatief te beantwoorden;
-
– indien er kwantitatieve gegevens beschikbaar zijn, dan dient de gemeente deze bij
te voegen;
-
– eventueel te verwijzen naar onderliggende stukken. Als wordt verwezen naar onderliggende
stukken dan moet een concrete verwijzing naar pagina(s) worden opgenomen. Het is niet
de bedoeling dat de beoordelaars van de aanvraag moeten zoeken naar onderbouwingen,
toelichtingen en beschrijvingen;
-
– aan te geven of en in hoeverre informatie in de aanvraag als vertrouwelijk dient te
worden behandeld.
Informatie die niet in het format opgenomen is, of waarnaar niet verwezen is, wordt
niet meegenomen in de beoordeling.
De aanvraag wordt door de burgemeester en wethouders van de gemeente ondertekend.
Het bestuur staat garant voor de juistheid van de informatie in deze aanvraag.
Een ondertekende aanvraag bestaande uit het format en eventueel onderliggende stukken
dient in tweevoud te worden ingediend. Daarnaast dient een elektronische kopie van
de aanvraag en eventuele onderliggende stukken te worden bijgevoegd.
Toelichting voor invulling Standaard Systematiek Kostenramingen (SSK, CROW publicatie
137, tweede druk)
Uit de evaluatie van de Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen is gebleken dat de invulling van de SSK in enkele gevallen op problemen stuitte.
De raming moet dezelfde opbouw hebben als het SSK-spreadsheet. Deze is te vinden op
de CROW-website (http:/www.crow.nl). Om de SSK-raming op goede wijze in te vullen
zijn in onderstaande toelichting enkele punten aangestipt waarop een gemeente moet
letten bij de invulling van de SSK-raming. N.B: Indien de SSK-raming wordt gevolgd wil dat overigens nog niet zeggen dat deze automatisch
wordt goedgekeurd. Deze zal altijd getoetst worden.
Voor het kunnen toetsen van de kostenraming dient deze een opgave te bevatten van
uitgangspunten, aannames, randvoorwaarden en uitsluitingen welke ten grondslag liggen
aan de kostenraming, en dient deze vergezeld te zijn door de benodigde bijbehorende
technische tekeningen die ten grondslag liggen aan de beraming en dus ook aan het
project. Uit de onderbouwing moet blijken de hoeveelheid en prijzen, het prijsniveau
in overeenstemming met complexiteit en uitvoeringsmethode, de indirecte kosten, realisatieonzekerheden
en onnauwkeurigheden.
Ten behoeve van de invulling van de aanvraag en de SSK-raming zal op de website van
het ministerie van Verkeer en Waterstaat (http://www.verkeerenwaterstaat.nl/) nadere
informatie worden opgenomen. Deze informatie zal bestaan uit stellingen ten behoeve
van de kostenraming en stellingen algemeen en geldt slechts ter ondersteuning. Aan
het volgen van deze stellingen kunnen geen rechten worden ontleend. De aanvraag zal
altijd worden getoetst op volledigheid en de andere criteria van deze circulaire.
Toelichting bij bijlage 2 bij de Circulaire spoorse doorsnijdingen 2e tranche
Artikel 1
In dit punt is een omschrijving van hetgeen onder spoor wordt bedoeld opgenomen. Het
is de bedoeling knelpunten bij in gebruik zijnde en in onbruik geraakte spoorwegen
voor een decentralisatie-uitkering in aanmerking te laten komen.
Het Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport is met ingang van de begroting
2008 gewijzigd in Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport, hierna te
noemen MIRT. Het MIRT verschijnt voortaan jaarlijks als onderdeel van de begrotingen
van de ministeries van Verkeer en Waterstaat, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening
en Milieubeheer, Economische Zaken en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Centraal
element in het MIRT is de samenhang tussen ruimtelijke projecten, infrastructuur en
(openbaar) vervoer.
Artikel 2
De decentralisatie-uitkering is bij voorkeur bedoeld voor gemeenten die bestaande
plannen hebben om de barrièrewerking van het spoor te verminderen of op te heffen
maar hier nog niet voldoende financiële middelen voor hebben. Het gaat om gemeenten
die om of aan het spoor gelokaliseerd zijn. De desbetreffende projecten zullen moeten
bijdragen aan stedelijke bereikbaarheid en daarnaast aan de verbetering van de kwaliteit
van de leefomgeving, aan de verbetering van de veiligheid of spoorgebruik. Plannen
die zich enkel op de weg, water of nieuwe stations richten, komen niet in aanmerking
voor een decentralisatie-uitkering.
Artikel 3
Binnen de begroting van 2009 is een bedrag van € 142 miljoen gereserveerd voor een
tweede tranche spoorse doorsnijdingen. Van dit bedrag wordt € 141 (prijspeil 2008)
miljoen in de regeling opgenomen als plafond. Een bedrag van € 1 miljoen is gereserveerd
voor de beoordeling van de aanvragen en de evaluatie van de verstrekte decentralisatie-uitkeringen.
Per project is niet meer dan € 15 miljoen beschikbaar. Uit de evaluatie van de eerste
tranche is gebleken dat de toegewezen projecten gemiddeld een bedrag van € 4 miljoen
hebben ontvangen. Het is de bedoeling meerdere projecten juist dat duwtje te geven
om alsnog gerealiseerd te kunnen worden. Binnen een totaal budget van € 141 miljoen
met een maximum van € 15 miljoen per project geeft dat mogelijkheden.
De kosten die voor een decentralisatie-uitkering in aanmerking komen zijn overgenomen
uit de Regeling eenmalige uitkering spoorse doorsnijdingen. Er is geen aanleiding om deze te wijzigen.
Sommige projecten zijn opgenomen in het MIRT of ontvangen op basis van een programma
van het MIRT een bijdrage van de Minister van Verkeer en Waterstaat in dit verband.
Om dubbele bijdragen vanuit het beleidsterrein van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat
te voorkomen is aan een bijdrage aan een project vanuit het MIRT en op basis van deze
circulaire een maximum gesteld van 25%. Opname in het MIRT zal in dat geval niet leiden
tot afwijzing maar tot een maximum van de totale bijdrage.
Artikel 4
Gekozen is voor een systeem van wie het eerst komt die het eerst ontvangt. De circulaire
is bij voorkeur bedoeld voor gemeenten met bestaande plannen. De aanvragen kunnen
daarom op korte termijn na inwerkingtreding van de circulaire worden ingediend. De
aanvraag dient te worden ondertekend door burgemeester en wethouders. De aanvraag
dient schriftelijk en in tweevoud te worden ingediend. Fax-berichten en e-mail vallen
daar niet onder. De bijlagen en het aanvraagformulier moeten digitaal worden bijgevoegd.
Gedacht kan worden aan CD-rom, USB-stick.
De aanvraag bevat het aanvraagformulier en de SSK-raming. Tevens dient de wijze van
financiering van de totale kosten van het project te worden onderbouwd. Dat betekent
dat het project aantoonbaar financieel 100% moet zijn gedekt op het moment van de
aanvraag. Dit inclusief de decentralisatie-uitkering. De wijze van financiering moet
zekerheid bevatten dat andere partijen inderdaad bijdragen. Een toezegging of een
intentieverklaring van een andere partij is onvoldoende.
De aanvraag kan worden ingediend vanaf 27 november 2008 ten kantore van Pels Rijcken
& Droogleever Fortuijn op werkdagen van 10.00 uur tot en met 17.00 uur. Indiening
per post kan leiden tot registratie op een ander tijdstip dan door de aanvrager gewenst.
Aanvragen die voor 27 november 2008 of na 30 juni 2009 worden ingediend worden niet
geregistreerd en niet behandeld. Tevens is toezending per fax of per email niet toegestaan.
Voor de registratie geldt het tijdstip en de datum van indienen of ontvangst per post
door notaris mr. R.A. Gallas van Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn.
Artikel 5
De circulaire staat niet open voor projecten die al een bijdrage hebben ontvangen
op basis van de Regeling eenmalige uikering spoorse doorsnijdingen.
Om te voorkomen dat nadat een decentralisatie-uitkering is verstrekt het project vervolgens
niet wordt uitgevoerd, is het belangrijk dat gemeenten aantonen hoe de overige financiering
plaatsvindt. Pas wanneer zij dit kunnen aantonen, kunnen zij in aanmerking komen voor
een decentralisatie-uitkering. Bij de aanvraag moet dit goed onderbouwd worden.
Het rijksbeleid waarnaar wordt verwezen in onderdeel e, is onder meer de Kadernota
Railveiligheid, de Nota Mobiliteit, de Nota Ruimte, richtlijnen ten aanzien van de
verschillende elementen bij de criteria en bijvoorbeeld ook brieven van de minister
aan de Tweede Kamer.
Onderdeel f geeft aan dat projecten die reeds met uitvoeringswerkzaamheden zijn gestart
voor publicatie van de circulaire niet in aanmerking komen voor een decentralisatie-uitkering.
Daar het gaat om een circulaire om gemeenten te helpen bij de uitvoer van projecten
die anders op de plank blijven liggen, komen projecten waarvan de werkzaamheden begonnen
zijn niet in aanmerking voor een decentralisatie-uitkering. Uitgangspunt hierbij is
dat voor deze plannen al voldoende financiële middelen beschikbaar zijn. Deze circulaire
is bedoeld voor die projecten die tot op heden niet geheel financieel gedekt waren.
Artikel 6
Het beschikbare bedrag wordt verdeeld op basis van volgorde van binnenkomst. Nadat
de aanvraag volledig is zal bekeken worden of het project voldoet aan de vereisten
van deze circulaire.