In de wet is de mogelijkheid opgenomen om een vergoeding per vergadering of een vaste vergoeding
per maand vast te stellen, maar niet een combinatie van beide. Gekozen kan worden
voor de vergoeding die het beste past bij de werkzaamheden van het betreffende adviescollege
of de commissie.
De vergoeding per vergadering is in het Besluit gemaximeerd op 3% van het maximum van salarisschaal 18 van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984. Het bestaande maximum van salarisschaal 18 bedraagt € 8.373,71, zodat de maximale
vergoeding per vergadering thans € 251,21 bedraagt. Aan de voorzitter van een adviescollege
of commissie kan een vergoeding van maximaal 130% van dit bedrag (€ 326,57) worden
toegekend.
Het gaat hier nadrukkelijk om maximale bedragen. Van belang is, dat de vergoeding
wordt afgestemd op de zwaarte van de werkzaamheden in het adviescollege of de commissie.
Het maximumbedrag wordt, doordat het op deze manier is gekoppeld aan salarisschaal
18, automatisch aangepast aan de algemene salarisontwikkeling van het burgerlijk rijkspersoneel.
Het is overigens geen automatisme, dat de vergoedingen van in te stellen adviescolleges
of commissies aan de algemene salarisontwikkeling van het burgerlijk rijkspersoneel
aangepast worden. De keuze om de bedragen tijdens de bestaansperiode van een adviescollege
of commissie aan te passen aan genoemde algemene salarisontwikkeling kan gemaakt worden
in het in artikel 2 van de wet genoemde besluit.
Een toe te kennen vaste vergoeding wordt gebaseerd op de arbeidsduurfactor en op het
maximumbedrag van de toepasselijke salarisschaal van bijlage B van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984.
Het toekennen van een hogere vergoeding vergt afzonderlijke behandeling in de ministerraad.
In de wet is opgenomen, dat de leden van een adviescollege of commissie een vergoeding van
reis- en verblijfkosten ontvangen op de voet van de regeling voor het personeel werkzaam
bij de sector Rijk. Voor leden van adviescolleges is dat niet nieuw, voor commissies
wel. Hoewel het vacatiegeldenbesluit niet in een reiskostenvergoeding voorzag, werd
het recht op een dergelijke vergoeding echter wel regelmatig aan de beschikkingen
en besluiten over de vastgestelde vacatiegelden toegevoegd. De nieuwe wettelijke bepaling
is, ook voor bestaande commissies, rechtstreeks van toepassing.