Beleidsregels vergoeding hoorhulpmiddelen

Geraadpleegd op 11-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 09-06-2012.
Geldend van 09-06-2012 t/m heden

Beleidsregels vergoeding hoorhulpmiddelen

Artikel 1. Aanvullende bevoegdheid van UWV

  • 2 Deze vergoeding kan slechts plaatsvinden indien:

    • a. een hoorhulpmiddel op grond van zijn specifieke kwaliteitskenmerken noodzakelijk is voor het vervullen of gaan vervullen van de werkzaamheden in loondienst of als zelfstandige, en

    • b. door de zorgverzekeraar een gedeeltelijke vergoeding is verstrekt of conform het bepaalde bij of krachtens de Zorgverzekeringswet een vergoeding is geweigerd.

Artikel 2. Voorwaarden ten aanzien van de aanvraag van de vergoeding hoortoestellen

  • 1 De aanvrager van de vergoeding van hoorhulpmiddelen verstrekt gelijktijdig of onmiddellijk aansluitend op zijn aanvraag ten minste de volgende gegevens:

    • a. een rapportage van de arbodienst met daarin een beschrijving van de belemmeringen die worden ondervonden in het werk;

    • b. een rapportage van een klinisch fysicus-audioloog verbonden aan een audiologisch centrum dat voldoet aan het FENAC-kwaliteitskader waarin verslag wordt gedaan van de audiologische, communicatieve en psychosociale aspecten van het hoorprobleem van de aanvrager in relatie tot de te verrichten arbeid, met daarbij de resultaten van het doorlopen revalidatietraject. Waar nodig zal de klinisch fysicus-audioloog een KNO-arts of andere medisch specialist consulteren. Deze rapportage is op het moment van de aanvraag niet ouder dan zes maanden;

    • c. een omschrijving van de hoorhulpmiddelen waarvoor de gevraagde vergoeding gewenst is;

    • d. een beschikking van de zorgverzekeraar waaruit blijkt dat een vergoeding is toegekend of afgewezen, en

    • e. een afschrift van de nota of van de offerte.

  • 2 Indien na herhaald verzoek een of meer van de in het eerste lid genoemde bijlagen ontbreken wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 3. De beslissing van UWV

UWV neemt een besluit op basis van de in artikel 2 genoemde aanvraag en bijlagen en met inachtneming van de in de wetgeving en in de Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2012 aangegeven grenzen.

Artikel 4. Hoogte van de vergoeding

De vergoeding die door UWV wordt verstrekt bedraagt maximaal het normbedrag G23 voor elk hoorhulpmiddel. Deze vergoeding wordt eventueel in aanvulling verstrekt op een vergoeding die door de zorgverzekeraar is of wordt verstrekt. Hiernaast bestaat de mogelijkheid voor aanvullende vergoeding voor overige hulpmiddelen die noodzakelijk zijn voor adequaat functioneren op de werkplek.

Artikel 5. Vergoeding van accessoires

Naast de vergoeding,genoemd in artikel 4, bestaat aanspraak op vergoeding van de eerste verschaffing van de bij een hoortoestel behorende batterij of accu. Vergoeding voor de verschaffing en de vervanging van oorstukjes kan plaatsvinden, voorzover deze niet door de zorgverzekeraar worden vergoed.

Artikel 6. Mogelijkheid tot wijziging van het maximumbedrag

UWV kan besluiten om het maximaal te vergoeden bedrag G23 op een hoger of lager bedrag te stellen, indien de prijsontwikkelingen of het verstrekkingenbeleid van de zorgverzekeraars hiertoe grond geeft. Wijzigingen worden gepubliceerd in de Beleidsregels UWV normbedragen voorzieningen 2012.

Artikel 7. Inwerkingtreding van dit besluit

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8. Overgangsbepaling

Het bepaalde in artikel 2, aanhef, eerste lid en onderdelen a en b, is alleen van toepassing op aanvragen die na zes weken na datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn ingediend.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Amsterdam, 3 april 2012

Voorzitter Raad van Bestuur UWV,

B.J. Bruins