Paragraaf 2. Bedrijfsmiddelen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Thema-overstijgende milieu-innovatie
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A0001
Nieuwe milieuvriendelijke techniek
-
a. bestemd voor: het toepassen van een milieuvriendelijke techniek, waarbij:
-
– het gaat om een voor Nederland nieuw werkingsprincipe,
-
– de techniek niet energiebesparing of -opwekking betreft,
-
– de belastingplichtige aantoont dat deze specifieke techniek voor het eerst in Nederland
wordt toegepast (bijvoorbeeld door contractuele vastlegging of een verklaring van
de leverancier), en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het behalen van de milieuvoordelen.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl//miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Elektrisch aangedreven of hybride auto’s komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel
A 0001. Zie de bedrijfsmiddelen G 3110 en D 3111 voor deze auto's. Zonnepanelen komen
niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel A 0001.
F 0100
Software voor duurzame productontwikkeling
-
a. bestemd voor: het, door een kmo, verduurzamen van producten op basis van ontwerpsoftware,
die ten minste vier van de volgende milieuparameters inzichtelijk maakt:
-
b. bestaande uit: ontwerpsoftware.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 6.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Met kmo wordt bedoeld een kleine of middelgrote onderneming.
Grondstoffen en afval
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Circulaire economie, bio-based economy, hernieuwbare grondstoffen, preventie van water-
en grondstoffengebruik, vervanging van niet-duurzame grondstoffen, recycling, afvalverwerking,
waterzuivering
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Bio-based economy
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 1100
Productieapparatuur voor producten op basis van biomassa
-
a. bestemd voor: de verwerking van biomassa tot een product door een onderneming die
niet actief is in de productie van visserij- of aquacultuurproducten zoals bedoeld
onder punt 6 van paragraaf 1 van deze bijlage, waarbij:
-
– het product geen voedingsmiddel of energiedrager zoals brandstof, warmte of elektriciteit,
is,
-
– de biomassa geen mest is,
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
– het restproduct al dan niet een energie- of voedingsmiddeltoepassing krijgt, en
-
1. het product niet gangbaar is, of
-
2. het product wel gangbaar is maar de gebruikte biomassa niet gangbaar is als grondstof
voor het product,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur voor het verwerken van biomassa
tot een product, inclusief voorbewerkingsapparatuur.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld raffinage van biomassastromen (zoals gras),
biochemie of toepassing van natuurlijke vezels, mits het geen gangbare toepassing
is.
Voor verwerking van biomassa door producenten van visserij- of aquacultuurproducten
zie de bedrijfsmiddelen F 2430, F 2600, F 2610, F 2611, F 2612 en F 2613. Zie bedrijfsmiddel
F 2650 voor bewerking van mest met terugwinning van fosfaat en nitraat.
F 1110
Productieapparatuur voor bioplastics of voor het maken van producten van bioplastics
-
a. bestemd voor: het uitsluitend produceren van plastics of plastic producten die gemaakt
zijn van biomassa door een onderneming die niet actief is in de productie van visserij-
of aquacultuurproducten zoals bedoeld onder punt 6 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor het produceren van (producten van) bioplastics.
Toelichting: Structuurverbetering van (producten van) bioplastics met natuurlijke
vezels valt ook onder bedrijfsmiddel F 1110. Voor verwerking van biomassa door producenten
van visserij- of aquacultuurproducten zie de bedrijfsmiddelen F 2600, F 2610, F 2611,
F 2612 en F 2613.
F 1112
Vergistingsinstallatie met algen-, kroos- of wierenreactor
-
a. bestemd voor: het vergisten van organische reststromen, niet zijnde mest, door een
onderneming die niet actief is in de productie van visserij- of aquacultuurproducten
zoals bedoeld onder punt 4 van paragraaf 1 van deze bijlage, waarbij:
-
– de dunne fractie van het digestaat als voeding dient voor de algen-, kroos- of wierenreactor,
-
– de geproduceerde algen, kroos of wieren worden ingezet als (groene grondstof voor)
veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en
-
– het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een vergister, een productiesysteem voor algen, kroos of wieren en
al dan niet de volgende onderdelen: voorbewerkingsapparatuur, een behandelingseenheid
voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, een oogstsysteem, apparatuur
voor verwerking tot grondstof, een gasmotor, een generator en biogasopwerkingsapparatuur.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2659 voor een mestvergistingsinstallatie met algen-,
kroos- of wierenreactor.
A 1113
Algen-, wieren- of kroossysteem voor afvalwaterverwerking
-
a. bestemd voor: het verwerken van afvalwater door biologische afbraak door algen, wieren
of kroos door een onderneming die niet actief is in de productie van visserij- of
aquacultuurproducten zoals bedoeld onder punt 6 van paragraaf 1 van deze bijlage,
waarbij de algen, wieren of het eendenkroos geoogst worden,
-
b. bestaande uit: een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of pomp, een continu meetsysteem,
oogstapparatuur en al dan niet voorscheidingsapparatuur.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2651 voor verwerking van dierlijke mest met een
algen-, wieren- of kroossysteem.
Preventie van water- en grondstoffengebruik
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 1200
Apparatuur voor vermindering van het gebruik van grondstoffen
-
a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik van grondstoffen, waarbij:
-
– de vermindering niet wordt gerealiseerd door recycling of hergebruik,
-
– het geen vermindering van water- of energiegebruik betreft, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het verminderen van het
gebruik van grondstoffen, met uitzondering van apparatuur ter vermindering van water-
of energiegebruik.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
De vermindering van het gebruik van grondstoffen mag ook elders in de keten worden
behaald. Voor investeringen in waterbesparende en water- en grondstoffenbesparende
installaties zie respectievelijk de bedrijfsmiddelen A 1240 en F 1205. Zie bedrijfsmiddel
F 1400 en verder voor investeringen in recycling van grondstoffen en water.
F 1205
Water- en grondstoffenbesparende installatie (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water en het verbruik van andere grondstoffen
door aanpassing of vervanging van een bestaand proces, waarbij:
-
– de waterinname vermindert met ten minste 25 liter per jaar per geïnvesteerde euro,
-
– de inkoop van ten minste één grondstof vermindert met ten minste 30% op gewichtsbasis,
-
– de grondstofbesparing niet wordt gerealiseerd middels vervanging door een andere grondstof,
-
– de besparing wordt gerealiseerd ten opzichte van de bestaande situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de water-
en grondstoffenbesparing te realiseren, met uitzondering van investeringen in uitbreiding
van de productiecapaciteit.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
F 1210
Variabele verpakkingsmachine
-
a. bestemd voor: op basis van variërende hoogte, breedte of lengte verpakken van artikelen
in dozen waardoor per doos een hoeveelheid verpakkings- en vulmateriaal wordt gebruikt
die noodzakelijk is om het artikel schadevrij te vervoeren,
-
b. bestaande uit: een 3D-meetsyteem, een snij- en vouwinrichting, een doosopzet- en vouwsysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een robot, een tapesysteem en een labelprinter.
F 1211
Herbruikbare vastzetters voor lading op rolcontainers
-
a. bestemd voor: het voor transport vastzetten van goederen op rolcontainers met een
herbruikbare vastzetter die vastgemonteerd is op de rolcontainer, ter vervanging van
het gebruik van plastic rekwikkelfolie,
-
b. bestaande uit: herbruikbare vastzetters voor lading.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 25 per bedrijfsmiddel worden ten minste 100 bedrijfsmiddelen
tegelijk aangeschaft en gemeld.
A 1240
Waterbesparende installatie
-
a. bestemd voor: het verminderen van de inname van water voor gebruik als koel-, spoel-
of proceswater, waarbij wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf
1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is om de waterbesparing te bereiken.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
G 1245
Cascadesysteem voor water- en grondstoffenbesparing op een bedrijventerrein (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het doorleveren van (warm) proceswater, al dan niet met daarin opgeloste
grondstoffen, waarbij één of meer ontvangende bedrijven proceswater benutten van één
of meer andere bedrijven en deze bedrijven samen minder water, grondstoffen of energie
innemen ten opzichte van de bestaande situatie,
-
b. bestaande uit: leidingwerk, buffer(s), pomp(en) en al dan niet apparatuur om het water
geschikt te maken voor benutting door het ontvangende bedrijf.
Toelichting: Zowel ontvangend als leverend bedrijf kunnen investeringen melden voor
zover van toepassing op de levering van water tussen de bedrijven. Kosten voor afvalwaterzuivering
komen uitsluitend in aanmerking indien deze aanvullend zijn op waterzuivering die
nodig was geweest voor het voldoen aan lozingsnormen.
A 1246
Milieuvriendelijke wasstraat voor textielreiniging
-
a. bestemd voor: het wassen van textiel met water en zeepoplossingen waarbij het watergebruik
ten hoogste 2 liter per kilogram wasgoed bedraagt,
-
b. bestaande uit: een milieuvriendelijke wasstraat.
D 1249
Regenwaterinstallatie
-
a. bestemd voor: het gebruik van regenwater voor spoelen, koelen of andere niet-drinkwaterdoeleinden
buiten de land- en tuinbouw, ter vermijding van het gebruik van drinkwater,
-
b. bestaande uit: een regenwateropslag en al dan niet de volgende onderdelen: een waterzuiveringsinstallatie
en een fotovoltaïsch systeem voor de energie die de regenwaterinstallatie verbruikt,
met uitzondering van de volgende onderdelen: dakgoten, regenpijpen, regenwaterafvoerpijpen
en eindapparatuur waarmee het regenwater wordt toegepast.
D 1270
Digitaal systeem voor tandheelkundige mond- of afdrukscanning
-
a. bestemd voor: het scannen van (delen van) het gebit, waarbij de scans worden omgezet
in driedimensionale digitale beelden of het op basis van deze scans frezen van tandtechnisch
kroon- en brugwerk,
-
b. bestaande uit: een scanner, een camerapen of een freessysteem en de bijbehorende software,
waarbij apparatuur die alleen gebruikt wordt voor diagnostische doeleinden niet in
aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek.
F 1280
Printersysteem voor uitwisbare toner
-
a. bestemd voor: het printen op papier met uitsluitend uitwisbare toner en het wissen
van het geprinte papier, waardoor het papier opnieuw voor het printen gebruikt wordt,
-
b. bestaande uit: een printerinstallatie voorzien van uitsluitend uitwisbare toner, een
tonerwisinstallatie en al dan niet een papierinzamel- en sorteerinstallatie.
B 1282
Apparatuur voor rugpapiervrije etiketten en stickers
-
a. bestemd voor: het vervaardigen, printen of aanbrengen van uitsluitend rugpapiervrije
etiketten en stickers op verpakkingen en onderdelen,
-
b. bestaande uit: een installatie voor vervaardiging van uitsluitend rugpapiervrije etiketten
en stickers, een printinstallatie of een etiket- of sticker-aanbrenginstallatie.
F 1290
Verwijderingsinstallatie voor zware metalen uit kunstmest
-
a. bestemd voor: het verwijderen van zware metalen uit kunstmest tijdens of na de productie,
zodat de geproduceerde kunstmest in totaal minder dan 0,1 milligram per kilogram aan
zware metalen bevat, wat wordt aangetoond door een meetrapport van een onafhankelijk
meetinstituut of laboratorium,
-
b. bestaande uit: een metaalverwijderingsinstallatie.
Substitutie van water en grondstoffen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 1330
Waterhydraulisch systeem
-
a. bestemd voor: het overbrengen van kracht met een hydraulisch systeem, waarbij:
-
– water als hydrauliekvloeistof wordt toegepast, en
-
– aan het water geen stoffen zijn toegevoegd anders dan vriespuntverlagende middelen,
-
b. bestaande uit: een hydrauliekpomp, besturings- en regelkleppen, een waterhydraulische
hydromotor en een cilinder.
A 1340
Installatie voor het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het tegengaan van kalkaanslag of bio-fouling in koelwatersystemen, afvalwatersystemen
of inpandige leidingen, waarbij:
-
– een bestaande reinigings- of spoeltechniek op basis van chemische ontsmetting wordt
vervangen,
-
– in de nieuwe situatie geen chemische middelen meer worden gebruikt voor ontkalking
en antifouling,
-
– geen gebruik wordt gemaakt van ionenwisseling,
-
– chemische middelen die gebruikt worden voor het terugspoelen of reinigen van de antikalk-
of antibiofoulinginstallatie worden opgevangen en gerecycled of afgevoerd,
-
– de effectiviteit van de techniek en het milieuvoordeel ten opzichte van de huidige
situatie is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: een ontsmettende of ontkalkende installatie en al dan niet aanpassing
van het leidingwerk.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
A 1345
Ontsmettingsinstallatie op basis van Electrolysed Chemical Oxidation
-
a. bestemd voor: het ter plaatse door elektrolyse bereiden van geoxideerd water voor
ontsmetten of reinigen, waarbij het reinigingsmiddel wordt bereid uit water, al dan
niet in combinatie met keukenzout, zonder dat daarbij chloorbleekloog wordt gevormd,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het ter plaatse bereiden en toepassen van het
desinfectie- of reinigingsmiddel.
F 1350
Reinigingsinstallatie op basis van koolzuur- of ijskorrels
-
a. bestemd voor: het door het onder hoge druk opbrengen van koolzuur- of ijskorrels reinigen
van (gevel)oppervlakken, machineonderdelen, halffabricaten of producten,
-
b. bestaande uit: een straalunit, straalnozzles, een (droog)ijsproductie-installatie
en al dan niet de volgende onderdelen: een afzuiginstallatie, een buffer en waterzuiveringsapparatuur
voor het ontstane afvalwater, met uitzondering van het transportsysteem.
F 1380
Textielverfmachine op basis van CO2
-
a. bestemd voor: het waterloos verven van textiel met superkritisch CO2, waarbij de gebruikte kleurstoffen gerecycled worden,
-
b. bestaande uit: een droogverfinstallatie en een doseringseenheid voor superkritische
CO2.
Recycling van afval(water) en grondstoffen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 1400
Apparatuur voor recycling (geen downcycling, al dan niet upcycling) van grondstoffen
-
a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof, waarbij:
-
– de teruggewonnen grondstof wordt teruggebracht tot (nagenoeg) de oorspronkelijke functionele
kwaliteit ('virgin-kwaliteit') of tot een hogere kwaliteit (geen downcycling, al dan
niet upcycling),
-
– in geval van de verwerking van gemengde stromen de bewerking niet leidt tot te storten
stromen,
-
– het geen vermindering van water- of energiegebruik betreft, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het terugwinnen van de
oorspronkelijke grondstof(fen) en het opwaarderen tot 'virgin-' of een hogere kwaliteit,
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur ter vermindering van water-
of energiegebruik en apparatuur ter aanwending van de teruggewonnen grondstof(fen).
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld recyclinginstallaties voor kunststoffen, bouwstoffen
en dergelijke, scheidingsinstallaties (zoals optische of elektrostatische scheiders,
zifters en destillatiesystemen), wasinstallaties, accucel productie-eenheden, recyclinginstallaties
voor lithiumhoudende accu's of verwerkingsinstallaties voor kunstgras.
Voor investeringen in waterbesparende en water- en grondstoffenbesparende installaties
zie respectievelijk de bedrijfsmiddelen A 1240 en F 1205. Zie bedrijfsmiddel F 1200
en verder voor investeringen in preventie van gebruik van grondstoffen en water.
A 1401
Apparatuur voor recycling (downcycling) van grondstoffen
-
a. bestemd voor: het terugbrengen van afval tot een grondstof, waarbij:
-
– de teruggewonnen grondstof wordt teruggebracht tot de oorspronkelijke functionele
kwaliteit ('virgin-kwaliteit') of minder,
-
– in geval van de verwerking van gemengde stromen de bewerking niet leidt tot te storten
stromen,
-
– het geen vermindering van water- of energiegebruik betreft, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het terugwinnen van de
oorspronkelijke grondstof(fen) en het opwaarderen tot 'virgin kwaliteit' of minder,
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur ter vermindering van water-
of energiegebruik en apparatuur ter aanwending van de teruggewonnen grondstof(fen).
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nlmiavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld recyclinginstallaties voor kunststoffen, bouwstoffen
en dergelijke, scheidingsinstallaties (zoals optische of elektrostatische scheiders,
zifters en destillatiesystemen), wasinstallaties, accucel productie-eenheden, recyclinginstallaties
voor lithiumhoudende accu's of verwerkingsinstallaties voor kunstgras.
Voor investeringen in waterbesparende en water- en grondstoffenbesparende installaties
zie respectievelijk de bedrijfsmiddelen A 1240 en F 1205. Zie bedrijfsmiddel F 1200
en verder voor investeringen in preventie van gebruik van grondstoffen en water.
B 1405
Terugwinningsinstallatie voor grondstoffen uit afvalwater of waterzuiveringsslib (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het ten opzichte van de bestaande situatie terugwinnen van één of meer
stoffen aanwezig in afvalwater of waterzuiveringsslib, zoals gedefinieerd in het Landelijk
afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2), waarbij:
-
– het terugwinrendement ten minste 25% (op gewichtsbasis) per stof bedraagt,
-
– de teruggewonnen stof(fen) worden gerecycled,
-
– het terugwinrendement wordt berekend ten opzichte van de bestaande situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het
afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit de afvalwaterstroom of het
waterzuiveringsslib, met uitzondering van investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
F 1406
Terugwinningsinstallatie voor fosfaten uit afval
-
a. bestemd voor: het terug- of herwinnen van fosfaten, al dan niet in combinatie met
andere mineralen, uit afvalstromen, waarbij wordt voldaan aan de vereisten, genoemd
onder punt 9 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van fosfaat en al dan niet andere mineralen,
met uitzondering van investeringen in apparatuur voor het opwerken en toepassen van
teruggewonnen (herwonnen) fosfaat of andere mineralen.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld de terugwinning van fosfaat uit afvalwater,
urine, afvalwaterslib en assen van afvalwaterslibverbranding afkomstig van communale
of industriële biologische waterzuiveringsinstallaties.
Voor installaties voor herwonnen fosfaten, zoals struviet, die toegevoegd worden aan
de meststoffenwet voor gebruik in de landbouw, zie bedrijfsmiddel F 1406. Zie bedrijfsmiddel F 2650
voor mestbewerkingsinstallaties met terugwinning van fosfaten.
F 1408
Afvalscheidingsinstallatie op basis van enzymen
-
a. bestemd voor: het door middel van enzymatische hydrolyse scheiden van huishoudelijk
restafval of vergelijkbaar afval van bedrijven in een organische- en anorganische
fractie, waarbij de organische (vloeibare) fractie kan dienen als grondstof voor duurzame
energieopwekking en uit de anorganische (vaste) fractie grondstoffen zoals metalen
en plastics kunnen worden teruggewonnen,
-
b. bestaande uit: een thermische reactor, een enzymreactor en een behandelingssysteem
voor de vloeibare fractie inclusief ontwateringsapparatuur, met uitzondering van voorzieningen
voor het opwekken van energie of het terugwinnen van grondstoffen uit de anorganische
fractie.
F 1409
Pyrolyse- of kraakinstallatie voor verwerking van afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het pyrolyseren of katalytisch kraken van:
-
1. plastic scheepsafval, waarbij vrijkomende reactieproducten worden toegepast als (grondstof
voor) nieuwe producten, materialen of brandstof, of
-
2. afvalstoffen die niet voor recycling geschikt zijn (maar conform de minimumstandaard
in het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP2) verbrand, al dan niet met terugwinning
van energie, of gestort mogen worden), waarbij:
-
– vrijkomende reactieproducten worden toegepast als grondstof voor nieuwe producten
of materialen of als brandstof, en
-
– wordt aangetoond dat milieuvoordelen worden behaald ten opzichte van de gangbare verwerking,
-
b. bestaande uit: een pyrolysereactor of kraker, een afgas- of rookgasreinigingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een vergasser, een naverbrander, een smeltinstallatie,
een toe- en afvoersysteem, een afvalvoorbewerkingsinstallatie en een CO2-afvanginstallatie, met uitzondering van voorzieningen voor het opwekken van energie.
A 1411
Opwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas
-
a. bestemd voor: het opwerken van AVI-bodemas tot een bouwstof, niet zijnde een IBC-bouwstof
als bedoeld in het Besluit bodemkwaliteit, waarbij:
-
– ten hoogste 15% van de input van de opwerkingsinstallatie, gemeten als droge stof,
wordt gestort, en
-
– ten minste 75% van de non-ferro metalen uit de fractie groter dan 6 millimeter wordt
teruggewonnen,
-
b. bestaande uit: een opwerkingsinstallatie voor AVI-bodemas en een ferro- en non-ferro-verwijderingsinstallatie.
A 1420
Smeltinstallatie voor verwerking van (gevaarlijke) afvalstromen
-
a. bestemd voor: het verwerken van (gevaarlijke) afvalstromen bij een temperatuur van
1.300 tot 1.500°C, waardoor de minerale delen smelten tot een vloeibare slak en de
organische delen volledig vergassen tot synthesegas, en waarbij:
-
– de vrijkomende vaste, vloeibare of gasvormige reactieproducten worden toegepast als
grondstof of als alternatief voor fossiele brandstoffen, en
-
– het verwerkte afval op gewichtsbasis voor ten minste 50% uit gevaarlijk afval bestaat,
-
b. bestaande uit: een smeltinrichting, een afvalvoorbewerkingsinstallatie, een afgasreinigingsinstallatie
en al dan niet de volgende onderdelen: een waterzuiveringsinstallatie en een energieopwekkingsinstallatie,
met uitzondering van voorzieningen voor het opwekken van energie voor derden.
A 1430
Versvetafscheider
-
a. bestemd voor: het afscheiden van vers vet door een scheidingscentrifuge, waarbij vet,
water en slib direct na het ontstaan van het afvalwater in een continue stroom van
elkaar worden gescheiden, waarna het vet wordt gerecycled of hoogwaardiger wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een centrifugale versvetafscheider.
Toelichting: Het vet dient direct na het ontstaan van het vettige afvalwater door
een centrifuge afgescheiden te worden. Gewone vetafscheiders scheiden het vet op basis
van de zwaartekracht en komen niet in aanmerking voor de milieu-investeringsaftrek
en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 1440
Membraanbioreactor met benutting van het effluent
-
a. bestemd voor: het recyclen van spoel- of afvalwaterstromen na zuivering in een biologische
zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,
waarbij het effluent of de stoffen daarin worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,
-
b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid
en al dan niet de volgende onderdelen: een recirculatieleiding en apparatuur voor
het afscheiden en opwerken van de terug te winnen stoffen uit het effluent, met uitzondering
van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen
van apparatuur tegen weersinvloeden.
B 1441
Membraanbioreactor
-
a. bestemd voor: het zuiveren of recyclen van spoel- of afvalwaterstromen in een biologische
zuiveringsinstallatie onder gelijktijdige verwijdering van gezuiverd water via membraantechnologie,
-
b. bestaande uit: een biologische waterzuiveringsinstallatie, een membraanfiltratie-eenheid
en al dan niet een recirculatieleiding, met uitzondering van de volgende onderdelen:
voorzuiveringstechnieken en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen
weersinvloeden.
F 1470
Recyclinginstallatie voor bitumineus afval
-
a. bestemd voor: het verwerken van bitumineus afval door verkleining tot maalgoed of
korrels die worden gerecycled of hoogwaardiger toegepast,
-
b. bestaande uit: voorscheidingsapparatuur, wasapparatuur, een shredder of maalmolen,
een drooginstallatie, een mengschroef of smelthomogenisator, een smeltzuiveringsinstallatie,
een extruder of agglomerator, transportbanden, een menginstallatie of een granulator.
B 1475
Schuimbitumenmachine
-
a. bestemd voor: het in één werkgang renoveren van een rijbaan door frezen van het oude
wegdek en het gelijktijdig mengen van de vrijgekomen materialen met bitumenschuim
(hete bitumen gemengd met circa 2% water),
-
b. bestaande uit: een mobiele frees- en bitumenschuiminstallatie.
Verwerking van afval(water)
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
B 1520
Plasma-omzetter voor gevaarlijke afvalstoffen
-
a. bestemd voor: het in een plasmaveld thermisch ontleden van gevaarlijke afvalstoffen,
waardoor de afvalstoffen uiteenvallen in hun elementaire componenten,
-
b. bestaande uit: een plasma-omzetter met voedingssysteem, een gasbehandelingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: een afvoersysteem en een elektriciteitsopwekkingsinstallatie,
met uitzondering van apparatuur ter opwerking en aanwending van de ontstane componenten.
A 1525
Stofemissievrije denatureringsinstallatie voor asbesthoudend afval of asbesthoudende
grond
-
a. bestemd voor: het stofemissievrij denatureren van asbesthoudend afval of asbesthoudende
grond door de asbestresten bij lage temperatuur (lager dan 250°C) met behulp van natronloog
af te breken, waarbij de asbestvezels volledig worden vernietigd en de silicaathoudende
filterkoek wordt gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan
het Besluit Bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: een stofemissievrije afvalverkleiningsinstallatie, een verwarmings-
en koelsysteem, een natronloogdoseerinstallatie, een filterinstallatie, een behandelingsinstallatie
voor filterkoek en al dan niet een scheidingsinstallatie.
A 1526
Thermische denatureringsinstallatie voor asbestcementproducten
-
a. bestemd voor: het thermisch denatureren van asbestcementproducten waarbij de asbestvezels
via verhitting volledig worden vernietigd en het daarbij gevormde eindproduct wordt
gebruikt als bouwstof of als toeslagstof in de bouw en voldoet aan het Besluit bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: een tunneloven of een verrijdbare stolpoven, een brandersysteem, naverbranders
en al dan niet de volgende onderdelen: keramische filters, een onderdrukruimte voor
controle en reparatie van verpakkingen, een transportinstallatie en een breekinstallatie
voor nabehandeling van het product.
B 1532
Natte thermische oxidatie van slib onder hoge druk
-
a. bestemd voor: het nat oxideren van slib, al dan niet in combinatie met andere reststromen,
onder een druk van ten minste 100 bar en een temperatuur van ten minste 180°C, waarbij
alleen kleine onschadelijke moleculaire verbindingen en zuiver water overblijven en
waarbij de anorganische bestanddelen nuttig worden toegepast,
-
b. bestaande uit: een oxidatiereactor, een verwarmingseenheid, een warmtewisselaar en
compressie-apparatuur, met uitzondering van de volgende onderdelen: ontwateringseenheid
en nageschakelde waterzuiveringsinstallatie.
B 1540
Aërobe korrelslibreactor
-
a. bestemd voor: het aëroob zuiveren van afvalwater door bacteriën die in agglomeraten
groeien en stabiele granules vormen, waardoor de scheiding van gezuiverd water en
korrels in de reactor zelf plaatsvindt en separate nabezinking wordt vermeden, en
waarbij:
-
– de reactor een volume heeft van ten hoogste 1.000 kubieke meter en
-
– de installatie niet primair gericht is op de verwijdering van stikstofverbindingen,
-
b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie met aëroob korrelslib, inclusief de
benodigde instrumentatie en automatisering en al dan niet de volgende onderdelen;
water- en slibbuffers voorafgaand aan de installatie en apparatuur voor het winnen
van alginaten uit korrelslib, met uitzondering van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken
en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.
Toelichting: Voor het produceren van grondstoffen of bioplastics uit korrelslib zie
respectievelijk de bedrijfsmiddelen F 1100 en F 1110.
B 1545
(Katalytische) oxidatiereactor voor waterreiniging
-
a. bestemd voor: het al dan niet katalytisch oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen,
zuurstofionen, ozon of UV-bestraling van,
-
1. hormoonverstorende stoffen of antibiotica in afvalwater uit de medische sector, de
chemische sector of de geneesmiddelenindustrie, of
-
2. Legionella in inpandige waterleidingen,
-
b. bestaande uit: oxidatiereactor(en) met apparatuur voor het genereren van oxidatoren
en al dan niet de volgende onderdelen: doseer- of injectieapparatuur, een restozonvernietiger,
een recirculatietank, een recirculatiepomp, een biologisch actief koolfilter, met
uitzondering van voorzuiveringsapparatuur.
Inzameling van afval(water)
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 1610
Glasversnipperaar voor horecabedrijven
-
a. bestemd voor: het op locatie granuleren van glasafval (non-return glas) van een horecabedrijf
als bedoel in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet, waardoor het glasafval compact wordt afgevoerd door of aangeboden aan een afvalverwerkend
bedrijf en het versnipperde glas vervolgens wordt gerecycled tot nieuw glas,
-
b. bestaande uit: een glasversnipperaar.
A 1615
Afzuiginstallatie voor keukenafval
-
a. bestemd voor: het afzuigen en gescheiden afvoeren en opslaan van keukenafval, waarbij:
-
– ten minste de organische fractie wordt gescheiden van het overige keukenafval, en
-
– de vrijkomende schadelijke gassen worden gezuiverd,
-
b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een voorziening voor zuivering van de afgezogen
lucht, een transportsysteem, gesloten tanks en al dan niet real time monitoring van
de tanks.
B 1640
Havenontvangstinstallatie bij jachthavens
-
a. bestemd voor: het innemen van grijswater, bilgewater of blackwater bij een jachthaven,
voor zover de installatie niet verplicht is volgens wetgeving:
-
1. in havens met meer dan 50 ligplaatsen, waarbij plastic gescheiden wordt ingezameld
en aantoonbaar nuttig wordt aangewend,
-
2. met een inzamelstation met ten minste één lekvrij en geurvrij aansluitpunt per 4 ligplaatsen
in een jachthaven, of
-
3. met ten minste één inzamelstation bij een jachthaven met niet meer dan 50 ligplaatsen
voor niet-open pleziervaartuigen,
-
b. bestaande uit: een inzamelstation, tanks, pompen, leidingen en al dan niet een olie/vetafscheider.
Ketenaanpak
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
B 1810
Tapijt(tegels) met ten minste 50% gerecycled materiaal
-
a. bestemd voor: het bedekken van vloeren met kamerbreed tapijt of tapijttegels, waarvan
ten minste 50% op gewichtsbasis bestaat uit gerecycled materiaal, wat wordt aangetoond
met een vermelding van het aandeel gerecycled content in een EPD (Environmental Product
Declaration) volgens ISO 14025 en EN 15804, gebaseerd op de Product Category Rules
voor Floor Covering,
-
b. bestaande uit: kamerbreed tapijt of tapijttegels, inclusief de kosten voor het leggen.
Voedselvoorziening en landbouwproductie
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Kassen, stallen, landbouwwerktuigen, aquacultuur, visserij, verwerkingsapparatuur
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Een producent van primaire landbouw-, visserij- of aquacultuurproducten komt alleen
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen in
aanmerking indien het een kmo is (zie punt 6 van paragraaf 1 van deze bijlage)
Glastuinbouw
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
B 2110
Kas voor milieuvriendelijke productie met Milieukeur
-
a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een kas,
waarvan is vastgesteld dat de productie in de kas voldoet aan de eisen van Milieukeur
Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat Milieukeur
dat is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen,
met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n) en voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over Milieukeur Plantaardige producten is beschikbaar op de
website www.milieukeur.nl.
B 2111
Kas voor biologische teelt
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een kas volgens de voorschriften
van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen,
met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan en produceren
van CO2, elektriciteit of warmte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is beschikbaar op de website www.skal.nl.
F 2112
Groen Label Kas voor biologische teelt of milieuvriendelijke productie met Milieukeur
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen of producten in een kas waarvan
is vastgesteld dat deze voldoet aan de eisen bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel A
2113 en het bedrijfsmatig telen van gewassen plaatsvindt volgens:
-
1. de voorschriften van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland,
of
-
2. volgens de eisen van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt
uit een certificaat Milieukeur dat afgegeven is door een daartoe bevoegde instantie,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), teelttechnische of klimaattechnische voorzieningen,
met uitzondering van de volgende onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting,
bedrijfsruimte(n), scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan en produceren
van CO2, elektriciteit of warmte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 is beschikbaar op de website www.skal.nl. Informatie over de genoemde Milieukeur
is beschikbaar op www.milieukeur.nl.
A 2113
Groen Label Kas
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig telen van gewassen in een Groen Label Kas waarbij
wordt voldaan aan de volgende eisen:
-
– de kas voldoet, blijkens een voorlopig certificaat GLK11 dat voor de meldingsdatum
is afgegeven door een door de Raad van Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie,
aan de eisen van het Certificatieschema Groen Label Kas 11 (GLK11), met een minimumniveau
van 85 punten voor extensieve teelt en 115 punten voor intensieve teelt,
-
– voor alle kassen die onder de criteria voor extensieve teelt worden gecertificeerd
bij definitieve oplevering moet worden aangetoond dat het totale energiegebruik op
basis van ten minste 1 jaar teelt minder is geweest dan 25 kubieke meter aardgasequivalenten
per vierkante meter per jaar. De tuinder toont dit aan door na 1 jaar teelt het werkelijke
energiegebruik van het voorgaande jaar te laten controleren op basis van facturen
en meetgegevens en de gegevens in het energiecertificaat, en
-
– binnen drie jaar na afgifte van het voorlopig certificaat GLK11 wordt een definitief
certificaat GLK11 overgelegd, dan wel binnen vier jaar wordt een definitief certificaat
overgelegd volgens de op dat moment geldende maatlat Groen Label Kas en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels) en teelttechnische en klimaattechnische
voorzieningen.
De gehele investering in de Groen Label Kas, inclusief kosten gemeld onder bedrijfsmiddel
F 2112 of F 2114, komt ten hoogste voor het volgende bedrag per vierkante meter gecertificeerd
teeltoppervlak in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Gewasgroep
|
€/m2 intensieve teelt
|
€/m2 extensieve teelt
|
Groenten
|
110
|
120
|
Bloemen
|
170
|
145
|
Potplanten
|
190
|
160
|
Uitgangsmateriaal
|
230
|
160
|
Toelichting: Het Certificatieschema Groen Label Kas 11 (GLK11) is beschikbaar op de
website www.groenlabelkas.nl.
F 2114
Groen Label Kas met vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij
-
a. bestemd voor: het gecombineerd bedrijfsmatig telen van gewassen en kweken van vis,
schaal- of schelpdieren, waarbij uitwisseling van water, warmte en CO2 plaatsvindt en waarvan is vastgesteld dat de kas voldoet aan de eisen bedoeld onder
a. van bedrijfsmiddel A 2113,
-
b. bestaande uit: een kas (kasdek en gevels), een vis-, schaal- of schelpdierenkwekerij,
teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, met uitzondering van de volgende
onderdelen: assimilatiebelichting, cyclische belichting, een bedrijfsruimte, de ruimten
bedoeld voor personeel, scherminstallaties en voorzieningen voor het opslaan of produceren
van CO2, elektriciteit of warmte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2400 voor een polycultuurkwekerij voor aquatische
producten.
F 2120
Afvoersysteem voor vocht uit de kas tijdens lichtscherming in de nanacht
-
a. bestemd voor: het afvoeren van vocht uit de kas tijdens de lichtscherming in de nanacht,
zodanig dat de lichtschermen ook in de nanacht geheel gesloten blijven en warmte in
de kas wordt opgeslagen,
-
b. bestaande uit: een systeem voor het afvoeren van vocht uit de kas in de nanacht en
al dan niet apparatuur voor het geschikt maken van teruggewonnen condenswater als
gietwater, met uitzondering van natte koeltorens.
A 2130
Apparatuur voor het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen
-
a. bestemd voor: het biologisch bestrijden van plagen of ziekten in tuinbouwkassen door
het inzetten van natuurlijke vijanden,
-
b. bestaande uit: apparatuur of voorzieningen die technisch noodzakelijk zijn voor de
biologische bestrijding.
D 2131
Luisdicht insectengaas
-
a. bestemd voor: het vrij van insecten en dergelijke telen of opkweken van gewassen,
ter beperking van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: luisdicht gaas en al dan niet de volgende onderdelen: ondersteuningsmateriaal
en een toegangssluis met dubbele deur.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel heeft ook betrekking op het aanbrengen van insectengaas
in bestaande (Groen Label) kassen.
B 2135
Installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid in de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het in een kas op biologische wijze verhogen van de weerbaarheid van
planten tegen ziekten, waarbij geen chemische stoffen of metalen worden toegepast
en waardoor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen wordt verminderd,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het verhogen van de plantweerbaarheid, met uitzondering
van wateropslagvoorzieningen en watergiftesysteem.
F 2140
Ondergrondse waterberging voor de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-,
vollegrond- of bedekte teelt
-
a. bestemd voor: het individueel of collectief opslaan van regenwater in ondergrondse
bodemlagen, niet zijnde een warmte-koude opslag (WKO) of systeem voor geothermie,
voor het gebruik als beregenings- of gietwater in de veehouderij, akkerbouw, bloembollen-,
boom-, fruit-, vollegrond- of bedekte teelt, waarbij voor de first flush van een kasdek
een aparte opvang- of afvoervoorziening toegepast wordt,
-
b. bestaande uit: ondergrondse wateropslagvoorziening, putten, pompen en al dan niet
filtersystemen voor het zuiveren van het te bergen water, met uitzondering van voorzieningen
voor het opvangen van het regenwater en voorzieningen voor het geschikt maken van
het teruggewonnen water.
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
F 2141
Waterberging onder de kas
-
a. bestemd voor: het onder een tuinbouwkas individueel of collectief opslaan van regenwater
of recirculatiewater in een afgesloten voorziening voor gebruik in de glastuinbouw,
-
b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening onder de kas, pompen en al dan niet filtersystemen
voor het zuiveren van het te bergen water, met uitzondering van de volgende onderdelen:
voorzieningen voor het opvangen van het regen- of circulatiewater en voorzieningen
voor het voor gebruik geschikt maken van het teruggewonnen water.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2142
Apparatuur voor het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor gebruik
als gietwater in de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de hoeveelheid opgepompt grondwater voor de productie
van gietwater voor gebruik in de glastuinbouw met ten minste 45% ten opzichte van
de bestaande situatie, waarbij:
-
– eventuele wijzigingen in de teeltcapaciteit en gewasbehoefte van de kas in de berekening
van de besparing worden meegenomen,
-
– de vermindering wordt gerealiseerd door het terugwinnen van water en grondstoffen
uit brijn of de vergroting van regenwatergebruik, waarbij de totale regenwateropslag
meer per hectare teeltoppervlak bedraagt dan wettelijk verplicht, en
-
– er geen brijn meer in de bodem wordt gebracht,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor het terugwinnen van water en grondstoffen uit brijn
of een (uitbreiding van de) regenwateropslagvoorziening of al dan niet opslagvoorzieningen
ten behoeve van het hergebruik van (afval)water.
F 2145
Installatie voor het optimaliseren van de recirculatie van drain(age)water in de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar vaker recirculeren van drain(age)water binnen het teeltproces
ten opzichte van de bestaande situatie, door het verbeteren van de verwijdering van
ziektekiemen of zouten, waardoor de lozing van drain(age)water verminderd of vermeden
wordt,
-
b. bestaande uit: een installatie voor het doden van ziektekiemen of het verwijderen
van zouten en al dan niet meetapparatuur.
F 2146
Voorzieningen voor het verwijderen van meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen in
te lozen drain(age)water uit de glastuinbouw (aanpassing bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het tegengaan van de lozing van meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen
afkomstig uit de glastuinbouw, waarbij de toegepaste zuiveringsinstallatie of -methode
gewasbeschermingsmiddelen verwijdert met een rendement van ten minste 95%,
-
b. bestaande uit: waterzuiveringsapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen; een
debietmeter, een voorziening voor de opslag van te lozen drainwater en een meetinstrument
voor de meting van concentraties van nutriënten, met uitzondering van voorzieningen
die zijn opgenomen in het drainwaterrecirculatiesysteem.
F 2147
Systeem voor gecontroleerde lozing voor de glastuinbouw
-
a. bestemd voor: het via buffering gedoseerd lozen van afvalwater op het riool door middel
van een telemetriesysteem, waarbij op afstand het moment van lozen kan worden bepaald
om overbelasting van de riolering te voorkomen, voor zover deze voorziening niet verplicht
gesteld is door het bevoegd gezag,
-
b. bestaande uit: een waterbuffer, leidingen, meetapparatuur (zoals niveaumeting en watermeters)
en een regeleenheid.
A 2190
Kasdekreinigings-, krijt- en coatingsysteem
-
a. bestemd voor: het met één systeem op hoge snelheid wassen, reinigen, krijten en coaten
van het kasdek, waarbij de kasdekreiniger is voorzien van een elektrische rij-aandrijving,
-
b. bestaande uit: een reinigingsframe, elektrische rij-aandrijving, een besturingskast,
een wasinstallatie, een krijt- en coatinginstallatie en een verplaatsingsplatform,
met uitzondering van rails.
Veehouderij
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
B 2200
Proefstal
-
a. bestemd voor: het houden van dieren in een proefstal met een stalsysteem waarvoor
een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij, waarbij de opdracht tot meting van het in de proefstal toegepaste stalsysteem is
verstrekt vóór datum van melden en wordt uitgevoerd volgens het voorgeschreven Protocol
voor meting van ammoniakemissie uit huisvestingssystemen in de veehouderij 2013 of
een gelijkwaardige meetmethode,
-
b. bestaande uit: een proefstal.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Meer informatie over de proefstalregeling is beschikbaar op de website
www.rvo.nl (zie Regeling ammoniak en veehouderij).
A 2201
Stal voor biologische melk- of pluimveehouderij met vermindering van de ammoniakemissie
-
a. bestemd voor: het houden van melk- of pluimvee in een bedrijf dat dierlijke landbouwproducten
produceert volgens de voorschriften van het Besluit dierlijke producten, wat blijkt uit een door Skal afgegeven certificaat Biologische Productie Nederland,
en waarbij in de gehele stal één of meer ammoniakemissiearme staltechnieken worden
toegepast als in een huisvestingssysteem,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Informatie over het Besluit dierlijke producten is beschikbaar op de website www.skal.nl. In bijlage 1 van de Regeling ammoniak en veehouderij zijn geen huisvestingsystemen opgenomen voor biologische varkens, waardoor een stal
voor biologische varkens niet voldoet aan de eisen gesteld in bedrijfsmiddel A 2201.
Zie bedrijfsmiddel B 2200 voor een proefstal, bijvoorbeeld een biologische varkensstal
waarvoor een bijzondere emissiefactor is vastgesteld als bedoeld in artikel 3 van de Regeling ammoniak en veehouderij.
A 2205
Omgekeerde osmose-installatie voor het verwerken van spuiwater van een biologische
luchtwasser
-
a. bestemd voor: het verminderen van het waterverbruik van biologische luchtwassers met
ten minste 60%, door met omgekeerde osmose het spuiwater te zuiveren, waarna het gezuiverde
spuiwater opnieuw wordt gebruikt in de biologische luchtwasser en het resterende concentraat
nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een omgekeerde osmose-eenheid en al dan niet de volgende onderdelen:
een opslagvoorziening voor het concentraat, een opslagvoorziening voor het te recirculeren
waswater en voorzieningen om het behandelde spuiwater geschikt te maken voor hergebruik,
met uitzondering van de luchtwasser.
B 2209
Systeem voor mixen van drijfmest met luchtbellen in de rundvee- en varkenshouderij
-
a. bestemd voor: het mixen van drijfmest door middel van luchtbellen in een drijfmestkelder
of mestsilo van een rundvee- of varkensstal zonder stal(ontwerp)certificaat MDV 10,
waardoor de vorming van ammoniak, methaan en waterstofsulfide in de drijfmestkelder
of mestsilo aanzienlijk gereduceerd wordt,
-
b. bestaande uit: een compressor, een besturingseenheid, een regelklep, luchtslangen
en pvc-uitlaten, met uitzondering van mestkelders en mestsilo's.
A 2210
Duurzame melkveestal
-
a. bestemd voor: het houden van melkvee in een stal die voldoet aan de eisen van de Maatlat
Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDV 10 – melkveestallen, wat blijkt
uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 10 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door
een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
0–3 punten extra: € 4.200 per dierplaats
4–10 punten extra: € 4.600 per dierplaats
> 10 punten extra: € 5.000 per dierplaats.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
De investeringen in jongveeruimten kunnen worden gebruikt ter onderbouwing van het
maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal
melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.
A 2211
Duurzame vleeskalver- of vleesveestal
-
a. bestemd voor: het houden van vleeskalveren of vleesvee in een stal die voldoet aan
de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDV 10 -
vleeskalverstallen of vleesveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat
MDV 10 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie
hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het
stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt overgelegd dan wel binnen drie jaar
een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame
Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
F 2212
Duurzame melkveestal met weidegang
-
a. bestemd voor: het houden van melkvee in een stal die voldoet aan de eisen van de Maatlat
Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDV 10 – melkveestallen met weidegang,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 10 met weidegang dat voor de meldingsdatum
is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie,
en waarbij de stal binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat in gebruik
is genomen en er binnen drie jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat
met weidegang wordt overgelegd, dan wel binnen vier jaar een stalcertificaat wordt
overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur
en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten, en
waarbij er op bedrijfsniveau aantoonbaar sprake is van weidegang van het melkvee,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame melkveestal met weidegang komt ten hoogste voor het
volgende bedrag per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
0–3 punten extra: € 4.200 per dierplaats
4–10 punten extra: € 4.600 per dierplaats
> 10 punten extra: € 5.000 per dierplaats.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
De investeringen in jongveeruimten kunnen worden gebruikt ter onderbouwing van het
maximum bedrag tot een maximum van eenzelfde aantal jongveeplaatsen als het aantal
melkveeplaatsen waarvoor is gecertificeerd.
A 2215
Monitoringssysteem voor diergezondheid in de melkveehouderij
-
a. bestemd voor: het op een melkveebedrijf per koe automatisch meten en monitoren van
ten minste de volgende gezondheidsparameters in de melk op basis waarvan de optimale
antibiotica- en hormoongift per koe bepaald wordt, waardoor het gebruik van antibiotica
en hormonen op het bedrijf gereduceerd wordt:
-
– uiergezondheid,
-
– vruchtbaarheid,
-
– voedingsbalans, en
-
– energiebalans,
-
b. bestaande uit: een melkmonsterstation en een analyse-eenheid, met uitzondering van
de kosten voor het managementsysteem.
A 2216
UV-behandelingsinstallatie voor rauwe (biest)melk
-
a. bestemd voor: het met UV-licht bestrijden van bacteriën in rauwe (biest-)melk zodat
deze melk een veilige voeding wordt voor kalveren van een melkveehouder, waarbij de
vitale voedingsstoffen in de melk worden behouden,
-
b. bestaande uit: een module met UV-lampen, een reinigingsautomaat, een besturingsautomaat
en een melkvat.
A 2218
Automatisch voortbewegend ruwvoermengsysteem voor herkauwers
-
a. bestemd voor: het automatisch en gemengd voeren van ruwvoeders aan herkauwers door
middel van een mengsysteem dat zich zelfstandig door de stal voortbeweegt op basis
van elektrische energie en waarbij het meest optimale voermoment bepaald wordt door
het nog aanwezige voer bij de betreffende diergroep automatisch te meten, waardoor
de rantsoenefficiëntie wordt vergroot en de kans op voedingsstoornissen afneemt,
-
b. bestaande uit: een voerkeuken, een voergrijper, een rail, een mineraal- en brokdoseerinrichting,
een besturingssysteem, een zelfstandig voortbewegende voerrobot (al dan niet aan een
geleiderail), sensoren voor de routebepaling en al dan niet een oplaadstation, met
uitzondering van krachtvoerautomaten.
B 2219
Permanente afdekinstallatie voor kuilvoerplaatsen
-
a. bestemd voor: het afdekken van kuilvoer met een mechanisch op- en afrolbaar permanent
dekkleed voorzien van kanalen die met water gevuld worden om het kuilvoer aan te drukken,
-
b. bestaande uit: een dekkleed met waterslurven en een afdekmachine.
A 2220
Duurzame varkensstal
-
a. bestemd voor: het houden van varkens in een stal die voldoet aan de eisen van de Maatlat
Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDV 10 – varkensstallen, wat blijkt
uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 10 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door
een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame varkensstal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Vleesvarkens
0–5 punten extra: € 300 per dierplaats
6–10 punten extra: € 350 per dierplaats
>10 punten extra: € 400 per dierplaats
Gespeende biggen
0–1 punten extra: € 200 per dierplaats
2–5 punten extra: € 215 per dierplaats
> 5 punten extra: € 225 per dierplaats
Guste en dragende zeugen
0–1 punten extra: € 1.000 per dierplaats
2–3 punten extra: € 1.200 per dierplaats
> 3 punten extra: € 1.400 per dierplaats
Kraamzeugen
0–3 punten extra: € 2.500 per dierplaats
4–6 punten extra: € 3.000 per dierplaats
> 6 punten extra: € 3.500 per dierplaats
Dekberen
≥ 0 punten extra: € 3.400 per dierplaats.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn
tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
A 2230
Duurzame pluimveestal
-
a. bestemd voor: het houden van pluimvee, niet zijnde eenden of kalkoenen, in een stal
die voldoet aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel
MDV 10 – pluimveestallen, wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 10 dat voor
de meldingsdatum is afgegeven door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde
organisatie, en waarbij binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat
een stalcertificaat wordt overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat
wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en
Aquacultuur en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen
en een mestafvoer en -opslag, waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een
binnenruimte of een gedeeltelijk omsloten overdekte buitenruimte.
De investering in een duurzame pluimveestal komt ten hoogste voor het volgende bedrag
per gecertificeerde dierplaats in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige
afschrijving milieu-investeringen met een maximum van € 4.000.000:
Opfok legouderdieren en leghennen
0–4 punten extra: € 14,50 per dierplaats
5–10 punten extra: € 17,50 per dierplaats
>10 punten extra: € 18,50 per dierplaats
Productie legouderdieren en leghennen
0–8 punten extra: € 17,00 per dierplaats
9–12 punten extra: € 20,00 per dierplaats
> 12 punten extra: € 23,50 per dierplaats
Opfok vleeskuikenouderdieren
0–4 punten extra: € 23,25 per dierplaats
5–10 punten extra: € 27,00 per dierplaats
> 10 punten extra: € 29,00 per dierplaats
Productie vleeskuikenouderdieren
0–4 punten extra: € 45,50 per dierplaats
5–10 punten extra: € 51,50 per dierplaats
> 10 punten extra: € 54,00 per dierplaats
Vleeskuikens
0–3 punten extra: € 11,00 per dierplaats
4–6 punten extra: € 12,50 per dierplaats
> 6 punten extra: € 14,50 per dierplaats.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn
tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
G 2235
Stofemissiereducerende technieken voor pluimveestallen
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van stof van een pluimveestal zonder
stal(ontwerp)certificaat MDV 5, 6, 7, 8, 9 of 10, door toepassing van één of meer
technieken die zijn vermeld in de op grond van artikel 66, aanhef en onderdeel c, van de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 gepubliceerde lijst van emissiefactoren fijn stof voor veehouderij, voor zover deze
voorziening niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: stofemissiereducerende technieken.
Toelichting: De lijst van emissiefactoren staat in de publicatie 'emissiefactoren
fijn stof voor veehouderij 2013'. Deze publicatie is te vinden op www.rijksoverheid.nl
of via internet met zoekterm 'emissiefactoren fijn stof'.
A 2290
Duurzame konijnen-, eenden- of kalkoenenstal
-
a. bestemd voor: het houden van konijnen, eenden of kalkoenen in een stal die voldoet
aan de eisen van de Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDV 10
– konijnenstallen of pluimveestallen, onderdeel eenden- of kalkoenenstal, wat blijkt
uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 10 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door
een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens de
op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en de bijbehorende criteria, beoordelingsrichtlijnen
en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij is beschikbaar op
de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn tevens de geldende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
A 2291
Duurzame melkgeitenstal
-
a. bestemd voor: het houden van melkgeiten in een stal die voldoet aan de eisen van de
Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDV 10 – melkgeitenstallen,
wat blijkt uit een stal(ontwerp)certificaat MDV 10 dat voor de meldingsdatum is afgegeven
door een door de Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij
binnen twee jaar na afgifte van het stalontwerpcertificaat een stalcertificaat wordt
overgelegd, dan wel binnen drie jaar een stalcertificaat wordt overgelegd volgens
de op dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een besloten ruimte waarin dieren worden gehuisvest, een stalinrichting,
klimaattechnische en voertechnische systemen, ammoniakemissiereducerende systemen,
mestafvoer en -opslag en een hygiënesluis, met uitzondering van ruimten en onderdelen
bedoeld voor het personeel, het verzamelen, verwerken en het opslaan van de (eind)producten,
waarbij onder een besloten ruimte wordt verstaan een binnenruimte of een gedeeltelijk
omsloten overdekte buitenruimte.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameveehouderij.nl. Op deze website zijn
tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
B 2299
Ondergrondse kadaverkoeling met natuurlijk koudemiddel
Landbouwapparatuur
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 2310
Teeltsysteem voor vollegrondgewassen in de open lucht
-
a. bestemd voor: het in de open lucht in teeltgoten telen van gewassen, die normaliter
geteeld worden in de volle grond, waarbij nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen
niet uitspoelen naar het grond- en oppervlaktewater, en waarbij het drainwater wordt
opgevangen en hergebruikt,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem en een water- en mestgiftsysteem, met uitzondering
van de volgende onderdelen: regen-/drainwateropvang en waterrecirculatiesysteem.
Toelichting: Onder bedrijfsmiddel A 2310 komen alleen teeltsystemen in de open lucht
in aanmerking. Teeltsystemen onder glas komen niet in aanmerking.
B 2311
Productieapparatuur voor zilte teelt
-
a. bestemd voor: het telen van zilte gewassen zonder dat gebruik gemaakt wordt van bestrijdingsmiddelen
en andere chemische toevoegingen, en waarbij de zilte teelt is toegestaan volgens
de op de meldingsdatum geldende milieuvergunning of omgevingsvergunning voor een activiteit
als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) productieapparatuur die technisch noodzakelijk is
voor de teelt van zilte gewassen.
B 2315
Teeltsysteem voor bladgewassen op water
-
a. bestemd voor: het telen van bladgewassen, niet zijnde witlof, in een teeltsysteem
waarbij:
-
– de gewassen op water worden geteeld,
-
– voor de teelt uitsluitend gebruik wordt gemaakt van zonlicht of LED-verlichting,
-
– geen (pot)grond wordt gebruikt, en
-
– het gebruikte water wordt gerecirculeerd,
-
b. bestaande uit: een teeltsysteem met bijbehorende teelttechnische voorzieningen, met
uitzondering van de volgende onderdelen: LED-verlichting, waterrecirculatiesysteem,
klimaattechnische voorzieningen, kas en gebouwen.
A 2316
Milieuvriendelijke productie van gewassen of producten in een gebouw volgens Milieukeur
-
a. bestemd voor: het milieuvriendelijk produceren van gewassen of producten in een gebouw
niet zijnde een kas, waarvan is vastgesteld dat de productie voldoet aan de eisen
van Milieukeur Plantaardige producten uit de bedekte teelt, wat blijkt uit een certificaat
Milieukeur dat is afgegeven door de daartoe bevoegde instantie,
-
b. bestaande uit: teelttechnische en klimaattechnische voorzieningen, met uitzondering
van de volgende onderdelen: het gebouw, assimilatiebelichting (LED), cyclische belichting,
voorzieningen voor het opslaan of produceren van CO2, elektriciteit of warmte, kosten voor grond en kosten voor sloop.
Toelichting: Informatie over Milieukeur Plantaardige producten is beschikbaar op de
website www.milieukeur.nl.
F 2319
Kweeksysteem van insecten
-
a. bestemd voor: het kweken van insecten voor zover de kweek van de insecten en het voedsel,
dat niet bestaat uit (bestanddelen van) vis, voor de insecten wettelijk zijn toegestaan,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem van insecten, met uitzondering van gebouwen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Bij dit bedrijfsmiddel gelden twee belangrijke eisen. De kweek van de
insectensoort moet wettelijk zijn toegestaan. Daarnaast moet het voedsel waarop de
insecten worden gekweekt ook wettelijk zijn toegestaan. Kweek van insecten op voedsel
dat (deels) bestaat uit vis komt niet in aanmerking vanwege het niet-duurzame karakter
van dit voedsel.
Dit bedrijfsmiddel kan bijvoorbeeld een kwekerij van insecten voor humane voedingsproducten,
diervoer, farmaceutica of biologische bestrijding betreffen. Onder het kweken van
insecten wordt ook de opfok van insecten verstaan. Zowel 'breeding' als 'rearing'
van insecten komt in aanmerking. Zie bedrijfsmiddel F 2613 voor apparatuur voor de
verwerking van insecten tot producten.
D 2320
GPS-nauwkeurig systeem voor lokale meting van klimaatgegevens
-
a. bestemd voor: het doen van lokale plantenziektenkundig relevante waarnemingen van
klimatologische aard op een land- of tuinbouwbedrijf,
-
b. bestaande uit: een GPS-nauwkeurig meetsysteem, temperatuursensoren en al dan niet
de volgende onderdelen: lichtsensoren, een elektronische verwerkings- en registratie-installatie,
een sturingsinstallatie en plantsensoren.
A 2321
Spuitmachine voor plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
met driftbeperkend of middelbesparend systeem
-
a. bestemd voor: het zodanig toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
aan landbouwgewassen dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden
door meting van de in het gewas aanwezige onkruiddruk of ziektedruk, waarbij:
-
– de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem met een afwijking
van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,
-
– vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid
door een regeleenheid wordt bepaald,
-
– de spuitinstallatie door een regeleenheid op basis van taakkaarten per sectie of per
dop onafhankelijk het middel aan het gewas toedient, en
-
– ten minste één van de onderstaande driftbeperkende of middelbesparende technieken
is toegepast:
-
1. een luchtondersteuningssysteem in combinatie met verlaagde spuitboom, waarbij de dopafstand
tussen het gewas en de spuitdoppen niet meer dan 30 centimeter bedraagt en waarbij
de afstand tussen de spuitdoppen niet meer dan 25 centimeter is,
-
2. een luchtondersteuningssysteem waarbij een luchtuitstroomsnelheid wordt bereikt van
meer dan 30 meter per seconde,
-
3. een sleepdoeksysteem, of
-
4. een automatische vul- en spoelfunctie waarbij bij het reinigen of vullen van de spuitinstallatie
de secties automatisch worden gesloten zodat er geen spuitvloeistof wordt verspoten
maar het spoelwater wordt opgevangen in de middelentank,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, een GPS/GIS-systeem, een regeleenheid voor optimale
dosering, een autopilot systeem, een aansluiting op GPS/GIS, een aanpassings- of stuursysteem
voor de spuitinstallatie, een driftbeperkend systeem, een middelbesparend systeem
en al dan niet de volgende onderdelen; meetapparatuur met GPS/GIS-koppeling, een ISObus
11783-systeem, een automatisch sectie-afsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling, een
plantherkenningssysteem en onkruidsensoren, waarbij granulaatstrooiers niet in aanmerking
komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving.
Toelichting: Investeringen in alleen een middelbesparend of driftbeperkend systeem
of alleen een GPS/GIS-systeem komen niet in aanmerking. Zie bedrijfsmiddel E 2325
voor een afzonderlijk GPS/GIS-systeem.
B 2322
Apparatuur voor plaatsspecifiek verzorgen van landbouwgewassen
-
a. bestemd voor: het schoffelen, wieden of zodanig toedienen van meststoffen, gewasbeschermings-
of loofdodingsmiddelen, dat rekening wordt gehouden met de plaatselijke omstandigheden
door meting van de in de grond aanwezige voorraad meststoffen, of de in het gewas
aanwezige onkruid- of ziektedruk, waarbij:
-
– de verkregen gegevens via elektronische koppeling in een GPS/GIS-systeem met een afwijking
van ten hoogste 10 centimeter worden vastgelegd,
-
– vervolgens op basis van de vastgelegde gegevens (taakkaarten) de optimale hoeveelheid
door een regeleenheid wordt bepaald,
-
– ingeval van een spuitinstallatie, mestinjectie-machine of zodenbemester door een regeleenheid
op basis van taakkaarten per sectie of per dop onafhankelijk het middel of de mest
aan het gewas wordt toegediend,
-
– ingeval van vaste mest- of organische stofstrooiers door een regeleenheid op basis
van taakkaarten gebaseerd op grondmonsters plaatsspecifiek meer of minder mest wordt
toegediend aan het gewas, en
-
– ingeval van bemestingseenheden van kunstmeststrooiers:
-
1. door een regeleenheid op basis van taakkaarten gebaseerd op grondmonsters plaatsspecifiek
meer of minder mest wordt toegediend aan het gewas, of
-
2. overlap grotendeels voorkomen wordt doordat de strooier voorzien is van een automatische
variabele werkbreedte (taakkaarten gebaseerd op grondmonsters zijn in dit geval niet
nodig),
-
b. bestaande uit: een schoffel- of spuitmachine of bemestingsapparatuur, meetapparatuur
met GPS/GIS-koppeling, een GPS/GIS-systeem, een regeleenheid voor optimale dosering,
een autopilot systeem en al dan niet de volgende onderdelen; sensoren, een plantherkenningssysteem,
een ISObus 11783-systeem, een automatisch sectieafsluitingssysteem met GPS/GIS-koppeling,
een sneltester voor stikstof en een NIR-sensor in de mesttank, waarbij granulaatstrooiers
niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving.
Toelichting: Investeringen in alleen een middelbesparend of driftbeperkend systeem
of alleen een GPS/GIS-systeem komen niet in aanmerking. Zie bedrijfsmiddel E 2325
voor een afzonderlijk GPS/GIS-systeem.
D 2323
Monitoringssysteem voor plantactiviteit
-
a. bestemd voor: het systematisch waarnemen van plantactiviteit bij een land- of tuinbouwbedrijf,
waarop direct gestuurd wordt door de procescomputer bij het toedienen van water, meststoffen
of gewasbeschermingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een plantactiviteitssensor, een elektronisch verwerkings- en registratiesysteem
en al dan niet de volgende onderdelen: andere plantsensoren, een infraroodcamera voor
meting van de gewastemperatuur en een fotosynthesemeter, met uitzondering van de volgende
onderdelen: procescomputer en apparatuur voor het toedienen van water, meststoffen
of gewasbeschermingsmiddelen.
B 2324
Plaatsspecifieke spuitmachine voor de vollegrondteelt
-
a. bestemd voor: het, ter voorkoming van ziekten in teelten in de volle grond, plaatsspecifiek
bestrijden en voorkomen van onkruidgroei of het plaatsspecifiek toedienen van gewasbeschermingsmiddel
aan de plant, waarbij sensoren detecteren waar de plant of het onkruid staat, waarop
de spuitdoppen worden aangestuurd en waardoor alleen middel wordt toegediend waar
het onkruid of de plant staat,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, sensoren, spuitdoppen, een computer, een regeleenheid
en een sensorbesturing van de spuitboom.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
E 2325
GPS/GIS-systeem voor precisielandbouw
-
a. bestemd voor: het recht rijden in land- of akkerbouwgewassen ter voorkoming van overlap,
waarbij het GPS/GIS-systeem een afwijking heeft van ten hoogste 10 centimeter,
-
b. bestaande uit: een GPS/GIS-systeem en een bedieningsterminal.
Toelichting: Voor plaatsspecifieke landbouwapparatuur met of zonder een driftbeperkend
of middelbesparend systeem op basis van een GPS/GIS-systeem zie de bedrijfsmiddelen
A 2321 of B 2322.
B 2326
Sensor voor het meten van biomassa van landbouwgewassen
-
a. bestemd voor: het meten van de grootte van landbouwgewassen op basis van gewasreflectie
met een (na-)infrarood sensor op basis waarvan de hoeveelheid toe te dienen meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen direct wordt bepaald en toegediend
met een regeleenheid,
-
b. bestaande uit: een gewassensor, een montageset, een bedieningspaneel, een regeleenheid,
softwaremodules, aansluitkabels, een GPS/GIS-systeem en al dan niet een sneltester
voor stikstof, met uitzondering van apparatuur voor het toedienen van meststoffen,
gewasbeschermingsmiddelen of loofdodingsmiddelen.
B 2330
Boomgaardspuitmachine met variabele luchtondersteuning
-
a. bestemd voor: het in horizontale richting bespuiten van boomgaarden met een spuitmachine
die het gewasbeschermingsmiddel in de vorm van grote druppels het gewas inblaast en
die,
-
1. ten minste drie rijen in één werkgang behandelt en is uitgerust met een variabel luchtondersteuningssysteem
dat de juiste uitblaasrichting en -snelheid bepaalt op basis van door sensoren gemeten
windrichting en windsnelheid,
-
2. ten minste twee rijen in één werkgang behandelt en is uitgerust met een luchtondersteuningssysteem,
reflectieschermen en een recirculatiesysteem voor het gewasbeschermingsmiddel dat
opgevangen wordt door de reflectieschermen, of
-
3. ten minste 90% driftreductie realiseert,
-
b. bestaande uit: een watertank, een blower, een chassis, een drukpomp, venturidoppen
of sensoren voor het bepalen van windrichting en -snelheid of reflectieschermen, een
recirculatiesysteem voor het gewasbeschermingsmiddel en al dan niet de volgende onderdelen:
een GPS/GIS-systeem met een afwijking van ten hoogste 10 centimeter en een bedieningsterminal.
B 2331
Mastspuit voor (laan)bomenteelt
-
a. bestemd voor: het ter plaatse van de bladeren toedienen van gewasbeschermingsmiddel
aan bomen door een spuitmachine voorzien van een ventilator, driftarme spuitdoppen,
groensensoren en een mast die ten minste 5 meter hoog is,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine, een ventilator, driftarme spuitdoppen, groensensoren,
een spuitmast en al dan niet de volgende onderdelen: een GPS/GIS-systeem met een afwijking
van ten hoogste 10 centimeter en een bedieningsterminal.
B 2335
Insectenzuiger voor teelt in de buitenlucht
-
a. bestemd voor: het opzuigen en vernietigen van insecten in teeltgewassen, niet zijnde
asperges, door grote zuigmonden, nadat de insecten gedwongen zijn op te vliegen door
een luchtstroom in het gewas te blazen, ter voorkoming van het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
tegen plagen en insecten in open teelten,
-
b. bestaande uit: een getrokken machine die insecten in gewassen opzuigt.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel komt alleen in aanmerking indien het wordt toegepast
bij open teelt van gewassen ofwel teelt in de buitenlucht.
A 2336
UV-gewasbeschermingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het doden van plantpathogenen in grasvelden of land- en tuinbouwgewassen
door behandeling met UV-licht, ter beperking van het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een zelfrijdende, hangende of getrokken gewasbeschermingsinstallatie,
UV-lampen, voeding en meet- en regelapparatuur, met uitzondering van het trekkend
voertuig of de rail.
E 2337
Spuitmachine met driftbeperkend systeem voor de akkerbouw
-
a. bestemd voor: het zodanig toedienen van gewasbeschermings- of loofdodingsmiddelen
aan landbouwgewassen met een systeem dat de drift van de toegediende middelen aantoonbaar
met ten minste 90% reduceert ten opzichte van een spuitmachine zonder driftbeperkende
voorzieningen,
-
b. bestaande uit: een spuitmachine met een driftbeperkend systeem.
E 2339
Hagelnetten voor de fruitteelt
-
a. bestemd voor: het verminderen van het gebruik en de verspreiding van chemische middelen
in de fruitteelt en het voorkomen van hagelschade aan fruit door toepassing van hagelnetten,
-
b. bestaande uit: hagelnetten en een ondersteuningsconstructie voor de hagelnetten.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
F 2340
Peilgestuurde drainage
-
a. bestemd voor: het via drainage reguleren van het grondwaterpeil van één of meerdere
landbouwpercelen, waarbij het drainagesysteem is aangesloten op een verzamelput met
verstelbare overstort of een sloot met een regelbare stuw, waardoor verdroging, te
natte landbouwgrond en afspoeling van meststoffen wordt voorkomen,
-
b. bestaande uit: een drainagesysteem onder het perceel, een verzameldrain, een verzamelput
met verstelbare overstort of een regelbare stuw en al dan niet een meetsysteem voor
het meten van het grondwaterpeil.
A 2341
Voorzieningen ter voorkoming van verontreinigingen door erfafspoeling bij een veehouderij
-
a. bestemd voor: het tegengaan van verontreinigingen door erfafspoelwater bij een veehouderij
door ten minste één van de volgende maatregelen:
-
1. een opvangput zonder overstort voor perssappen bij kuilvoerplaatsen waarbij geen ongezuiverde
lozing op het oppervlaktewater plaatsvindt,
-
2. een overkapping van een voeropslag of een vaste mestopslag,
-
3. compartimentering van het erf, waardoor een volledige scheiding tussen afvalwater
en schoon hemelwater wordt bereikt,
-
4. een voorziening voor gescheiden wateropvang (schoon hemelwater en afvalwater), of
-
5. een veegmachine met opvangbak en een veegbreedte van ten minste 120 centimeter, voor
het bezemschoon maken van het erf,
-
b. bestaande uit: een opvangput of een overkapping voor een voeropslag of vaste mestopslag
of (her)inrichting van het erf of een veegmachine met opvangbak, met uitzondering
van vloeren van mest- en voederopslagen en vervanging van erfverharding.
F 2345
Biologische waterzuiveringsinstallatie voor verontreinigd afvalwater uit de veehouderij,
akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt
-
a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van verontreinigingen via lozingen naar
de omgeving door het biologisch zuiveren van dit afvalwater, waarbij de toegepaste
zuiveringsinstallatie gewasbeschermingsmiddelen verwijdert met een rendement van ten
minste 95%,
-
b. bestaande uit: een opvangvoorziening, een biologische waterzuiveringsinstallatie,
een buffervat en al dan niet een helofytenfilter.
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
F 2346
Voorziening ter voorkoming van verontreiniging via afvalwater uit de veehouderij,
akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-, vollegronds- of bedekte teelt
-
a. bestemd voor: het tegengaan van de emissie van verontreinigingen via lozingen naar
de omgeving, waarbij een toegepaste zuiveringsinstallatie gewasbeschermingsmiddelen
verwijdert met een rendement van ten minste 95%,
-
b. bestaande uit: een opvangvoorziening, apparatuur ter voorkoming van emissie van verontreinigingen
of een waterzuiveringsinstallatie.
Toelichting: Onder bedekte teelt wordt ook glastuinbouw verstaan.
A 2349
Spuitmachine met restvloeistofreductie in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit-
of vollegrondsteelt
-
a. bestemd voor: het toedienen van gewasbeschermingsmiddelen of vloeibare meststoffen
aan gewassen in de akkerbouw, bloembollen-, boom-, fruit- of vollegrondsteelt, waarbij
het ontstaan van restvloeistof in de spuittank wordt voorkomen of met ten minste 50%
wordt gereduceerd door:
-
1. een spuitmachine met volledig gescheiden vloeistofsystemen voor schoon water en spuitvloeistof,
of
-
2. een systeem waarbij de gewasbeschermingsmiddelen op het laatste moment voor het spuiten
op het gewas in de spuitleiding vermengd worden,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1, een spuitmachine met gescheiden schoonwater-
en spuitvloeistofcircuit, of
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2, een spuitmachine met een selectieve doseringseenheid.
A 2350
Mechanische onkruidbestrijdingsmachine met plantherkenningssysteem of onkruidsensoren
-
a. bestemd voor: het mechanisch bestrijden van onkruid tussen de rijen van het gewas
met behulp van een plantherkenningssysteem of onkruidsensoren,
-
b. bestaande uit: een mechanische onkruidbestrijdingmachine met onkruidsensoren of een
plantherkenningssysteem en al dan niet de volgende onderdelen; een autopilotsysteem
en een klaverdoorzaaimodule.
A 2351
Intrarijwieder
-
a. bestemd voor: het mechanisch of pneumatisch bestrijden van onkruid zowel tussen als
in de rijen van het gewas,
-
b. bestaande uit: een intrarijwieder met een mechanisch of pneumatisch onkruidbestrijdingssysteem
en al dan niet de volgende onderdelen; onkruidsensoren en een plantherkenningssysteem.
B 2352
Mechanische onkruidknipper
-
a. bestemd voor: het verminderen van de onkruiddruk in akkerbouwgewassen of grasland
met machine die met kam- en kniptechniek de dikkere stengels van het onkruid doorsnijdt
en het geteelde gewas niet beschadigt,
-
b. bestaande uit: mechanische onkruidknipper met vingerbalk, messen en bezem.
E 2359
Potafdekinstallatie
-
a. bestemd voor: het in de boom-, vaste planten- of sierteelt tegengaan van de groei
van onkruid in de potten, door het machinaal strooien van een afdeklaag bestaande
uit los organisch materiaal op de bovenzijde van het substraat,
-
b. bestaande uit: een elevator, een doseersysteem, transportbanden en een trilsysteem.
D 2360
Doseereenheid voor de vloeibare fractie van mest
-
a. bestemd voor: het gelijktijdig met het zaaien, poten, planten, frezen, schoffelen
of aanaarden gedoseerd toedienen van de vloeibare fractie die rest na de verwerking
van dierlijke meststoffen, in de grond vlakbij het zaad, de knol of het plantje,
-
b. bestaande uit: een geheel van een volume-regeleenheid, een tank, een zuigslang, een
verdeelstuk, doseerslangen, een aangepaste injectiekouter of -tand en een slangenpompset
of een membraan-, een centrifugaal- of een tandwielpomp, waarbij sleepslangdoseersystemen,
sleepslang- en zodenbemesters niet in aanmerking komen voor de milieu-investeringsaftrek.
D 2361
Fertigatiesysteem
-
a. bestemd voor: het gereguleerd doseren van water en meststoffen, al dan niet in combinatie
met gewasbeschermingsmiddelen, aan gewassen in de vollegrondteelt, niet zijnde glastuinbouw,
ter voorkoming van uitspoeling,
-
b. bestaande uit: vochtmeetapparatuur, een regeleenheid, een waterafgiftesysteem en al
dan niet de volgende onderdelen: een lichtmeter en apparatuur voor het bepalen van
het mineralengehalte.
E 2362
Rijenbemestingseenheid
-
a. bestemd voor:
-
1. de rijenbemesting in de teelt van fruit of boomkwekerijgewassen in de volle grond,
of
-
2. nauwkeurige rijenbemesting van teelt in de volle grond, waarbij geen meststoffen op
de paden worden afgegeven,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1, een voorraadbak, een mechanische of hydraulische
aandrijving, een strooi-inrichting en een verdeelmechanisme,
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2, een voorraadbak, een mechanische, pneumatische
of hydraulische aandrijving en een strooi-inrichting met zijwaarts begrensde uitstroomopeningen
of een kunstmestgiftsysteem direct in de rij onder de planten, waarbij granulaatstrooiers,
sleepslang- en zodenbemesters niet in aanmerking komen voor milieu-investeringsaftrek.
Aquacultuur
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 2400
Polycultuurkwekerij voor aquatische producten
-
a. bestemd voor: het kweken van twee of meer aquatische productgroepen (planten, vissen,
weekdieren, schaaldieren, schelpdieren, insecten, ringwormen en overige lagere diersoorten)
waarbij:
-
– ten minste één van de gekweekte productgroepen als voedsel dient voor een andere productgroep,
-
– dierlijke producten worden verkregen van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van kweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem, een real time monitoringsysteem voor waterkwaliteit
en al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en een voerkweeksysteem,
met uitzondering van ruimten en onderdelen bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 2114 voor een Groen Label Kas met vis-, schaal-
of schelpdierenkwekerij.
F 2410
Duurzame viskwekerij
-
a. bestemd voor: het kweken van vis in een viskwekerij, die voldoet aan de Maatlat Duurzame
Veehouderij en Aquacultuur 7, onderdeel MDA 7 – viskwekerijen, wat blijkt uit een
(ontwerp)certificaat MDA 7 dat voor de meldingsdatum is afgegeven door een door de
Raad voor Accreditatie hiervoor geaccrediteerde organisatie, en waarbij binnen twee
jaar na afgifte van het voorlopige certificaat een definitief certificaat wordt overgelegd,
dan wel binnen drie jaar een definitief certificaat wordt overgelegd volgens de op
dat moment geldende Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur en de bijbehorende
criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten,
-
b. bestaande uit: een viskwekerij, met uitzondering van de ruimten bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur is
beschikbaar op de website www.maatlatduurzameaquacultuur.nl. Op deze website zijn
tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende besluiten te vinden.
F 2411
Duurzame pootviskwekerij
-
a. bestemd voor: het opkweken van pootvis in een viskwekerij, waarbij:
-
– de pootvis verkregen wordt van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een pootviskwekerij, een real time monitoringssyteem voor het effluent,
waterzuiveringsapparatuur en al dan niet een voerkweeksysteem, met uitzondering van
de ruimten bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2420
Schaal- en schelpdierbroedinstallatie
-
a. bestemd voor: het broeden en opkweken van schaal- en schelpdieren uit ouderdieren,
waarbij:
-
– er geen sprake is van broeden en opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een broedinstallatie, een kweeksysteem, een real time monitoringssyteem
voor het effluent en al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur
en een voerkweeksysteem, met uitzondering van de ruimten bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2421
Schaal- of schelpdierkwekerij
-
a. bestemd voor: het kweken van schelp- of schaaldieren, waarbij:
-
– de juveniele schelp- of schaaldieren worden verkregen van gekweekte ouderdieren,
-
– er geen sprake is van broeden en opkweken in open water,
-
– het effluent ten minste even schoon is als het ingenomen water,
-
– de kwaliteit van het effluent real time wordt gemonitord, en
-
– het verstrekte voer (deels) gekweekt wordt of bestaat uit al dan niet bewerkte afvalstromen,
-
b. bestaande uit: een kweeksysteem, een real time monitoringssyteem voor het effluent
en al dan niet de volgende onderdelen: waterzuiveringsapparatuur en een voerkweeksysteem,
met uitzondering van de ruimten bedoeld voor het personeel.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2430
Productiesysteem voor algen, kroos of (zee)wieren
-
a. bestemd voor: het produceren van algen, kroos of (zee)wieren, waarbij de geproduceerde
algen, kroos of (zee)wieren worden ingezet als grondstof voor het kweken van vis,
schaal- of schelpdieren of het produceren van hoogwaardige grondstoffen voor onder
meer bestrijdingsmiddelen, voedingsmiddelen, cosmetica of farmaceutica, en waarbij
het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een productiesysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een behandelingseenheid
voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing, een oogstsysteem en apparatuur
voor verwerking tot grondstof.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Visserij
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 2510
Akoestische afschrikkingsapparatuur aan visnetten
-
a. bestemd voor: het ter vermijding van bijvangst verdrijven van walvisachtigen door
aan visnetten bevestigde apparatuur die ultrasoon geluid produceert met een variabele
pulssnelheid, voor zover die visnetten niet genoemd zijn in bijlage I van Verordening (EG) nr. 812/2004 van de Raad van 26 april 2004 tot vaststelling van maatregelen betreffende de bijvangsten
van walvisachtigen bij de visserij en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 88/98 (PbEU 2004, L150/13),
-
b. bestaande uit: akoestische afschrikkingsapparatuur.
F 2511
Boomkor vervangende visinstallatie op een bestaand visserijschip
-
a. bestemd voor: het verminderen van bijvangst en schade aan de bodem door het volledig
vervangen van boomkorvistuig en -installaties door een alternatieve visinstallatie
op een bestaand visserijschip, waarbij uit de op de meldingsdatum geldende vismachtiging
die de Minister van Economische Zaken voor het schip heeft afgegeven, blijkt dat niet
meer met boomkor wordt gevist,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van de) visinstallatie en het verwijderen van de boomkorinstallatie,
waarbij pulskorvisinstallaties en hydrorig-vleugelinstallaties niet in aanmerking
komen voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Voor pulskorvisinstallaties en hydrorig-vleugelinstallaties zie de bedrijfsmiddelen
221222 en 340000 van de energie-investeringsaftrek.
F 2515
Overlevingsbak of -bun met verbeterde terugvoer voor bijvangst in de visserij
-
a. bestemd voor: het ter verhoging van de overlevingskans van bijvangst in de visserij,
opvangen en automatisch sorteren van de bijvangst in een overlevingsbak of -bun met
een terugvoermogelijkheid voor onbedoelde vangsten die wettelijk teruggezet moeten
of mogen worden door een diep in het water stekende buis, en waarbij:
-
– de dode bijvangst op het schip wordt opgeslagen,
-
– de werking van het systeem is aangetoond door een relevante en erkende onderzoeksorganisatie,
en
-
– de overlevingsbak of -bun niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een opvangbak of -bun met sorteervoorziening, een terugvoersysteem
en al dan niet een opslagtank voor dode bijvangst.
A 2520
Roestvrijstalen dipkoeltank voor schaaldieren op een vissersschip
-
a. bestemd voor: het aan boord van een vissersschip conserveren van schaaldieren door
een vast opgesteld, luchtdicht afsluitbaar roestvrijstalen vat, waarin SC-20 als conserveringsmiddel
wordt gebruikt, ter vervanging van dipkoeling met natriumbisulfiet of een derivaat
daarvan,
-
b. bestaande uit: luchtdicht afsluitbaar roestvrijstalen vat.
F 2590
Balenpers voor plastic afval op zeeschepen
-
a. bestemd voor: het minimaliseren van plastic afvalopslag op zeegaande (visserij)schepen
varend onder Nederlandse vlag, met een vast aan boord opgestelde balenpers, waarbij
het plastic afval ter verwerking afgegeven wordt aan een havenontvangstinstallatie,
-
b. bestaande uit: een balenpers en al dan niet geïntegreerde zonnecellen voor de energievoorziening.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel is onderdeel van de Green Deal ‘Visserij voor een
Schone Zee’ en de Green Deal ‘Scheepsafvalketen’.
Verwerkingsapparatuur voor agrarische producten
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 2600
Apparatuur voor lokale verwerking van landbouwgewassen (voorwaartse integratie)
-
a. bestemd voor: het, op of in de nabijheid van het land waar de landbouwgewassen voor
het proces zijn geteeld, uitvoeren van processtappen in de verwerking van het gewas
waarvan het gangbaar is dat die processtappen centraal en fabrieksmatig plaatsvinden
met als doel kringlopen te verkleinen,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor lokale verwerking.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel betreft bijvoorbeeld kleinschalige en lokale fermentatie-apparatuur,
als het gangbaar is om dat fabrieksmatig en centraal te doen.
F 2610
Apparatuur voor het vervaardigen van vleesvervangers
-
a. bestemd voor: het vervaardigen van vleesvervangers op basis van plantaardige grondstoffen
of (grondstoffen uit) schimmels,
-
b. bestaande uit: productieapparatuur voor vleesvervangers.
F 2611
Verwerkingsapparatuur voor lokale verwerking van biologische landbouwproducten
-
a. bestemd voor: het verwerken van zelf geproduceerde primaire biologische landbouwproducten
of reststromen daarvan, tot een product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 of het Besluit dierlijke producten, wat blijkt uit een certificaat Biologische Productie Nederland van Skal, waarbij:
-
– de verwerking plaatsvindt op de locatie van het eigen bedrijf waar de primaire landbouwproducten
worden geproduceerd, en
-
– de verwerkingsapparatuur voor ten minste 80% wordt gebruikt voor de productie van
een product volgens het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 of het Besluit dierlijke producten,
-
b. bestaande uit: verwerkingsapparatuur en -voorzieningen, met uitzondering van de volgende
onderdelen: apparatuur en voorzieningen voor het sorteren, verpakken, schoonmaken
en opslaan van primaire landbouwproducten, gebouwen en mobiele machines.
Toelichting: Met landbouwproducten worden alle dierlijke en plantaardige producten
bedoeld, dus ook het kweken van fruit, bomen, struiken en niet-eetbare gewassen. Informatie
over het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007 en het Besluit dierlijke producten is beschikbaar op de website www.skal.nl.
F 2612
Verwerkingsapparatuur voor diervriendelijke verwerking van gekweekte vis
-
a. bestemd voor: het verdoven, slachten en verwerken van gekweekte vis, waarbij:
-
– de verwerking plaatsvindt binnen 25 kilometer van de kwekerij,
-
– het bedrijf waar de vis wordt bedwelmd en gedood, apparatuur heeft die de vis binnen
één seconde bedwelmt en vervolgens doodt zonder dat de vis bijkomt, en
-
– op de transportwagen voor aan- en afvoer van levende vis, apparatuur aanwezig is die
tijdens transport het zuurstofniveau meet en aanpast waardoor het zuurstofgehalte
niet hoger wordt dan 110% en meetapparatuur voor de waterkwaliteit aanwezig is die
ten minste de watertemperatuur meet en de mogelijkheid biedt dit tijdens transport
automatisch bij te sturen,
-
b. bestaande uit: verdovings- en slachtapparatuur, verwerkingsapparatuur en -voorzieningen
en meetapparatuur en voorzieningen ter beheersing van de waterkwaliteit tijdens transport,
met uitzondering van de volgende onderdelen: apparatuur en voorzieningen voor het
sorteren, verpakken en opslaan van vis, schaal- of schelpdieren, gebouwen en mobiele
machines.
Toelichting: Bovengenoemde eisen voor transport, verdoving en doding zijn gebaseerd
op het certificatieschema Maatlat Duurzame Veehouderij en Aquacultuur 7 onder punten
1a, 3, 4 en 5. Het certificatieschema is beschikbaar op de website www.maatlatduurzameaquacultuur.nl.
Op deze website zijn tevens de geldende criteria, beoordelingsrichtlijnen en aanvullende
besluiten te vinden.
F 2613
Verwerkingsapparatuur van insecten
-
a. bestemd voor: het verwerken van insecten tot een product dat wettelijk is toegestaan,
-
b. bestaande uit: verwerkings- of voorbewerkingsapparatuur van insecten, met uitzondering
van gebouwen.
Toelichting: Verwerkingsapparatuur van insecten kan betrekking hebben op het scheiden
van insecten in verschillende fracties, zoals vetten en eiwitten. Ook apparatuur voor
het verwerken van insecten tot voer- of voedingsproducten kan in aanmerking komen.
Zie bedrijfsmiddel F 2319 voor kweeksystemen van insecten.
B 2615
Volautomatische optische sorteerinstallatie voor aardappelen en uien
-
a. bestemd voor: het met een camerasysteem automatisch sorteren van aardappelen of uien
zodat er qua vorm, maat en kwaliteit, uniforme partijen aardappelen of uien worden
verkregen, waardoor uitval nagenoeg voorkomen wordt en waarbij:
-
1. sortering van aardappelen op ten minste diameter, vierkantsmaat, knolvorm, beschadigingen,
groeiafwijkingen en ziekten plaatsvindt, en
-
2. sortering van uien op ten minste gewicht, diameter, kleur, externe en interne kwaliteit
plaatsvindt,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1, in-, door- en uitvoerbanden, een verenkelings-
en rotatiesysteem met trillende axiaalrollen, een kleuren- en infraroodcamera, een
LED-belichtingssysteem, een besturingscomputer met classificatie- en sorteersoftware
en een persluchtsysteem waarmee aardappelen bij de juiste sorteeruitgang worden geblazen
en sorteeruitgangen,
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2, in-, door- en uitvoerbanden of rollensets,
een verenkelaar, een cupsorteerder met alle controle units met NIR-technologie, cameraboxen
en lasers, een weegunit, persluchtvoorzieningen, kistenvullers en een volautomatische
wasstation voor het reinigen van de machine.
F 2620
Hoge druk pasteurisatie-installatie voor conservering van verse levensmiddelen
-
a. bestemd voor: het gedurende enkele minuten onder een druk van 400 tot 600 MPa pasteuriseren
van verse levensmiddelen bij kamertemperatuur waardoor de houdbaarheid verlengd wordt,
-
b. bestaande uit: een hogedrukvat, een juk, een systeem om het vat op druk te brengen,
een systeem voor het laden en lossen en een regeleenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 2.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Deze conserveringstechniek wordt ook High Pressure Processing (HPP) genoemd.
A 2621
Heetwaterinstallatie voor fruitbehandeling
-
a. bestemd voor: het uitsluitend met water bestrijden van vruchtrot bij hardfruit, zonder
gebruik te maken van chemische toevoegingen, door het fruit voor bewaring enkele minuten
in aanraking te brengen met water met een temperatuur van circa 50°C,
-
b. bestaande uit: een watertank, een verwarmingselement en regelapparatuur.
A 2630
Apparatuur voor het actief verpakken van groenten of fruit
-
a. bestemd voor: het verpakken van groenten of fruit, waarbij per productsoort de gasbarrière-eigenschappen
van de gebruikte plastic folie online tijdens het verpakken kan worden ingesteld door
gaatjes in de folie te schieten met een laser, waarbij het aantal en de grootte van
de gaatjes wordt bepaald na meting van de actuele respiratie van het te verpakken
product,
-
b. bestaande uit: een laserperforatiesysteem en een respiratiemeter, met uitzondering
van de overige onderdelen van de verpakkingslijn.
F 2650
Mestbewerkingsinstallatie met terugwinning van fosfaat en stikstof
-
a. bestemd voor: het bewerken van dierlijke mest, waarbij:
-
– fosfaat- en stikstofhoudende concentraten uit de mest gescheiden en nuttig toegepast
worden,
-
– de waterige fractie wordt hergebruikt of geloosd op het oppervlaktewater of het riool,
-
– geen covergistingsproducten worden toegevoegd indien een mestvergistingsinstallatie
wordt toegepast, en
-
– het bevoegd gezag de vergunning voor de mestbewerkingsinstallatie heeft afgegeven,
-
b. bestaande uit: apparatuur voor het bewerken van mest, met uitzondering van installaties
en voorzieningen voor mestverwerking.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Alleen scheiding van mest in een dikke en dunne fractie door bijvoorbeeld
een schroefpers of een decanter is niet voldoende om in aanmerking te komen onder
bedrijfsmiddel F 2650. De dunne fractie dient na scheiding bewerkt te worden tot een
stikstofhoudend concentraat en een waterige fractie. Ook na vergisting is een nageschakelde
techniek voor verdere bewerking van de mest of het digestaat nodig om in aanmerking
te komen onder dit bedrijfsmiddel.
Onder de dunne fractie wordt het stikstofhoudend concentraat verstaan. De waterige
fractie behoort niet tot de dunne fractie. De waterige fractie is na bewerking getest
en moet loosbaar zijn op het oppervlaktewater of op het riool. De dikke fractie is
het fosfaathoudend concentraat.
A 2651
Algen-, wieren- of kroossysteem voor mestverwerking
-
a. bestemd voor: het verwerken van dierlijke mest door biologische afbraak door algen,
wieren of eendenkroos, waarbij de algen, wieren of het kroos geoogst worden,
-
b. bestaande uit: een vloeistofdicht bassin, een schoepenrad of pomp, een continu meetsysteem,
oogstapparatuur en al dan niet voorscheidingsapparatuur.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 2659
Mestvergistingsinstallatie met algen-, kroos- of wierenreactor
-
a. bestemd voor: het vergisten van dierlijke mest, waarbij:
-
– de dunne fractie van het digestaat als voeding dient voor de algen-, kroos- of wierenreactor,
-
– de geproduceerde algen, kroos of wieren worden ingezet als (groene grondstof voor)
veevoer, biobrandstof of voor hoogwaardigere toepassingen, en
-
– het restproduct al dan niet een energietoepassing krijgt,
-
b. bestaande uit: een mestvergister, een productiesysteem voor algen, kroos of wieren
en al dan niet de volgende onderdelen: voorbewerkingsapparatuur, een mestraffinagesysteem,
een behandelingseenheid voor recirculatie of hergebruik van de voedingsoplossing,
een oogstsysteem, apparatuur voor verwerking tot grondstof, een gasmotor, een generator
en biogasopwerkingsapparatuur.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 2690
Ozonoxidatie-installatie voor ontsmetting van (opslag)ruimten, lucht of producten
in de land- en tuinbouw
-
a. bestemd voor: het desinfecteren van lucht, een gesloten (opslag)ruimte of een product
door oxidatie met ozon, waardoor het gebruik van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd
of vermeden,
-
b. bestaande uit: een oxidatie-installatie, een ozongenerator en al dan niet de volgende
onderdelen: doseer- of injectieapparatuur, een restozonabsorber of -vernietiger, een
besturingssysteem en meet- en regelapparatuur.
Toelichting: Voor een oxidatiereactor voor waterreiniging of legionellabestrijding
zie bedrijfsmiddel B 1545. Zie bedrijfsmiddel E 4681 voor een oxidatiereactor voor
luchtreiniging.
Mobiliteit
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Stille, schone en zuinige transportmiddelen, mobiele werktuigen, distributie van alternatieve
brandstoffen, transportpreventie
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Wegvervoer
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 3109
Waterstofpersonenauto
-
a. bestemd voor: personenvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen met een
gekentekende auto, die is voorzien van uitsluitend een brandstofcel voor de aandrijving
en een CO2-uitstoot heeft van 0 gram per kilometer,
-
b. bestaande uit: een uitsluitend brandstofcelaangedreven personenauto.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 50.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
G 3110
Uitsluitend elektrisch aangedreven voertuig
-
a. bestemd voor: vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open lucht
met een voertuig, dat is voorzien van een lithiumhoudende accu voor de opslag van
energie voor de aandrijving, niet zijnde een fiets, bromfiets, snorfiets, quad, gehandicaptenvoertuig,
brandstofcelaangedreven voertuig, vrachtwagen, bus, tram, metro, vorkheftruck of een
andere mobiele machine, dat voldoet aan de eis:
-
1. voor een voertuig met kenteken een CO2-uitstoot van 0 gram per kilometer, of
-
2. voor een voertuig zonder kenteken een actieradius van ten minste 50 kilometer op een
volle accu,
-
b. bestaande uit: een uitsluitend elektrisch aangedreven voertuig en al dan niet de volgende
onderdelen: een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel en een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 50.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Voor plugin-hybride personenauto's met een CO2-uitstoot van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram per kilometer zie bedrijfsmiddel D
3111. Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en F 3116 voor respectievelijk waterstofpersonenauto's
en elektrisch aangedreven vrachtwagens. Voor oplaadpalen voor eigen gebruik zie bedrijfsmiddel
F 3720.
D 3111
Plugin-hybride personenauto zonder compressieontsteking (> 0 – 30 gram CO2 per kilometer)
-
a. bestemd voor: personenvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open
lucht met een gekentekende auto, die is voorzien een elektrische aandrijving, een
verbrandingsmotor zonder compressieontsteking en een lithiumhoudende accu voor de
opslag van energie voor de aandrijving, niet zijnde een dieselauto, en die een CO2-uitstoot heeft van meer dan 0 en ten hoogste 30 gram CO2 per kilometer,
-
b. bestaande uit: een personenauto en al dan niet een oplaadstation.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 35.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3109 en G 3110 voor auto's waarvan de CO2-uitstoot 0 gram per kilometer is. Dieselauto's komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel
D 3111.
E 3113
Aardgasvoertuig voor zakelijk vervoer
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over de openbare weg met een voertuig
met een aardgasmotor als hoofdmotor, waarvoor in het kentekenregister de vermelding
van de Europese voertuigcategorie N1 (bestelauto) dan wel de vermelding ‘taxi’ is
opgenomen, en waarbij onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit
of beter is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een door een aardgasmotor aangedreven voertuig.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor de
milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Personenauto's met een aardgasmotor komen niet in aanmerking komen onder
bedrijfsmiddel E 3113. Voor een bakwagenchassis of trekker op aardgas zie bedrijfsmiddel
A 3116. Zie bedrijfsmiddel G 3740 voor aardgasaflever- of aardgasvulpunten voor eigen
gebruik.
F 3115
Waterstofbus
F 3116
Uitsluitend elektrisch aangedreven bakwagenchassis of trekker
-
a. bestemd voor: goederenvervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen met een
bakwagenchassis of een trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3,
-
– voor de aandrijving voorzien is van uitsluitend een brandstofcel of één of meer lithiumhoudende
accu's, en
-
– een CO2-uitstoot heeft van 0 gram per kilometer,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel B 3191 voor voertuigen met een duurzame transportkoeling.
Voor hybride aangedreven vrachtwagens zie bedrijfsmiddel 240614 van de energie-investeringsaftrek.
D 3117
Uitsluitend aardgasmotor aangedreven bakwagenchassis of trekker
-
a. bestemd voor: het vervoeren van goederen met een bakwagenchassis of een trekker, die:
-
– behoort tot de Europese voertuigcategorie N2 of N3, en
-
– aangedreven wordt door een aardgasmotor (LNG of CNG), waarbij onder aardgas ook wordt
verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Toelichting: Aardgasvrachtauto's met een Quiet-truckcertificaat komen ook in aanmerking
onder bedrijfsmiddel D 3117. Zie bedrijfsmiddel B 3191 voor voertuigen met een duurzame
transportkoeling.
B 3118
Elektrisch aangedreven brom- of snorfiets met lithiumhoudende accu
-
a. bestemd voor: het vervoer over de openbare weg of op bedrijfsterreinen in de open
lucht met een brom- of snorfiets, voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, waarbij
de elektrische energie, waarmee de elektromotor wordt aangedreven, is opgeslagen in
één of meer lithiumhoudende accu’s,
-
b. bestaande uit: een elektrisch aangedreven bromfiets of snorfiets met één of meer lithiumhoudende
accu’s en al dan niet de volgende onderdelen: een oplaadstation, een overkapping en
een vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3119
Fiets met overkapping en trapondersteuning
-
a. bestemd voor: het vervoer van personen of goederen over de openbare weg of op bedrijfsterreinen
in de open lucht met een fiets,
-
– die is voorzien van elektrische trapondersteuning,
-
– die is voorzien van een carrosserie of overkapping van niet-flexibel materiaal, die
ten minste de berijder overdekt, en
-
– waarbij de elektrische energie is opgeslagen in één of meer lithiumhoudende accu's,
-
b. bestaande uit: fiets met overkapping en trapondersteuning, één of meer lithiumhoudende
accu's en al dan niet de volgende onderdelen: een oplaadstation en een vast aan het
voertuig verbonden zonnepaneel.
A 3120
Lithiumhoudende accu voor elektrische vervoermiddelen of mobiele werktuigen
D 3130
Systeem voor adaptieve cruise control voor vrachtverkeer
-
a. bestemd voor: het bij vervoer van goederen met een vrachtwagen automatisch constant
houden van de snelheid en automatisch aanpassen van de snelheid, zodat de afstand
tot de voorligger gelijk blijft, waardoor het brandstofverbruik en de luchtzijdige
emissies worden verminderd,
-
b. bestaande uit: een systeem voor adaptieve cruise control.
Toelichting: Voor automatische snelheidsbegrenzing op basis van digitale wegenkaarten
en GPS-signalen zie bedrijfsmiddel 240911 van de energie-investeringsaftrek.
B 3139
Composiet tankcontainer
-
a. bestemd voor: het vervoeren van vloeistoffen met een glasvezel composiet tankcontainer
welke ten minste 30% lichter is dan een stalen container van dezelfde grootte,
-
b. bestaande uit: een composiet tankcontainer.
A 3160
Brandstofreinigingssysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van in een tank opslagen brandstof, waarbij water en bezinksel
wordt verwijderd bij een thuistankinstallatie waar per jaar vanuit de tank minder
dan 100.000 liter wordt afgeleverd,
-
b. bestaande uit: een ontwateringseenheid, een pomp, een grof- en een fijnfilter.
E 3170
Bakwagenchassis of trekker met gereduceerd aandrijfgeluid (Quiet Truck)
-
a. bestemd voor: het vervoeren van goederen met een bakwagenchassis of een trekker, die
niet is voorzien van een aardgasmotor of elektromotor, en die behoort tot de Europese
voertuigcategorie N2 of N3, met:
-
– een aandrijfgeluid van ten hoogste 72 dB(A), en
-
– waarvoor een QuietTRUCK-certificaat van Piek-Keur is afgegeven,
-
b. bestaande uit: een bakwagenchassis of trekker.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 22.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Voor bakwagenchassis en trekkers met een elektro- of aardgasmotor zie
respectievelijk de bedrijfsmiddelen F 3116 en D 3117.
A 3185
Deluge-sprinklersysteem voor losplaatsen van LPG-tankwagens bij tankstations
-
a. bestemd voor: het bestrijden van beginnende branden en het voorkomen van explosies
bij het lossen van LPG-tankwagens bij een tankstation door vroegtijdig en automatisch
blussen van de brand en koelen van de tankwagen, voor zover het sprinklersysteem niet
wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een sprinklernetwerk, een delugeklep, een waterreservoir en een branddetectiesysteem
dat de delugeklep bedient.
F 3190
CO2- of N2-vulstation voor transportkoeling
-
a. bestemd voor: het afleveren van vloeibare CO2 of stikstof als koelmiddel van cryogene koelinstallaties van vrachtwagens of vaartuigen
voor transport van goederen, ter beperking van luchtzijdige emissies en geluidhinder,
-
b. bestaande uit: een afleverkast of -zuil, een pomp, een bufferopslag en een card reader.
Toelichting: Installaties voor het vullen van stationaire installaties met CO2 of stikstof komen niet in aanmerking.
B 3191
Voertuig met zeer duurzame transportkoeling
-
a. bestemd voor: het gekoeld vervoeren van goederen in een bestelauto, bakwagenopbouw,
aanhanger of oplegger, waarvoor geldt dat:
-
– het gesloten koelsysteem uitsluitend werkt op basis van een halogeenvrij koudemiddel,
-
– de koelinstallatie niet wordt aangedreven door een uitsluitend daarvoor bestemde dieselmotor,
en
-
– de energie benodigd voor de koelinstallatie wordt opgeslagen in lithiumhoudende accu's,
-
b. bestaande uit: een gekoelde bestelauto, aanhanger, oplegger of bakwagenopbouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 35.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie de bedrijfsmiddelen F 3116, D 3117 en E 3170 voor een bakwagenchassis
of een trekker. Voor duurzame en energiezuinige voorzieningen voor transportkoeling
(zoals zonnepanelen en remenergieterugwinning) zie de bedrijfsmiddelen 240202, 240606,
240614 en 251115 van de energie-investeringsaftrek.
Installaties voor vervoermiddelen en werktuigen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 3220
Standtijdverlengingssysteem voor olie
-
a. bestemd voor: het zuiveren van hydraulische-, smeer- of systeemolie in een oliereinigingseenheid,
die gekoppeld is aan het systeem waarin de olie wordt gebruikt en waarbij de olie
vervolgens wordt hergebruikt in datzelfde systeem,
-
b. bestaande uit: een oliereinigingseenheid, een recirculatieleiding en al dan niet de
volgende onderdelen: een buffervat en een koeleenheid.
A 3222
Automatisch smeersysteem
-
a. bestemd voor: het automatisch smeren van transportmiddelen en (mobiele) werktuigen,
waarmee wordt gewerkt boven een niet-vloeistofdichte ondergrond, met smeerolie of
smeervet dat biologisch afbreekbaar en niet-toxisch is, waarbij voor bio-olie of -vet
voor land- en bosbouwmachines naast Europees Ecolabel volgens Besluit 2011/381/EU
van de Commissie van 24 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning
van de EU-milieukeur aan smeermiddelen (PbEU 2011, L169) ook een Blauer Engel-certificaat
volgens RAL-UZ 178 voldoet,
-
b. bestaande uit: een pomp met vet- of oliereservoir, een elektronische regeleenheid
en een doseereenheid.
Toelichting: Voor informatie over bio-olie en biovet zie onder punt 9 van paragraaf
1 van deze bijlage. Meer informatie over bio-olie en biovet is beschikbaar op de website
www.biosmeermiddelen.nl.
B 3240
Waterzuiveringsinstallatie voor vaar-, vlieg- en voertuigen
-
a. bestemd voor: het zuiveren en al dan niet hergebruiken van aan boord van een vaar-,
vlieg- of voertuig ontstaan afvalwater van huishoudelijke aard of hiermee vergelijkbaar,
door een vast opgestelde niet-chemische of biologische afvalwaterzuiveringsinstallatie,
voor zover dit niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een waterzuiveringsinstallatie, een opslagtank en al dan niet een hergebruiksysteem.
D 3260
Gesloten roetfilter voor een koelmotor of een werktuig (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes uit de uitlaatgassen van een bestaande
koelmotor voor gekoeld wegtransport, vast opgestelde dieselmotor of mobiel werktuig
voor grondverzet, landbouw of wegenbouw, door deze te voorzien van een roetfilter:
-
– met een verwijderingsrendement van ten minste 90%,
-
– dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst van VERT
(Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU (Bundesambt
für Umwelt) of op de typegoedkeuringslijst van de RDW (de Dienst Wegverkeer),
-
– waarvoor geen verplichting geldt volgens of krachtens de Arbeidsomstandighedenwet, en
-
– waarbij het filter niet is voorzien van een bypass-voorziening voor als het filter
vol is,
-
b. bestaande uit: een gesloten roetfilter.
Toelichting: De roetfilterlijsten van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu
en www.bafu.admin.ch. Alleen de aanpassing van een reeds in gebruik genomen, niet
nieuw(e), werktuig of koelmotor komt in aanmerking.
A 3280
Hittewerende coating van transporttank voor brandbaar gas
-
a. bestemd voor: het verminderen van de kans op het bezwijken van de tankwand van een
transporttank voor brandbaar gas op een schip, een treinwagon, een tankcontainer of
een tankwagen, niet zijnde een LPG-tankwagen, door warmtestraling bij brand door de
wand van de transporttank van een hittewerende coating te voorzien,
-
b. bestaande uit: een hittewerende coating.
Scheepvaart
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
B 3320
Duurzame aandrijving voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: de voortstuwing van een vaartuig, niet zijnde een vissersschip, dat
vaart op binnenwateren of het Nederlandse deel van de Noordzee, voor het verrichten
van werkzaamheden, het bestrijden van calamiteiten, of voor het vervoer van personen
of goederen, met een installatie, waar uitsluitend één of meer van de volgende motoren
of systemen worden toegepast:
-
1. een dual fuel motor: een motor die werkt op basis van een mengsel van diesel en aardgas
als brandstof, waarbij geldt dat onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit
of beter is opgewerkt en waarbij de methaanslip van een toegepaste gasmotor ten hoogste
4,0 gram per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant meetrapport opgesteld
door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,
-
2. een motor die voldoet aan de eisen van CCR fase 2 en voorzien is van een nageschakeld
systeem voor deeltjesverwijdering (gecertificeerd roetfilter) als bedoeld in bedrijfsmiddel
A 3361 en een NOx-reductiesysteem als bedoeld in bedrijfsmiddel F 3360,
-
3. een motor die voldoet aan Euro VI of schoner, waarbij de emissiegrenswaarde waaraan
wordt voldaan is opgenomen in Verordening (EG) nr. 595/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juni 2009 betreffende de typegoedkeuring
van motorvoertuigen en motoren met betrekking tot emissies van zware bedrijfsvoertuigen
(Euro VI) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van
Verordening (EG) nr. 715/2007 en richtlijn 2007/46/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 80/1269/EEG, 2005/55/EG en 2005/78/EG (PbEU 2009, 188),
-
4. een hybride systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte, waarbij één
of meer verbrandingsmotoren en één of meer elektromotoren samen worden ingezet en
de verbrandingsmotoren ten minste voldoen aan de eisen bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel
F 3321 of voldoen aan de eisen hierboven gesteld onder a, b, of c, of
-
5. een hybride systeem voor voorstuwing en de overige vermogensbehoefte, waarbij een
of meer verbrandingsmotoren en een of meer elektromotoren samen worden ingezet, met
uitzondering van de verbrandingsmotoren, als die voldoen aan fase III-B of fase IV
volgens Richtlijn nr. 2004/26/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 21 april 2004 tot
wijziging van Richtlijn 97/68/EG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake maatregelen
tegen de uitstoot van verontreinigende gassen en deeltjes door inwendige verbrandingsmotoren
die worden gemonteerd in niet voor de weg bestemde mobiele machines (PbEU 2004, L
225),
-
b. bestaande uit: een motor, nageschakelde technieken, een hybride aandrijving, een stuurinstallatie,
aanpassing van de romp of een generator.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 3321 voor elektrische, hybride of gasmotoren voor
een binnenvaartschip. Onder aardgas wordt ook verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit
of beter is opgewerkt.
De investeringen moeten voldoen aan de eisen genoemd in de onderdelen 1 tot en met
5. Investeringen die alleen voldoen aan één eis onder één van de genoemde onderdelen
komen niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3321
Zeer duurzame motor voor een vaartuig
-
a. bestemd voor: de energievoorziening of voortstuwing van een vaartuig, niet zijnde
een visserijschip, waarbij de hoofdmotor bestaat uit:
-
1. uitsluitend een aardgasmotor,
-
2. uitsluitend een brandstofcelsysteem,
-
3. een elektromotor, al dan niet in combinatie met een verbrandingsmotor, die is voorzien
van uitsluitend lithiumhoudende accu's voor de opslag van energie voor de aandrijving,
of
-
4. een combinatie van 1, 2 of 3,
waarbij geldt dat onder aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit
of beter is opgewerkt en waarbij de methaanslip van een toegepaste gasmotor ten hoogste
4,0 gram per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant meetrapport opgesteld
door een erkend en onafhankelijk meetinstituut,
-
b. bestaande uit: een in het schip ingebouwde motor en, al dan niet de volgende onderdelen:
een gastank, een brandstofcel, lithiumhoudende (wissel)accu’s en een oplaadstation.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
A 3325
Automatisch smeerolie-deelverversingseenheid voor een scheepsmotor
-
a. bestemd voor: het automatisch op basis van het zwavelgehalte in de brandstof en de
specifieke samenstelling van de smeerolie, uitvoeren van smeerolie-deelverversingen
in een scheepsmotor op een schip dat onder Nederlandse vlag vaart,
-
b. bestaande uit: een smeerolie-deelverversingseenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 25.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
B 3330
Duurzame romp van een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het vervoer van goederen of personen over binnenwateren, of voor het
bestrijden van calamiteiten op binnenwateren, met een schip waarvan de romp voldoet
aan onderstaande criteria, waarbij de eigenaar van het schip met meetrapporten of
certificaten aantoont dat aan de vereiste specificaties wordt voldaan. De romp van
het schip:
-
1. bestaat uit kunststof of is voorzien van een milieuvriendelijke antifouling, als bedoeld
in bedrijfsmiddel F 3331,
-
2. heeft glad afgewerkte ankers en kluizen als het schip is voorzien van kluisankers,
-
3. heeft een beschermingssysteem tegen corrosie dat geen offeranodes bevat, zoals opgedrukte
stroom, als een beschermingssysteem tegen corrosie wordt gebruikt, en
-
4. heeft een kunststof of stalen buikdenning, als een buikdenning wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een metalen of kunststof romp van het binnenvaartschip en al dan niet
de volgende onderdelen: een milieuvriendelijke antifouling, een beschermingssysteem
tegen corrosie en een buikdenning.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 3331
Milieuvriendelijk beschermingssysteem voor scheepshuiden
-
a. bestemd voor: het beschermen van de scheepshuid tegen corrosie en aangroei door een
initiële antifouling-bedekking, die biocidevrij, kopervrij en niet-toxisch voor waterorganismen
is, waarbij:
-
– de PEC/PNEC-ratio voor ten minste 2 voor het ecosysteem maatgevende waterorganismen
bepaald volgens de Regeling gewasbescherming en biociden, niet meer dan 1 bedraagt, en
-
– met een certificaat of een meetrapport wordt aangetoond dat het beschermingssysteem
geen biociden, koper of andere voor waterorganismen toxische stoffen bevat,
-
b. bestaande uit: een borstelbare harde coating, een 'non-stick' zachte coating of een
'non-stick' folie.
Toelichting: PEC en PNEC uit verordening 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt
brengen van biociden (PbEG L 123) staan voor Predicted Environmental Concentration
en Predicted No Effect Concentration.
A 3340
Gesloten grijswatersysteem voor een schip
-
a. bestemd voor: het opvangen en hergebruiken van grijswater op een schip in een gesloten
systeem ter voorkoming van ongezuiverde lozingen op het oppervlaktewater,
-
b. bestaande uit: een vuilwater buffertank, een zuiveringsinstallatie, een slibopvangvoorziening,
een drukvat, een secundair waterleidingnet en een pomp.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
B 3341
Opslagtank voor huishoudelijk afvalwater van schepen
-
a. bestemd voor: de opslag van huishoudelijk afvalwater aan boord van een binnenvaart-,
een passagiers- of een hotelschip, met minder dan 50 passagiers of hotelgasten,
-
b. bestaande uit: een opslagtank en een koppeling voor walafgifte, waarbij een opslagtank
aan boord van een recreatievaartuig, als bedoeld in de Wet op de pleziervaartuigen, niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen.
F 3360
NOx-reductiesysteem voor een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het verwijderen van NOx uit de afgassen van binnenvaartschepen door het uitrusten van de dieselmotoren met
een NOx-reductiesysteem (retrofit) zoals een SCR-katalysator en waarbij,
-
– de NOx-uitstoot niet meer bedraagt dan 2 gram per kilowattuur voor nieuwe motoren en 3 gram
per kilowattuur voor bestaande motoren, en
-
– de NOx-uitstoot kan worden aangetoond met een NOx-meetrapport waarbij de NOx-metingen uitgevoerd zijn conform het VERS-protocol of ISO 8178:1994,
-
b. bestaande uit: een NOx-reductiesysteem en al dan niet een NOx-meetrapport.
Toelichting: Dieselmotoren op een binnenvaartschip die in aanmerking kunnen komen
zijn voortstuwingsmotoren, boegschroeven, aggregaten en (beladings)pompen. SCR-installaties
voor motoren van een zeeschip kunnen worden gemeld onder bedrijfsmiddel A 4315. Roetfilters
kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren (retrofitinstallaties)
zoals genoemd in bedrijfsmiddel F 3360. Roetfilters voor een binnenvaartschip kunnen
worden gemeld onder bedrijfsmiddel A 3361.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
A 3361
Gesloten roetfilter voor een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het verwijderen van roetdeeltjes, al dan niet in combinatie met andere
schadelijke luchtverontreinigingen, uit de rookgassen van binnenvaartschepen, met
een gesloten roetfilter dat voldoet aan de eisen van TRGS 554 of dat staat op de roetfilterlijst
van VERT (Verminderung der Emissionen von Real-Dieselmotoren im Tunnelbau) of BAFU
(Bundesambt für Umwelt), en dat voorzien is van een:
-
1. actief regeneratiesysteem, of
-
2. passief regeneratiesysteem in combinatie met een SCR-katalysator,
-
b. bestaande uit: een gesloten roetfilter en een actief of passief regeneratiesysteem.
Toelichting: Roetfilters kunnen geplaatst worden in combinatie met SCR-katalysatoren
(retrofitinstallaties) zoals genoemd in bedrijfsmiddel F 3360. De roetfilterlijsten
van VERT en BAFU zijn te vinden op www.vert-certification.eu en www.bafu.admin.ch.
Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
F 3365
Ontgassingsinstallatie voor transportcontainers
-
a. bestemd voor: het ontgassen van transportcontainers door afzuiging van lucht gevolgd
door behandeling van de afgezogen lucht, ter voorkoming van emissie van ontsmettingsgassen
of andere luchtverontreinigende stoffen naar de buitenlucht,
-
b. bestaande uit: een afzuiginstallatie, een filterinstallatie en al dan niet gasnabehandelingsapparatuur,
met uitzondering van gasdetectieapparatuur.
F 3366
Ontgassingsinstallatie voor scheepstanks
-
a. bestemd voor: het ontgassen van scheepstanks die gebruikt zijn voor het vervoer van
vluchtige koolwaterstoffen of brandstoffen, waarbij de afgevangen gassen worden gereinigd
en de afgescheiden koolwaterstoffen nuttig worden toegepast of worden vernietigd,
-
b. bestaande uit: een ontgassingsinstallatie en een luchtreinigingsinstallatie.
Toelichting: Onder dit bedrijfsmiddel valt ook een ontgassingsinstallatie aan boord
van een schip of op een ponton.
A 3380
Automatisch noodbesturingssysteem voor een binnenvaartschip
-
a. bestemd voor: het voorkomen van aanvaringen van binnenvaartschepen, doordat bij uitval
van het primaire besturingssysteem binnen 5 seconden automatisch, zonder handmatige
handelingen, een noodbesturingssysteem wordt ingeschakeld,
-
b. bestaande uit: een automatisch noodbesturingssysteem.
A 3386
Warmtebestendige tankondersteuning voor lading met hoge temperatuur (ombouw)
-
a. bestemd voor: het, ter voorkoming van calamiteiten, ondersteunen van tanks met een
vloeibare lading met een temperatuur van ten hoogste 250 ºC op een bestaand binnenvaartschip
waarbij de niet-warmtebestendige ondersteuning van de tanks wordt vervangen door een
gelaagde en drukvaste tankondersteuning waarmee temperatuurverschillen tussen de lading
en het water wordt opgevangen conform de eisen van de ADN en die is gecertificeerd
door een erkend classificatiebureau,
-
b. bestaande uit: een gelaagde en drukvaste ondersteuningsconstructie.
Toelichting: ADN staat voor Accord Européen relatif au Transport International des
Marchandises Dangereuses par voie de Navigation.
G 3390
Walstroomaansluiting aan boord van het schip
-
a. bestemd voor: het gebruik maken van aangeboden walstroom aan boord van een schip,
niet zijnde een pleziervaartuig, dat is voorzien van een eigen aandrijving en bestemd
is voor het vervoer van personen of goederen,
-
b. bestaande uit: aansluitpunt(en), aanpassing van het elektrische systeem aan boord
en een verlengkabel om een verbinding tussen het schip en de walstroomkast te kunnen
maken, met uitzondering van eventuele zonnepanelen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 7.500 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek. Deze aftopping geldt niet voor walstroomaansluitingen
aan boord van zeegaande schepen.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan bijdragen aan het behalen van een Green Award-certificaat.
Zie www.greenaward.org voor de vereisten.
Mobiele werktuigen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 3410
Elektrische of hybride aangedreven mobiele machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een niet vast opgestelde puinbreker
of pomp, of een niet gekentekende mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats,
die ten minste voor de aandrijving is voorzien van:
-
1. een brandstofcelsysteem voor de opwekking van aandrijvingsenergie, of
-
2. een elektromotor, waarbij:
-
a. indien elektrische accu's worden toegepast, dit lithiumhoudende accu's zijn,
-
b. indien een dieselmotor aanwezig is, de emissies de grenswaarden van fase IV, dan wel
bij vermogens tot 56 kilowatt US-EPA-emissienorm Tier 4 final niet overschrijden,
-
b. bestaande uit: een mobiele machine en al dan niet de volgende onderdelen: gereedschappen
die aan de machine worden gemonteerd en technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele
machine te kunnen werken, een oplaadstation, een lithiumhoudende (wissel)accu en een
vast aan het voertuig verbonden zonnepaneel.
Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld
een dozer, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, trekker of vorkheftruck.
B 3411
Emissiearme milieuvriendelijke mobiele machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een niet vast opgestelde houtversnipperaar,
puinbreker, stroomaggregaat, compressor, motorpomp of een mobiele machine met een
vaste bestuurders(zit)plaats, die:
-
– voor de aandrijving is voorzien van een aardgas- of dual fuelmotor, waarbij onder
aardgas ook wordt verstaan biogas dat tot aardgaskwaliteit (groen gas) of beter is
opgewerkt, en waarbij de methaanslip van een toegepaste motor ten hoogste 4,0 gram
per kilowattuur bedraagt aangetoond door een relevant meetrapport, welke is opgesteld
door een erkend en onafhankelijk meetinstituut, en
-
– voldoet aan één van de eisen als bedoeld onder a. van bedrijfsmiddel E 3412,
-
b. bestaande uit: een mobiele machine en al dan niet gereedschappen die aan de machine
worden gemonteerd en technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen
werken.
Toelichting: Een mobiele machine met een vaste bestuurders(zit)plaats is bijvoorbeeld
een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop, landbouwmachine, kolkenzuiger,
kraan, trekker, vorkheftruck of vuilniswagen.
E 3412
Milieuvriendelijke mobiele machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van werkzaamheden met een niet vast opgestelde houtversnipperaar,
puinbreker, stroomaggregaat, motorpomp of een zelfrijdende of getrokken mobiele machine,
die voldoet aan ten minste één van de volgende eisen:
-
1. het geluidniveau van de door een verbrandingsmotor aangedreven mobiele machine is
gelijk aan of lager dan het geluidniveau zoals opgenomen onder punt 8 van paragraaf
1 van deze bijlage, of
-
2. het hydraulisch systeem af-fabriek gevuld is met bio-olie, waarbij voor bio-olie voor
land- en bosbouwmachines naast Europees Ecolabel volgens Besluit 2011/381/EU van de
Commissie van 24 juni 2011 tot vaststelling van de milieucriteria voor de toekenning
van de EU-milieukeur aan smeermiddelen (PbEU 2011, L169) ook een Blauer Engel-certificaat
volgens RAL-UZ 178 voldoet, en het hydraulisch systeem bestemd is voor aandrijving
van de machine indien de machine een getrokken mobiele machine is,
-
b. bestaande uit: een mobiele machine en al dan niet gereedschappen, die aan de machine
worden gemonteerd en technisch noodzakelijk zijn om met de mobiele machine te kunnen
werken.
Het bedrijfsmiddel komt voor 50% van het investeringsbedrag in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: De eisen voor olie met Blauer Engel-certificaat zijn aangescherpt. Voor
informatie over bio-olie en biovet zie onder punt 9 van paragraaf 1 van deze bijlage.
Meer informatie over bio-olie en biovet is beschikbaar op de website www.biosmeermiddelen.nl.
Een mobiele machine is bijvoorbeeld een dozer, dumper, graafmachine, hoogwerker, laadschop,
landbouwmachine, kolkenzuiger, kraan, trekker of vorkheftruck. Indien in de tabel
onder punt 8 van paragraaf 1 van deze bijlage geen geluideis is opgenomen, kan niet
aan de eis bedoeld onder a, punt 1 van dit bedrijfsmiddel worden voldaan.
B 3460
Stofarme veeg(zuig)machine
-
a. bestemd voor: het verrichten van onderhoudswerkzaamheden in de openbare ruimte of
bedrijfsterreinen door een zelfrijdende veeg(zuig)machine, die is voorzien van een
ontstoffingsinstallatie waardoor de uitgeblazen lucht van fijn stof wordt ontdaan
waardoor de continue stofemissie niet meer bedraagt dan 5 milligram per nominaal kubieke
meter gemeten conform UNI EN 13284-1:2003 en het verwijderingsrendement ten minste
90% voor PM2,5 en ten minste 97% voor PM10 bedraagt gemeten conform US-EPA Testmethode 201A,
-
b. bestaande uit: een veeg(zuig)machine en al dan niet een oplaadstation.
C 3465
Vacuümtruck met dampverwerkingssysteem
-
a. bestemd voor: het met een vacuümtruck opzuigen en vervoeren van brandstoffen uit de
gevarenklasse ADR-3, waarbij de afgezogen dampen nuttig worden toegepast of vernietigd,
-
b. bestaande uit: een vacuümtruck met een op de truck gemonteerd dampverwerkings- of
toepassingssysteem.
Toelichting: ADR staat voor Accord Européen relatif au Transport International des
Marchandises Dangereuses par Route.
B 3470
Geluidarme hei- of trilapparatuur
-
a. bestemd voor: geluidarm heien of trillen van funderingspalen of damwandplanken waarbij
de geluidsemissie, gemeten conform EN 16228-1: 2014, voldoet aan de volgende norm
in dB(A):
-
1. 100 + 11 log(E) voor hamerende heiapparatuur, waarbij E staat voor de impactenergie
in kilojoule, of
-
2. 115 voor tril- of statische hei-apparatuur,
-
b. bestaande uit: hei- of trilapparatuur, met uitzondering van hydrauliekaggregaat.
Spoorvervoer
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 3510
Locomotief met elektrische aandrijving
-
a. bestemd voor: het bedrijfsmatig vervoeren van goederen met een locomotief, die is
voorzien van een elektromotor als hoofdmotor, die in staat is alleen op het lithiumhoudende
batterijpakket te rijden, en die al dan niet is voorzien van een ingebouwd elektronisch
systeem voor rijden op beveiligde baanvakken,
-
b. bestaande uit: een locomotief.
Distributie van alternatieve brandstoffen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 3710
Waterstofafleverstation
-
a. bestemd voor: het afleveren van waterstof als motorbrandstof voor eigen voertuigen,
waarbij de waterstof in gasvorm of vloeibare vorm wordt geleverd aan het afleverstation
en het afleverstation is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een afleverpunt en al dan niet de volgende onderdelen: compressoren,
een bufferopslag en een lokale waterstofzuiveringseenheid.
F 3720
Oplaadpunt voor elektrische voer- of vaartuigen
-
a. bestemd voor: het aan een elektriciteitsnet laden van accu’s van eigen voer- of vaartuigen,
die zijn voorzien van een geheel of gedeeltelijke elektrische hoofdaandrijving, waarbij
het oplaadpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein,
-
b. bestaande uit: een oplaadsysteem en al dan niet de volgende onderdelen: een ontlaadsysteem,
een meet- en regelsysteem, een lockerkast met een stroomafnamepunt per locker en een
stekkerherkenningssysteem, met uitzondering van zonnepanelen.
Toelichting: Onder voertuig wordt hier ook verstaan fiets of bromfiets.
G 3740
Aardgasvulpunt
-
a. bestemd voor: het afleveren van aardgas als motorbrandstof voor eigen voer- of vaartuigen
door een installatie die, voor zover van toepassing, voldoet aan de eisen gesteld
in de PGS 25: 2009, de PGS 33-1: 2013 of de PGS 33-2 en waarbij:
-
– het aardgasvulpunt is opgesteld op het eigen bedrijfsterrein, en
-
– onder aardgas ook wordt verstaan CNG, LNG en biogas dat tot aardgaskwaliteit of beter
is opgewerkt,
-
b. bestaande uit: een aardgasvulpunt.
Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS
is beschikbaar op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
Klimaat en lucht
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
CO2-uitstoot, overige broeikasgassen, zure depositie, fijn stof, smog, vluchtige organische
stoffen (VOS), overige luchtverontreiniging, geur
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
CO2-uitstoot
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 4110
Kleinschalige stoomreformer voor waterstofproductie
-
a. bestemd voor: de lokale productie van industrieel waterstof of waterstof voor vervoerstoepassingen,
waarbij:
-
1. de waterstof gemaakt wordt uit biogas of biobrandstof, of
-
2. de vrijkomende CO2 nuttig wordt toegepast of wordt opgeslagen,
-
b. bestaande uit: een reformer-reactor en een waterstofzuiveringseenheid.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 500.000 van het investeringsbedrag in aanmerking
voor de milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 4115
Lithiumhoudende accu voor stroomvoorziening van gereedschap
-
a. bestemd voor: het met een lithiumhoudende accu voorzien in de stroomvoorziening van
professioneel gereedschap voor de bouw- en sloopsector,
-
b. bestaande uit: een lithiumhoudende accu en al dan niet een (snel)laadsysteem.
Toelichting: Voor bedrijfsmiddelen geldt een minimum meldingsbedrag van € 2.500. Bij
bijvoorbeeld een prijs van € 250 per accu worden ten minste 10 accu’s tegelijk aangeschaft
en gemeld.
F 4120
Oxyfuel-verbrandingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het verbranden van brandstoffen met zuivere zuurstof, met uitzondering
van toepassingen in de be- en verwerking van metalen, metaalverbindingen en glas,
-
b. bestaande uit: (aanpassingen aan) een verbrandingsinstallatie en al dan niet een gasscheidingsinstallatie
voor het maken van zuivere zuurstof.
D 4121
Luchtemissiebeperkende voorziening voor een bestaande stookinstallatie
-
a. bestemd voor: het verminderen van luchtzijdige emissies van een bestaande stookinstallatie,
waarbij voldaan wordt aan de volgende eisen:
-
– de stookinstallatie bevindt zich binnen de Nederlandse Exclusieve Economische Zone
of maakt deel uit van een inrichting waar CO2 afkomstig van een andere inrichting wordt ingezet voor bemesting van gewassen om
het gebruik van brandstof te verminderen,
-
– de stookinstallatie heeft een thermisch vermogen kleiner dan 50 megawatt,
-
– onder stookinstallatie wordt niet verstaan een ketel met een nominaal vermogen kleiner
dan 1 megawatt,
-
– de stookinstallatie is vóór 1 april 2010 in gebruik genomen, en
-
– de emissie van NOx, SO2, totaal stof en CxHy in de afgassen voldoet aan de emissiegrenswaarden gesteld in paragraaf 3.2.1 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, gemeten volgens een meetmethode die voldoet aan de eisen van het Activiteitenbesluit milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een emissiebeperkende techniek en al dan niet aanpassing van een bestaande
stookinstallatie.
Toelichting: Informatie over het Activiteitenbesluit milieubeheer is te vinden op www.infomil.nl. Onder het thermisch vermogen wordt het ingangsvermogen
van de installatie verstaan. Vanaf 1 januari 2017 moeten bestaande middelgrote stookinstallaties
(minder dan 50 megawatt) aan nieuwe emissie-eisen op grond van het Activiteitenbesluit
voldoen. De eisen gelden dan niet alleen voor nieuwe stookinstallaties, maar voor
alle verwarmingsketels, stoomketels, diesel- en gasmotoren en gasturbines. Deze stookinstallaties
komen niet in aanmerking voor bovengenoemde code.
Voor installaties in de offshore of bij tuinders die extern CO2 betrekken, geldt een overgangstermijn tot 1 januari 2019. Deze laatste categorie
komt wel in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen.
A 4140
Bioreactor met verminderde slibretentie voor stikstofverwijdering (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van CO2 van een bestaande waterzuiveringsinstallatie door het vervangen van een conventionele
nitrificatie-/denitrificatie-installatie door een bioreactor voor verwijdering van
stikstof waarin nitrificatie en denitrificatie plaatsvindt zonder nitraatvorming,
-
b. bestaande uit: een bioreactor, een (lamellen)afscheider, een chemicaliëndosering,
een compressor, een beluchtingsinstallatie, een menger, een koolstofbrondosering en
al dan niet een warmtewisselaar, met uitzondering van de volgende onderdelen: voorzuiveringstechnieken
en voorzieningen voor het beschermen van apparatuur tegen weersinvloeden.
Overige broeikasgassen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 4210
SF6-vrij hoog- of middenspanningsschakelsysteem (vervanging)
-
a. bestemd voor: het doorschakelen van hoog- en middenspanning in een transformatorstation,
waarbij bestaande SF6-bevattende schakelsystemen worden vervangen door gevacumeerde of gekoelde schakelsystemen
die geen SF6 bevatten,
-
b. bestaande uit: een vacuüm last- of vermogensschakelaar of een gekoelde last- of vermogensschakelaar.
B 4211
Transformator met plantaardige olie
-
a. bestemd voor: het omzetten van hoogspanning naar laagspanning door een transformator
die is geïsoleerd met uitsluitend plantaardige olie,
-
b. bestaande uit: een transformator.
D 4215
Halogeenvrij koudemiddel in een bestaande koelinstallatie of warmtepomp (aanpassen
bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het koelen met een bestaande, mobiele of stationaire koelinstallatie
of het verwarmen met een bestaande warmtepomp, waarbij het bestaande milieuonvriendelijke
koudemiddel wordt vervangen door een halogeenvrij koudemiddel, en waarbij:
-
– het koelvermogen van de bestaande koelinstallatie of het thermisch vermogen van de
bestaande warmtepomp ten minste 10 kilowatt bedraagt,
-
– het elektriciteitsverbruik van de koelinstallatie of de warmtepomp niet toeneemt,
en
-
– met een afleverbewijs, -certificaat of -bon wordt aangetoond dat het oude milieuonvriendelijke
koudemiddel is afgeleverd bij de leverancier of een daarvoor bevoegd afnamepunt,
-
b. bestaande uit: een halogeenvrij koudemiddel en al dan niet aanpassing van de bestaande
koelinstallatie of warmtepomp die technisch noodzakelijk is voor het vervangen van
het koudemiddel.
De eventuele aanpassing van de bestaande koelinstallatie of warmtepomp komt voor ten
hoogste € 200 per kilowatt koelvermogen van de bestaande koelinstallatie of thermisch
vermogen van de warmtepomp in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
F 4220
Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 75% vermindering)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen
van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste
75% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200
milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bedraagt,
-
b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande
motor en al dan niet een roetfilter.
A 4221
Koolwaterstofemissiereducerende techniek (ten minste 50% vermindering)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de emissie van koolwaterstoffen uit de rookgassen
van stationaire gas- of dieselmotoren, waarbij de koolwaterstofemissie met ten minste
50% wordt gereduceerd, en waarbij de emissie van koolwaterstoffen ten hoogste 1.200
milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bedraagt,
-
b. bestaande uit: koolwaterstofemissiereducerende apparatuur of aanpassing van een bestaande
motor en al dan niet een roetfilter.
F 4230
Gesloten plasmareinigingssysteem op basis van NF3 (vervanging)
-
a. bestemd voor: het intern reinigen van procesapparatuur voor het produceren van halfgeleiders
of zonnecellen met NF3 in een gesloten systeem, ter vervanging van een bestaand reinigingsproces op basis
van C2F6,
-
b. bestaande uit: een gesloten plasmareinigingssysteem.
Zure depositie
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 4300
Emissiearme houtgestookte ketel of kachel
-
a. bestemd voor: het verwarmen van:
-
1. water met een houtgestookte ketel met een vermogen van minder dan 1 megawatt, waarbij
de emissie van onderscheidenlijk NOx en stof ten hoogste gelijk is aan de volgende emissiegrenswaarden (bij 6% O2) aangetoond door emissiemetingen conform het Activiteitenbesluit milieubeheer:
-
– 230 milligram NOx per normaal kubieke meter, en
-
– 30 milligram stof per normaal kubieke meter, of
-
2. ruimtes met een houtpellet gestookte kachel met een vermogen tot 50 kilowatt, waarbij
de emissie van stof ten hoogste 30 milligram per normaal kubieke meter (bij 13% O2) bedraagt,
-
b. bestaande uit: een houtgestookte ketel of een houtpellet gestookte kachel en al dan
niet de volgende onderdelen: een automatisch brandstofinvoersysteem en een geïntegreerde
of nageschakelde luchtemissiebeperkende techniek.
B 4310
Verwarmingsketel met geïntegreerde low-NOx-brander < 30 milligram per normaal kubieke meter
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water met een ketel met een geïntegreerde brander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 30 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober
2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een ketel met een geïntegreerde brander.
B 4311
Verwarmingsketel met low-NOx-voorzetbrander < 40 milligram per normaal kubieke meter
-
a. bestemd voor: het verwarmen van water of het produceren van lagedrukstoom (ten hoogste
5 bar en ten hoogste 110 °C) met een combinatie van een ketel en een voorzetbrander,
waarbij de rookgassen niet meer dan 40 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober
2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een voorzetbrander en een ketel.
B 4312
Verwarmingsketel met low-NOx-brander voor stoom of thermische olie < 60 milligram per normaal kubieke meter
-
a. bestemd voor: het produceren van hogedrukstoom (ten minste 5 bar) of het verwarmen
van thermische olie met een combinatie van een ketel en een brander, waarbij de rookgassen
niet meer dan 60 milligram NOx per normaal kubieke meter (bij 3% O2) bevatten, gemeten volgens Scope 6 van de SCIOS-certificatieregeling, uitgave oktober
2009, waarbij géén correctie van de meetwaarden voor de meetonzekerheid wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een brander en een ketel.
A 4315
Selectieve katalytische reductie-installatie (SCR)
Toelichting: Een Stoom- en Gasturbine (STEG) wordt gezien als een verbrandingsinstallatie.
De SCR-installatie van een STEG kan onder dit bedrijfsmiddel worden gemeld. Voor een
SCR-installatie op een binnenvaartschip zie bedrijfsmiddel F 3360.
A 4316
Selectieve non-katalytische reductie-installatie (SNCR)
-
a. bestemd voor: het omzetten van NOx in afgassen van installaties met injectie van ureum of ammoniak door een reductie-installatie
met een NOx-verwijderingsrendement van ten minste 85%, waardoor de NOx-emissie lager is dan 50 milligram per normaal kubieke meter (bij 3% O2), gemeten volgens de Regeling algemene regels voor inrichtingen milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een ammoniak- of ureuminjectiesysteem.
F 4320
Gaswasser voor een aluminiumsmelterij
-
a. bestemd voor: het ontzwavelen van afgassen van een aluminiumsmelterij door het oplossen
van de verontreinigende stoffen in een vloeistof,
-
b. bestaande uit: een gaswasser.
F 4325
Biologische ontzwavelingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het reinigen van met zwavel verontreinigde gassen door een biologische
ontzwavelingsinstallatie met een zwavelverwijderingsrendement van ten minste 95%,
waarbij elementair zwavel of zwavelverbindingen worden afgescheiden en nuttig worden
toegepast,
-
b. bestaande uit: een ontzwavelingsinstallatie en al dan niet een wasvloeistofbehandelingssysteem,
met uitzondering van apparatuur voor de productie of nuttige toepassing van zwavel
of zwavelverbindingen.
Fijn stof
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 4410
Apparatuur voor procesgeïntegreerde vermindering van stofontwikkeling (aanpassen bestaande
situatie)
-
a. bestemd voor: het met ten minste 80% verminderen van het ontstaan van stof, al dan
niet in combinatie met het verwijderen van andere milieuschadelijke componenten, door
aanpassing of vervanging van een productieproces in de industrie, waarbij:
-
– sprake is van de aanpak van de stofbron(nen), waarbij het ontstaan van vaste deeltjes
in de lucht wordt voorkomen,
-
– de reststofemissie naar de buitenlucht niet meer bedraagt dan 5 milligram stof per
normaal kubieke meter,
-
– de vermindering van stofemissie niet wordt gerealiseerd door het isoleren, afzuigen
of afvangen van reeds gevormd stof,
-
– de vermindering van de stofontwikkeling gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande
situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om het ontstaan
van stof te beperken of te voorkomen, met uitzondering van de volgende onderdelen:
end-of-pipe-technieken en investeringen in uitbreiding van de productiecapaciteit.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
B 4416
Platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar voor indirect halogeenvrij koelen, drogen
of verwarmen in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie
-
a. bestemd voor: het indirect koelen, drogen of verwarmen van vrijstromende vaste stoffen
in de kunstmest- en voedingsmiddelenindustrie, waardoor het ontstaan van stof, al
dan niet in combinatie met andere gasvormige verontreinigingen, wordt voorkomen of
geminimaliseerd, en waarbij het energiegebruik niet groter is dan bij toepassing van
een directe koel-, droog- of verwarmingstechniek en in geval van koeling uitsluitend
halogeenvrije koelmiddelen worden gebruikt,
-
b. bestaande uit: een platenkoeler, -droger of -warmtewisselaar.
Toelichting: Bij een indirect systeem komen het medium en het te koelen, te drogen
of te verwarmen product niet met elkaar in contact. Het indirect koelen, drogen of
verwarmen van vloeistoffen komt niet in aanmerking.
B 4417
Rookcondensator voor voedselbewerking
-
a. bestemd voor: het bewerken of garen van voedingswaren met rookcondensaat, waarbij
het rookcondensaat verneveld wordt in de rookkamer,
-
b. bestaande uit: een rookcondensator.
F 4420
Apparatuur voor vermindering van stofemissie tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering
-
a. bestemd voor: het afscheiden van stof uit afgas of luchtstroom tijdens niet-reguliere
bedrijfsvoering door een vast opgestelde ontstoffingsinstallatie, waarbij de stofemissie
naar de buitenlucht niet meer dan 20 milligram stof per normaal kubieke meter bevat
en wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de emissie
van stof te verminderen tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Met niet-reguliere bedrijfsvoering wordt bedoeld: storingen, onderhoud aan de (reinigings-)technieken
en opstarten en stoppen van installaties of processen. Bedrijfsmiddelen die de stofemissie
tijdens niet-reguliere bedrijfsvoering kunnen beperken zijn bijvoorbeeld twee parallel
geschakelde stoffilters waarbij in geval van uitval van één van de twee filters toch
sprake is van ontstoffing.
F 4421
Snuffelpalen voor stofdetectie en -registratie
-
a. bestemd voor: het continu optisch online detecteren, registreren en terugrekenen van
stofemissies tot bedrijfsemissies rondom op- en overslagen met een verwachte emissie
van fijn stof van ten minste 25 ton per jaar, om de stofemissie te beheren en te minimaliseren,
-
b. bestaande uit: stofdetectieapparatuur op basis van een optische techniek en registratieapparatuur.
D 4422
Gesloten beladingssysteem
-
a. bestemd voor: het met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok verminderen
van stofemissies bij het laden of lossen van vrachtwagens of schepen, waarbij de verbinding
op onderdruk wordt gehouden en de uittredende lucht wordt gefilterd,
-
b. bestaande uit: een beladingsbalg met een sluitkegel, een opblaasbare band of een stofrok,
een filteraansluiting of een geïntegreerd stoffilter en al dan niet een ventilator.
F 4424
Gesloten op- of overslag van kolen of andere droge niet voor consumptie bestemde bulkgoederen
-
a. bestemd voor: het ter beperking van de verspreiding van stofdeeltjes naar de buitenlucht
op- of overslaan van kolen, erts, stofvormend afval of mineralen of biomassa die niet
bestemd zijn voor consumptie, in een gesloten opslagruimte voorzien van ontstoffingsinstallatie,
waarbij:
-
– de capaciteit bulkgoederenopslag ten minste 10 ton bedraagt,
-
– de bulkgoederen vallen onder de stuifklasse S4 en S5 zoals genoemd in de Nederlandse
emissierichtlijn lucht (NeR), bijlage 4.6 of bijlage 3 van het Activiteitenbesluit,
-
– in geval van een opslagruimte of loods sprake is van bronafzuigpunten,
-
– de luchtstroom, die al dan niet naar buiten wordt afgevoerd, van stof wordt ontdaan
waardoor de luchtstroom minder dan 5 milligram stof per normaal kubieke meter bevat,
en
-
– het laden, lossen of transport van de bulkgoederen volledig gesloten plaatsvindt,
-
b. bestaande uit: een gesloten opslag, loods of silo, een ontstoffingsinstallatie en
al dan niet de volgende onderdelen: een mechanisch en afgesloten systeem voor het
vullen en legen van de gesloten opslag en een brandveiligheidssysteem ter beperking
van het broeirisico.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 4.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
A 4480
Ontstoffingsinstallatie met een hoog scheidingsrendement voor fijn stof
-
a. bestemd voor: het met een stofafscheider verwijderen van stofdeeltjes uit een industriële
afgas- of luchtstroom, al dan niet in combinatie met verwijdering van andere milieuschadelijke
of hinderlijke componenten, waarbij:
-
– de restemissie naar de buitenlucht niet meer bedraagt dan 4 milligram stof per normaal
kubieke meter,
-
– deze restemissie niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet,
-
– aangetoond wordt dat scheidingsrendementen worden behaald van ten minste 99% voor
PM10 en ten minste 70% voor PM2,5,
-
– het energiegebruik niet hoger is dan bij een gangbare ontstoffingstechniek, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: een stofafscheider, al dan niet de volgende onderdelen: een ventilator
en een systeem voor het terugvoeren van de grondstof.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
D 4485
Filtrerende stofafscheider voorafgegaan door puntgerichte afzuiging
-
a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes uit een afgas of luchtstroom, niet
afkomstig uit een stal of gebouw in de landbouw, waarbij:
-
– puntgericht afgezogen lucht van stof wordt ontdaan met een vast opgestelde filtrerende
stofafscheider, waardoor de lucht die naar buiten wordt geblazen niet meer dan 1 milligram
stof per normaal kubieke meter bevat,
-
– deze restemissie niet verplicht is volgens de Arbeidsomstandighedenwet, en
-
– de aanschaf van de ontstoffingsinstallatie ten minste € 10.000 bedraagt,
-
b. bestaande uit: een filtrerende stofafscheider, een ventilator en al dan niet apparatuur
benodigd om de condities van de te reinigen gassen aan te passen voor stofafscheiding
op basis van filtratie.
Toelichting: Arbo-verplichtingen zoals genoemd in dit bedrijfsmiddel kunnen bijvoorbeeld
gelden als gefilterde lucht gedeeltelijk of geheel wordt gerecirculeerd in de bedrijfsruimte
waar personeel werkt.
D 4487
Meertrapsontstoffingsinstallatie voor sinterfabriek
-
a. bestemd voor: het verwijderen van stofdeeltjes en schadelijke gassen uit de afgassen
van een sinterfabriek, waarbij gebruik wordt gemaakt van ten minste twee afzonderlijke
scheidingssystemen, waaronder een filtrerende afscheider, waardoor de stofemissie
naar de buitenlucht ten hoogste 5 milligram stof per normaal kubieke meter bedraagt,
-
b. bestaande uit: een meertrapsontstoffingsinstallatie en al dan niet de volgende onderdelen:
een doseerinstallatie, een reactor en een wastoren.
Vluchtige organische stoffen (VOS)
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 4500
VOS-emissiereducerende apparatuur
-
a. bestemd voor: het voorkomen, terugwinnen of beperken van de emissie van vluchtige
organische stoffen (VOS) bij het reinigen, lijmen of coaten door toepassing van één
of meer milieuvriendelijke technieken in een bedrijf (type B of C) dat voldoet aan
de VOS-eisen van het Activiteitenbesluit en dat met betrekking tot de totale emissie van het bedrijf ten minste 40% vermindering
behaalt van:
-
1. het VOS-verbruik (in kilogram per jaar) behaald ten opzichte van de bestaande situatie
berekend op basis van de in- en verkoopgegevens (of oplosmiddelboekhouding), voor
zover afdeling 2.11 niet van toepassing is en waarbij het oorspronkelijke oplosmiddelenverbruik ten minste
1.000 kilogram per jaar bedraagt,
-
2. de beoogde emissie, bepaald volgens het reductieprogramma conform artikel 2.29, lid 2 van het Activiteitenbesluit milieubeheer,
-
3. de emissiegrenswaarde van de concentratie VOS in het afgas (in milligram C of VOS
per normaal kubieke meter) conform afdeling 2.11 van het Activiteitenbesluit milieubeheer, of
-
4. de eis voor diffuse emissie conform afdeling 2.11 en bepaald in artikel 2.29, lid 1a van het Activiteitenbesluit milieubeheer, en
waarbij onder punt 1 tot en met 4 wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt
5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: VOS-emissiereducerende apparatuur.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl/miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Nadere informatie over de VOS-eisen van het Activiteitenbesluit is beschikbaar op de website www.infomil.nl/oplosmiddelen en nadere informatie over
de luchtvoorschriften is beschikbaar op de website www.infomil.nl/onderwerpen/integrale/activiteitenbesluit/activiteiten/materiaalbewerking,
onder de pagina’s over reinigen, lijmen en coaten
Nadere informatie over het bepalen van het verbruik genoemd bij het eerste aandachtsstreepje
is beschikbaar op de website www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/stoffen-lucht/vos/activiteitenbesluit/vragen_en_antwoorden/@95391/definitie-vos.
Nadere informatie over de beoogde emissie, de emissiegrenswaarde en de diffuse emissie
genoemd bij respectievelijk het tweede, derde en vierde aandachtsstreepje is beschikbaar
op de website www.infomil.nl/onderwerpen/klimaat-lucht/lucht-in-het/sitemap/5-voldoen,
onder Activiteiten en grenswaarden en Beschrijving regime onder respectievelijk 5.1
regime 1 en 5.2 regime 2.
F 4520
Dubbele mechanische asafdichting of hermetisch gesloten magnetische koppeling
-
a. bestemd voor: het verminderen of voorkomen van lek- en verdampingsverliezen van vluchtige
organische stoffen of andere milieuschadelijk gassen langs roterende assen van machines,
door:
-
1. een dubbele mechanische afdichting die voldoet aan ISO 21049:2004, categorie 3, arrangement
3, of
-
2. een hermetisch gesloten magnetische koppeling, en
waarvoor geen verplichting bestaat vanuit het bevoegd gezag of het Activiteitenbesluit milieubeheer,
-
b. bestaande uit: een dubbele mechanische asafdichting of magnetische koppeling.
D 4531
Reinigings- of ontvettingsinstallatie op basis van CO2
-
a. bestemd voor: het ontvetten en reinigen van metalen (half-)producten met superkritisch
CO2,
-
b. bestaande uit: een ontvettings- en reinigingsinstallatie.
A 4550
Druktorens voor waterloze offset
-
a. bestemd voor: het bedrukken van materiaal zoals papier, karton, textiel of kunststof
door een offsetdrukmachine die waterloze inkten verbruikt,
-
b. bestaande uit: druktorens en al dan niet een droogeenheid.
A 4551
Drukvormwasinstallatie voor zeefdrukvormen
-
a. bestemd voor: het in twee opeenvolgende processtappen verwijderen van inkt en het
strippen van zeefdruksjablonen in een gesloten systeem zonder gebruik te maken van
vluchtige organische reinigingsmiddelen,
-
b. bestaande uit: een inktverwijderingseenheid, een stripeenheid en een rondpompsysteem,
waarbij apparatuur voor het reinigen van persrollen niet in aanmerking komt voor milieu-investeringsaftrek
en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
F 4570
Textielreinigingssysteem met CO2
-
a. bestemd voor: het reinigen van textiel met CO2,
-
b. bestaande uit: een reinigingsinstallatie, een toevoereenheid, een mengsysteem, een
pomp en een opslagsysteem voor CO2.
G 4571
Natreinigingssysteem
-
a. bestemd voor: het reinigen van bovenkleding door een nat proces op basis van water
in plaats van perchloorethyleen, waarbij de gereinigde bovenkleding wordt gedroogd
met een droogsysteem op basis van een warmtepomp of met een gasgestookte roterende
droger,
-
b. bestaande uit: een reinigingsmachine, een droogsysteem en al dan niet een vormdroger.
E 4572
Gesloten textielreinigingsmachine met halogeenvrije oplosmiddelen
-
a. bestemd voor: het reinigen van niet-natwasbaar textiel in een gesloten textielreinigingsmachine
ter vervanging van een bestaande PER-reinigingsmachine,
-
– die in één cyclus textiel reinigt en droogt,
-
– die reinigt met niet-toxische, halogeenvrije oplosmiddelen van klasse A III met een
vlampunt boven 55°C en die lichter zijn dan water,
-
– die voorzien is van een droogsysteem op basis van een warmtepomp of gasstook,
-
– waarin het oplosmiddel wordt teruggewonnen in een emissievrij destillatiesysteem,
en
-
– waarbij de bestaande PER-reinigingsmachine wordt verwijderd,
-
b. bestaande uit: een computergestuurde textielreinigingsmachine, een droogsysteem, elektronische
droogcontrole, een waterafscheider, een overvulbeveiliging van het destillatie- en
residuvat, een emissievrij vul- en uitruimsysteem en al dan niet een koelcompressor.
A 4580
Vlamloze thermische naverbrander voor afgassen
-
a. bestemd voor: het naverbranden van vluchtige organische stoffen of aromatische koolwaterstoffen
in afgassen met behulp van een keramisch bed dat wordt verhit, waarbij:
-
– het afgas niet direct in contact staat met de open vlam van de brander(s),
-
– de NOx-emissie niet meer bedraagt dan 10 milligram per nominaal kubieke meter (bij 11% O2), en
-
– het netto energiegebruik niet meer bedraagt dan 75 kilojoule per nominaal kubieke
meter afgas,
-
b. bestaande uit: een vlamloze thermische naverbrander.
B 4581
Biologisch luchtfilter voor vluchtige organische stoffen
-
a. bestemd voor: de microbiologische afbraak van vluchtige organische stoffen uit afgassen,
-
b. bestaande uit: een bak of vat met biomassa, een ventilator en al dan niet de volgende
onderdelen: een filterbevochtigingsinstallatie, een afgasbevochtigingsinstallatie,
een demister en een afgassenkoelinstallatie.
F 4582
Gas- en dampadsorber met regeneratie
F 4583
Vlamloze thermische oxidator voor afgassen met energieterugwinning
-
a. bestemd voor: het thermisch oxideren van verbrandingsgassen, rookgassen, stortgassen
of vluchtige organische stoffen (VOS) met behulp een reactor voorzien van een warmtebufferend
medium waarbij:
-
– de NOx-emissie niet meer bedraagt dan 5 milligram per nominaal kubieke meter (bij 11% O2), en
-
– sprake is van netto energiewinst,
-
b. bestaande uit: een vlamloze thermische oxidator en al dan niet de volgende onderdelen:
een compressor en een warmtewisselaar, met uitzondering van turbine en generator.
Overige luchtverontreiniging
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 4600
Apparatuur voor reductie van styreenemissie (aanpassen bestaande situatie)
-
a. bestemd voor: het verminderen van de styreenemissie van een industrieel productieproces
met ten minste 80% door aanpassing of vervanging van het productieproces, waarbij:
-
– de styreenemissie met meer dan 1.000 kilogram per jaar wordt verminderd,
-
– de styreenemissie wordt voorkomen of afgevangen en teruggewonnen,
-
– de vermindering van de styreenemissie gerealiseerd wordt ten opzichte van de bestaande
situatie, en
-
– wordt voldaan aan de vereisten, genoemd onder punt 5 van paragraaf 1 van deze bijlage,
-
b. bestaande uit: (aanpassing van) apparatuur die technisch noodzakelijk is om de emissie
van styreen te verminderen, waarbij adsorptietechnieken met actief kool niet in aanmerking
komen.
Toelichting: Dit is een zogenoemd generiek bedrijfsmiddel. Informatie over generieke
bedrijfsmiddelen en de bijbehorende meerkostenberekening, genoemd onder punt 5 van
paragraaf 1 van deze bijlage, is te vinden op: www.rvo.nl//miavamil onder ‘Onderwerpen
toegelicht’ en vervolgens ‘Generieke bedrijfsmiddelen’. Informatie over de toelaatbaarheid
van een investering onder dit bedrijfsmiddel is voorafgaand aan de melding beschikbaar
via de MIA\Vamil-helpdesk.
Reductie van styreenemissie kan bijvoorbeeld worden gerealiseerd door het voorkomen
van de verdamping van styreen in een gesloten systeem, harsen waarin styreen deels
is vervangen of voorzien zijn van additieven die verdamping van styreen beperken,
alternatieve spuittechnieken en regeneratieve adsorptietechnieken.
A 4680
Plasma-omzetter voor gasvormige verontreinigingen
-
a. bestemd voor: het in een niet-thermisch plasmaveld ontleden van gasvormige verontreinigingen
in ruimtelucht, niet bestemd voor productie, of afgassen of andere naar buiten af
te voeren lucht, waarbij de verontreinigingen worden omgezet in onschadelijke stoffen
of uiteenvallen in hun elementaire componenten,
-
b. bestaande uit: een hoogspanningsbron, een reactiekamer, een besturingssysteem en al
dan niet een katalysator.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel E 4681 voor apparatuur voor de reiniging van lucht
door oxidatie.
E 4681
(Katalytische) oxidatie-installatie voor luchtreiniging
-
a. bestemd voor: het (al dan niet katalytisch) oxideren met waterstofperoxide, zuurstofradicalen,
zuurstofionen, ozon of UV-bestraling,
-
1. van pathogenen, geur- of koolwaterstoffen in naar buiten te blazen luchtstromen, of
-
2. voor desinfectie van ruimtelucht bij toepassing in de industrie, waardoor het gebruik
van chemicaliën aantoonbaar wordt verminderd,
-
b. bestaande uit: een oxidatie-installatie en al dan niet de volgende onderdelen: doseer-
of injectieapparatuur, een waterstofperoxidewasser, een wastoren, een katalysator,
een ozongenerator, een restozonabsorber of -vernietiger en een zuurstofradicaalgenerator.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel A 4680 voor apparatuur voor de reiniging van lucht
met niet-thermische plasma.
A 4682
Apparatuur voor het verwijderen van zwavelhoudende geuremissies
-
a. bestemd voor: het in een gesloten systeem in een kalkhoudende waterige oplossing condenseren
van zwavelhoudende dampen en de daarmee samenhangende geurstoffen afkomstig van een
industrieel proces, waarbij de geurstoffen worden gebonden en geuremissie naar buiten
wordt voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur die aantoonbaar noodzakelijk is om de geurstoffen te verwijderen
en al dan niet een waterbehandelingssysteem.
E 4685
Biogaswasser
-
a. bestemd voor: het verwijderen van gasvormige verontreinigingen uit afgassen of afgevoerde
lucht uit ruimten, die niet afkomstig zijn van afval- of slibverbrandingsinstallaties
of stallen, door een biologische gaswasinstallatie, waarbij er geen sprake is van
het opwaarderen van gas, zoals biogas of stortgas, tot een hoogwaardiger brandstof,
-
b. bestaande uit: biomassa, een tank en al dan niet de volgende onderdelen: een ventilator,
een druppelvanger, een chemicaliëndoseerinstallatie en een wasvloeistofbehandelingssysteem.
B 4686
Oxidatiebed voor zuivering van lucht
-
a. bestemd voor: het biologisch reinigen van lucht of het gelijktijdig in één reactor
biologisch reinigen van lucht en afvalwater, niet afkomstig van afval- of slibverwerkingsinstallaties,
waarbij het verwijderingsrendement voor geurstoffen in de lucht ten minste 90% bedraagt,
-
b. bestaande uit: een oxidatiebed.
Ruimtegebruik
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Ecologische systemen, biodiversiteit, oppervlaktewater, grondwater, bodem, gevaarlijke
stoffen, externe veiligheid
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
Ecosystemen en biodiversiteit
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 5100
Biodiversiteitversterkende apparatuur of werken in het landelijk gebied
-
a. bestemd voor: het, in het landelijke gebied, door apparatuur, landschapselementen,
bouwkundige of civieltechnische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren,
al dan niet in combinatie met waterretentie, en al dan niet voorzien van natuurlijke
speelelementen en begroeiing voor kinderen om buitenspelen te stimuleren, waarbij:
-
– het toegepaste hout voldoet aan de eisen bedoeld onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel
A 6310,
-
– het bepalen van de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren is gebaseerd op een ecologisch
rapport door een relevante onderzoeks- of adviesorganisatie, en
-
– schade door eigen activiteiten wordt verminderd of voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken
die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit
en al dan niet natuurlijke speelelementen, met uitzondering van geprefabriceerde speelelementen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking
onder bedrijfsmiddel F 5100.
Landschapselementen kunnen bijvoorbeeld veedrinkpoelen, houtwallen, hagen en bomen
zijn, die als element homogeen in het gebiedseigen landschap opgenomen zijn. Informatie
over gebiedseigen elementen is onder andere beschikbaar op de website www.spade.nl,
www.landschapsbeheer.nl en www.nederlandscultuurlandschap.nl.
Voor landschapsinrichting kan ook gebruik gemaakt worden van de maatlat BREEAM-NL
Gebied ( www.breeam.nl/gebied/breeam_gebied.
Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Levende Duurzame Buitenruimtes’ kunnen
mogelijk voor deze code gemeld worden.
F 5120
Visgeleidingssysteem
F 5121
Autonome verzamelinstallatie voor plastic afval op het water
-
a. bestemd voor: het, mede ter vermindering van de schade door de eigen bedrijfsactiviteiten,
op binnenwateren of het Nederlands Continentaal Plat (NCP) verzamelen en al dan niet
verwerken van in het water aanwezige plastic afval met een autonoom functionerende
installatie, waarbij het verzamelde plastic afval nuttig wordt toegepast,
-
b. bestaande uit: een verzamelinstallatie en al dan niet een geïntegreerde verwerkingsinstallatie.
Toelichting: Dit is een onderdeel van het Kunststof Ketenakkoord.
F 5125
Onderwatergeluidsschadebeperkende apparatuur
-
a. bestemd voor: het in real time voorkomen van gedragsverstoring of gehoorschade bij
zeezoogdieren door het monitoren van de aanwezigheid van zeezoogdieren, het meten
van door de mens veroorzaakt onderwatergeluid en het op basis hiervan nemen van geluidbeperkende
maatregelen,
-
b. bestaande uit: een onderwatergeluidmonitoringssysteem, een zeezoogdiermonitoringssysteem
en geluidbeperkende voorzieningen.
F 5129
Verjagingsapparatuur voor vogels of vleermuizen
Oppervlaktewater
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 5210
Windgekoelde condensor
-
a. bestemd voor: het condenseren van koudemiddel in een koelinstallatie door buitenlucht
zonder gebruik te maken van ventilatoren of spuiwater, ter voorkoming van geluidhinder
en waterverbruik,
-
b. bestaande uit: een windgekoelde condensor.
A 5250
Onkruidbestrijdingsapparatuur voor (half-)verhardingen of spoorbanen
Bodem en grondwater
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 5320
Grondwatersaneringssysteem met nuttig gebruik van saneringswater
-
a. bestemd voor: het saneren van verontreinigd grondwater in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het grondwater wordt gezuiverd en nuttig gebruikt wordt:
-
1. voor een andere toepassing in de ondergrond,
-
2. als proceswater, of
-
3. als oppervlaktewater, waarbij aantoonbaar sprake is van het verbeteren van het waterkwantiteitsbeheer
of de natuurkwaliteit,
-
b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp, een zuiveringswerk
voor het grondwater en al dan niet de volgende onderdelen: een warmtewisselaar en
een elektronische monitorings- en regeleenheid, met uitzondering van investeringen
in gangbare pump-and-treat-techniek.
Toelichting: Voorbeelden van nuttige toepassingen in de ondergrond zijn het tegengaan
van verdroging (natuurbeheer of -herstel) of van grondwateroverlast door het stopzetten
van industriële bronnen of elke andere combinatie van meerdere gebruiksfuncties waarvan
het verbeteren van de grondwaterkwaliteit er één is.
B 5321
Grondwaterbeheerssysteem met nuttig gebruik van saneringswater
-
a. bestemd voor: het aantoonbaar geohydrologisch beheersen van de vlek van verontreinigd
grondwater, in de zin van de Wet bodembescherming, waarbij het verontreinigd grondwater nuttig wordt gebruikt voor een andere toepassing
in de ondergrond,
-
b. bestaande uit: onttrekkings- en infiltratiefilters, leidingwerk, een pomp en al dan
niet de volgende onderdelen: een warmtewisselaar en een elektronische monitorings-
en regeleenheid, met uitzondering van investeringen in gangbare pump-and-treat-techniek.
Toelichting: Een voorbeeld van nuttig gebruik van verontreinigd grondwater is het
gebruik in een WKO.
A 5331
Apparatuur voor bodem- of grondwatersanering voor een ernstige verontreiniging op
een niet-spoedlocatie
-
a. bestemd voor: het saneren van bodem- of grondwaterverontreiniging op een locatie,
die niet is aangemerkt als spoedlocatie en waarbij,
-
– er sprake is van ernstige verontreiniging,
-
– de verontreiniging is veroorzaakt vóór 1987, en
-
– blijkt dat aan bovengestelde eisen wordt voldaan uit een beschikking van het bevoegd
gezag of uit een rapportage opgesteld door een daartoe erkende instelling op basis
van het Besluit bodemkwaliteit,
-
b. bestaande uit: apparatuur die technisch noodzakelijk is voor het saneren van bodem-
of waterverontreiniging en al dan niet een monitorings- en regeleenheid.
F 5345
Apparatuur voor het karakteriseren en monitoren van verontreinigde locaties
-
a. bestemd voor: het bemonsteren en analyseren van grondwaterkwaliteit of -kwantiteit
met niet-conventionele bemonsterings- en analyseapparatuur ten behoeve van gebiedsgericht
grondwaterbeheer in de zin van de Wet bodembescherming,
-
b. bestaande uit: monstername- en meetapparatuur.
Toelichting: Voorbeelden van parameters die gemeten kunnen worden, zijn bodemgesteldheid,
verontreinigingsvracht en -flux met bijvoorbeeld 'passive samplers' of bacterie-aanwezigheid.
Ook het visueel maken van deze data komt in aanmerking onder dit bedrijfsmiddel. Een
ander voorbeeld van een niet-conventionele techniek is het online en continu meten
van de pH. De conventionele manier van het meten van de zuurgraad is door een eenmalige
meting in een peilbuis.
Gebiedsgericht grondwaterbeheer staat in paragraaf 3b, artikel 55, lid c tot en met i van de Wet bodembescherming beschreven.
Gevaarlijke stoffen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 5410
Gasdetectieapparatuur bij grote opslagen van toxische gassen
-
a. bestemd voor: het met ten minste twee sensoren vroegtijdig detecteren van lekken bij
opslagen van toxische gassen, zoals ammoniak of chloor, groter dan 5 normaal kubieke
meter, met activering van een systeem dat het ontsnappen van de gassen tegengaat of
met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover dit niet wettelijk
verplicht is,
-
b. bestaande uit: early warning gasdetectieapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen:
apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale en een noodopslagtank die geen
deel uitmaakt van de normale bedrijfsvoering.
F 5411
Branddetectiesysteem in chemicaliënopslagen tot 10 ton
-
a. bestemd voor: het vroegtijdig detecteren van brand in chemicaliënopslagruimten met
een opslagcapaciteit van minder dan 10 ton, met activering van een blussysteem of
met automatische doormelding naar een alarmcentrale, voor zover het systeem niet wettelijk
verplicht is of vanuit een brandconcept noodzakelijk is,
-
b. bestaande uit: detectieapparatuur en al dan niet de volgende onderdelen: een automatisch
brandblussysteem en apparatuur voor doormelding naar een alarmcentrale.
Toelichting: Branddetectiesystemen bij vuurwerkopslagen komen niet in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek en de willekeurige afschrijving milieu-investeringen. Vuurwerkopslagen
worden niet aangemerkt als chemicaliënopslagen.
F 5412
Lichtschuimblusinstallatie voor chemicaliënopslagen
-
a. bestemd voor: het bij brand vol schuimen van de opslagruimte bij installaties waarbij
op grond van PGS 15:2005 voldoen aan beschermingsniveau 1 niet verplicht is,
-
b. bestaande uit: lichtschuimgeneratoren.
Toelichting: PGS staat voor Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen. Informatie over PGS
is beschikbaar op de website www.publicatiereeksgevaarlijkestoffen.nl.
A 5413
Halogeenvrij gekoelde bulkopslag van LPG of toxische gassen (ombouw of vervanging)
-
a. bestemd voor: het bij calamiteiten verminderen van de uitstroom van LPG of toxische
gassen uit bulkopslagtanks door omschakeling van drukopslag naar gekoelde opslag met
een passend halogeenvrij koelsysteem, voor zover dit niet wettelijk verplicht is,
-
b. bestaande uit: een (verdampings-) koelsysteem.
A 5415
Laad- en losapparatuur voor modaliteitsverschuiving vervoer gevaarlijke stoffen
-
a. bestemd voor: het verminderen van het risico van een zwaar ongeval door het omschakelen
van bestaand transport van gevaarlijke stoffen over weg of spoor naar transport per
binnenvaartschip,
-
b. bestaande uit: laad- en losvoorzieningen en al dan niet kadefaciliteiten die technisch
noodzakelijk zijn om vervoer via een binnenvaartschip mogelijk te maken.
A 5416
Tweede omhulling voor een proces- of verladingsinstallatie
-
a. bestemd voor: het voorkomen van het in de buitenlucht komen van incidentele emissies
van toxische gassen uit een chemische procesinstallatie of een verladingsinstallatie,
voor zover de tweede omhulling niet wettelijk verplicht is. De uitsluitend daartoe
bestemde constructie is in overeenstemming met de eisen betreffende arbeidsveiligheid,
externe veiligheid en rampenbestrijding, wat blijkt uit een verklaring opgesteld door
een onafhankelijke deskundige dan wel het bevoegde gezag,
-
b. bestaande uit: een constructie die als een tweede omhulling de proces- of verladingsinstallatie
omsluit zodanig dat er geen toxisch gas naar buiten kan treden, met uitzondering van
de gasopvang- en neutralisatie-installatie.
Bebouwde omgeving
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
DuBo, gebouwen, bedrijfsterreinen, bouwmaterialen, installaties, civiele voorzieningen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
DuBo
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
D 6110
Duurzaam nieuw utiliteitsgebouw volgens de Regeling groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties, niet zijnde een industriefunctie,
met een nieuw gebouw, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring is verstrekt
op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
D 6111
Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw volgens de Regeling groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties, niet zijnde een industriefunctie,
met een gerenoveerd gebouw, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring
is verstrekt op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
E 6112
Duurzaam nieuw utiliteitsgebouw met industriefunctie volgens de Regeling groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een nieuw gebouw met
een industriefunctie, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring is verstrekt
op grond van de Regeling groenprojecten 2016 of haar opvolger,
-
b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Gebouwen met een lichte industriefunctie krijgen geen groenverklaring
conform de Regeling groenprojecten 2016.
E 6113
Duurzame renovatie bestaand utiliteitsgebouw met industriefunctie volgens de Regeling
groenprojecten
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van utiliteitsfuncties met een gerenoveerd gebouw
met een industriefunctie, waarbij voor het betreffende gebouw een groenverklaring
is verstrekt op grond van de Regeling groenprojecten 2016 en haar opvolger,
-
b. bestaande uit: een utiliteitsgebouw.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 10.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Gebouwen met een lichte industriefunctie krijgen geen groenverklaring
conform de Regeling groenprojecten 2016.
G 6115
Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan
is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) moet het niveau ‘Excellent’ (4 sterren) op het
aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use)
van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’, of
-
3b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw moet het niveau ‘Outstanding’ (5
sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige
Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende
categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’ en aanvullend voor onderdeel ENE1 ten minste 12
punten,
-
4a. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3a moet blijken uit een uiterlijk
binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use certificaat als uitgangspunt
met bijbehorende self-assessment waaruit het niveau zoals genoemd in 3a blijkt, en
waarbij binnen drie jaar na meldingsdatum een Breeam In-Use certificaat verkregen
is waaruit het niveau ‘Excellent’ blijkt, of
-
4b. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3b moet blijken uit een uiterlijk
binnen drie maanden (voor Bespoke trajecten binnen 9 maanden) na meldingsdatum afgegeven
BREEAM-NL ontwerpcertificaat, en waarbij binnen drie jaar na afgifte hiervan een oplevercertificaat,
niveau ‘Outstanding’ wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat
wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw
en Grootschalige Renovatie, en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel G
6115.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op de website www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar op de website
www.keurhout.nl. Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6116
Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan
is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3a. voor het gerenoveerde gebouw(deel) moet het niveau ‘Very Good’ (3 sterren) op het
aspect ‘Asset’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL-In-Use,)
van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende categorieën
ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’, of
-
3b. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw moet het niveau ‘Excellent’ (4
sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige
Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende
categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’ en aanvullend voor onderdeel ENE1 ten minste 9
punten,
-
4a. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3a moet blijken uit een uiterlijk
binnen drie maanden na meldingsdatum afgegeven BREEAM-NL-in-Use certificaat als uitgangspunt
met bijbehorende self-assessment waaruit het niveau zoals genoemd in 3a blijkt, en
waarbij binnen drie jaar na meldingsdatum een Breeam In-Use certificaat verkregen
is waaruit het niveau ‘Very Good’ blijkt, of
-
4b. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3b moet blijken uit een uiterlijk
binnen drie maanden (voor Bespoke trajecten binnen 9 maanden) na meldingsdatum afgegeven
BREEAM-NL ontwerpcertificaat, en waarbij binnen drie jaar na afgifte hiervan een oplevercertificaat,
niveau ‘Excellent’ wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat
wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw
en Grootschalige Renovatie, en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel D
6116.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6117
Duurzaam nieuw of grootschalig gerenoveerd gebouw volgens BREEAM-NL
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan
is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3. voor het nieuwe of grootschalig gerenoveerd gebouw moet het niveau ‘Very Good’ (3
sterren) van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (BREEAM-NL Nieuwbouw en Grootschalige
Renovatie) van de Dutch Green Building Council behaald worden, waarbij voor de volgende
categorieën ten minste de genoemde score wordt behaald: 60% op ‘Energie’, 30% op ‘Landgebruik
en Ecologie’ en 30% op ‘Materialen’ en aanvullend voor onderdeel ENE1 ten minste 6
punten, en
-
4. dat voldaan wordt aan de bovenstaande eisen van 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen
drie maanden (voor Bespoke trajecten binnen 9 maanden) na meldingsdatum afgegeven
BREEAM-NL ontwerpcertificaat, en waarbij binnen drie jaar na afgifte hiervan een oplevercertificaat,
niveau ‘Very Good’ wordt overgelegd dan wel binnen vier jaar een oplevercertificaat
wordt overgelegd volgens de op dat moment geldende maatlat van BREEAM-NL Nieuwbouw
en Grootschalige Renovatie,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel E
6117.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over BREEAM-NL is beschikbaar op de website www.BREEAM.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
G 6120
Zeer duurzaam gerenoveerd of verdergaand zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw
4.2
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3a. het gerenoveerde gebouw(deel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw
4.2 met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid,
Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of
-
3b. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat
van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 8,5 voor de thema’s Energie, Milieu,
Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde,
-
4. dat voldaan wordt aan de eisen onder 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie
maanden na meldingsdatum afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke
is geaccordeerd door een GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke
GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie
maart 2015), en waarbij na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte
van voornoemde rapportage een opleverrapportage overgelegd dient te worden die geaccordeerd
is door een GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor
volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015),
dan wel binnen vier jaar volgens de op dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw,
en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel G
6120.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.2 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6121
Duurzaam gerenoveerd of zeer duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3a. het gerenoveerde gebouw(deel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat van GPR Gebouw
4.2 met een score van ten minste 7,0 voor de thema’s Energie, Milieu, Gezondheid,
Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, of
-
3b. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat
van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 8,0 voor de thema’s Energie, Milieu,
Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde,
-
4. dat voldaan wordt aan de eisen onder 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie
maanden na meldingsdatum afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke
is geaccordeerd door een GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke
GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie
maart 2015), en waarbij na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte
van voornoemde rapportage een opleverrapportage overgelegd dient te worden die geaccordeerd
is door een GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor
volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015),
dan wel binnen vier jaar volgens de op dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw,
en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel D
6121.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.2 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6122
Duurzaam nieuw gebouw volgens GPR Gebouw 4.2
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3. het nieuwe gebouw (niet zijnde gebouwdeel) moet voldoen aan de eisen van de maatlat
van GPR Gebouw 4.2 met een score van ten minste 7,5 voor de thema’s Energie, Milieu,
Gezondheid, Gebruikskwaliteit en Toekomstwaarde, en
-
4. dat voldaan wordt aan de eisen onder 3 moet blijken uit een uiterlijk binnen drie
maanden na meldingsdatum afgegeven rapportage van de GPR Gebouw berekening, welke
is geaccordeerd door een GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke
GPR Gebouw Assessor volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie
maart 2015), en waarbij na de oplevering van het gebouw, binnen drie jaar na afgifte
van voornoemde rapportage een opleverrapportage overgelegd dient te worden die geaccordeerd
is door een GPR Gebouw Expert en gevalideerd door een onafhankelijke GPR Gebouw Assessor
volgens de Procedure Kwaliteitsborging GPR Gebouw berekening (versie maart 2015),
dan wel binnen vier jaar volgens de op dat moment geldende maatlat van GPR Gebouw,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw. Interieur- en inrichtingskosten, kosten
voor grond en kosten voor sloop en aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in
aanmerking onder bedrijfsmiddel E 6122.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over GPR Gebouw 4.2 is beschikbaar op de website www.gprgebouw.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
G 6125
Zeer duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan
is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3. voor het gebouw(deel) moet het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald worden, hetgeen moet
blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited
Professional, opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende
creditscores zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) en 2 (SD-PoRH) samen ten minste 2 punten,
EA credit 2 (OEP) ten minste 10 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M)
samen ten minste 4 punten,
-
4. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt
overgelegd op het niveau ‘Platinum’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED) van de U.S. Green Building Council, en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel G
6125.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over LEED is beschikbaar op de website www.usgbc.org en www.bouwcertificering.org.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
D 6126
Duurzaam gerenoveerd of nieuw gebouw volgens LEED BD+C
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal of een kas, waarvan
is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3. voor het gebouw(deel) moet het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten
(LEED BD+C, versie 4) van de U.S. Green Building Council behaald worden, hetgeen moet
blijken uit een uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum, door een LEED Accredited
Professional, opgesteld statusrapport waaruit blijkt dat in het ontwerp de volgende
creditscores zijn opgenomen: SS credit 1 (SA) maximale score, EA credit 2 (OEP) ten
minste 7 punten, MR credit 2 (BPDO-EPD) tot en met 4 (PBT.SR-M) samen ten minste 3
punten,
-
4. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het statusrapport een oplevercertificaat wordt
overgelegd op het niveau ‘Gold’ van het keurmerk voor duurzame vastgoedobjecten (LEED)
van de U.S. Green Building Council, en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel D
6126.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over LEED is beschikbaar op de website www.usgbc.org en www.bouwcertificering.org.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
E 6129
Gerenoveerd of nieuw gebouw met Slimbouwen Keurmerk
-
a. bestemd voor: het duurzaam vervullen van (utiliteits-)gebruiksfuncties zoals genoemd
in tabel 5.1 van het Bouwbesluit 2012, niet zijnde gebruiksfunctie 1 (woonfunctie), 11 (overige gebruiksfunctie) of 12
(bouwwerk geen gebouw zijnde), met een gebouw, niet zijnde een stal, een kas of een
datacenter, waarvan is vastgesteld dat het voldoet aan de volgende eisen:
-
1. al het aangeschafte nieuwe duurzame hout dat verwerkt wordt in het gebouw voldoet
aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel A 6310,
-
2. voor het gemelde gebouw dient een Milieuprestatieberekening (MPG) overgelegd te worden,
-
3. uiterlijk binnen drie maanden na meldingsdatum dient een Slimconcept Keurmerk voor
het betreffende gebouw te zijn afgegeven door de expertcommissie aangesteld door de
stichting Slimbouwen,
-
4. waarbij binnen drie jaar na afgifte van het Slimconcept Keurmerk een Slimproject Keurmerk
wordt overgelegd welke is afgegeven door de expertcommissie aangesteld door de stichting
Slimbouwen, en
-
5. er is slechts sprake van renovatie van een bestaand gebouw indien de fundering en
bouwconstructie conform het Bouwbesluit 2012 gehandhaafd blijven,
-
b. bestaande uit: een nieuw utiliteitsgebouw of de voor renovatie technisch noodzakelijke
apparatuur, bouwkundige werken en gebouwgebonden installaties om te voldoen aan bovengenoemde
eisen. Interieur- en inrichtingskosten, kosten voor grond en kosten voor sloop en
aanschaf van een bestaand gebouw, komen niet in aanmerking onder bedrijfsmiddel E
6129.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 5.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek.
Investeringen in een duurzaam gebouw kunnen uitsluitend in zijn geheel voor één van
de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 worden gemeld.
Toelichting: Informatie over Slimbouwen is beschikbaar op de website www.slimbouwen.nl.
Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar www.tpac.smk.nl
of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout is beschikbaar www.keurhout.nl.
Het Bouwbesluit 2012 is te raadplegen via www.wetten.nl.
Materiaalgebruik
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
A 6310
Duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of product
-
a. bestemd voor: het gebruik van duurzaam hout in (onderdelen van) een werk of product,
niet zijnde kisten voor agrarische producten en pallets, waarbij het gebruikte hout:
-
1. gecertificeerd is door middel van een certificatiesysteem dat door het Timber Procurement
Assessment Committee is goedgekeurd en waarvoor de betrokken fabrikant, aannemer en
opdrachtnemer in het bezit is van een ‘Chain of Custody’-certificaat van een certificatiesysteem
dat door het Timber Procurement Assessment Committee is goedgekeurd, of
-
2. niet-geïmpregneerd sloophout is waarvan bekend is van welke bron deze afkomstig is
en waarbij dit geverifieerd kan worden met onder andere afvoerbonnen,
-
b. bestaande uit: (onderdelen van) een werk of product van duurzaam hout conform de onder
a. genoemde eisen.
Een investering in duurzaam hout als onderdeel van een duurzaam gebouw dat gemeld
is onder één van de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met E 6129 komt onder bedrijfsmiddel
A 6310 niet in aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving
milieu-investeringen. Dit geldt niet voor het duurzame hout dat wordt toegepast in
het interieur.
Toelichting: Een lijst van goedgekeurde houtcertificatiesystemen is beschikbaar op
de website www.tpac.smk.nl of www.inkoopduurzaamhout.nl. Informatie over Keurhout
is beschikbaar op de website www.keurhout.nl. Onder sloophout van gecontroleerde bron
wordt verstaan: sloophout waarvan bekend is van welke bron deze afkomstig is en waarbij
dit geverifieerd kan worden met bijvoorbeeld afvoerbonnen.
Voor investeringen in duurzame gebouwen zie de bedrijfsmiddelen E 6110 tot en met
E 6129.
F 6320
Natuurvriendelijke voorzieningen in de bebouwde omgeving
-
a. bestemd voor: het, in de bebouwde omgeving, door apparatuur, landschapselementen,
bouwkundige of civiel-technische werken versterken van gebiedseigen biodiversiteitsfactoren,
al dan niet in combinatie met het verminderen van stedelijke warmte-eiland effecten,
en al dan niet voorzien van natuurlijke speelelementen en begroeiing voor kinderen
om buitenspelen te stimuleren, waarbij:
-
– het toegepaste hout voldoet aan de eisen genoemd onder a, punt 1 van bedrijfsmiddel
A 6310,
-
– het bepalen van de gebiedseigen biodiversiteitsfactoren is gebaseerd op een ecologisch
rapport door een relevante onderzoeks- of adviesorganisatie, en
-
– schade door eigen activiteiten wordt verminderd of voorkomen,
-
b. bestaande uit: apparatuur, landschapselementen, bouwkundige of civieltechnische werken
die technisch noodzakelijk zijn voor versterking van de gebiedseigen biodiversiteit
en al dan niet natuurlijke speelelementen, met uitzondering van geprefabriceerde speelelementen
en investeringen in woningen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 1.000.000 van het investeringsbedrag in
aanmerking voor milieu-investeringsaftrek en willekeurige afschrijving milieu-investeringen.
Toelichting: Andere in de Milieulijst genoemde bedrijfsmiddelen komen niet in aanmerking
onder bedrijfsmiddel F 6320.
Voor maatregelen in de bebouwde omgeving kan men gebruik maken van de informatie van
de vogelbescherming (www.vogelbescherming.nl/ vogels_beschermen/stad_en_dorp/stadsvogels)
en van het biodiversiteitsportaal (www.biodiversiteit.nl).
B 6330
Geluidarm bedrijfsterrein
-
a. bestemd voor: het verlagen van het geluid(druk)niveau van een bedrijfsterrein met
ten minste 3 dB(A) ten opzichte van de wettelijke verplichting, door een bedrijf dat
reeds voldoet aan de vigerende geluideisen,
-
b. bestaande uit: geluidarme technieken en isolatiemateriaal, met uitzondering van (aanpassingen
aan) mobiele machines en transportmiddelen.
Toelichting: Voorbeelden van geluidarme technieken zijn het aanpassen van rijroutes
op het bedrijfsterrein, het treffen van voorzieningen aan bedrijfsgebouwen die de
weerkaatsing van het geluid verminderen, dempen van puntbronnen en toepassing van
geluidarme, vast opgestelde ventilatoren en aggregaten.
Installaties en civiele voorzieningen
[Regeling vervallen per 01-01-2019]
F 6405
Draaibare multifunctionele oppervlaktebedekking
-
a. bestemd voor: multifunctionele voorzieningen door middel van volautomatische draaibare
kokers, waarbij voor ten minste twee zijden van driekantige kokers en ten minste drie
zijden van vierkantige kokers geldt dat de gekozen voorzieningen luchtzuivering, waterberging,
energieopwekking, productie van groene grondstoffen, vermindering van het warmte-eiland
effect of vergelijkbaar milieuvoordeel betreffen,
-
b. bestaande uit: (vol)automatische draaibare kokers met bovengenoemde voorzieningen,
een bevestigingsframe en al dan niet de volgende onderdelen: bodem- of gevelbevestiging
en constructieve aanpassingen ten behoeve van plaatsing, met uitzondering van kosten
voor energieopwekking.
F 6420
Vegetatiedak
-
a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van een dakconstructie van een bedrijfsgebouw
door een pakket van waterbufferende lagen met vegetatie ter voorkoming van overlast
of overbelasting van het riool door regenwater, ter zuivering van de buitenlucht of
ter bevordering van broed- en foerageergelegenheid voor dieren,
-
b. bestaande uit: een waterkerende folie, een teeltlaag en al dan niet de volgende onderdelen:
een drainagelaag, een kunstmatige bevloeiing en verankering, constructieve aanpassingen
bij bestaande daken en nestelvoorzieningen.
Toelichting: Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Groene Daken’ kunnen mogelijk
gemeld worden voor dit bedrijfsmiddel.
F 6421
Gevelbegroeiingssysteem
-
a. bestemd voor: het bedekken van de verticale buitenzijden van een bedrijfsgebouw door
een vegetatielaag voor verkoeling en zuivering van de buitenlucht of ter bevordering
van broed- en foerageermogelijkheden van dieren,
-
b. bestaande uit: een frame met substraat en al dan niet de volgende onderdelen: een
gevelbeschermende laag, constructieve aanpassingen bij bestaande muren, irrigatieleidingwerk
en nestelvoorzieningen.
Toelichting: Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Groene Daken’ kunnen mogelijk
gemeld worden voor dit bedrijfsmiddel.
G 6422
Muurbegroeiingssysteem
-
a. bestemd voor: het beperken van geluidsoverlast en het bevorderen van broed-, schuil-
of foerageermogelijkheden voor dieren door middel van een muurbegroeiingsysteem met
dubbelzijdige begroeiing, waarbij het metalen frame zodanig beschermd is dat er geen
stoffen uitlogen naar de bodem,
-
b. bestaande uit: een metalen frame met beschermende laag, substraat, dubbelzijdige begroeiing
en al dan niet de volgende onderdelen: irrigatieleidingwerk en nestelvoorzieningen.
Het bedrijfsmiddel komt voor ten hoogste € 150 per vierkante meter in aanmerking voor
milieu-investeringsaftrek.
Toelichting: Investeringen in het kader van de Green Deal ‘Groene Daken’ kunnen mogelijk
gemeld worden voor dit bedrijfsmiddel.
B 6425
Natuurzwemvijver
-
a. bestemd voor: het stimuleren van natuurrecreatie en lokale biodiversiteit door een
openbare of commerciële zwemvijver met een helofytenfilter, waarbij het zwemwater
wordt gerecirculeerd en géén gebruik wordt gemaakt van chemische desinfectie, waarbij
de vijver al dan niet gebruikt wordt als blusvijver,
-
b. bestaande uit: een zwemvijver, een helofytenfilter en al dan niet aansluiting op een
warmte-/koudebron.
F 6429
Lichtvervuilingbeperkende buitenverlichting
-
a. bestemd voor:
-
1. het ’s avonds en ’s nachts verminderen van lichtvervuiling door aanpassing of vervanging
van bestaande verstorende lichtbronnen in de open lucht door energiezuinige lichtbronnen
(bij voorkeur LED-lampen) met dezelfde of lagere lichtintensiteit als de vervangen
lichtbronnen met een installatielabel van ten minste niveau B conform de aanbeveling
'handleiding energielabeling openbare verlichting 2010' van de Nederlandse Stichting
voor Verlichtingskunde (NSVV), in lichtverstrooiingsbeperkende armaturen, waarbij
indien mogelijk gebruik gemaakt wordt van windenergie, zonne-energie of aanwezigheidssensoren,
of
-
2. het 's avonds verlichten van sport- of recreatieterreinen door LED-verlichting in
lichtverstrooiingsbeperkende armaturen met een specifieke lichtstroom van ten minste
84 lumen per watt gemeten conform LM-79-08,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1, buitenverlichting in lichtverstrooiingsbeperkende
armaturen en al dan niet de volgende onderdelen: LED-markeringen, een windturbine
of zonnepaneel, een regelunit en aanwezigheidssensoren,
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2, LED-lampen in lichtverstrooiingsbeperkende
armaturen.
Toelichting: Voor meer informatie over milieuvriendelijke verlichting, waaronder de
Richtlijn Openbare Verlichting 2011 en het Handboek Licht-Donker, zie www.nsvv.nl
en www.rvo.nl/subsidies-regelingen/energiearme-buitenverlichting-categorie-g2.
G 6440
Infiltratiesysteem
-
a. bestemd voor:
-
1. het bufferen en infiltreren van regenwater in geperforeerde containers, waarbij het
regenwater na verblijf in deze containers infiltreert in de bodem,
-
2. het transporteren van regenwater naar een infiltratiesysteem of infiltreren van regenwater
met geperforeerde leidingen, of
-
3. het bufferen en infiltreren van regenwater in een wadi,
-
b. bestaande uit:
-
1. met betrekking tot onderdeel a, punt 1, een geperforeerde container en al dan niet
de volgende onderdelen: geotextiel en verplaatsbaar sportveld,
-
2. met betrekking tot onderdeel a, punt 2, geperforeerde leidingen en al dan niet geotextiel,
-
3. met betrekking tot onderdeel a, punt 3, een wadi.
Toelichting: Dit bedrijfsmiddel kan worden toegepast in combinatie met een verplaatsbaar
sportveld.
F 6441
Voorziening voor het bufferen en vertraagd afvoeren van regenwater
-
a. bestemd voor: het tijdens hevige regenval opvangen en bufferen van regenwater afkomstig
van bedrijfsterreinen en bedrijfsgebouwen, niet zijnde kassen, waarbij ten minste
50 liter regenwater per vierkante meter opvangoppervlak kan worden gebufferd, en waarbij
het regenwater nuttig wordt toegepast of vertraagd wordt afgevoerd met een afvoersnelheid
van ten hoogste 0,36 liter per uur per vierkante meter opvangoppervlak,
-
b. bestaande uit: een wateropslagvoorziening en al dan niet de volgende onderdelen: een
verzwaarde dakconstructie, geotextiel en leidingwerk voor nuttige toepassing.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel G 6440 voor bufferen en infiltreren van regenwater.
F 6442
Voorziening voor gecontroleerde regenwateropslag op platte daken
-
a. bestemd voor: het afdekken en isoleren van horizontale dakconstructies van gebouwen
met een absorberende mat voorzien van overstortvoorziening, ter verlenging van de
levensduur van de dakbedekking en ter vermindering van wateroverlast of overbelasting
van het riool door regenval,
-
b. bestaande uit: waterabsorberende dakmaterialen, een sensorgecontroleerde afsluitklep
en al dan niet de volgende onderdelen: een overstortvoorziening, een retourpomp en
een zonnecollector in de waterlaag.
Toelichting: Zie bedrijfsmiddel F 6441 voor voorzieningen voor het bufferen en vertraagd
afvoeren van regenwater.
A 6445
Grijswaterrecyclinginstallatie
-
a. bestemd voor: het hergebruiken van eigen zwembad- of douche- of gezuiverd afvalwater
voor toiletspoeling of klimaatbeheersing,
-
b. bestaande uit: een grijswatertank, een secundair waterleidingnet, een drukvat, een
automatische omschakelaar en een filtratie-eenheid.
F 6446
Decentrale sanitatie-installatie
-
a. bestemd voor: het zuiveren van afvalwaterstromen van huishoudelijke aard of hiermee
vergelijkbaar, waarbij:
-
1. scheiding van afvalwaterstromen aan de bron plaatsvindt en na bewerking of zuivering
van het afvalwater grondstoffen en schoon water worden teruggewonnen die vervolgens
worden gerecycled of anderszins nuttig toegepast, of
-
2. geneesmiddelresten, hormoonverstorende stoffen of multiresistente bacteriën in het
afvalwater onschadelijk worden gemaakt,
-
b. bestaande uit: een vermaler, een vergister, een membraaninstallatie, een oxidatiereactor,
een actief kool filter en al dan niet een afvalcompressor.
F 6449
Toilet met urinescheiding
-
a. bestemd voor: het gescheiden opvangen van urine en fecaliën in een toilet, waarbij
de opgevangen urine separaat wordt opgeslagen en verwerkt, en waarbij niet meer dan
4 liter water per spoeling wordt verbruikt,
-
b. bestaande uit: een toilet met urinescheiding, een inpandig urineafvoersysteem, een
urine-opslagtank en al dan niet de volgende onderdelen: apparatuur ter voorkoming
van verstopping en aanpassingen aan het bestaande leidingwerk.