Maatregelbeleid Raad voor Rechtsbijstand inzake de rechtsbijstandverlening asiel en
vreemdelingenbewaring
De Wet op de rechtsbijstand (Wrb) draagt het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand (verder: de Raad) op om
de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand aan minder draagkrachtige rechtzoekenden,
waaronder asielzoekers, te organiseren. De wet draagt aan de Raad voorts het toezicht
op de verlening van rechtsbijstand op.
Krachtens de hem verleende wettelijke bevoegdheid heeft de Raad voor de asielrechtsbijstand
inschrijvingsvoorwaarden vastgesteld.
Ingevolge het reglement dat voor hun werkzaamheden is vastgesteld kan de Klachtencommissie
Rechtsbijstand Asiel en Vreemdelingenbewaring (verder: KRAV) naar aanleiding van klachten,
dan wel ambtshalve het functioneren van rechtsbijstandverleners onderzoeken. Uit een
individuele klacht of uit ambtshalve onderzoek kan blijken dat een rechtsbijstandverlener
tekort schiet in de verlening van zorgvuldige en doelmatige asielrechtsbijstand. In
dat geval kan door de Raad, op advies van de KRAV, een maatregel worden opgelegd.
Uitgangspunt van het onderhavige maatregelbeleid is het waarborgen van een zorgvuldige en doelmatige
rechtsbijstandverlening inzake asiel en vreemdelingenbewaring. Tevens wordt beoogd
de te nemen maatregelen te normeren. Hiermee wordt een kader geboden dat rechtsgelijkheid
en rechtszekerheid biedt, overigens zonder dat afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid
tot individualisering, waarvoor ondanks de normering ruimte blijft bestaan.
Gelet op het uitgangspunt van waarborging van een zorgvuldige en doelmatige asielrechtsbijstand
zal een maatregel erop gericht zijn om te voorkomen dat zich tekortkomingen blijven
voordoen.
Dit betekent enerzijds dat bij een incidenteel tekort schieten, dat niet structureel
van aard is c.q. niet op een structureel gebrek aan kwaliteit van de rechtsbijstandverlener
of diens praktijkorganisatie valt terug te voeren, kan worden volstaan met een waarschuwing
en dat anderzijds, bij een structureel tekort schieten, waarbij geen zicht is op verbetering,
de zwaarste maatregel van algehele uitsluiting van de verlening van asielrechtsbijstand
kan worden toegepast (vide art. 17 lid 2 Wrb, alsmede de inschrijvings- resp. deelnemingsvoorwaarden).
In veel gevallen zal het tekortschieten te plaatsen zijn tussen genoemde uitersten,
niet (volstrekt) incidenteel zijn, maar evenmin van dien aard dat geen verbetering
mogelijk is. In die gevallen zal de maatregel kunnen variëren van een waarschuwing,
waarbij kan worden aangegeven hoe de rechtsbijstandverlener herhaling dient te voorkomen,
tot een voorwaardelijke uitsluiting, al dan niet in combinatie met tijdelijke opschorting
van de deelneming, of een directe tijdelijke uitsluiting van de verlening van asielrechtsbijstand
of van de georganiseerde spreekuur-/beschikbaarheidsvoorzieningen.
Om tekort schieten te kunnen vaststellen is het noodzakelijk dat inhoud wordt gegeven
aan het begrip zorgvuldige en doelmatige rechtsbijstand (hier specifiek: asielrechtsbijstand).
Daarbij kunnen, niet limitatief, de volgende aspecten worden onderscheiden:
Bij de beoordeling van klachten en het ambtshalve in te stellen onderzoeken neemt
de KRAV verder mede tot richtsnoer wat dienaangaande is opgenomen in de publicatie
‘Bij de hand in asielzaken’ en de Best Practice Guide over Vreemdelingenbewaring.
Ad a.
De communicatie met de cliënt dient minimaal te voldoen aan de volgende eisen:
-
1. De cliënt dient op de hoogte te worden gehouden van de stappen die de rechtsbijstandverlener
wel en niet ten behoeve van de cliënt onderneemt.
Aan de cliënt dient zoveel mogelijk inzicht te worden verschaft in de betekenis van
die stappen en in de mogelijke gevolgen daarvan, c.q. de redenen voor en de mogelijke
gevolgen van het nalaten van actie.
-
2. Met de cliënt dient overeenstemming te worden bereikt over het wel of niet ondernemen
van actie. De rechtsbijstandverlener dient zich in te spannen om die overeenstemming
te bereiken indien dat niet terstond lukt.
-
3. Indien die overeenstemming desondanks niet wordt bereikt, dient de rechtsbijstandverlener
dit vast te leggen en de cliënt te informeren over de mogelijkheid van een second
opinion. De rechtsbijstandverlener dient te allen tijde de nodige conserverende maatregelen
te nemen om de cliënt de tijd en de gelegenheid te geven een andere rechtsbijstandverlener
in te schakelen.
-
4. De cliënt dient steeds op zo kort mogelijke termijn geïnformeerd te worden over de
door de rechtsbijstandverlener in de zaak ontvangen berichten, uitspraken en beslissingen.
-
5. In algemene zin dient de rechtsbijstandverlener zich ten opzichte van de cliënt zodanig
op te stellen dat deze het vertrouwen kan hebben dat de rechtsbijstandverlener binnen
zijn ‘taakveld’ het uiterste zal doen ter behartiging van de belangen van de cliënt.
Ad b.
De organisatie van het kantoor c.q. de praktijk van de rechtsbijstandverlener dient
ingericht te zijn op en te garanderen dat:
-
1. Termijnen in acht worden genomen
-
2. De communicatie met de cliënt verloopt zoals vereist. Zie a.
-
3. De externe communicatie verloopt zoals vereist. Zie d.
-
4. De inhoudelijke kwaliteit wordt onderhouden en waar mogelijk verbeterd. Zie c.
Ad c.
-
1. De inhoudelijke kwaliteit dient om te beginnen te berusten op het (blijven) voldoen
aan de inschrijvings- c.q. deelnemingsvoorwaarden.
-
2. Voorts dient de relevante rechtspraak en literatuur te worden gevolgd. Waar dat ter
zake doende is, dient in het mondeling dan wel schriftelijk optreden naar buiten van
actuele en adequaat bijgehouden kennis te blijken. Aan de bijeenkomsten en werkgroepen
met betrekking tot het Asiel- en Vluchtelingenrecht dient in ruime mate te worden
deelgenomen. Rechtsontwikkelingen in meer algemene zin, die voor het asielrecht van
belang kunnen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van het bestuursrecht, dienen te worden
bijgehouden.
-
3. De rechtsbijstandverlener dient in staat te zijn de noodzakelijke kennis te verwerken
in argumentatie op behoorlijk niveau ten overstaan van het Ministerie van Justitie,
de rechter etc.
-
4. In algemene zin dient de rechtsbijstandverlener ten behoeve van de cliënt de argumentatie
te voeren die redelijkerwijs in het belang van de cliënt gevoerd kan worden.
Ad d.
-
1. Bij de schriftelijke communicatie geldt dat voldaan moet worden aan op academisch
niveau te stellen eisen voor wat betreft stijl, begrijpelijkheid, leesbaarheid, overtuigingskracht,
beknoptheid, zakelijkheid etc.
-
2. Bij mondelinge externe communicatie, onderhandelingen met het Ministerie van Veiligheid
en Justitie dan wel het woord voeren op de zitting wordt van de rechtsbijstandverlener
verlangd dat deze de argumenten, die naar voren worden gebracht duidelijk, volledig
en begrijpelijk in een consistent betoog kan presenteren. Cruciaal punt hierbij is
dat steeds de verdediging van de belangen van de cliënt voorop blijft staan en aan
deze belangen geen afbreuk wordt gedaan door presentatie van voor cliënt negatieve
zaken.
-
3. In algemene zin geldt dat de rechtsbijstandverlener in staat is om de argumentatie
die hij ten behoeve van de cliënt dient te voeren (zie c.) helder en zakelijk te communiceren.
Uit het voorgaande volgt de volgende werkwijze met betrekking tot de beoordeling van
een klacht of het resultaat van ambtshalve onderzoek:
-
1. Kwalificatie van gedragingen naar aard van tekortschieten (vide onder meer a-b-c-d).
-
2. Bepaling van de mate waarin het tekortschieten structureel geacht kan worden.
-
3. Bepaling van de mogelijkheden en te stellen eisen tot herstel.
Bij de bepaling van de passende maatregel zal dan tenslotte worden overwogen in hoeverre
de gedraging een bedreiging vormt voor de kwaliteit van voortgaande rechtsbijstand
door de rechtsbijstandverlener en in welke mate die bedreiging acuut is. Daarmee zal
de keuze worden bepaald tussen waarschuwing en tijdelijke dan wel definitieve uitsluiting
van de verlening van gesubsidieerde rechtsbijstand aan asielzoekers of van de spreekuur-/beschikbaarheidsvoorzieningen.
De KRAV kan bij gegrond verklaring van een klacht de Raad adviseren hieraan geen verdere
consequenties te verbinden. In dat geval zal het gaan om niet ernstige gevallen en/of
gevallen waarin de rechtsbijstandverlener geen ernstig verwijt treft.
Wanneer aan een rechtsbijstandverlener een maatregel wegens eerder tekortschieten
is opgelegd, zal die maatregel in beginsel bij het nemen van een besluit over herhaald
tekortschieten worden meegewogen.
Het bovenstaande kan in het volgende schema worden samengevat:
Gedraging
|
Maatregel
|
1. gedraging is laakbaar maar incidenteel
|
|
de cliënt is niet ernstig geschaad
|
waarschuwing
|
de cliënt is wel ernstig geschaad
|
waarschuwing met mededeling dat bij herhaling uitsluiting (in enigerlei vorm) kan
worden overwogen
|
2. gedraging is laakbaar en structureel
|
|
de cliënt is niet ernstig geschaad, geen dreigende ernstige schade voor vervolg te
verwachten
|
waarschuwing
|
de cliënt is niet ernstig geschaad, wel dreigende schade voor vervolg te verwachten
|
waarschuwing met mededeling dat bij herhaling uitsluiting (in enigerlei vorm) kan
worden overwogen
|
de cliënt is ernstig geschaad, geen dreigende ernstige schade voor vervolg te verwachten
(rechtsbijstandverlener heeft reeds structurele verbetering aangetoond)
|
waarschuwing met mededeling dat bij herhaling uitsluiting (in enigerlei vorm) kan
worden overwogen
|
de cliënt is ernstig geschaad, wel dreigende schade in het vervolg van de praktijkvoering
te verwachten
|
voorwaardelijke tijdelijke uitsluiting;
er wordt aangegeven welke structurele verbetering wordt verwacht
|
3. gedraging is ernstig laakbaar en structureel;
de cliënt is ernstig geschaad en er is dreigende schade in het vervolg van de praktijk
te verwachten
|
|
structurele verbetering is op korte termijn haalbaar en te verwachten
|
tijdelijke algehele uitsluiting; in voorkomende gevallen kan de maatregel worden beperkt
tot tijdelijke uitsluiting van de spreekuurvoorziening;
er wordt aangegeven welke verbetering wordt verwacht.
|
structurele verbetering is op korte termijn niet te verwachten
|
algehele uitsluiting;
in voorkomende gevallen kan worden aangegeven welke structurele verbeteringen nodig
zijn om weer voor deelneming in aanmerking te komen
|