8. Toelating raadslieden tot meer in verzekering gestelde verdachten
[Regeling vervallen per 01-01-2013]
Wanneer meerdere verdachten in een zaak dezelfde raadsman hebben, kan zich de in artikel 50 lid 2 Sv bedoelde situatie voordoen waarbij het vrij verkeer tussen raadsman en verdachte
ertoe kan leiden dat de verdachte bekend wordt met een omstandigheid waarvan hij in
het belang van het onderzoek tijdelijk onkundig moet blijven. De toenmalige minister
van Justitie heeft bij de invoering van het huidige Wetboek van Strafvordering daarover het volgende verklaard:
‘Zijn er in een zaak meerdere verdachten die alle dezelfde raadsman hebben, dan zal
dientengevolge het vrije verkeer tussen de raadsman en de verdachten vanzelf strekken
om tussen de verklaringen der onderscheidene verdachten tegenstrijdigheden welke tot
de opsporing van de waarheid zouden kunnen bijdragen, weg te nemen of te voorkomen.’
Het moet daarom buiten twijfel geacht worden, dat de officier van justitie in de fase
van de inverzekeringstelling in dit soort gevallen van de hem in artikel 50 lid 2 Sv gegeven bevoegdheid gebruik kan maken, wanneer het belang van het onderzoek dat eist.
Blijkens artikel 62 lid 2 Sv derogeert het aldaar bepaalde niet aan artikel 50 Sv. De bevoegdheid om de raadsman de toegang tot de in verzekering gestelde verdachte
te ontzeggen, komt daarom uitsluitend toe aan de rechter-commissaris tijdens het gerechtelijk
vooronderzoek en overigens aan de officier van justitie.
In de opsporingsfase, waartoe de inverzekeringstelling behoort, beschikt de officier
van justitie doorgaans nog over weinig of geen informatie over de aard en de toedracht
van een zaak en de bijzonderheden die zich bij het opsporingsonderzoek voordoen. Om
te kunnen beoordelen of de officier van justitie van de hem in artikel 50 lid 2 Sv gegeven bevoegdheid gebruik zal maken, dient hij wel over zodanige informatie te
beschikken. Dat betekent daarom dat de politie in daarvoor in aanmerking komende gevallen,
de officier van justitie in de gelegenheid moet stellen van de hier bedoelde bevoegdheid
gebruik te maken. De politie heeft in dit opzicht daarom, zij het geen beslissende
taak, wel een informatieve taak. In de hier bedoelde fase zal de politie de raadsman
naar de officier van justitie moeten verwijzen om van hem de beslissing te vernemen.
Als tijdens de inverzekeringstelling een gerechtelijk vooronderzoek wordt ingesteld,
stelt de officier van justitie de rechter-commissaris in kennis van het door hem gegeven
bevel.