Bijlage : Modelverklaring
… (De directie van het gemeentelijk vervoerbedrijf)
… (Adres)
… (Postcode, woonplaats)
… (Plaats, datum)
Betreft: Rapport van bevindingen inzake artikel 69 vijfde lid, van de Wet Personenvervoer 2000
Geachte ...,
Ingevolge uw opdracht hebben wij over het boekjaar (invullen jaartal) een aantal specifieke
werkzaamheden verricht, gebaseerd op de eisen van artikel 69, vijfde lid, van de Wet Personenvervoer 2000. De opdracht houdt in dat wij nagaan of door (het gemeentelijk vervoerbedrijf) is
voldaan aan de eisen die worden gesteld in de Wet Personenvervoer 2000, in het bijzonder
in artikel 69, vijfde lid. Deze rapportage bevat de uitkomsten van onze werkzaamheden.
Aard en doelstelling van de verrichte werkzaamheden
Onze werkzaamheden zijn verricht in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde
richtlijnen inzake opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden
en met inachtneming van het ‘Controleprotocol gemeentelijke vervoerbedrijven’.
De opdracht houdt in dat op het in deze rapportage opgenomen cijfermateriaal en toelichtingen
daarop geen accountantscontrole is toegepast en dat tevens geen beoordelingsopdracht
is uitgevoerd. Een en ander impliceert dat aan onze rapportage geen zekerheid kan
worden ontleend omtrent de getrouwheid van het in deze rapportage opgenomen cijfermateriaal
en toelichtingen daarop, anders dan ter zake van de aspecten zoals door ons onderzocht
en waarover dienovereenkomstig door ons in deze rapportage wordt gerapporteerd.
Op grond van het gestelde in artikel 69, vijfde lid, van de Wet Personenvervoer 2000 zijn onze werkzaamheden meer in het bijzonder de volgende:
1. Nagaan of, en zo ja welke, dochter- of zusterbedrijven van (het gemeentelijk vervoerbedrijf)
vervoerders zijn zoals bedoeld in artikel 69, tweede lid, van de Wet Personenvervoer 2000.
2. Nagaan of bedoelde dochter- of zusterbedrijven door (het gemeentelijk vervoerbedrijf)
bevoordeeld zijn boven anderen, waarmee zij in concurrentie treden. In artikel 69, derde lid, van de Wet Personenvervoer 2000 wordt als zodanig in ieder geval aangemerkt:
-
het leveren van goederen of diensten tegen een vergoeding die lager is dan de redelijkerwijs
daaraan toe te rekenen kosten;
-
het ter beschikking stellen van financiële middelen anders dan ten laste van het eigen
vermogen dan wel ten laste van het eigen vermogen anders dan tegen een in het handelsverkeer
gebruikelijke vergoeding;
-
het verstrekken van gegevens over individuele gebruikers van openbaar vervoer, tenzij
deze onder gelijke voorwaarden ook ter beschikking worden gesteld aan derden die met
de betrokken onderneming in concurrentie treden;
-
het toestaan van het gebruik van de naam en het beeldmerk van het openbaar vervoerbedrijf
op een wijze waardoor verwarring bij het publiek is te duchten over de herkomst van
goederen en diensten.
In het kader van bovengenoemde doelstellingen hebben wij in het bijzonder de volgende
werkzaamheden verricht:
…. [puntsgewijs aanvullen met verrichte werkzaamheden met inachtneming van de specifieke
vereisten in het Controleprotocol gemeentelijke vervoerbedrijven paragraaf 3].
Deze werkzaamheden zijn verricht in overeenstemming met hetgeen in de paragrafen 2 en 3 van het Controleprotocol gemeentelijke vervoerbedrijven is bepaald.
Uitkomsten van onze werkzaamheden
I. Met onze werkzaamheden zoals bedoeld onder a hebben wij vastgesteld dat de bedoelde
dochter- of zusterbedrijven van (het gemeentelijk vervoerbedrijf) de volgende zijn:
Ons onderzoek heeft zich uitsluitend gericht op de rechtstreekse financiële verhoudingen
en transacties tussen het (het gemeentelijk vervoerbedrijf) en de hierboven genoemde
dochterof zusterbedrijven, met inachtneming van hetgeen in paragraaf 2.2. van het Controleprotocol gemeentelijk vervoerbedrijven is gesteld.
(Afhankelijk van de uitkomst van de werkzaamheden kan gekozen worden uit de volgende
teksten)
II. Uit onze werkzaamheden zoals hierboven aangegeven onder de punten b tot en met
(invullen) is ons niet gebleken dat er rechtstreekse bevoordelingen van dochter- of
zusterbedrijven hebben plaatsgevonden die van materieel belang zijn in het kader van
de Wet Personenvervoer 2000.
(of)
II. Ten aanzien van onze werkzaamheden gemeld onder (verwijzen naar de werkzaamheden
waaruit wel blijkt dat dochter en zusterondernemingen rechtstreeks bevoordeeld zijn)
hebben wij vastgesteld dat/merken wij op dat ... (puntsgewijs weergeven bevindingen) Uit de overige werkzaamheden is ons niet gebleken dat er rechtstreekse bevoordeling
van dochter- of zusterbedrijven hebben plaatsgevonden die materieel van belang zijn
in het kader van de Wet personenvervoer 2000.
Wij geven toestemming deze rapportage voor een ieder ter inzage te leggen bij uw kantoren.
Hoogachtend,
(Ondertekening)