Stcrt. 2011, 13169, datum inwerkingtreding 21-07-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2011.
1 Het directoraat-generaal Mobiliteit staat onder leiding van de directeur-generaal
Mobiliteit en bij diens afwezigheid of verhindering onder leiding van de directeur
Wegen en Verkeersveiligheid, tevens plaatsvervangend directeur-generaal Mobiliteit.
2 Het directoraat-generaal Mobiliteit bestaat uit de volgende onderdelen:
-
a. de directie Regionale Bereikbaarheid en Veilig Transport, met het team Regionale Bereikbaarheid,
het team Regionale OV-systemen, het team Veilig Transport en het programmateam OV-chipkaart;
-
b. de directie Wegen en Verkeersveiligheid, met het team Aanleg Weginfrastructuur, het
team Infra- en Wegvervoerbeleid, het team Inpassing en Programmabureau, het team Verkeersveiligheid
en het team Toezicht;
-
c. de directie Spoorvervoer, met het team Instandhouding en Beheer, het team Bestuurlijke
Aanleg, het team Veiligheid, Systemen en Ontwikkeling Betuweroute, het team Goederenvervoer
en Personenvervoer, het team Netwerkontwikkeling, het team Ordening en het team Ondersteuning;
-
d. de programmadirectie Beter Benutten;
-
e. het Rijk-regioprogramma Almere – Amsterdam – Markermeer;
-
f. het team Investeringsbeleid en Strategie;
-
g. het programmateam Randstad Urgent; en
-
h. het team Staf directeur-generaal Mobiliteit.
3 De onderdelen genoemd in het tweede lid, onder a, b, c, d en e staan onder leiding
van een directeur. De onderdelen genoemd in het tweede lid, onder f, g en h, staan
onder leiding van een afdelingshoofd. Alle teams binnen een onderdeel, met uitzondering
van het team Toezicht, staan onder leiding van een afdelingshoofd.
4 Bij afwezigheid of verhindering van de plaatsvervangend directeur-generaal Mobiliteit
zijn de overige directeuren bevoegd om als plaatsvervanger op te treden.
5 Bij afwezigheid of verhindering van een directeur, zijn de overige directeuren bevoegd
om als elkaars plaatsvervanger op te treden.
6 Bij afwezigheid of verhindering van een afdelingshoofd zijn de overige afdelingshoofden
binnen het onderdeel bevoegd om als elkaars plaatsvervanger op te treden.
7 In aanvulling op het eerste en vierde lid kan de directeur-generaal Mobiliteit bepalen
dat de plaatsvervangend directeur-generaal Mobiliteit of een van diens plaatsvervangers
ook in andere situaties in zijn plaats kan optreden.
8 Plaatsvervanging geschiedt voor het overige overeenkomstig daartoe strekkende instructies
van de directeur-generaal Mobiliteit. Behoudens andersluidende instructies vindt plaatsvervanging
plaats bij afwezigheid of verhindering van meer dan twee opeenvolgende dagen van de
te vervangen functionaris.
9 Het directoraat-generaal Mobiliteit en zijn onderdelen hebben de taken genoemd in
het tiende tot en met het zeventiende lid.
10 De directie Regionale Bereikbaarheid en Veilig Transport en haar teams hebben de volgende
taken:
-
a. het team Regionale Bereikbaarheid: het ontwikkelen en implementeren van beleid met
betrekking tot bereikbaarheid en van een regionaal Openbaar Vervoersysteem;
-
b. het team Regionale OV-systemen: het regisseren, faciliteren, monitoren en bijstellen
van regionale OV-systemen, regionaal spoor en lokaal spoor en taxi;
-
c. het team Veilig Transport: het ontwikkelen en implementeren van beleid met betrekking
tot veilig transport; en
-
d. het programmateam OV-chipkaart: het gefaseerd invoeren op landelijk niveau van de
OV-chipkaart in tram, bus, metro en trein.
11 De directie Wegen en Verkeersveiligheid en haar teams hebben de volgende taken:
-
a. het team Aanleg Weginfrastructuur: het voorbereiden van besluitvorming over uitbreiden
van bestaande en/of aanleggen van nieuwe rijkswegen;
-
b. het team Infra- en Wegvervoerbeleid: het ontwikkelen en implementeren van beleid voor
de structuur, functie, uitbreiding, benutting en onderhoud van het hoofdwegennet en
voor het goederenvervoer over de weg;
-
c. het team Inpassing en Programmabureau: het ontwikkelen en implementeren van beleid
met betrekking tot de inpassing van wegen in relatie tot milieu en natuur, het voeren
van regie over, het borgen van de kwaliteit van en het leveren van ondersteuning aan
verkenningen en planstudies en de beleidsondersteuning van beleidsdossiers op gebied
van bereikbaarheid;
-
d. het team Verkeersveiligheid: het ontwikkelen en implementeren van beleid met betrekking
tot een goede bereikbaarheid en een veilig verkeer- en vervoersysteem; en
-
e. het team Toezicht: het ontwikkelen van een visie op sturing en toezicht op zelfstandige
bestuursorganen, het in de praktijk beter benutten van bestaande sturingsinstrumenten
en beheersingsinstrumenten, alsmede het leveren van een bijdrage aan de optimalisatie
van de sturingsrelatie tussen het ministerie en de zelfstandige bestuursorganen.
12 De directie Spoorvervoer en haar teams hebben de volgende taken:
-
a. het team Instandhouding en Beheer: het faciliteren van onderhoud en uitbreiding van
de infrastructuur om te komen tot een maatschappelijk verantwoord spoor;
-
b. het team Bestuurlijke Aanleg: het tot stand brengen van nieuwe sleutelprojecten en
spoorzone-ontwikkelingen, alsmede als opdrachtgever voor de rechtspersoon met wettelijke
taak ProRail B.V. zorgen voor besluitvorming over en realisatie van spoorinfrastructuurprojecten
en het vergroten van de externe veiligheid in relatie tot vervoer van gevaarlijke
stoffen rondom spoorinfrastructuur en spooremplacementen;
-
c. het team Veiligheid, Systemen en Ontwikkeling Betuweroute: het bevorderen van veiligheid
op het spoor, het invoeren van het European Rail Transport Management System, het
afronden van de Havenspoorlijn en de evaluatie van de Betuweroute als groot project;
-
d. het team Goederenvervoer en Personenvervoer: het borgen van het publieke belang van
het spoor en de afdoende kwaliteit en kwantiteit van het spoorvervoer;
-
e. het team Netwerkontwikkeling: het bevorderen van het reizigersvervoer op het spoor;
-
f. het team Ordening: de ordening van de spoorsector om publiek belang te borgen binnen
kaders van nationaal en internationaal beleid en regelgeving; en
-
g. het team Ondersteuning: de ondersteuning van de directie Spoorvervoer in haar werkzaamheden.
13 De programmadirectie Beter Benutten heeft als taak het opstellen en laten uitvoeren
van een programma van maatregelen die gericht zijn op een efficiënt gebruik en optimale
benutting van alle beschikbare en nog aan te leggen infrastructuur.
14 Het Rijk-regioprogramma Almere – Amsterdam – Markermeer heeft als taak het opstellen
van maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid en internationale concurrentiepositie
van de Noordelijke Randstad.
15 Het team Investeringsbeleid en Strategie heeft als taak het ontwikkelen en implementeren
van beleid met betrekking tot de infrastructuurprogrammering van het ministerie en
het daarmee samenhangende investeringsbeleid en strategie.
16 Het programma team Randstad Urgent heeft als taak de coördinatie van het programma,
dat tot doel heeft een betere bereikbaarheid en een beter woonklimaat, werkklimaat
en leefklimaat van de randstad te bereiken, onder meer door de bestuurlijke drukte
te verminderen en te komen tot een slagvaardigere overheid.
17 Het team Staf directeur-generaal Mobiliteit heeft als taak de ondersteuning van het
directoraat-generaal Mobiliteit op het gebied van aangelegenheden die betrekking hebben
op parlementaire zaken, voorbereiding en terugkoppeling van overleg met de bewindslieden,
burgerbrieven en interne beleidscommunicatie.