Bij herbesteding van een lening voor aankoop, onderhoud of verbetering van een eigen
woning is niet voldaan aan het oogmerkvereiste. Dit kan betekenen dat de belastingplichtige
soms extra kosten moet maken door zijn bestaande lening af te lossen en (voor hetzelfde
bedrag) een nieuwe lening op te nemen. Dat is niet gewenst als een bestaande eigenwoningschuld
wordt aangewend voor aankoop, onderhoud of verbetering van een andere eigen woning.
Goedkeuring
Ik keur met toepassing van artikel 63 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hardheidsclausule) goed dat een eigenwoningschuld bij directe herbesteding aan verwerving,
onderhoud of verbetering van een (andere) eigen woning blijft aangemerkt als lening
voor verwerving, onderhoud of verbetering van de eigen woning.
Bij verandering in de aanwending, volgt de lening dus de nieuwe aanwending van de
lening. Maar alleen voor zover de oude eigenwoningschuld direct wordt herbesteed aan
de verwerving, onderhoud of verbetering van een woning in box 1.
Als (een recht op) een woning in box 3 overgaat naar een eigen woning in box 1, kan
de bijbehorende lening een eigenwoningschuld worden.
Bij verandering van de fiscale kwalificatie van het bezit volgt de lening dus het
bezit (box 3-bezitting wordt box 1 eigen woning).
Voorbeeld 1
Een belastingplichtige verkoopt zijn oude eigen woning en koopt een nieuwe eigen woning.
De bestaande lening op zijn oude woning gaat over op de nieuw aangekochte eigen woning.
Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met aantrekkelijke voorwaarden met betrekking
tot die lening. De opbrengst van de oude eigen woning wordt dan in zoverre niet gebruikt
voor aflossing van de eigenwoningschuld op die woning, maar wordt direct herbesteed
aan de nieuwe eigen woning. Alleen de eigen woning waarover hypothecaire zekerheid
wordt gegeven, is veranderd. Door de goedkeuring kan de herbestede lening worden aangemerkt
als lening voor de verwerving van de nieuwe eigen woning. Dit geldt voor zover de
lening wordt gebruikt voor de verwerving van de nieuwe eigen woning. Als er (daarnaast)
nog een lening wordt afgesloten voor de nieuwe eigen woning, kan die lening binnen
de grenzen van de bijleenregeling uiteraard ook worden aangemerkt als lening voor
de verwerving van die nieuwe eigen woning.
Voorbeeld 2
Een belastingplichtige koopt een nieuwe eigen woning. De verwervingskosten zijn € 200.000.
Zijn oude eigen woning staat te koop. Hij sluit een lening af voor de aankoop van
de nieuwe eigen woning. Ingeschat wordt dat de oude woning bij verkoop € 180.000 zal
opleveren. De eigenwoningschuld op de oude eigen woning is € 150.000. Bij verkoop
brengt de woning meer op dan gedacht, namelijk € 190.000. De overwaarde is dus (€ 190.000
minus € 150.000 =) € 40.000.
Door de bijleenregeling wordt de eigenwoningschuld voor de nieuwe eigen woning (€ 200.000
minus € 40.000 =) € 160.000. Het restant van de lening (€ 200.000 minus € 160.000
=) € 40.000 gaat daardoor naar box 3. Omdat de verkoop van de oude eigen woning meer
heeft opgebracht, wil de belastingplichtige de extra opbrengst gebruiken voor de aankoop
van een nieuwe keuken van € 10.000. Hij gebruikt hiervoor € 10.000 van de lening.
Hij herbesteedt de lening voor € 10.000 dus direct voor de eigen woning. In dit geval
is sprake van herbesteding aan dezelfde eigen woning. Door de goedkeuring kan de herbestede
lening worden aangemerkt als lening voor onderhoud of verbetering van de nieuwe eigen
woning (de aanschaf van de keuken).
Voorbeeld 3
A heeft een lening van € 100.000 afgesloten om de blote eigendom te kopen van de woning
waarin zijn moeder (de vruchtgebruikster) woont. Zijn moeder overlijdt. A is vol eigenaar
geworden. A verhuist naar de woning. Dit is geen herbesteding. Het verschil met voorbeeld
1 is dat in dit geval het bezit waarmee de lening is gefinancierd hetzelfde blijft.
Alleen de fiscale kwalificatie verandert. A heeft op zich de € 100.000 geleend met
een ander oogmerk dan voor een eigen woning (namelijk voor de financiering van een
box 3-bestanddeel, de blote eigendom). Toch kan in deze situatie de lening van € 100.000
worden aangemerkt als een eigenwoningschuld. De lening volgt de kwalificatie van het
vermogensbestanddeel van box 3 naar box 1.
Voorbeeld 4
Een belastingplichtige sluit een lening af voor de aankoop van effecten. Na verkoop
van de effecten gebruikt hij de lening voor onderhoud van de eigen woning. Hij heeft
de lening niet opgenomen met het oogmerk het onderhoud van de eigen woning te financieren,
zodat deze lening ook na herbesteding geen eigenwoningschuld wordt. De goedkeuring
is niet van toepassing omdat de lening vóór de herbesteding geen eigenwoningschuld
was.