Vonnissen en arresten
OH- en NOH/EX-boetevonnissen worden ter executie overgedragen aan het CJIB. Het CJIB
maakt aanschrijvingen met aangehe chte ola aan gebaseerd op door de parketten aangeleverde
vonnis- of arrestgegevens.
NOH/NE-boetevonnissen worden uitsluitend ter registratie overgedragen aan het CJIB.
Het executerende parket is verantwoordelijk voor de betekening dan wel mededeling
van het vonnis aan de veroordeelde.
Het vervolg van het executieproces hangt af van de status van de zaak: OH of NOH/EX.
OH-zaken: Indien de veroordeelde het verschuldigde bedrag op de eerste aanschrijving niet
(tijdig of volledig) heeft betaald, wordt hem na het verstrijken van de betalingstermijn
een eerste wettelijke verhoging opgelegd (art. 24 b WvSr). Voor betaling van het op dat moment verschuldigde bedrag wordt hem een eerste aanmaning
met OLA gezonden.
Indien de veroordeelde op de eerste aanmaning niet tijdig of volledig betaalt, wordt
hem een tweede wettelijke verhoging opgelegd (artikel 24 b WvSr). De veroordeelde kan hiervan door middel van een tweede aanmaning in kennis worden
gesteld. Reageert de veroordeelde in de inningsfase niet door betaling of anderszins,
dan gaat de zaak door naar de incassofase.
NOH/EX-zaken: Indien de veroordeelde het verschuldigde bedrag op de eerste aanschrijving niet
(tijdig of volledig) heeft betaald, wordt in beginsel direct een bevel ter betekening
aan de politie gezonden. Er worden dan geen verhogingen toegepast.
Het betreft hier veroordelingen die kunnen worden geëxecuteerd, tenzij de veroordeelde
aangeeft enig gewoon rechtsmiddel (verzet, hoger beroep of beroep in cassatie) te
willen instellen. De opsporingsambtenaar deelt in die gevallen de veroordeelde mede
dat deze bij het nader aan te duiden vonnis of arrest is veroordeeld. Zoveel mogelijk
wordt medegedeeld tot welke straffen de betrokkene is veroordeeld en dat binnen veertien
dagen een rechtsmiddel kan worden ingesteld. De opsporingsambtenaar geeft bij proces-verbaal
kennis aan het executerende parket. Aan de veroordeelde wordt een afschrift van het
proces-verbaal uitgereikt.
De duur van de ophoudingten behoeve van de bekendmaking mag niet langer zijn dan noodzakelijk
om de veroordeelde in kennis te stellen.
Het CJIB ontvangt het afloopbericht van de politie en informeert het executerende
parket. Het executerende parket is verantwoordelijk voor het afwerken van het vonnis/arrest.
In geval van detentie van de veroordeelde worden het NOH-vonnis of -arrest aan de
PI/JJI gezonden en wordt de uitspraak door een ambtenaar van de PI/JJI aan de betrokkene
bekendgemaakt. De PI/JJI stelt het CJIB hiervan in kennis.
De tenuitvoerlegging van een inkomende Europese geldelijke sanctie in de inningsfase
is gelijk aan de tenuitvoerlegging van een geldboetevonnis.
Strafbeschikkingen
Het CJIB is tevens belast met de executie van geldboetes die zijn opgelegd bij strafbeschikking.
Wanneer de strafbeschikking reeds in persoon aan de bestrafte is uitgereikt, verstuurt
het CJIB conform de procedure bij vonnissen en arresten een eerste aanschrijving,
eventueel gevolgd door aanmaningen. Wanneer de strafbeschikking nog niet is uitgereikt,
verstuurt het CJIB de strafbeschikking, dan wel draagt het CJIB zorg voor uitreiking
van de strafbeschikking, op basis van de door het parket, de politie of de RDW aangeleverde
gegevens, gevolgd door eventuele aanmaningen. Wanneer aan de strafbeschikking geen
ola is gehecht volgt na het uitreiken van de strafbeschikking toezending van een aanschrijving
met aangehechte ola, waarna tevens aanmaningen kunnen volgen.
Wanneer op de vervaldatum die geldt voor de voldoening van de geldboete opgelegd bij
strafbeschikking geen betaling is ontvangen en niet vaststaat dat de strafbeschikking
onherroepelijk is geworden, volgt een eerste en eventueel een tweede aanmaning zonder
wettelijke verhoging.
Wanneer de strafbeschikking op de vervaldatum wel onherroepelijk is, maar de geldboete
niet is voldaan, wordt de geldboete van rechtswege verhoogd en volgt toezending van
een eerste aanmaning mét wettelijke verhoging, eventueel gevolgd door een tweede wettelijke
verhoging en tweede aanmaning.
Wanneer na toezending van een of twee aanmaningen zonder wettelijke verhoging vast
komt te staan dat de strafbeschikking onherroepelijk is, wordt wanneer op de vervaldatum
van de laatste aanmaning geen (volledige) betaling is ontvangen, een eerste wettelijke
verhoging opgelegd en wordt een aanmaning verzonden voor het openstaande bedrag inclusief
wettelijke verhoging. Wanneer op de vervaldatum van deze aanmaning geen (volledige)
betaling is ontvangen, wordt een tweede verhoging opgelegd en kan een tweede aanmaning
verzonden worden.