U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 29-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 10-10-2010. Geldend van 10-10-2010 t/m heden
Besluit randapparatuur BES
In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
a. wet: Wet telecommunicatievoorzieningen BES;
b. toezicht houdende ambtenaar: een ambtenaar als bedoeld in artikel 19, eerste lid;
c. technische eisen: een document, uitgegeven door een deskundige, onafhankelijke nationale of internationale instelling, waarin technische specificaties voor randapparatuur alsmede methoden voor het testen van randapparatuur aan deze specificaties zijn omschreven;
d. verklaring van conformiteit: een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, eerste lid;
e. verklaring van toelating: een bewijsstuk als bedoeld in artikel 8, derde lid;
f. bewijs van goedkeuring: een bewijsstuk als bedoeld in artikel 9, tweede lid;
g. het installeren van randapparatuur: het beroeps- of bedrijfsmatig aanleggen en onderhouden van randapparatuur.
Dit besluit berust op de artikelen 22, 23, 31 en 33, van de Wet telecommunicatievoorzieningen BES.
1 Onze Minister stelt per type randapparatuur en voor interne netten technische eisen vast waaraan deze moet voldoen. Deze technische eisen kunnen per openbaar lichaam verschillend zijn.
2 Een besluit tot wijziging van de technische eisen treedt niet eerder in werking dan negen maanden na bekendmaking daarvan, tenzij een in dat besluit aan te geven algemeen belang eerdere inwerkingtreding vordert.
1 De ingevolge artikel 2 vast te stellen technische eisen mogen, behoudens het bepaalde in het tweede en derde lid, slechts strekken ten dienste van:
a. de samenwerking van de randapparatuur met de telecommunicatie-infrastructuur ten behoeve van:
1°. het tot stand brengen, instandhouden en beëindigen van een verbinding door middel van de telecommunicatie-infrastructuur;
2°. de rechtstreekse verzending dan wel ontvangst van gegevens over die verbinding;
b. het voorkomen van storing in de werking van de telecommunicatie-infrastructuur;
c. het verzekeren van de veiligheid van randapparatuur voor:
1°. de gebruikers daarvan;
2°. de personen werkzaam in het beheer van de telecommunicatie-infrastructuur.
2 De ingevolge artikel 2 vast te stellen technische eisen mogen verder slechts strekken tot:
a. het voorkomen van elektromagnetische storingen door op de telecommunicatie-infrastructuur aangesloten randapparatuur in andere elektrische en elektronische inrichtingen, voorzover het niet betreft storing als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b;
b. het bestand zijn van op de telecommunicatie-infrastructuur aangesloten randapparatuur tegen elektromagnetische storingen door andere elektrische en elektronische inrichtingen.
3 De ingevolge artikel 2 vast te stellen technische eisen mogen voorts ten behoeve van het gebruik van bepaalde, door Onze Minister aan te wijzen functies van randapparatuur welke nodig zijn om de goede werking van de krachtens artikel 3, eerste lid, van de wet verzorgde diensten zeker te stellen, mede strekken ten dienste van de samenwerking tussen randapparatuur.
1 Ten behoeve van het testen van randapparatuur op conformiteit aan de technische eisen kan Onze Minister testinstellingen erkennen.
2 Onze Minister erkent een testinstelling indien deze:
a. volledige rechtspersoonlijkheid bezit;
b. voldoet aan door Onze Minister te stellen eisen van onafhankelijkheid, interne organisatie, procedures, deskundigheid en technische middelen ten behoeve van het testen van randapparatuur zoals opgenomen in een document uitgegeven door een deskundige nationale of internationale instelling.
3 Onze Minister kan de erkenning van een instelling intrekken indien die instelling niet meer voldoet aan de in het tweede lid voor het verlenen van die erkenning opgenomen eisen.
4 Een erkenning of intrekking daarvan wordt in de Staatscourant bekend gemaakt.
Een aanvraag tot erkenning als bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt schriftelijk ingediend bij Onze Minister met gebruikmaking van een bij Onze Minister verkrijgbaar formulier.
1 Indien een krachtens artikel 4, eerste lid, erkende testinstelling, randapparatuur ten behoeve van toelating heeft getest op conformiteit met de daarvoor gestelde technische eisen en op basis van de resultaten van die test tot de bevinding is gekomen dat die zendinrichting voldoet aan de gestelde eisen, geeft de testinstelling ten bewijze daarvan een verklaring van conformiteit af.
2 In een verklaring van conformiteit wordt in elk geval opgenomen:
a. de identificatie van degene op wiens naam de verklaring is opgesteld;
b. de identificatie van de desbetreffende zendinrichtingen;
c. de vermelding van de technische specificaties op basis waarvan de test is uitgevoerd;
d. de identificatie van het testrapport.
3 Bij een verklaring van conformiteit zijn in elk geval gevoegd:
a. een bijlage met daarin een volledig technisch omschrijving van de desbetreffende zendinrichtingen;
b. een bijlage bestaande uit een gewaarmerkt exemplaar van het testrapport.
4 Een verklaring van conformiteit wordt opgesteld overeenkomstig een door Onze Minister vastgesteld model. De verklaring en de bijbehorende bijlagen zijn in de Nederlandse of Engelse taal gesteld.
5 Onze Minister kan bepalen dat randapparatuur van een bepaald model of type voldoet aan de gestelde technische eisen indien deze is voorzien van een in een ander land, overeenkomstig de aldaar geldende regels, afgegeven verklaring van conformiteit van een in dat land erkende testinstelling.
1 Het is verboden randapparatuur die niet door Onze Minister is toegelaten op de telecommunicatie-infrastructuur aan te sluiten.
2 De aanvraag tot toelating van randapparatuur voor aansluiting op de telecommunicatie-infrastructuur wordt door een direct belanghebbende schriftelijk ingediend bij Onze Minister met gebruikmaking van een bij Onze Minister verkrijgbaar formulier.
3 Gelijktijdig met de indiening van de aanvraag tot toelating moet daarbij als bijlage worden overgelegd de verklaring of verklaringen van conformiteit met bijbehorende bijlagen voor die randapparatuur. De aanvraag en de bijbehorende stukken zijn in de Nederlandse of de Engelse taal gesteld.
4 Onze Minister kan bepalen dat apparaten die zijn gefabriceerd met een ander doel dan om te dienen als randapparatuur, mede als randapparatuur zijn toegelaten voor zover deze apparaten zijn toegelaten krachtens de artikelen 21, eerste lid, of 55, eerste lid, van het Besluit radio-elektrische inrichtingen BES. In een dergelijk geval is artikel 8, eerste en derde lid, niet van toepassing.
1 De verlening van de toelating geschiedt door afgifte van een verklaring van toelating waarin verder in elk geval zijn opgenomen:
a. de identificatie van degene wiens naam de verklaring is gesteld;
b. de identificatie van de randapparatuur waarvoor de verklaring is afgegeven;
c. de identificatie van de verklaring of verklaringen van conformiteit welke bij de aanvraag tot toelating zijn overgelegd;
d. de beperkingen als bedoeld in het tweede lid, welke aan de verklaring zijn verbonden.
2 De toelating kan worden verleend onder beperkingen, welke noodzakelijk zijn in verband met verschillen in technische kenmerken van onderdelen van de telecommunicatie-infrastructuur die eenzelfde functie vervullen.
3 Een verklaring van toelating wordt opgesteld volgens een door Onze Minister vastgesteld model.
4 De afgegeven verklaring van toelating wordt vanwege Onze Minister geregistreerd volgens door deze te stellen regels.
5 Van randapparatuur waarvoor een verklaring van toelating is afgegeven, dient volgens een door Onze Minister te bepalen wijze op een voor ieder zichtbare plaats de toelating kenbaar te worden gemaakt.
6 Onze Minister maakt periodiek een in de Staatscourant te publiceren lijst bekend waarin opgenomen de modellen en typen die door hem ingevolge het eerste lid zijn toegelaten alsmede van apparatuur die ingevolge artikel 7, vierde lid, is toegelaten.
1 Een intern net voor de aansluiting van randapparatuur op de telecommunicatie-infrastructuur mag niet in bedrijf worden genomen alvorens deze door of namens Onze Minister is goedgekeurd.
2 De verlening van de goedkeuring geschiedt door afgifte van een bewijs van goedkeuring waarin in elk geval zijn opgenomen:
a. de identificatie van de eigenaar of beheerder van het intern net, op wiens naam het bewijs is gesteld;
b. de identificatie van het intern net waarvoor het bewijs is afgegeven;
c. de omschrijving van de apparatuur en de kabels die deel uitmaken van het intern net;
d. de instel-technische parameters van de apparatuur die deel uitmaakt van het intern net;
e. de kwaliteit van de signalen die via het intern net worden geleid.
3 Om in aanmerking te komen voor een bewijs van goedkeuring dient bij de keuring de belanghebbende ten genoegen van de toezicht houdende ambtenaar aan te tonen dat het intern net aan de bij of krachtens dit besluit gestelde eisen en aan andere van toepassing zijnde wettelijke of internationale voorschriften voldoet.
4 Het bewijs van goedkeuring voor een intern net als bedoeld in het eerste lid vervalt:
a. vijf jaren na de datum van zijn uitreiking;
b. indien wijzigingen worden aangebracht in het intern net;
c. indien de toezicht houdende ambtenaar constateert dat het intern net niet meer voldoet aan de gestelde technische eisen.
5 Het bepaalde in het vierde lid, onderdelen b en c, vindt eerst toepassing na zes weken ten einde de eigenaar of beheerder van het intern net in de gelegenheid te stellen de nodige acties te ondernemen opdat binnen die periode de afgifte van een nieuw bewijs van goedkeuring kan plaatsvinden. Indien aan deze bepaling niet wordt voldaan dan kan worden besloten tot afsluiting van het desbetreffende intern net totdat voldaan is aan het gestelde in het eerste lid van dit artikel.
De aanvraag tot goedkeuring van een intern net wordt door de direct belanghebbende schriftelijk ingediend bij Onze Minister met gebruikmaking van een bij Onze Minister verkrijgbaar formulier.
1 Een bewijs van goedkeuring wordt opgesteld volgens een door Onze Minister vastgesteld model.
2 De afgegeven bewijzen van goedkeuring worden vanwege Onze Minister geregistreerd volgens door deze te stellen regels.
3 Bij een intern net dient steeds het bewijs van goedkeuring of een namens Onze Minister gewaarmerkt afschrift daarvan aanwezig te zijn.
De eigenaar of beheerder van een intern net, op wiens naam het bewijs van goedkeuring, bedoeld in artikel 9, tweede lid, is gehouden elke wijziging in het intern net onverwijld aan Onze Minister te melden.
1 Degene die randapparatuur installeert dan wel diegene die onmiddellijke leiding geeft aan de uitoefening van een bedrijf voor het installeren van randapparatuur dient in het bezit te zijn van:
a. een door Onze Minister te bepalen diploma van een universiteit of hogeschool;
b. een door Onze Minister te bepalen diploma van een instelling van middelbaar beroepsonderwijs, of
c. een diploma van een door Onze Minister erkende vakopleiding voor het installeren van randapparatuur.
2 Onze Minister kan met een diploma als bedoeld in het eerste lid gelijkstellen het diploma van een opleiding van een ander land, indien dat diploma ten aanzien van eisen van vakbekwaamheid voor het installeren van randapparatuur naar diens oordeel gelijkwaardig is aan een diploma als bedoeld in het eerste lid.
1 De erkenning van een vakopleiding als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onderdeel c, geschiedt op aanvraag van een door Onze Minister als representatief erkende beroeps- of bedrijfsorganisatie, werkzaam of mede werkzaam op het gebied van het installeren van randapparatuur.
2 De erkenning van een vakopleiding wordt verleend, indien deze naar het oordeel van Onze Minister:
a. waarborg biedt voor opleiding tot een voldoende niveau van vakbekwaamheid;
b. met voldoende periodiciteit wordt gegeven;
c. de mogelijkheid tot periodieke bijscholing biedt.
De vergoedingen, bedoeld in artikel 31, onderdelen b en d, van de wet, welke zijn verschuldigd voor de erkenning als testinstelling en voor de goedkeuring van randapparatuur alsmede voor het toezicht op de naleving van de bij of krachtens de wet met betrekking tot die goedkeuring gestelde regels, dienen bij vooruitbetaling te worden voldaan.
1 Klachten over storingen door randapparatuur in randapparatuur en in andere elektrische en elektronische inrichtingen, niet zijnde storing in de telecommunicatie-infrastructuur, worden behandeld overeenkomstig door Onze Minister te stellen regels.
2 Van behandeling van klachten kan worden afgezien indien de inrichting welke storing ondervindt niet voldoet, hetzij aan bij of krachtens de wet dan wel bij of krachtens een andere wet ter zake gestelde technische eisen, hetzij aan door Onze Minister te stellen redelijke technische eisen.
3 Van behandeling van klachten kan eveneens worden afgezien indien de klager onvoldoende medewerking verleent.
4 Aan de houder van de randapparatuur die storing veroorzaakt, kan een vergoeding bedoeld in artikel 31, onderdeel c, van de wet in rekening worden gebracht die binnen een termijn van zes weken na dagtekening van het verzoek om betaling dient te worden voldaan.
1 De door Onze Minister ingevolge artikel 33, eerste lid, van de wet te geven aanwijzingen tot het voorkomen en opheffen van storingen kunnen betreffen de verplichting voor de houder om de nodige voorzieningen te treffen aan de randapparatuur alsmede de verplichting om met onmiddellijke ingang het gebruik van de randapparatuur te staken. Deze aanwijzingen worden schriftelijk gegeven maar kunnen in afwijking daarvan in dringende gevallen door een toezicht houdende ambtenaar mondeling worden gegeven, in welk geval zij binnen drie weken schriftelijk dienen te worden bevestigd.
2 Aan de in het eerste lid bedoelde eerste verplichting dient door de houder te worden voldaan binnen zes weken nadat de aanwijzing is gegeven.
1 Indien een krachtens artikel 17, eerste lid, gegeven aanwijzing tot het treffen van voorzieningen aan randapparatuur niet binnen zes weken is opgevolgd, kan een toezicht houdende ambtenaar deze voorzieningen, na voorafgaande schriftelijke waarschuwing, treffen of doen treffen.
2 De bij een krachtens artikel 17, eerste lid, gegeven aanwijzing opgelegde verplichting om het gebruik van randapparatuur te staken, wordt opgeheven, nadat een toezicht houdende ambtenaar heeft vastgesteld, dat de in die aanwijzing bevolen voorzieningen zijn getroffen dan wel dat geen storing meer wordt veroorzaakt.
1 Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens dit besluit bepaalde zijn belast de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.
2 Een aanwijzing als bedoeld in het eerste lid wordt bekendgemaakt in de Staatscourant.
1 Bij de uitoefening van hun taak dragen de toezicht houdende ambtenaren een legitimatiebewijs bij zich.
2 Desgevraagd tonen zij hun legitimatiebewijs aanstonds.
3 Het legitimatiebewijs bevat een foto van de toezicht houdende ambtenaar en vermeldt in ieder geval diens naam en hoedanigheid.
1 De toezicht houdende ambtenaren zijn bevoegd elke plaats te betreden voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
2 Zonodig verschaffen zij zich toegang met behulp van de sterke arm.
3 Zij zijn bevoegd zich te doen vergezellen door personen die daartoe door hen zijn aangewezen, voor zover dit voor het doel van het betreden redelijkerwijs nodig is.
4 Indien de plaats, bedoeld in het eerste lid, een woning is, betreedt een toezicht houdende ambtenaar de woning niet tegen de wil van de bewoner tenzij met een schriftelijke last van de rechter-commissaris of de officier van justitie dan wel in aanwezigheid één hunner of van een hulpofficier van justitie.
5 Van een in het vierde lid bedoelde betreding maakt de toezicht houdende ambtenaar binnen twee maal vierentwintig uren proces-verbaal op. Dit procesverbaal wordt mede ondertekend door de rechtercommisaris, officier van justitie of hulpofficier van justitie in wiens aanwezigheid de betreding plaatsvond. Een afschrift van het procesverbaal wordt onverwijld in handen gesteld van de bewoner.
Toezicht houdende ambtenaren zijn bevoegd inlichtingen te verlangen, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
1 Toezicht houdende ambtenaren zijn bevoegd inzage te verlangen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van hun taak redelijkerwijs nodig is.
2 Zij zijn bevoegd van de gegevens en bescheiden kopieën te maken.
3 Indien het maken van kopieën niet ter plaatse kan geschieden zijn zij bevoegd de gegevens en bescheiden voor dat doel voor korte tijd mee te nemen tegen een door hen af te geven schriftelijk bewijs.
De toezicht houdende ambtenaren kunnen de wijze van opberging, bediening en installatie van de randapparatuur controleren, de werking van de apparatuur beproeven en metingen verrichten of doen verrichten, welke voor een goede controle nodig worden geacht.
1 Een ieder is verplicht aan toezicht houdende ambtenaren alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kunnen verlangen ter uitoefening van hun bevoegdheden.
2 Zij die uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift verplicht zijn tot geheimhouding, kunnen het verlenen van medewerking weigeren, voor zover hun geheimhoudingsplicht zich daartoe uitstrekt.
Met de opsporing van strafbare feiten zijn naast de ambtenaren bedoeld in artikel 8 van het Wetboek van Strafvordering BES belast de door Onze Minister, in overeenstemming met Onze Minister van Justitie, aangewezen ambtenaren.
Verklaringen van conformiteit die zijn afgegeven voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit worden aangemerkt als een verklaring van conformiteit als bedoeld in artikel 6, eerste lid.
Voor het tijdstip van inwerking van dit besluit ingevolge de artikelen 8, eerste lid, of 28 van het Landsbesluit randapparatuur verleende verklaring van toelating wordt gelijkgesteld met een verklaring van toelating als bedoeld in artikel 8, eerste lid.
Voor het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit verleende goedkeuringen worden aangemerkt als een goedkeuring als bedoeld in artikel 9, eerste lid. Het schrijven waarbij mededeling van deze goedkeuring is gedaan, wordt aangemerkt als een bewijs van goedkeuring als bedoeld in artikel 9, tweede lid.
Degene die krachtens artikel 30 van het Landsbesluit randapparatuur gelijk is gesteld met degene die voldoet aan de bij of krachtens artikel 13 van het Landsbesluit randapparatuur gestelde eisen, voldoet aan de bij of krachtens artikel 13 gestelde eisen.
Een erkenning van een vakopleiding die is verleend krachtens artikel 14, eerste lid, van het Landsbesluit randapparatuur is gelijk gesteld met een erkenning verleend krachtens artikel 14, eerste lid.
De technische eisen die krachtens artikel 2 van het Landsbesluit randapparatuur zijn vastgesteld, alsmede de technische eisen bedoeld in artikel 31 van het Landsbesluit randapparatuur, voor zover de laatstbedoelde eisen niet ingevolge artikel 2 van het Landsbesluit randapparatuur zijn vervangen, blijven gelden tot het tijdstip waarop Onze Minister ingevolge artikel 2 nieuwe technische eisen heeft gesteld.
Een erkenning die is verleend krachtens artikel 4, eerste lid, van het Landsbesluit randapparatuur wordt gelijkgesteld met een erkenning verleend krachtens artikel 4, eerste lid.
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit randapparatuur BES.
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Besluit randapparatuur BES", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.