Hoofdstuk I. Algemene Bepalingen
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De arbeiders, die tenminste vijf jaar bij de voormalige Nederlandse Antillen of het
eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius of Saba in doorlopende dienst werkzaam waren,
dan wel bij het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba in doorlopende dienst
werkzaam zijn, kunnen voor zoveel daardoor het aantal van de voor elke dienst bepaalde
kerngroep van werkkrachten niet wordt overschreden, na geneeskundig goedgekeurd te
zijn, door het bevoegde gezag op de hierna bedoelde loon- en arbeidsvoorwaarden als
werkman worden aangesteld. Op het geneeskundig onderzoek in de vorige volzin bedoeld
is het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van artikel 8 van overeenkomstige toepassing.
-
2a Onder werkman in de zin van deze wet wordt mede verstaan de werkman bedoeld in het
eerste lid, aan wie op eigen verzoek eervol ontslag is verleend, in verband met zijn
indiensttreding bij een dan wel bij eilandsbesluit aangewezen rechtspersoon.
-
2b Voor een aanwijzing als bedoeld in lid 2a komt slechts in aanmerking een rechtspersoon
in de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius of Saba gevestigd, die op grond van
zijn doelstelling en in financieel opzicht in een bijzondere verhouding staat tot
Nederland.
-
4 Voor aanstelling tot werkman komen niet in aanmerking zij, die de 35-jarige leeftijd
reeds volbracht hebben. Van de in de voorgaande zin bedoelde leeftijdsgrens van 35
jaren kan door het tot benoemen bevoegde gezag worden afgeweken indien de werkman
reeds voor het volbracht hebben van zijn 35ste levensjaar werkzaam is geweest in enigerlei
dienst van de voormalige Nederlandse Antillen of het eilandgebied Bonaire, Sint Eustatius
of Saba, dan wel het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
-
6 In geval van ontslag en daarop volgende aanstelling als werkman, als bedoeld in het
eerste lid moet een nieuw geneeskundig onderzoek plaats vinden indien gedurende het
tijdvak, vallende na het ontslag en lopende tot de daarop volgende aanstelling, meer
dan drie maanden verstreken zijn. Ingeval van ontslag wegens ongeschiktheid voor de
dienst op grond van een geneeskundig onderzoek zal voor een daarop volgende aanstelling
als werkman, als bedoeld in het eerste lid, steeds een nieuw geneeskundig onderzoek
moeten plaatsvinden.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
In deze wet wordt verstaan onder ‘Onderlinge regeling’: de Onderlinge regeling opvolging
en boedelscheiding Algemeen Pensioenfonds Nederlandse Antillen en opvolging van enkele
andere aanverwante regelingen.
In deze wet en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
-
a.
Onze Minister: Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;
-
b.
openbaar lichaam: openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Voor de werkman wordt een reglement vastgesteld, houdende nadere regelingen betreffende
de dienstvoorwaarden, welk reglement genoemd zal worden: «Werkliedenregeling 1944
BES».
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Wanneer ingevolge artikel 2, zevende lid, van de Onderlinge regeling deelgenoten van
het Werkliedenpensioenfonds, de verplichtingen jegens hen en het in verband met die
verplichtingen gereserveerde vermogen aan de Staat der Nederlanden zijn toegewezen
en de activa en passiva van het Werkliedenpensioenfonds zijn verdeeld, kunnen bij
regeling van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties voorschriften
worden gegeven die noodzakelijk zijn om het recht op pensioen, bedoeld in artikel 2,
eerste lid, van de Onderlinge regeling, de verplichtingen op grond van opgebouwde
rechten op pensioen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Onderlinge regeling,
en het recht op nabestaanden- en wezenpensioen, bedoeld in artikel 2, derde lid, van
de Onderlinge regeling te garanderen.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
De werkman ontvangt tegelijk met zijn schriftelijke aanstelling, kosteloos in afschrift
of afdruk, een exemplaar van het «Werkliedenregeling 1944 BES».
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
3
-
a. Boven en behalve het vastgestelde loon geniet de werkman voor de ongehuwde en niet
gehuwd geweest zijnde kinderen tot wie hij in familierechtelijke betrekking staat
beneden de leeftijd van achttien jaar en/of zijn ongehuwde stiefkinderen beneden de
leeftijd van achttien jaar, laatstgenoemden voorzover zij geheel ten laste van de
werkman komen, een kindertoelage, welke wordt toegekend door of namens het bevoegde
gezag.
-
b. Het voorgaande lid is eveneens van toepassing op kinderen beneden de leeftijd van
achttien jaar, die deel uitmaken van het gezin van de werkman, die hij geheel als
eigen kinderen onderhoudt en opvoedt en die niet door de eigen ouders kunnen worden
onderhouden en opgevoed, elk afzonderlijk geval door het bevoegde gezag te beoordelen.
-
c. Voor de toepassing van dit artikel worden met kinderen beneden de leeftijd van achttien
jaren gelijkgesteld:
-
1. kinderen van achttien tot vijf en twintig jaar, wier tijd behoudens in geval van ziekte
of vacantie geheel of grotendeels in beslag wordt genomen door of in verband met het
volgen van onderwijs;
-
2. kinderen van achttien tot vijfentwintig jaar, die naar het oordeel van het bevoegde
gezag ten gevolge van ziekte of gebreken blijvend buiten staat zijn om met arbeid,
die voor hun krachten is berekend, een derde te verdienen van hetgeen lichamelijk
en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat zijn met arbeid te verdienen.
-
d. Nadere voorschriften omtrent de toekenning van kindertoelage worden vastgesteld bij
eilandsbesluit houdende algemene maatregelen voor werklieden in dienst van het openbaar
lichaam.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
In de loonregelingen worden bepalingen opgenomen betreffende toekenning van vergoedingen
wegens overwerk.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Loonsverhogingen, voor zover in de betrekkelijke loonregelingen daarop is gerekend,
worden toegekend overeenkomstig de voorschriften, neergelegd in de desbetreffende
loonregeling.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
De aanspraken van de werkman op vrije geneeskundige behandeling en/of verpleging en,
in verband daarmede, vrije overtocht, dan wel op gehele of gedeeltelijke vergoeding
van de kosten van geneeskundige behandeling en/of verpleging en daarmede verband houdende
reizen, ten behoeve van hemzelf en zijn gezin, worden bij of krachtens de wet geregeld.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent vakantie en vrijstelling van
dienst van de werkman.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit hoofdstuk is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit hoofdstuk. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Aan de werkman en aan zijn weduwe en wezen wordt, overeenkomstig de navolgende bepalingen,
pensioen verleend door Onze Minister.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Ter uitvoering van dit hoofdstuk worden voor de werklieden of hun nabestaanden gelden
bijeengebracht in en beheerd door de Stichting BES pensioenfonds, bedoeld in artikel
51a van de Pensioenwet ambtenaren BES.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
2 Ook kan het pensioen vroeger dan bij de onder a. van het vorige lid bepaalde dienst-
en leeftijden worden verleend, om bijzondere redenen ter beoordeling van Onze Minister,
doch niet dan na een diensttijd van tenminste 5 jaren.
-
3 De ongeschiktheid bedoeld onder c. en d. in lid 1 van dit artikel moet worden vastgesteld
door een geneeskundige onderzoek, terwijl de betrekkelijke geneeskundige verklaring
de aard der ziekte of gebreken zal aangeven en tevens de omstandigheden vermelden,
welke op de verlening van het pensioen en op de omvang daarvan van invloed kunnen
zijn.
-
4 Het geneeskundig onderzoek bedoeld in het voorgaande lid geschiedt door een geneeskundige
commissie van tenminste drie leden, door Onze Minister te benoemen, terwijl de opdracht
tot keuring uitgaat van het bevoegde gezag.
-
5 De belanghebbende moet vóór het plaats hebben van enig onderzoek, als bedoeld in het
vorige lid, verklaren of hij vroeger al dan niet en zo ja, waar, wanneer en met welke
uitslag is gekeurd geworden.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De werkman, aan wie al dan niet op eigen verzoek ontslag wordt verleend en die een
voor pensioen geldige diensttijd van tenminste 5 jaren in actieve burgerlijke dienst
heeft vervuld en later niet als zodanig wordt herplaatst verkrijgt recht op pensioen
wanneer hij de leeftijd van 55 jaren heeft bereikt of overschreden en dan tevens een
diensttijd van 25 jaren vervuld of overschreden zou zijn, indien hij niet was ontslagen
en regelmatig was blijven doordienen.
-
2 De werkman, die met uitzicht op pensioen wordt ontslagen, verkrijgt met ingang van
het tijdstip der afkeuring recht op pensioen, indien hij uit hoofde van ziekte of
gebreken ongeschikt is geworden voor het vervullen van de functie waaruit hij als
werkman werd ontslagen. De ongeschiktheid, bedoeld in de voorgaande volzin, moet worden
vastgesteld door een geneeskundig onderzoek waarvoor het bepaalde in de leden 4 tot en met 8 van artikel 8 van toepassing is.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Als diensttijd komt niet in aanmerking de tijd:
-
a. gedurende welke, de werkman vóór of na zijn aanstelling als zodanig:
-
1. verlof had zonder behoud van loon;
-
2. geschorst was in zijn functie, tenzij de schorsing wegens het instellen van een onderzoek
is toegepast en dat onderzoek te zijnen gunste uitvalt.
-
b. waarover reeds een pensioen, een uitkering bij wijze van pensioen dan wel onderstand
bij wijze van pensioen is toegekend ten laste van het Europese deel van Nederland,
Aruba, Curaçao, Sint Maarten, een publiekrechtelijk lichaam in het Europese deel van
Nederland of in een van die landen, het BES ambtenarenpensioenfonds of een ander pensioenfonds,
ingesteld door het openbaar gezag in een van die landen.
-
c. waarvoor ingevolge het bepaalde in artikel 32 premierestitutie is genoten.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Voor de werkman, die, na om welke redenen ook ontslagen te zijn, later wordt herplaatst,
is de diensttijd, vóór het ontslag vervuld met inachtneming van het bij artikel 11 onder b en c bepaalde gelijkelijk geldig als die, na de herplaatsing vervuld.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De werkman kan na zijn aanstelling als zodanig de vóór zijn aanstelling doorgebrachte
diensttijd, als bedoeld in artikel 10, lid 1, onder a, c en d, voor pensioen geldig doen verklaren.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
3 Het pensioen bedoeld onder d. van het eerste lid van artikel 8 wordt berekend naar het aantal jaren diensttijd, dat de werkman tot zijn 60ste levensjaar
zou hebben kunnen vervullen, indien hij niet wegens de aldaar genoemde reden zou zijn
ontslagen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De wezen van een overleden werkman, vrijwillig deelgenoot of gepensioneerd werkman
hebben recht op wezenpensioen, tenzij hun familierechtelijke betrekking met de overledene
is ontstaan op een zodanig tijdstip, dat krachtens artikel 17, lid 2, geen recht op weduwenpensioen ontstaat.
-
3 Het eerste lid is eveneens van toepassing op de kinderen die de leeftijd van 21 maar
niet van 25 jaar hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd geweest zijn, naar de
onderscheidingen en voorwaarden in het eerste lid gesteld, en:
-
a. van wie de tijd, behoudens in geval van ziekte of vakantie, geheel of grotendeels
in beslag wordt genomen door of in verband met het volgen van onderwijs;
-
b. die naar het oordeel van het bestuur ten gevolge van ziekte of gebreken blijvend buiten
staat zijn om met arbeid die voor hun krachten is berekend, eenderde te verdienen
van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde kinderen van gelijke leeftijd in staat
zijn met zodanige arbeid te verdienen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Indien een werkman, vrijwillig deelgenoot of gepensioneerd werkman naar het oordeel
van Onze Minister is vermist, hebben degene die aan zijn overlijden recht op pensioen
zouden ontlenen, recht op tijdelijk pensioen op dezelfde voet als in de voorgaande
bepalingen is omschreven.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
2 Bij ontbinding van het nieuwe huwelijk herleeft de aanspraak op het genot van het
vorige pensioen. Indien tengevolge van de ontbinding van het laatst gesloten huwelijk
recht op een hoger pensioen wordt verkregen dan in de voorgaande zin wordt bedoeld,
wordt dit hoger pensioen toegekend.
Het pensioen gaat in beide gevallen in op de eerste dag van de maand waarin dat huwelijk
is ontbonden.
-
3 Tot de uitbetaling van het pensioen wordt overgegaan nadat van de weduwe een schriftelijke
verklaring is ontvangen, dat zij niet hertrouwd is.
Een dergelijke verklaring dient om de zes maanden, telkens in juni en december, door
de weduwe te worden overgelegd. Een weduwe die een verklaring indient, welke met de
waarheid in strijd is, verliest voorgoed alle recht op pensioen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
2 Indien de werkman overlijdt, vóór het bereiken van de leeftijd van 60 jaar, wordt
voor de berekening van het eigen pensioen zijn diensttijd doorgeteld tot het einde
van de maand waarin hij de leeftijd van 60 jaar zou hebben bereikt.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het wezenpensioen bedraagt:
-
1. voor elk kind, wiens moeder aan het overlijden van de vader recht op pensioen ontleent,
een achtste gedeelte van het pensioen van de overledene berekend overeenkomstig artikel 21; wanneer het weduwenpensioen van de moeder wegens het aangaan van een nieuw huwelijk,
overlijden of vermissing is geëindigd, wordt het wezenpensioen verhoogd tot twee achtste
gedeelte van het bedrag waarvan het is afgeleid.
-
2. voor elk ander kind, twee achtste gedeelte van het pensioen van de overledene berekend
overeenkomstig artikel 21.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het pensioen van de weduwe en van de wezen van een werkman die tengevolge van de omstandigheden
bedoeld in artikel 8, lid 1 onder d is overleden, bedraagt niet minder dan de overeenkomstige uitkeringen in geld, welke
op grond van Wet ongevallenverzekering BES zouden zijn genoten.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Indien de kinderen aan het overlijden van ieder van hun ouders aanspraak op pensioen
ontlenen, wordt het hoogste van de pensioenen toegekend.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het tijdelijk pensioen is gelijk aan het pensioen waarop recht zou bestaan indien
de vermiste op de dag van zijn vermissing was overleden.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Het weduwenpensioen bedraagt niet minder dan:
-
1. voor de weduwe van de werkman 30% van de voor de werkman onmiddellijk voor het overlijden
gegolden hebbende pensioengrondslag;
-
2. voor de weduwe van de gepensioneerde werkman 30% van de in artikel 14 bedoelde middelsom, welke als grondslag heeft gediend bij de berekening van het pensioen
van de werkman.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Werklieden, die worden ontslagen met uitzicht op pensioen volgens het bepaalde in
artikel 9, lid 1, kunnen voor de vrouw, met wie zij gehuwd zijn op de datum van ingang van het ontslag,
voor de kinderen uit dit huwelijk, voor hun kinderen uit vroegere huwelijken en voor
hun gewettigde kinderen, die op bovengenoemde tijdstip reeds geboren waren, aanspraak
op weduwen- en wezenpensioen blijven behouden op de voet van het bepaalde in de volgende
leden van dit artikel.
-
2 Het vrijwillig deelgenotenschap, bedoeld in het vorige lid, wordt verkregen na daartoe
door de gewezen werkman bij aangetekend verzonden schrijven gedaan verzoek.
Dit verzoek moet binnen zes maanden na de dag van ingang van ontslag zijn ontvangen
door het BES werkliedenpensioenfonds.
-
3 Is het in het vorige lid bedoelde verzoek niet binnen de daarbij genoemde termijn
ontvangen, dan wordt de gewezen werkman geacht van het vrijwillig deelgenootschap
te hebben afgezien, tenzij hij binnen die termijn is overleden.
In dat geval wordt hij geacht van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid te hebben gebruik
gemaakt.
-
4 Voor vrijwillig deelgenootschap is, te rekenen van de dag van ingang van het ontslag,
een bijdrage verschuldigd van:
-
a. 6% van de pensioengrondslag, waarover laatstelijk vóór het ontslag voor weduwen- en
wezenpensioen werd bijgedragen, ingeval het deelgenootschap betreft de echtgenote,
dan wel de echtgenote en één of meer kinderen;
-
b. 3% van de pensioengrondslag, waarover laatstelijk vóór het ontslag voor weduwen- en
wezenpensioen werd bijgedragen, ingeval het deelgenootschap betreft één of meer kinderen.
De verandering van het bijdragepercentage gaat in met de eerste der maand volgende
op die, waarin de omstandigheid, die op verlaging van invloed is, ontstaat.
-
5 Vrijwillige deelgenoten hebben de ingevolge lid 4 verschuldigde bijdrage maandelijks
te voldoen.
Indien de bijdrage van de betrokkene een jaar na het einde van de maanden, waarover
zij verschuldigd is, nog niet is voldaan, houdt de nalatige op vrijwillig deelgenoot
te zijn.
-
7 Van het vrijwillig deelgenootschap kan te allen tijde afstand worden gedaan.
Het onherroepelijk verlangen daartoe moet bij aangetekend verzonden brief worden kenbaar
gemaakt aan het BES werkliedenpensioenfonds.
Het vrijwillig deelgenootschap eindigt in dat geval op de laatste dag der maand, waarin
het betrokken schrijven is ontvangen.
-
8 Het vrijwillig deelgenootschap komt te vervallen met ingang van de dag waarop voor
de betrokkene het pensioen ingaat, waarop hij als werkman in de zin van deze wet wordt
herplaatst, of waarop hij als deelgenoot toetreedt tot het BES ambtenarenpensioenfonds
dan wel een ambt of functie gaat bekleden waaraan een aanspraak op pensioen ten laste
van de staat of een openbaar lichaam.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
De werkman is vóór zijn pensionering verplicht bij te dragen voor eigen- en weduwen-
en wezenpensioen. De bijdragen worden ingehouden bij de betaling van het loon.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Ten behoeve van zijn eigen pensioen is de werkman verplicht 4% van de in artikel 33 bedoelde pensioengrondslag bij te dragen. Deze bijdrage wordt over diensttijd, welke
in aanmerking komt twee jaren voor één gerekend, gehalveerd.
-
4 De werkman is de in lid 1 en lid 2 bedoelde bijdragen verschuldigd over de tijd bedoeld
in artikel 10, lid 1 onder a. en c., voor zover deze tijd op grond van artikel 13 voor pensioen geldig is verklaard. Deze bijdragen worden berekend over de eerste
bij aanstelling tot werkman geldende pensioengrondslag.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 De in artikel 30, lid 4, bedoelde bijdragen worden aangezuiverd door inhouding op het loon van door Onze
Minister te bepalen gelijkblijvende maandelijkse termijnen, welke niet meer mogen
bedragen dan 10% van de pensioengrondslag.
-
2 Bij pensionering van een werkman of bij overlijden van een werkman of een gepensioneerde
worden de alsdan nog verschuldigde bijdragen ingevolge het vorige lid, aangezuiverd
door inhouding van een door Onze Minister te bepalen percentage van het pensioen hierop
met inachtneming van een minimum van 5% en een maximum van 20%.
-
4 Evenmin geschiedt die invordering in de gevallen, waarin en zolang aan een gepensioneerde
werkman of de pensioen genietende weduwe en wezen het pensioen geheel of gedeeltelijk
niet wordt uitbetaald, tenzij bij de gedeeltelijke uitbetaling van het pensioen het
uit te keren bedrag hoger is dan de in te houden aanzuivering, in welk geval Onze
Minister dezer nader regelt.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Degene die korter dan vijf jaren deelgenoot is geweest in het fonds ontvangt, op zijn
verzoek, bij beëindiging van zijn deelneming in het fonds, anders dan door overlijden,
een restitutie gelijk aan de som van de door hem gedurende zijn deelnemerschap in
het fonds gestorte premies.
Dit verzoek dient schriftelijk te zijn en moet binnen één jaar ná de dag van ingang
van het ontslag uit de dienst zijn ontvangen door het BES ambtenarenpensioenfonds.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
2 Voor de toepassing van de bepalingen van dit hoofdstuk wordt onder loon verstaan het
aan het hoofdberoep verbonden vaste loon, zonder bijrekening van toelagen, indemniteiten,
emolumenten, wisselvallige of tijdelijke inkomsten of andere voordelen.
-
3 In het geval, bedoeld in artikel 10, eerste lid, aanhef en letter f, blijft als pensioengrondslag gelden het bedrag dat als zodanig
zou hebben gegolden, indien de betrokkene in dienst van de overheid werkzaam zou zijn
gebleven.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Pensioen wordt niet anders verleend dan op aanvraag door of vanwege de belanghebbende,
bij beschikking van Onze Minister, houdende vermelding van de gronden, waarop het
wordt verleend.
-
4 Indien het pensioen wordt aangevraagd ten behoeve van weduwen en wezen van gepensioneerde
werklieden, vindt het in lid 3 bepaalde overeenkomstige toepassing, met dien verstande
nochtans, dat geen overlegging behoeft te geschieden van de stukken in lid 2 onder
c bedoeld.
-
6 Indien wezenpensioenen worden toegekend, worden in de desbetreffende beschikking de
geboortedata der kinderen vermeld, benevens de bedragen waartoe de wezenpensioenen
ambtshalve worden verminderd, wanneer het recht op uitkering voor een of meer wezen
vervalt.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
3 Het in de voorgaande leden bedoelde verzoekschrift dient binnen zes maanden na het
ontstaan van de in dit artikel bedoelde omstandigheden te worden ingediend. Het pensioen
gaat dan in met ingang van de datum waarop vorenbedoelde omstandigheden zijn ontstaan.
Is het verzoekschrift niet binnen 6 maanden ingediend, dan gaat het pensioen in op
de eerste dag van de maand volgende op die, waarin het verzoekschrift is ontvangen.
-
4 Indien de in het tweede lid van dit artikel bedoelde wees buiten staat is, zelf een
verzoekschrift in te dienen, geschiedt zulks door zijn wettelijke vertegenwoordiger.
Ingeval de wees geen wettelijke vertegenwoordiger heeft kan het verzoekschrift worden
ingediend door degene, die ten genoege van Onze Minister kan aantonen dat de wees
te zijnen laste is.
-
5 Het pensioen wordt toegekend voor de tijd dat een der in dit artikel bedoelde omstandigheden
aanwezig is. De wees, of degenen die krachtens dit artikel bevoegd zijn tot indiening
van het verzoekschrift dienen eigener beweging, onverwijld en schriftelijk kennis
te geven aan Onze Minister van iedere wijziging in bedoelde omstandigheden.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Als de aanvraag, bedoeld in artikel 34 niet is gekomen binnen achttien maanden na het ontstaan der omstandigheden, die aanspraak
geven op pensioen, gaat het pensioen in op de eerste dag van het kwartaal volgende
op die, waarin de aanvraag is ingekomen.
-
3 Een aanvankelijk geweigerd pensioen of een verhoging van pensioen, gaat behalve in
het geval bedoeld in lid 4, eerst in met de dag, waarop de aanvraag die leidde tot
toekenning van het aanvankelijk geweigerd pensioen of tot verhoging van het pensioen
bij Onze Minister is ingekomen.
-
4 Ligt aan de aanvankelijke weigering of toekenning van een te laag pensioen ten grondslag
een dwaling ten aanzien van de feiten, die niet of niet uitsluitend aan een verzuim
of een verkeerde opgave van de belanghebbende te wijten is, dan gaat, indien de in
lid 3 bedoelde aanvraag binnen achttien maanden na de dagtekening van de aanvankelijke
beschikking bij Onze Minister is ingekomen, het pensioen of het hoger pensioen in
met de dag waarop het recht daarop werd verkregen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
1 Het pensioen eindigt:
-
a. in geval van overlijden met het einde van de maand, waarin het overlijden heeft plaats
gehad;
-
b. in elk ander geval met inachtneming nochtans van het bepaalde in artikel 21 lid 2 – met het einde van de maand, waarin de oorzaak tot beëindiging van het betrekkelijke
pensioen is ontstaan.
-
2
-
a. Na het overlijden van een gepensioneerde werkman wordt aan diens weduwe een bedrag
uitgekeerd gelijk aan drie maal het bedrag van het maandelijks pensioen van de overledene
op het tijdstip van overlijden, vermeerderd met de daarop komende duurtetoeslag en
kindertoelage;
-
b. Indien de overledene geen betrekking als bedoeld onder a nalaat, geschiedt de uitkering
ten behoeve van de kinderen tot wie de werkman in familierechtelijke betrekking stond
die de leeftijd van 21 jaar nog niet hebben bereikt en niet gehuwd zijn of gehuwd
geweest zijn. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitkering, indien
de overledene kostwinner was van ouders, broeders, zusters, overige kinderen of stiefkinderen,
ten behoeve van deze betrekkingen;
-
c. Laat de overledene ook geen betrekkingen als onder b bedoeld na, dan wordt het onder
letter a bedoelde bedrag geheel of ten dele aangewend voor de betaling van de kosten
van de laatste ziekte en van de lijkbezorging.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
-
5 Onder de ingevolge het tweede lid verboden verpanding of belening is niet begrepen
die welke aangegaan ter verkrijging van een al dan niet tegen rente verschaft voorschot
van de staat, van het openbaar lichaam, van enig ander publiekrechtelijk lichaam in
Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten, of van een instelling van liefdadigheid
of tot algemeen nut, mits de bepalingen waarnaar het voorschot wordt gegeven zijn
goedgekeurd door Onze Minister.
-
6 Wanneer iemand die krachtens dit hoofdstuk pensioen geniet, in een gesticht of een
instelling van weldadigheid, door het openbare gezag erkend of beheerd, is opgenomen
of op welke wijze ook door een zodanig gesticht of zodanige instelling of vanwege
een burgerlijke gemeente of het openbaar gezag wordt verpleegd, wordt, zolang dat
geschiedt, het pensioen uitbetaald aan het bestuur van dat gesticht, die instelling
of die gemeente of aan dat betrokken openbare gezag.
-
7 Indien het bedrag van het pensioen, dat der verpleegkosten overtreft, wordt het verschil
zo spoedig mogelijk door het betrokken bestuur of openbaar gezag aan degene, die het
pensioen geniet of aan diens wettelijke vertegenwoordiger uitbetaald.
-
8 In bijzondere gevallen, ter beoordeling van Onze Minister, kan, op verzoek van iemand,
als bedoeld in lid 6 of van diens wettelijke vertegenwoordiger, Onze Minister bepalen,
dat het pensioen geheel of gedeeltelijk aan een ander of aan anderen, dan in dat lid
vermeld, wordt uitbetaald.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Alle recht op pensioen krachtens deze wet gaat verloren voor de weduwe en wezen, die
veroordeeld zijn terzake van het ombrengen van degene, aan wie zij de pensioenaanspraken
zouden kunnen ontlenen.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
[vervallen]
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
De invorderbare termijnen van een pensioen die gedurende twee achtereenvolgende jaren
niet zijn gend [bedoeld zal zijn: geïnd] worden niet meer betaald.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.
Terugwerkende kracht
Voor dit artikel is een wijziging met terugwerkende kracht gepubliceerd. Zie
opmerking onder de tekst voor nadere informatie.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot voor het
tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, tweede lid, van de Rijkswet wijziging
Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen door ambtenaren in
hun hoedanigheid van werkman in de zin van de Werkliedenlandsverordening 1944 opgebouwde
of verworven rechten en aanspraken.
Terugwerkende kracht
Stcrt. 2011, 15554, datum inwerkingtreding 30-08-2011, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 10-10-2010.
Het artikel vervalt.