2. Wettelijk kader
[Regeling vervallen per 02-12-2012]
Europese regelgeving
Op 1 juni 2000 is de nieuwe Postwet in werking getreden. De wet dient mede ter uitvoering van de Europese richtlijn betreffende
gemeenschappelijke regels voor de ontwikkeling van de interne markt voor postdiensten
in de Gemeenschap en de verbetering van de kwaliteit van de dienst. De Europese richtlijn bevat maatregelen die noodzakelijk zijn teneinde een communautair
beleid voor de postdiensten ten uitvoer te leggen. Het communautaire beleid is erop
gericht op termijn totale liberalisering van de Europese postmarkten te bewerkstelligen.
De liberalisering van de postmarkt zal geleidelijk ingevoerd worden teneinde nationale
postbedrijven de kans te geven zich aan de veranderende situatie aan te passen. In
een eerste stap zal de Europese Commissie in het jaar 2003 de grenzen van de monopolies
verlagen tot brieven tot 50 gram of 2,5 maal het basistarief, het internationale postverkeer
volledig liberaliseren en prijsgrenzen voor exprespost afschaffen. In een tweede stap,
welke geëffectueerd dient te worden in 2007, zullen maatregelen genomen worden ten
aanzien van de universele dienst en verdere liberalisering. Op 6 februari 1998 heeft
de Europese Commissie een Mededeling over de toepassing van de mededingingsregels
op de postsector (98/C 39/02) gepubliceerd. Hierin stelt de Europese Commissie nadrukkelijk
dat er bijzondere verplichtingen gelden voor postexploitanten met een machtspositie.
Deze verplichtingen zien onder meer op toegang tot het postnetwerk en houden in dat
deze postexploitant tegen op kosten gebaseerde tarieven toegang dient te verlenen.
De voorwaarden voor toegang moeten verder doorzichtig zijn, op gepaste wijze openbaar
worden gemaakt en mogen geen discriminatie inhouden.
Nationale regelgeving
Ter waarborging van een goede postale dienstverlening is TNT Post Groep N.V. als houder
van de concessie op grond van artikel 2, eerste lid, van de Postwet verplicht om voor
een ieder in Nederland het postvervoer, zoals beschreven in artikel 3 en 4 van het Postbesluit, met inbegrip van bepaalde postvervoerdiensten, binnen Nederland en van of naar gebieden
buiten Nederland te verrichten. In artikel 5 van het Postbesluit worden als postvervoerdiensten aangewezen: de aangetekende zending, de zending met
aangegeven waarde, de uitreiking van een gerechtelijk schrijven en de postbussendienst.
Ingevolge artikel 5 van de Machtigingswet is aan TNT Post Groep N.V. – en met uitsluiting van anderen – concessie in de zin
van artikel 2a, eerste lid, van de Postwet verleend voor het verrichten van het postvervoer, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Postwet binnen Nederland en van de gebieden buiten Nederland ten aanzien van brieven die
elk afzonderlijk ten hoogste 100 gram wegen, voorzover dit postvervoer wordt verricht
tegen een tarief dat lager is dan bij algemene maatregel van bestuur bepaald.
Op grond van artikel 2d, eerste lid, van de Postwet is de houder van de Uit: Staatscourant 26 september 2000, nr. 186 / pag. 29 1 OPTA
Richtsnoeren toegang tot de postbussen concessie verplicht aan andere aanbieders van
postvervoer tegen redelijke, objectief gerechtvaardigde en non-discriminatoire, voorwaarden
en vergoedingen toegang te verlenen tot zijn postbussen. Op grond van het tweede lid
van dit artikel dienen bovengenoemde voorwaarden en vergoedingen in onderling overleg
te worden bepaald. Indien hierover tussen partijen geen overeenstemming bereikt wordt,
worden de voorwaarden of vergoedingen op verzoek van de meest gerede partij vastgesteld
door het college.
Aangezien artikel 2d van de Postwet tijdens de behandeling van het wetsvoorstel tot
wijziging van de Postwet door de Tweede Kamer bij amendement is aangenomen, bevat
de memorie van toelichting bij de Postwet geen nadere toelichting bij dit artikel.
Door de indieners van de motie wordt voor het totstandkomen van concurrentie vrije
toegang tot de postbussen van de concessiehouder essentieel geacht. De nota van toelichting
bij het Postbesluit geeft over de bovengenoemde verplichting enige duidelijkheid,
zij het in een ander kader. In deze toelichting wordt door de wetgever verklaard waarom
het gerechtvaardigd is om de postbussendienst in de opdracht als omschreven in artikel 2, eerste lid, van de Postwet onder te brengen. De wetgever beoogt met deze verplichting voor de houder van de
concessie te bewerkstelligen dat concurrenten van de concessiehouder, voor het afleveren
van door hen vervoerde postzendingen die door de afzender zijn geadresseerd op postbussen
die in het beheer zijn bij de concessiehouder, op redelijke voorwaarden toegang hebben
tot die postbussen.