Besluit van 3 juli 2009, houdende bepalingen inzake de overeenkomstige toepassing
van de Wet politiegegevens op de verwerking van persoonsgegevens door een dienst van
een publiekrechtelijk lichaam die is belast met de opsporing van strafbare feiten
(Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, gedaan mede namens Onze Ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie, van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en
de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van
14 april 2009, nr. 5596761/09/6;
Gelet op de artikelen 6, zesde lid, 11, derde lid, 15, tweede lid, 18, eerste lid, en 46, eerste lid, van de Wet politiegegevens;
De Raad van State gehoord (advies van 27 mei 2009, nr. W03.09.0132/II);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie, mede namens Onze Ministers
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, van Defensie, van Volkshuisvesting,
Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en
de Staatssecretarissen van Financiën en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, van
1 juli 2009, nr. 5606412/09/6;
Hebben goedgevonden en verstaan: