Regeling voor het aanvragen van een startsubsidie of een subsidie veldinitiatief Passend onderwijs 2009–2011

[Regeling vervallen per 01-01-2012.]
Geraadpleegd op 25-11-2024.
Geldend van 22-06-2010 t/m 31-12-2011

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 24 april 2009, nr. JOZ/118800, houdende regels voor het aanvragen van een startsubsidie of een subsidie veldinitiatief Passend onderwijs 2009–2011 (Regeling voor het aanvragen van een startsubsidie of een subsidie veldinitiatief Passend onderwijs 2009–2011)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op artikel 4, eerste lid en artikel 5 van de Wet overige OCW-subsidies;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemeen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 1. Begripsbepaling

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

In de regeling wordt verstaan onder:

  • a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

  • b. rec: regionaal expertisecentrum als bedoeld in artikel 28b van de WEC;

  • c. cluster 3: onderwijs aan langdurig zieke kinderen met een lichamelijke handicap, lichamelijk gehandicapte kinderen en zeer moeilijk lerende kinderen dan wel meervoudig gehandicapte kinderen met een lichamelijke handicap;

  • d. cluster 4: onderwijs aan langdurig zieke kinderen anders dan met een lichamelijke handicap, zeer moeilijk opvoedbare kinderen en kinderen in scholen verbonden aan pedologische instituten;

  • e. (v)so: (voortgezet) speciaal onderwijs, als bedoeld in artikel 2 van de WEC;

  • f. vo: voortgezet onderwijs, als bedoeld in artikel 2 van de WVO;

  • g. vmbo: voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs als bedoeld in artikel 10a van de WVO

  • h. aoc: agrarisch opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB;

  • i. roc: regionaal opleidingscentrum als bedoeld in artikel 1.3.1 van de WEB;

  • j. swv po: samenwerkingsverband als bedoeld in artikel 18 van de WPO;

  • k. swv vo: samenwerkingsverband voortgezet onderwijs als bedoeld in artikel 10h van de WVO;

  • l. WPO: Wet op het primair onderwijs;

  • m. WVO: Wet op het voortgezet onderwijs:

  • n. WEC: Wet op de expertisecentra;

  • o. WEB: Wet educatie en beroepsonderwijs;

  • p. Passend onderwijs: het systeem waarbinnen alle leerlingen een passend onderwijszorgaanbod geboden krijgen;

  • q. onderwijscontinuüm: flexibel onderwijsaanbod waarbinnen voor alle leerlingen een passend onderwijszorgaanbod kan worden geboden;

  • r. integraal indiceren: afgestemd indicatietraject voor onderwijs en (jeugd)zorg voor leerlingen die naast extra onderwijsondersteuning ook (jeugd)zorg nodig hebben;

  • s. indicatieprocedures: de procedures en criteria van de indicatieorganen permanente commissie leerlingenzorg, als bedoeld in artikel 23 van de WPO en artikel 10h van de WVO, commissie voor de indicatiestelling, als bedoeld in artikel 28c van de WEC en regionale verwijzingscommissie, als bedoeld in artikel 10g van de WVO en artikel 24 van de WPO.

Hoofdstuk 2. Startsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 2. Voorwaarden startsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Om in aanmerking te komen voor een startsubsidie wordt een intentieverklaring opgesteld, waaruit de intentie van de deelnemers die participeren in het regionale netwerk blijkt om gezamenlijk Passend onderwijs in de regio vorm te geven. In deze intentieverklaring worden afspraken gemaakt over de inrichting van één loket voor zorgtoewijzing (inclusief afstemming met (jeugd-) zorg), over het realiseren van een onderwijscontinuüm en over de wijze waarop de ouderbetrokkenheid wordt vormgegeven.

  • 2 De intentieverklaring wordt ondertekend door alle bevoegde gezagsorganen die participeren in het netwerk. In deze intentieverklaring worden in elk geval de namen en brinnummers opgenomen van:

    • a. de swv po en de daarin deelnemende scholen voor (speciaal) basisonderwijs die participeren in het netwerk,

    • b. de swv vo en de daarin deelnemende scholen voor vo en aoc’s of roc’s voor wat betreft het daaraan verbonden vmbo die participeren in het netwerk en

    • c. de (v)so scholen en de rec’s cluster 3 en 4 die participeren in het netwerk

Artikel 3. Aanvraag startsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Een startsubsidie kan op elk gewenst moment in een jaar worden aangevraagd. Aanvragen ingediend na 25 juni 2010 komen niet voor een startsubsidie in aanmerking.

  • 2 De aanvraag voor een startsubsidie wordt gedaan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs door de rechtspersoon van het regionaal netwerk of door een bevoegd gezag van een school voor po, vo of (v)so, of een rec of een centrale dienst die zorgbekostiging als bedoeld in artikel 132 van de WPO ontvangt, namens het regionaal netwerk.

  • 3 Indien het regionale netwerk een rechtspersoon heeft ingericht, dient dit gemeld te worden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs. Bij de melding dient een afschrift van de notariële akte te worden gevoegd. De minister kan de rechtspersoon van het regionaal netwerk vervolgens registreren. Vanaf dat moment kan de rechtspersoon optreden als subsidieaanvrager en/of subsidieontvanger.

  • 4 De aanvraag voor een startsubsidie wordt vergezeld van een intentieverklaring, zoals bedoeld in artikel 2.Wanneer er in een regio één of meerdere scholen zijn die (vooralsnog) niet participeren in het netwerk, dan wordt dit in de aanvraag vermeld omkleed met redenen. Van deze niet deelnemende scholen wordt een verklaring van geen bezwaar bij de aanvraag gevoegd.

  • 5 In de aanvraag wordt de naam en het rekeningnummer vermeld waaraan de subsidie kan worden overgemaakt. De subsidieontvanger kan zijn: de rechtspersoon van het regionaal netwerk, een bevoegd gezag van een school voor po, vo of (v)so namens het regionaal netwerk, een rec namens het regionaal netwerk, of een centrale dienst die zorgbekostiging als bedoeld in artikel 132 van de WPO ontvangt, namens het regionaal netwerk.

Artikel 4. Verlening en vaststelling startsubsidie

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 In de periode 2008–2010 kan de oprichting van een regionaal netwerk éénmalig worden ondersteund door middel van een startsubsidie met een omvang van € 50.000 per swv vo. De startsubsidie wordt op aanvraag verleend.

  • 2 De minister kent het beschikbare bedrag toe in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Als datum van ontvangst geldt de datum van ontvangst van een volledige aanvraag, of indien de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid wordt gesteld zijn aanvraag aan te vullen, de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld. Aanvragen worden pas in behandeling genomen als ze volledig zijn.

  • 3 De startsubsidie, bedoeld in het eerste lid, wordt in één betaaltermijn beschikbaar gesteld uiterlijk in de maand volgend op de maand waarin de beschikking is afgegeven.

  • 4 Binnen drie maanden na het beëindigen van de activiteiten, doch uiterlijk 1 augustus 2011, wordt een verslag van activiteiten door de Dienst Uitvoering Onderwijs ontvangen.

  • 5 Het verslag van activiteiten bevat een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten.

  • 6 De financiële verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie. Deze bepaling geldt ook indien de subsidieontvanger de rechtspersoon van het regionaal netwerk is.

Artikel 5. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Voor startsubsidies is in 2009 € 1,5 miljoen en in 2010 € 50.000,- beschikbaar. Subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, kan bij een wijziging in de OCW-begroting wordenverlaagdtot het bedrag van de subsidie dat na vaststelling of goedkeuring van de begroting van OCW ter beschikking staat.

Artikel 6. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De scholen die deel uitmaken van een regionaal netwerk dat een startsubsidie heeft aangevraagd, werken mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die gericht zijn op het verschaffen van nadere inlichtingen aan de minister ten behoeve van de ontwikkeling van beleid.

Hoofdstuk 3. Subsidie veldinitiatief

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 7. Voorwaarden subsidie veldinitiatief

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Om in aanmerking te komen voor een subsidie veldinitiatief wordt een plan gemaakt waarin wordt aangegeven:

    • a. welke partijen deelnemen in het regionale netwerk als bedoeld in artikel 2, tweede lid, inclusief de scholen voor vwo en havo die participeren in het netwerk,

    • b. de partners buiten het onderwijs, zoals (jeugd)zorg, provincie(s) en gemeente(n) die participeren in het netwerk,

    • c. de wijze waarop personeel betrokken is bij de organisatie van het regionale netwerk en de inrichting van het onderwijs (op bestuurs- en bovenbestuurlijk niveau),

    • d. de wijze waarop ouders als collectief zijn betrokken bij de organisatie en inrichting van het onderwijs en de wijze waarop wordt voorzien in (onafhankelijke) ondersteuning van individuele ouders (op bestuurs- en bovenbestuurlijk niveau),

    • e. de wijze waarop de indicatieprocedures aaneengeschakeld zijn waardoor één loket voor de indicatiestelling ontstaat en de afspraken die zijn gemaakt over de voorbereiding van de indicatiestelling,

    • f. de wijze waarop uitwerking wordt gegeven aan integraal indiceren met de (jeugd)zorg,

    • g. de wijze waarop wordt gegarandeerd dat voor alle leerlingen binnen het netwerk een passend onderwijszorgaanbod wordt geboden,

    • h. de wijze waarop een registratiesystematiek wordt ingericht waarmee alle leerlingen in de regio in beeld zijn,

    • i. de wijze waarop het regionale netwerk het onderwijscontinuüm inricht dat aan leerlingen een gevarieerd onderwijs(zorg)aanbod biedt binnen de huidige wettelijke kaders,

    • j. de wijze waarop het regionale netwerk zorgt voor versterking van de kwaliteit van het bestaande onderwijsaanbod, waaronder de wijze waarop gewerkt wordt aan het vergroten van de bekwaamheid van leraren in het reguliere onderwijs om te kunnen omgaan met verschillen in de klas en om leerlingen die dat nodig hebben extra ondersteuning te bieden,

    • k. de wijze waarop voor alle zorgleerlingen een ontwikkelings- en uitstroomperspectief wordt vastgesteld,

    • l. de wijze waarop de (subsidie)middelen worden ingezet.

  • 2 Om in aanmerking te komen voor een subsidie veldinitiatief wordt een samenwerkingsovereenkomst opgesteld, ondertekend door alle bevoegde gezagen van de scholen in het regionaal netwerk. Uit deze samenwerkingsovereenkomst blijkt dat de ondertekenaars gezamenlijk het plan als bedoeld in het eerste lid uit zullen voeren.

  • 3 Het veldinitiatief is uiterlijk drie maanden na toekenning operationeel.

  • 4 Het veldinitiatief en de subsidie veldinitiatief eindigen uiterlijk op 31 juli 2010.

Artikel 8. Aanvraag subsidie veldinitiatief

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 De aanvraag voor een subsidie veldinitiatief wordt gedaan bij de Dienst Uitvoering Onderwijs door de rechtspersoon van het regionaal netwerk of door een bevoegd gezag van een school voor po, vo of (v)so, of een rec of een centrale dienst die zorgbekostiging als bedoeld in artikel 132 van de WPO ontvangt, namens het regionaal netwerk.

  • 2 Indien het regionale netwerk een rechtspersoon heeft ingericht, dient dit gemeld te worden aan de Dienst Uitvoering Onderwijs. Bij de melding dient een afschrift van de notariële akte te worden gevoegd. De minister kan de rechtspersoon van het regionaal netwerk vervolgens registreren. Vanaf dat moment kan de rechtspersoon optreden als subsidieaanvrager en/of subsidieontvanger.

  • 3 Bij de aanvraag voor een subsidie veldinitiatief worden de volgende documenten gevoegd:

    • a. een plan zoals bedoeld artikel 7, eerste lid.

    • b. een samenwerkingsovereenkomst zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, ondertekend door alle bevoegde gezagen van de scholen in het regionaal netwerk.

    • c. een advies van de regiegroep Passend onderwijs.

  • 4 Het veldinitiatief kan aanvangen op 1 augustus of 1 januari van een jaar. Om in aanmerking te komen voor een subsidie veldinitiatief per 1 augustus, wordt de aanvraag uiterlijk op 1 juni van datzelfde jaar bij de regiegroep kenbaar gemaakt en uiterlijk op 15 juni door de Dienst Uitvoering Onderwijs ontvangen. Om in aanmerking te komen voor een veldinitiatief per 1 januari, wordt de aanvraag uiterlijk op 1 oktober van het voorgaande jaar bij de regiegroep kenbaar gemaakt en uiterlijk op 15 oktober door de Dienst Uitvoering Onderwijs ontvangen.

  • 5 Om de aanvraagprocedure te versnellen kan de aanvrager de regiegroep Passend onderwijs verzoeken om in geval van een positief advies de aanvraag namens de subsidieaanvrager direct aan de Dienst Uitvoering Onderwijs door te sturen.

  • 6 In de aanvraag wordt de naam en het rekeningnummer vermeld waaraan de subsidie kan worden overgemaakt. De subsidieontvanger kan zijn: de rechtspersoon van het regionaal netwerk, een bevoegd gezag van een school voor po, vo of (v)so namens het regionaal netwerk, een rec namens het regionaal netwerk, of een centrale dienst die zorgbekostiging als bedoeld in artikel 132 van de WPO ontvangt, namens het regionaal netwerk.

Artikel 9. Verlenging bestaande veldinitiatieven Passend onderwijs

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Aan veldinitiatieven Passend onderwijs die subsidie voor een veldinitiatief Passend onderwijs hebben ontvangen op basis van de Regeling voor het aanvragen van een startsubsidie of een subsidie veldinitiatief Passend onderwijs 2008–2009 wordt ambtshalve subsidie toegekend op grond van de Regeling voor het aanvragen van een startsubsidie of een subsidie veldinitiatief Passend onderwijs 2009–2011, indien zij voldoen aan de voorwaarden gesteld in deze regeling.

Artikel 10. Verlening en vaststelling subsidie veldinitiatief

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Regionale netwerken die Passend onderwijs vormgeven binnen een veldinitiatief krijgen hiervoor jaarlijks een subsidie van:

    • a. € 15,30 per ingeschreven leerling in de basisscholen die participeren in het regionale netwerk en

    • b. € 15 per leerling ingeschreven in de scholen voor vo en in aoc’s of roc’s voor wat betreft het daaraan verbonden vmbo die participeren in het regionale netwerk.

  • 2 De minister kent het beschikbare bedrag voor nieuwe veldinitiatieven toe in de volgorde van ontvangst van de aanvragen. Als datum van ontvangst geldt de datum van ontvangst van een volledige aanvraag, of indien de aanvrager op grond van artikel 4:5 Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid wordt gesteld zijn aanvraag aan te vullen, de datum waarop de aanvraag volledig is aangevuld. Aanvragen worden pas in behandeling genomen als ze volledig zijn.

  • 3 De beslissing over de aanvraag, bedoeld in artikel 8,derde lid, wordt door de minister binnen 8 weken na ontvangst bij de Dienst Uitvoering Onderwijs genomen.

  • 4 De subsidie veldinitiatief, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks in één betaaltermijn beschikbaar gesteld op basis van de teldatum 1 oktober van het schooljaar ervoor. Bij de start van het veldinitiatief per 1 augustus wordt de subsidie voor een heel schooljaar verleend in augustus. Bij de start van het veldinitiatief per 1 januari wordt 7/12e van het subsidiebedrag per schooljaar verleend in de maand januari. Het subsidiebedrag wordt in de daarop volgende schooljaren steeds in augustus verleend voor een geheel schooljaar.

  • 5 Binnen drie maanden na het beëindigen van de activiteiten wordt een verslag van activiteiten door de Dienst Uitvoering Onderwijs ontvangen.

  • 6 Het verslag van activiteiten bevat:

    • a. een overzicht van de werkzaamheden waarvoor subsidie is verstrekt en van de daarmee bereikte resultaten

    • b. indien van toepassing een analyse van de verschillen tussen de voorgenomen activiteiten en de beoogde resultaten zoals vermeld in het activiteitenplan, en de feitelijke realisatie.

  • 7 De financiële verantwoording van de subsidie geschiedt in de jaarverslaggeving, bedoeld in de Regeling jaarverslaggeving onderwijs. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van de subsidie. Deze bepaling geldt ook indien de subsidieontvanger de rechtspersoon van het regionaal netwerk is.

  • 8 Indien de activiteit drie maanden na toekenning niet is gestart, aanzienlijk wordt vertraagd of voortijdig wordt beëindigd, informeert de subsidieontvanger de minister direct hierover.

  • 9 Indien aan één van de voorwaarden in artikel 7 t/m 14 van deze regeling niet wordt voldaan, kan het bedrag geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd.

Artikel 11. Subsidieplafond

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Voor subsidies veldinitiatief is in 2009 € 14,4 miljoen, in 2010 € 5 miljoen en in 2011 € 0 beschikbaar. Subsidie ten laste van een begroting die nog niet is vastgesteld, kan bij een wijziging in de OCW-begroting wordenverlaagdtot het bedrag van de subsidie dat na vaststelling of goedkeuring van de begroting van OCW ter beschikking staat.

Artikel 12. Wijziging in samenstelling van het regionale netwerk

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

  • 1 Door uittreding van scholen die participeren in het regionaal netwerk of door toetreding van scholen aan het regionaal netwerk, wijzigt de samenstelling van het regionaal netwerk. Toetreden tot of uittreden uit een regionaal netwerk kan alleen per 1 augustus van een jaar en alleen als hiervan uiterlijk op 1 maart van dat jaar door de Dienst Uitvoering Onderwijs een melding is ontvangen.

  • 2 Een melding van toetreding of uittreding wordt gedaan door de rechtspersoon van het regionaal netwerk of door een bevoegd gezag namens het regionaal netwerk, zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid.

  • 3 Een melding van toetreding of uittreding bevat in elk geval de volgende informatie:

    • a. de naam en het brinnummer van de toetredende of uittredende school, voorzien van een handtekening van het bevoegd gezag van deze school, en

    • b. de naam van het regionaal netwerk (in oprichting) waar de toetredende school vandaan kwam of waar de uittredende school zich bij aan zal sluiten.

  • 4 Indien een school al participeert in een regionaal netwerk dat een veldinitiatief uitvoert, en wil overstappen naar een ander regionaal netwerk dat een veldinitiatief uitvoert, dan wordt de toetreding en de uittreding in één melding gemeld door het regionaal netwerk waar de school wil toetreden. Deze melding bevat in elk geval de volgende informatie:

    • a. de naam en het brinnummer van de toetredende school, voorzien van een handtekening van het bevoegd gezag van deze school, en

    • b. de naam van het regionaal netwerk waar de toetredende school vandaan kwam, voorzien van een handtekening door de rechtspersoon van het regionaal netwerk of door een bevoegd gezag namens het regionaal netwerk, zoals bedoeld in artikel 8, eerste lid, en

    • c. de naam van het regionaal netwerk waar de uittredende school zich bij aan zal sluiten.

  • 5 Uittreden van scholen die participeren in het regionaal netwerk is alleen mogelijk als het regionaal netwerk blijft voldoen aan de minimumeisen die gelden voor de samenstelling van een regionaal netwerk, óf met toestemming van de minister. De minimumeisen voor de samenstelling van een regionaal netwerk zijn:

    • a. ten minste één swv po met de daarvoor geldende eisen qua samenstelling,

    • b. ten minste één swv vo met de daarvoor geldende eisen qua samenstelling,

    • c. ten minste één rec cluster 3, en

    • d. ten minste één rec cluster 4.

  • 6 Een school voor basisonderwijs en een vestiging van een school voor vo en/of aoc’s of roc’s voor wat betreft het daaraan verbonden vmbo kan slechts in één regionaal netwerk participeren.

  • 7 Het eerste tot en met het vijfde lid geldt niet alleen voor scholen, maar ook voor aoc’s of roc’s voor wat betreft het daaraan verbonden vmbo.

Artikel 13. Informatieplicht

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De scholen die onderdeel uitmaken van een regionaal netwerk dat een subsidie veldinitiatief heeft aangevraagd, werken mee aan door of namens de minister ingestelde onderzoekingen die gericht zijn op het verschaffen van nadere inlichtingen aan de minister ten behoeve van de ontwikkeling van beleid.

Artikel 14. Egalisatiereserve (bestemmingsreserve publiek)

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

De subsidieontvanger vormt een egalisatiereserve als bedoeld in artikel 4:72 van de Algemene wet bestuursrecht. De reserve bedraagt ten hoogste 50% van de subsidie die in één jaar wordt toegekend. De egalisatiereserve wordt aangehouden tot maximaal 1 januari 2011.

Hoofdstuk 4. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Artikel 15. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt met ingang van 1 januari 2012.

Artikel 16. Citeertitel

[Regeling vervallen per 01-01-2012]

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling voor het aanvragen van een startsubsidie of een subsidie veldinitiatief Passend onderwijs 2009–2011.

Deze regeling zal met een toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De

Staatssecretaris

van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

S.A.M. Dijksma