De OPTA is belast met de uitvoering en handhaving van het toezicht op weten regelgeving
op het gebied van elektronische communicatie, neergelegd in de Tw en overige haar opgedragen taken.
Het CBP is belast met de uitvoering en handhaving van het toezicht op de verwerking
van persoonsgegevens overeenkomstig het bij of krachtens wet bepaalde.
In de memorie van toelichting van het wetsvoorstel tot wijziging van de Tw en enkele andere wetten in verband met de implementatie van een nieuw Europees geharmoniseerd
regelgevingskader voor elektronische communicatienetwerken en -diensten en de nieuwe
dienstenrichtlijn van de Commissie van de Europese Gemeenschappen (Kamerstukken II,
2002-2003, 28 851, nr. 3, p. 61) dringt de staatssecretaris van Economische Zaken
er op aan en de minister van Economische Zaken acht het in de nota naar aanleiding
van het verslag (Kamerstukken II, 2002-2003, 28 851, nr. 7, p. 54) wenselijk, afspraken
te maken over de wijze van invulling van de samenwerkingsrelatie, met name waar het
gaat om de taaken bevoegdheidsverdeling tussen de OPTA en het CBP.
Bij gelegenheid van de behandeling van het betreffende wetsvoorstel in de Eerste Kamer
heeft de minister van Economische Zaken bij memorie van antwoord (Kamerstukken I,
20032004, 28 851, C, p. 26) verklaard dat de afspraken over spam tot stand worden
gebracht vooruitlopend op de vaststelling van een meeromvattend samenwerkingsprotocol
tussen de OPTA en het CBP.
Dit document geeft de werkafspraken weer over de wijze van behandeling van aangelegenheden
die spelen in het kader van spam, in het bijzonder artikel 11.7 lid 1, lid 2 en lid 3 Tw, welke de uitoefening van de aan de OPTA en het CBP opgedragen taken omvat.