U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 31-10-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2013. Geldend van 25-12-2008 t/m heden
Inkomstenbelasting, aanmerkelijk belang; resultaat uit overige werkzaamheden; inbreng lucratief belang
De staatsecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Dit besluit bevat twee goedkeuringen waarvan er één voortvloeit uit een toezegging die is gedaan aan de Tweede Kamer tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen. Beide goedkeuringen betreffen de inbreng van een (lucratief) belang in een vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft.
de ruil van vermogensbestanddelen die een lucratief belang (gaan) vormen tegen aandelen in een persoonlijke houdstervennootschap: aandelenruil
aanmerkelijk belang: AB
lucratief belang: LB
resultaat uit overige werkzaamheden: ROW
Tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen heeft de Tweede Kamer aandacht gevraagd voor volgende situatie. Een belang dat volgens het huidige recht een AB vormt, kwalificeert met ingang van 1 januari 2009 als een LB en wordt vóór 1 januari 2009 ingebracht in een vennootschap (TK 2007/08, 31 459, nr. 9, blz. 13 en 14). Op de vraag van de Tweede Kamer hoe ik voor die situatie tegen een doorschuifregeling aankijk, heb ik geantwoord dat ik bereid ben om voor deze overgangssituatie een beleidsmatige oplossing te treffen zodat afrekening achterwege mag blijven. Dit besluit bevat twee goedkeuringen waarmee ik de toezegging aan de Tweede Kamer gestand doe. De eerste goedkeuring heeft betrekking op de situatie dat de inbreng van het AB reeds in het jaar 2008 plaats vindt. De tweede goedkeuring betreft de inbreng van een LB in het eerste kwartaal van 2009.
Een belastingplichtige kan er voordeel bij hebben om vanaf 1 januari 2009 een LB te houden door middel van een persoonlijke houdstervennootschap. Hij kan dan met gebruikmaking van het voorgestelde artikel 3.95b, vijfde lid, van de Wet IB 2001 bewerkstelligen dat de voordelen uit het middellijk gehouden LB niet tot het ROW gaan behoren, maar als inkomen uit AB worden aangemerkt. Het kan daarom wenselijk zijn een nu nog rechtstreeks gehouden belang vóór 1 januari 2009 in te brengen in een persoonlijke houdstermaatschappij. Indien dat belang nu een AB vormt, leidt een inbreng tot een vervreemdingsvoordeel. Het is dit voordeel waarvoor ik heb toegezegd in de beleidsmatige sfeer een oplossing te treffen om afrekening hierover te voorkomen.
Ik keur goed dat de hierna te noemen inspecteur het voordeel uit de vervreemding van een AB in de situatie zoals hiervoor omschreven op verzoek niet in aanmerking neemt. Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende cumulatieve voorwaarden:
– de verworven aandelen vormen een aanmerkelijk belang in de zin van Hoofdstuk 4 Wet IB 2001;
– als verkrijgingsprijs van de verworven aandelen geldt de verkrijgingsprijs van de in het kader van de aandelenruil vervreemde aandelen of winstbewijzen (waarbij deze verkrijgingsprijs niet uitgaat boven de verkrijgingsprijs als bedoeld in het voorgestelde artikel 3.95b van de Wet IB 2001 in verbinding met artikel VI van het wetsvoorstel 31 459);
– de aandelenruil vindt plaats vóór 1 januari 2009;
– de aandelenruil geschiedt louter tegen gewone aandelen;
– het ingeruilde belang, dat wil zeggen het belang dat met ingang van 2009 als LB zou kwalificeren, wordt op de balans voor de vennootschapsbelasting van de BV te boek gesteld op het bedrag dat de natuurlijk persoon heeft opgeofferd ter verkrijging van het belang vermeerderd met het bedrag waarover ter zake van de verkrijging van het belang inkomstenbelasting is geheven (waarbij deze verkrijgingsprijs niet uitgaat boven de verkrijgingsprijs als bedoeld in het voorgestelde artikel 3.95b van de Wet IB 2001 in verbinding met artikel VI van het wetsvoorstel 31 459);
– het verzoek dient schriftelijk te worden ingediend door of namens de natuurlijk persoon en de BV die het LB verkrijgt en dient te worden gericht aan Belastingdienst/Amsterdam, Postbus 58944, 1040 EE Amsterdam (contactpersoon: de heer D. Varkevisser);
– de natuurlijk persoon en de BV die het LB verkrijgt, verklaren ieder voor zich schriftelijk aan de genoemde inspecteur dat zij instemmen met deze goedkeuring en de daarbij gestelde voorwaarden. De termijn voor het indienen van de akkoordverklaring is zes weken na de dagtekening van de beslissing.
In verband met het krappe tijdpad om een en ander nog in 2008 te realiseren ben ik bereid om ook bij een aandelenruil in het eerste kwartaal van 2009 een beleidsmatige oplossing te treffen waarbij afrekening wordt voorkomen. Daarbij dient te worden opgemerkt dat het belang met ingang van 1 januari 2009 in elk geval als LB wordt aangemerkt en als zodanig onderdeel uitmaakt van Box 1. Anders dan bij de goedkeuring in onderdeel 3 van dit besluit (uitstel van AB-heffing over vervreemdingsvoordeel) zal bij een aandelenruil in het eerste kwartaal van 2009 de goedkeuring betrekking hebben op uitstel van heffing in box 1 over de boekwinst op de aandelen. Vanzelfsprekend zullen de voorwaarden aan de goedkeuring ook hier betrekking hebben op het veiligstellen van de belastingclaims. Tevens moet de aandelenruil daadwerkelijk vóór 1 april 2009 zijn gerealiseerd.
Ik keur goed dat de hierna te noemen inspecteur de bij de vervreemding van het LB behaalde boekwinst in de situatie zoals hiervoor omschreven op verzoek niet in aanmerking neemt. Aan deze goedkeuring verbind ik de volgende cumulatieve voorwaarden:
– de verkrijgingsprijs voor het AB van de verkregen aandelen is gelijk aan de boekwaarde van het ingeruilde LB;
– de aandelenruil vindt plaats vóór 1 april 2009;
– het ingeruilde LB wordt op de balans voor de vennootschapsbelasting van de BV te boek gesteld op de boekwaarde van het LB in Box 1 onmiddellijk voorafgaand aan de ruil;
– het verzoek dient vóór 1 januari 2009 schriftelijk te worden ingediend door of namens de natuurlijk persoon en de BV die het LB verkrijgt en dient te worden gericht aan Belastingdienst/Amsterdam, Postbus 58944, 1040 EE Amsterdam (contactpersoon: de heer D. Varkevisser);
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 13 mei 2008, de datum waarop het Wetsvoorstel Belastingheffing excessieve beloningsbestanddelen bij de Tweede Kamer is ingediend.
Den Haag, 9 december 2008
staatssecretaris
directeur-generaal Belastingdienst
M.A. Ruys
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Inkomstenbelasting, aanmerkelijk belang; resultaat uit overige werkzaamheden; inbreng lucratief belang", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.