Richtsnoeren Clementietoezegging met betrekking tot het niet opleggen of verminderen [...] EG-Verdrag juncto artikelen 56, 57 en 62 Mededingingswet

[Regeling vervallen per 10-10-2007.]
Geraadpleegd op 25-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 27-08-2009 en zichtdatum 24-12-2024.
Geldend van 01-04-2006 t/m 09-10-2007

Richtsnoeren Clementietoezegging met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van geldboeten in zaken ingevolge artikel 6 Mededingingswet en artikel 81 EG-Verdrag juncto artikelen 56, 57 en 62 Mededingingswet

Inleiding

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

1. Een van de taken van de Nederlandse Mededingingsautoriteit is handhavend optreden indien er sprake is van overtreding van artikel 6 van de Mededingingswet en/of artikel 81 EG-Verdrag (‘verboden mededingingsbeperkende afspraken en gedragingen’). De Richtsnoeren Clementietoezegging (‘Richtsnoeren’) zien met name op verboden mededingingsbeperkende afspraken en gedragingen tussen ondernemingen (ook: ‘kartels) die kunnen worden aangemerkt als zeer zware overtredingen van het verbod van artikel 6 Mededingingswet (‘Mw’) en/of artikel 81 EG-Verdrag.1Met deze Richtsnoeren beoogt de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: raad van bestuur NMa) met de hem ter beschikking staande middelen zo efficiënt mogelijk op te treden door informatie te verkrijgen over kartels en effectiever bij te dragen aan de opsporing, sanctionering en beëindiging van kartels.

Clementie

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

2. Ingevolge artikel 56, eerste lid, Mw juncto artikelen 88 en 89 Mw kan de raad van bestuur NMa bij overtreding van artikel 6 Mw en/of artikel 81 EG-verdrag aan natuurlijke of rechtspersonen aan wie de overtreding kan worden toegerekend een boete opleggen. De raad van bestuur NMa heeft ten aanzien van het opleggen van een boete een discretionaire bevoegdheid. De raad van bestuur NMa kan aan ondernemingen die betrokken zijn (geweest) bij een kartel toezeggen dat hij afziet van het opleggen van een boete (‘boete-immuniteit’) of vermindering van de boete die kan worden opgelegd, toekennen (‘boetevermindering’). 2 In deze Richtsnoeren worden boete-immuniteit en boetevermindering tezamen ook aangeduid met clementie.

Achtergrond

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

3. Het kan voorkomen dat een onderneming die betrokken is (geweest) bij een kartel, haar betrokkenheid bij dit kartel wil beëindigen en de NMa van het kartel op de hoogte wil stellen, maar daarvan wordt weerhouden door vrees voor hoge boetes. Teneinde zulke ondernemingen aan te moedigen om de NMa op de hoogte te stellen van het bestaan en de activiteiten van een kartel, kan de raad van bestuur NMa de onderneming clementie toekennen. Het in aanmerking komen voor clementie is gebonden aan voorwaarden (zie § A, § B en § C).

Belang

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

4. Een clemente behandeling van de karteldeelnemer die de NMa kennis geeft van een kartel en die het onderzoek naar dat kartel mogelijk maakt of wezenlijk aan dit onderzoek bijdraagt, komt naar het oordeel van de NMa ten goede aan de opsporing, sanctionering en beëindiging van overtredingen van de Mededingingswet en/of de Europese mededingingsregels. Dit bevordert de efficiënte werking van markten en voorkomt of vermindert de benadeling van afnemers en consumenten door kartels. Voorts is van belang dat de Europese Commissie en vele andere mededingingsautoriteiten binnen en buiten de Europese Unie in enigerlei vorm soortgelijke Richtsnoeren kennen (vaak aangeduid als een ‘leniency regeling’).3 De mogelijkheid tot verlening van clementie wordt aangemerkt als een belangrijk instrument voor de opsporing van (internationale) kartels. In OESO-verband is uitdrukkelijk op dit belang gewezen.4 De European Competition Authorities (ECA), het samenwerkingsverband van de Europese mededingingsautoriteiten, heeft tijdens zijn bijeenkomst in Dublin in september 2001 Principles for Leniency Programmes5 aangenomen. Deze zijn bij het vaststellen van de onderhavige Richtsnoeren in acht genomen.

A. Boete-immuniteit

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

5. Aan een onderneming die de NMa kennis geeft van een kartel waaraan door de onderneming is of wordt deelgenomen, voordat ter zake door de NMa een onderzoek6 is aangevangen, wordt boete-immuniteit toegezegd voor de boete die ter zake overeenkomstig de artikelen 56 juncto 57 Mw kan worden opgelegd, indien naar het oordeel van de raad van bestuur NMa voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • a. De onderneming verschaft de NMa als eerste informatie over het kartel, over welke informatie de NMa voordien nog niet beschikte en welke informatie voldoende aanleiding biedt een onderzoek naar het kartel te starten;

  • b. De onderneming heeft geen andere onderneming tot deelname aan het kartel gedwongen;

  • c. De onderneming verschaft de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie, documenten en andere bewijsmiddelen met betrekking tot het kartel, zodra de onderneming daarover de beschikking heeft, krijgt of kan krijgen;

  • d. De onderneming verleent de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw volledige medewerking voor zover dit redelijkerwijs van de onderneming verlangd kan worden7, waaronder het afleggen van verklaringen door leidinggevenden, werknemers, alsmede organen van de rechtspersoon;

  • e. De onderneming onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.

B. Boetevermindering (ten minste 50%)

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

6. Aan een onderneming die de NMa kennis geeft van een kartel waaraan door de onderneming is of wordt deelgenomen, maar nadat de NMa ter zake een onderzoek is aangevangen, doch voordat de NMa dit onderzoek heeft afgerond met een rapport als bedoeld in artikel 59 Mw, wordt een boetevermindering voor de boete die ter zake overeenkomstig de artikelen 56 juncto 57 Mw kan worden opgelegd, toegezegd van ten minste 50% – welke kan oplopen tot boeteimmuniteit indien de raad van bestuur NMa dat gelet op de waarde van de geleverde informatie, het stadium van het onderzoek en de overige omstandigheden van het geval doelmatig acht –, indien naar het oordeel van de raad van bestuur NMa voldaan is aan de volgende cumulatieve voorwaarden:

  • a. De onderneming verschaft de NMa als eerste informatie over het kartel, welke informatie additionele waarde8 heeft;

  • b. De onderneming heeft geen andere onderneming tot deelname aan het kartel gedwongen;

  • c. De onderneming verschaft de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie, documenten en andere bewijsmiddelen met betrekking tot het kartel, zodra de onderneming daarover de beschikking heeft, krijgt of kan krijgen;

  • d. De onderneming verleent de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw volledige medewerking9 voor zover dit redelijkerwijs van de onderneming verlangd kan worden, waaronder het afleggen van verklaringen door leidinggevenden, werknemers, alsmede organen van de rechtspersoon;

  • e. De onderneming onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.

C. Boetevermindering (10% tot en met 50%)

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

7. Aan een onderneming die kennis geeft van een kartel waaraan door de onderneming is of wordt deelgenomen, maar dit niet als eerste doet of niet voldoet aan voorwaarde b. van randnummers 5 of 6, wordt toegezegd dat voor de boete die ter zake overeenkomstig de artikelen 56 juncto 57 Mw kan worden opgelegd, een naar redelijkheid vast te stellen boetevermindering van ten minste 10% en ten hoogste 50% zal worden verleend, indien naar het oordeel van de raad van bestuur NMa aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:

  • a. De onderneming verschaft de NMa, voordat de NMa ter zake een rapport als bedoeld in artikel 59 Mw heeft uitgebracht, informatie over het kartel, welke informatie additionele waarde10 heeft;

  • b. De onderneming onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.

D. Berekening boetevermindering

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Percentage boetevermindering

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

8. Het percentage van de boetevermindering, zoals bedoeld in randnummers 6 en 7, wordt onder meer bepaald aan de hand van het tijdstip waarop de informatie is verstrekt en de additionele waarde van de verschafte informatie in vergelijking met de informatie waarover de NMa uit andere hoofde de beschikking heeft, alsmede de overige omstandigheden van het geval. Ter bepaling van de omvang van boetevermindering zoals bedoeld in randnummer 7 neemt de raad van bestuur NMa tevens in aanmerking de mate van overige verdergaande medewerking dan waartoe de onderneming wettelijk is gehouden.

Additionele waarde

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

9. Informatie heeft additionele waarde wanneer met behulp daarvan het bewijs van de vermoedelijke overtreding kan worden geleverd, over welk bewijs de NMa niet reeds beschikte.

Boeteberekening bij boetevermindering

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

10. De boete waarover vermindering wordt verleend, wordt met inachtneming van de omstandigheden van het geval op gelijke wijze bepaald als de boete van de karteldeelnemers die niet in aanmerking komen voor clementie. Indien boetevermindering op basis van deze Richtsnoeren plaatsvindt, wordt de door de onderneming verstrekte medewerking daarnaast niet afzonderlijk in aanmerking genomen als boeteverlagende omstandigheid zoals bedoeld in de Richtsnoeren boetetoemeting.11 Informatie wordt ten aanzien van een onderneming, die conform randnummers 6 of 7 kennis geeft, bij de berekening van de boete die aan deze onderneming kan worden opgelegd buiten beschouwing gelaten, indien deze onderneming informatie verstrekt waarover de NMa nog niet beschikte, uit welke informatie blijkt dat de ernst van de inbreuk door het kartel op de Mededingingswet en/of de Europese mededingingsregels groter is, of dat de duur van het bestaan van het kartel langer is, dan de NMa tot voordien bekend was.

E. Procedure kennisgeving

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Kennisgeving

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

11. Een onderneming die in aanmerking wenst te komen voor clementie dient zich uitsluitend te wenden tot het clementiebureau van de NMa. De bij het clementiebureau werkzame functionarissen oefenen hun werkzaamheden voor het clementiebureau uit onder de verantwoordelijkheid van de d-g NMa. Zij kunnen namens de raad van bestuur NMa spreken met ondernemingen die op grond van deze Richtsnoeren kennisgeven van een kartel, ter zake voorwaardelijke toezeggingen doen en ter zake schriftelijke voorwaardelijke toezeggingen, ‘Clementietoezeggingen’12, ondertekenen. Het clementiebureau is bereikbaar onder telefoonnummer 070- 3301710, faxnummer 070-3301700 en per e-mail NMa_clementie@nmanet.nl.13 De onderneming doet zich in haar contacten met het clementiebureau vertegenwoordigen door een persoon die de bevoegdheid heeft namens haar bindende afspraken te maken. De onderneming dient in haar eerste contact met het clementiebureau zo volledig mogelijk inzicht te geven in de aard van de te verschaffen informatie.

Anonieme kennisgeving

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

12. Het eerste contact zoals bedoeld in randnummer 11 kan op anonieme basis geschieden mits de onderneming wordt vertegenwoordigd door een advocaat of een andere gemachtigde die voor dat doel door het clementiebureau is aanvaard. In het geval dat het eerste contact op basis van anonimiteit heeft plaatsgevonden, dient de betrokken onderneming in beginsel binnen drie werkdagen14 na dit contact, op straffe van verval van de kennisgeving, haar anonimiteit richting (het clementiebureau van) de NMa te hebben opgeheven. Indien daarvoor naar de mening van de NMa goede redenen bestaan, kan in een concreet geval een andere termijn worden toegestaan.

Individuele kennisgeving

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

13. Kennisgeving kan slechts individueel geschieden. Een kennisgeving gedaan door twee of meer karteldeelnemers gezamenlijk wordt niet in behandeling genomen.

Rangorde

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

14. De vraag of een onderneming als eerste kennis heeft gegeven van een kartel, wordt beantwoord aan de hand van datum en tijd waarop het eerste contact telefonisch, mondeling of schriftelijk tussen die onderneming en het clementiebureau heeft plaatsgehad15, waarin een onmiskenbaar beroep is gedaan op de Richtsnoeren, ook wanneer dit contact op basis van anonimiteit is geschied. Kennisgevingen worden behandeld in volgorde van binnenkomst.

Bevestiging

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

15. Het clementiebureau zendt de kennisgevende onderneming onverwijld, ingeval van anonieme kennisgeving na opheffing van de anonimiteit, een schriftelijke bevestiging van de datum en het tijdstip van ontvangst van de kennisgeving. Tevens wordt hierin, in voorkomend geval, aangegeven dat de onderneming de kennisgeving als eerste heeft gedaan.

F. Clementietoezegging

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Boete-immuniteit

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

16. Ingeval van boete-immuniteit in de zin van randnummers 5 en 6 geeft het clementiebureau zo spoedig mogelijk nadat de onderneming die een beroep heeft gedaan op de Richtsnoeren alle informatie heeft verschaft waarover zij beschikt, schriftelijk aan de onderneming te kennen dat door de raad van bestuur NMa boeteimmuniteit wordt toegezegd.

Boetevermindering

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

17. Ingeval van een boetevermindering in de zin van randnummer 6 geeft het clementiebureau zo spoedig mogelijk nadat de onderneming die een beroep heeft gedaan op de Richtsnoeren alle informatie heeft verschaft waarover zij beschikt, schriftelijk aan de onderneming te kennen welk percentage boetevermindering door de raad van bestuur NMa wordt toegezegd.

18. Ingeval van een boetevermindering in de zin van randnummer 7 geeft het clementiebureau zo spoedig mogelijk nadat de onderneming die een beroep heeft gedaan op de Richtsnoeren de informatie heeft verschaft, schriftelijk aan de onderneming te kennen dat door de raad van bestuur NMa een boetevermindering van tenminste 10 % wordt toegezegd. Het uiteindelijke exacte percentage boetevermindering in de zin van randnummer 7 zal op het tijdstip van het uitbrengen van het rapport als bedoeld in artikel 59 Mw, of zoveel eerder als mogelijk onder de omstandigheden van het geval, schriftelijk aan de onderneming worden medegedeeld.

Clementietoezegging

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

19. Het clementiebureau legt de toezegging, zoals hierboven in randnummers 16, 17 en 18 bedoeld, vast in een Clementietoezegging (Bijlage I)16. De onderneming dient de Clementietoezegging te ondertekenen en aan het clementiebureau te retourneren, alsmede de in de Clementietoezegging geformuleerde voorwaarden onvoorwaardelijk te aanvaarden en na te (doen) leven.

20. De raad van bestuur NMa is zich ervan bewust dat deze Richtsnoeren rechtmatige verwachtingen wekken waarop ondernemingen mogen vertrouwen wanneer zij op grond van de Richtsnoeren kennisgeven van een kartel.

Boetetoemeting

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

21. Bij de vaststelling van de beschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw, waarmee de raad van bestuur NMa optreedt tegen de deelnemers aan het kartel, vergewist de NMa zich er in het voorkomend geval van dat de voorwaarden waaronder de toezegging tot clementie is gedaan, zijn nageleefd. Wanneer een onderneming die boete-immuniteit is toegezegd de voorwaarden heeft nageleefd, komt de raad van bestuur NMa de toezegging na en wordt aan de desbetreffende karteldeelnemer geen boete opgelegd. Wanneer een onderneming boetevermindering is toegezegd en deze onderneming heeft de voorwaarden waaronder de clementie is toegezegd nageleefd, wordt door de raad van bestuur NMa op de boete het toegezegde percentage boetevermindering in mindering gebracht.

Verval van clementie

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

22. Wanneer een onderneming naar het oordeel van de raad van bestuur NMa de voorwaarden waaronder clementie is toegezegd niet heeft nageleefd, vervalt de toezegging van de raad van bestuur NMa, hetgeen de onderneming schriftelijk zal worden medegedeeld, en zal de raad van bestuur NMa de boete voor de betrokken onderneming op gelijke wijze bepalen als de boete van de karteldeelnemers die niet in aanmerking komen voor clementie.

G. Reikwijdte

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

23. Verlening van clementie op grond van de Richtsnoeren heeft alleen gevolgen met betrekking tot het niet opleggen of verminderen van boeten in zaken ingevolge artikel 6 Mw en/of artikel 81 EG-Verdrag juncto artikelen 56, 57 en 62 Mw en biedt de karteldeelnemer geen bescherming tegen mogelijke andere gevolgen van betrokkenheid bij het kartel, zoals civielrechtelijke gevolgen of sanctionering door andere mededingingsautoriteiten.

24. Clementie in de zin van deze Richtsnoeren wordt toegezegd voor de overtreding die plaats heeft gevonden in de periode tot het moment van ondertekening van de Clementietoezegging.

25. Indien daar aanleiding toe is, wordt de kennisgevende onderneming aangeraden zich ook tot buitenlandse mededingingsautoriteiten, respectievelijk de Europese Commissie, te wenden17. Informatie over adressen en contactpersonen wordt desgewenst door de NMa aan de onderneming verschaft.

H. Informatie

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Vertrouwelijkheid

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

26. Informatie die wordt verstrekt in het kader van een verzoek om clementie, welke informatie aan te merken is als informatie in de zin van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur (‘Wob’), wordt vertrouwelijk behandeld, tenzij de NMa rechtens tot inzage en/ of verstrekking daarvan is gehouden. De identiteit van de kennisgevende onderneming wordt voorafgaand aan het rapport als bedoeld in artikel 59 Mw niet openbaar gemaakt buiten de gevallen waarin daartoe een rechtsplicht bestaat. In voorkomende gevallen wordt de onderneming voorafgaande aan de informatieverstrekking op de hoogte gesteld.

Gebruik van informatie

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

27. Informatie die is verkregen op basis van deze Richtsnoeren zal niet worden verstrekt aan andere bestuursorganen dan wel buitenlandse instellingen, tenzij (a) de raad van bestuur NMa rechtens tot verstrekking is gehouden, (b) de kennisgevende onderneming haar instemming heeft gegeven voor het verstrekken van de desbetreffende informatie, dan wel (c) – waar het betreft uitwisseling van informatie met de Europese Commissie en/of de mededingingsautoriteiten van andere lidstaten op grond van Verordening 1/200318 – deze geschiedt overeenkomstig punten 37 tot en met 42 en 72 van de Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten.19

I. Evaluatie en aanpassing

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

28. Na toepassing van deze Richtsnoeren in een voldoende aantal zaken zullen de ervaringen daarmee worden geëvalueerd. Zonodig zal aanpassing of herziening van de Richtsnoeren plaatsvinden.

J. Inwerkingtreding

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

29. Deze richtsnoeren treden in werking met ingang van de dag na publicatie ervan in de Nederlandse Staatscourant.

Den Haag, 28 juni 2002.

A.W. Kist,

De raad van bestuur

van de Nederlandse Mededingingsautoriteit.

Bijlage I

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Clementietoezegging

Voorwaardelijke toezegging van de raad van bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: raad van bestuur NMa) als bedoeld in de Richtsnoeren Clementietoezegging tot het [niet opleggen/verminderen] van een boete die ingevolge artikel 6 Mededingingswet en/of artikel 81 EG-Verdrag juncto artikelen 56, 57 en 62 Mededingingswet (hierna: ‘Mw’) kan worden opgelegd wegens de deelname aan kartelactiviteiten. Deze toezegging is voorwaardelijk in die zin dat zij afhankelijk is van de vervulling door [volledige naam onderneming, met statutaire vestigingsplaats (hierna: [naam onderneming])] van de voorwaarden zoals hieronder geformuleerd.

1. Op [datum] om [ ] uur heeft het clementiebureau van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: ‘NMa’) van [naam perso(o)n(en)] handelend als rechtsgeldig vertegenwoordiger van [naam onderneming] een kennisgeving ontvangen van betrokkenheid van [naam onderneming] bij een mogelijke overtreding van artikel 6 Mw en/of artikel 81 EG-verdrag.

2. Een omschrijving van de feiten die de mogelijke overtreding uitmaken is aan deze voorwaardelijke toezegging gehecht en maakt daarvan deel uit. Het aldus omschreven feitencomplex wordt hierna aangeduid als: de overtreding.20

3. [Naam clementiefunctionaris] handelend in zijn functie van clementiefunctionaris ten behoeve van het clementiebureau heeft vastgesteld dat [naam onderneming] [wel/niet] conform de Richtsnoeren Clementietoezegging als eerste kennis heeft gegeven van de overtreding.

4. [Naam clementiefunctionaris] heeft vastgesteld dat de NMa [wel/niet] voorafgaand aan de kennisgeving door [naam onderneming] een onderzoek naar de overtreding was gestart.

5. [Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers 5 of 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging:] [Naam onderneming] heeft verklaard geen andere onderneming tot deelname aan de overtreding te hebben gedwongen.

6. Aan [naam onderneming] wordt door de raad van bestuur NMa toegezegd dat indien aan de voorwaarden, zoals hieronder onder randnummer 7 genoemd, wordt voldaan, [aan haar ter zake van de overtreding geen boete wordt opgelegd/ op de boete die haar ter zake van de overtreding kan worden opgelegd, een reductie als bedoeld in randnummer 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging wordt toegepast van [ ]%/ op de boete die haar ter zake van de overtreding kan worden opgelegd, een reductie als bedoeld in randnummer 7 van de Richtsnoeren Clementietoezegging wordt toegepast van tenminste 10%].

7. [Naam onderneming] verklaart de volgende verplichtingen op zich te nemen:

  • a. [Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers 5 of 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging: [Naam onderneming] verschaft de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw alle informatie, documenten en andere bewijsmiddelen met betrekking tot de overtreding, zodra zij daarover de beschikking heeft, krijgt of kan krijgen;]

  • b. [Alleen op te nemen in geval van clementie op grond van randnummers 5 of 6 van de Richtsnoeren Clementietoezegging: [Naam onderneming] verleent de NMa tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw volledige medewerking voor zover dit redelijkerwijs van de onderneming verlangd kan worden, waaronder het afleggen van verklaringen door leidinggevenden, werknemers, alsmede organen van de rechtspersoon;21 ]

  • c. [Naam onderneming] onthoudt zich tot de vaststelling van de sanctiebeschikking zoals bedoeld in artikel 62 Mw van iedere gedraging die het onderzoek van de NMa zou kunnen belemmeren.

8. De inhoud van deze voorwaardelijke toezegging wordt, totdat een rapport in de zin van artikel 59 Mw is opgemaakt, niet door de raad van bestuur NMa of door diegene die hem bijstaan, door [naam onderneming] of een van de bij haar betrokkenen openbaar gemaakt, tenzij daartoe een rechtsplicht bestaat, dan wel het bepaalde hieronder in randnummer 9 van toepassing is, dan wel er overeenstemming ter zake is bereikt tussen de raad van bestuur NMa en [naam onderneming].

9. Indien [naam onderneming] daarom verzoekt, zal de raad van bestuur NMa andere mededingingsautoriteiten ervan in kennis stellen dat de onderhavige toezegging is gedaan.

10. Deze toezegging vervalt wanneer naar het oordeel van de raad van bestuur NMa [naam onderneming] niet aan de hiervoor geformuleerde voorwaarden heeft voldaan, [alleen op te nemen ingeval hierboven randnummer 5 is opgenomen: en/ of in strijd met de waarheid heeft verklaard geen andere onderneming tot deelname aan de overtreding te hebben gedwongen]. In een voorkomend geval kan de raad van bestuur NMa alle informatie die ter beschikking is gesteld mede gebruiken in procedures op grond van de Mw gericht tegen [naam onderneming].

Datum:

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit,

voor deze,

Clementiefunctionaris bij het clementiebureau

[Naam onderneming] aanvaardt deze toezegging en verbindt zich de daaraan gestelde voorwaarden na te leven.

Namens [naam onderneming],

naam/[functie], rechtsgeldig vertegenwoordiger van [naam onderneming] naam/gemachtigde

Bijlage II

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Uit de Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten (Pb EU 2004, C 101): punten 37 tot en met 42 en 72, en de bijlage bij deze Mededeling.

‘[ ... ]

2.3.3 Positie van degenen die een beroep doen op een clementieregeling

37. De Commissie is van oordeel22 dat het in het belang van de Gemeenschap is om ondernemingen die met haar samenwerken bij het onderzoek naar kartelinbreuken, een gunstige behandeling te verlenen. Een aantal lidstaten heeft eveneens een clementieregeling23 ingevoerd voor kartelonderzoeken. Het doel van deze clementieregelingen is om de opsporing door de mededingingsautoriteiten van kartelafspraken te vergemakkelijken en daardoor tevens de deelname aan onwettige kartels te ontmoedigen.

38. Bij gebreke aan een voor de hele Europese Unie geldend systeem van volledig geharmoniseerde clementieregelingen, mag een verzoek aan een bepaalde autoriteit om toepassing van de clementieregeling niet worden beschouwd als een clementieverzoek aan enige andere autoriteit. Het is derhalve in het belang van de aanvrager om een clementieverzoek in te dienen bij alle mededingingsautoriteiten die bevoegd zijn om artikel 81 van het Verdrag toe te passen op het grondgebied waar de inbreuk van invloed is, en die geschikt kunnen worden bevonden om op te treden tegen de onderhavige inbreuk.24 Aangezien het tijdstip van het beroep op de regeling van groot belang is bij de meeste bestaande clementieregelingen, dienen de aanvragers ook te overwegen of het dienstig is om aanvragen voor toepassing van de clementieregeling bij alle betrokken autoriteiten gelijktijdig in te dienen. Het is aan de aanvrager om de stappen te nemen die hij nodig acht om zijn positie te beschermen met het oog op mogelijke procedures van deze autoriteiten.

39. Net als voor alle gevallen waarin de artikelen 81 en 82 van het Verdrag worden toegepast, dient een NMA die een zaak behandelt welke is ingeleid naar aanleiding van een beroep op de clementieregeling, de Commissie hiervan in kennis te stellen en de inlichtingen tevens ter beschikking te stellen van de andere leden van het netwerk overeenkomstig artikel 11, lid 3 van de verordening van de Raad (zie punt 16 e.v.). De Commissie heeft krachtens artikel 11, lid 2, van de verordening van de Raad een soortgelijke verplichting aanvaard om de NMA’s in te lichten. In dergelijke gevallen zullen de inlichtingen die aan het netwerk zijn verstrekt krachtens artikel 11, niet door de andere leden van het netwerk worden gebruikt als uitgangspunt voor een eigen onderzoek op grond van de mededingingsregels van het Verdrag of, in het geval van de NMA’s, op grond van hun nationale mededingingswetgeving of andere wetgeving25. Dit doet niets af aan de bevoegdheid van de autoriteit om een onderzoek in te stellen op basis van informatie uit andere bronnen of, onder voorbehoud van het bepaalde in de hiernavolgende punten 40 en 41, overeenkomstig artikel 12 van de verordening van de Raad bij enig ander lid van het netwerk, met inbegrip van het lid waarbij het verzoek om toepassing van de clementieregeling werd ingediend, informatie op te vragen, te verkrijgen en te gebruiken.

40. Onder voorbehoud van het bepaalde in punt 41, zal de informatie die vrijwillig is verstrekt door de aanvrager van clementie, alleen met de toestemming van de aanvrager worden toegezonden aan een ander lid van het netwerk overeenkomstig artikel 12 van de verordening van de Raad. Evenzo zal andere informatie die is verkregen tijdens of naar aanleiding van een inspectie of via of naar aanleiding van enig andere onderzoeksmaatregel die hoe dan ook alleen kon worden uitgevoerd dankzij de clementieaanvraag, alleen overeenkomstig artikel 12 van de verordening van de Raad aan een andere autoriteit worden verstrekt indien de aanvrager heeft ingestemd met de overdracht aan die autoriteit van informatie die hij vrijwillig heeft verstrekt in zijn clementieaanvraag. De leden van het netwerk zullen de aanvragers aanmoedigen een dergelijke toestemming te geven, vooral voor de overdracht aan autoriteiten waarbij de aanvrager een beroep op clementie zou kunnen doen. Wanneer de aanvrager eenmaal zijn toestemming heeft gegeven voor de overdracht van informatie aan een andere autoriteit, kan deze toestemming niet meer worden ingetrokken. Deze bepaling doet evenwel niets af aan de verantwoordelijkheid van elke aanvrager om bij elke autoriteit waarvoor zulks dienstig lijkt, een aanvraag voor toepassing van de clementieregeling in te dienen.

41. Niettegenstaande het voorgaande is de toestemming van de aanvrager voor de overdracht van informatie aan een andere autoriteit overeenkomstig artikel 12 van de verordening van de Raad niet vereist in de volgende gevallen:

(1) Er is geen toestemming vereist indien de ontvangende autoriteit ook een clementieaanvraag voor dezelfde inbreuk van dezelfde aanvrager heeft ontvangen als de toezendende autoriteit, op voorwaarde dat op het tijdstip van de overdracht van de informatie er voor de aanvrager geen mogelijkheid bestaat om de informatie die hij aan die ontvangende autoriteit heeft voorgelegd, terug te trekken.

(2) Er is geen toestemming vereist indien de ontvangende autoriteit een schriftelijke toezegging heeft verstrekt dat noch de informatie die aan haar is toegezonden, noch enig andere informatie die zij zou verkrijgen na de datum en het tijdstip van de toezending zoals genoteerd door de toezendende autoriteit, door haar of door enig andere autoriteit waaraan de informatie vervolgens wordt toegezonden, zal worden gebruikt om sancties op te leggen:

(a) aan de aanvrager voor toepassing van de clementieregeling;

(b) aan ieder ander rechtspersoon of natuurlijke persoon die onder de gunstige behandeling valt die door de toezendende autoriteit wordt geboden naar aanleiding van het beroep dat door de aanvrager is gedaan op de clementieregeling;

(c) aan iedere werknemer of voormalige werknemer van een van de natuurlijke of rechtspersonen die onder a) of b) vallen. Aan de aanvrager zal een kopie van de schriftelijke verbintenis van de ontvangende autoriteit worden verstrekt.

(3) Indien informatie wordt verzameld door een lid van het netwerk overeenkomstig artikel 22, lid 1, van de verordening van de Raad namens en voor rekening van het lid van het netwerk waarbij de clementieaanvraag is ingediend, is geen toestemming vereist voor de overdracht van dergelijke informatie aan, en het gebruik daarvan door, het lid van het netwerk waarbij de aanvraag was ingediend.

42. Informatie aangaande zaken die als het gevolg van een clementieverzoek zijn ingeleid en die aan de Commissie is overgelegd krachtens artikel 11, lid 3, van de verordening van de Raad26, zal enkel ter beschikking worden gesteld van de NMA’s die zich ertoe hebben verbonden de hierboven uiteengezette beginselen in acht te nemen (zie ook punt 72). Dit geldt ook wanneer de zaak door de Commissie is ingeleid ingevolge een bij de Commissie ingediend clementieverzoek. Dit doet niet af aan de bevoegdheid van elke autoriteit om overeenkomstig artikel 12 van de verordening van de Raad informatie te ontvangen, evenwel op voorwaarde dat de bepalingen van de punten 40 en 41 worden gerespecteerd.

[…]

6. Verklaring van de andere leden van het netwerk

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

72. Ook de mededingingsautoriteiten van de lidstaten die een verklaring in de vorm van de bijlage bij deze mededeling hebben ondertekend, zullen zich aan de in deze mededeling vervatte beginselen houden. Hierin nemen zij nota van de beginselen van deze mededeling, met inbegrip van de beginselen betreffende de bescherming van degenen die een beroep doen op een clementieregeling27, en verklaren zij zich hieraan te zullen houden. Een lijst van deze autoriteiten wordt op de website van de Europese Commissie gepubliceerd en zo nodig bijgewerkt.

Bijlage

[Regeling vervallen per 10-10-2007]

Verklaring inzake de mededeling van de commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten

Met het oog op een nauwe samenwerking ter bescherming van de mededinging binnen de Europese Unie in het belang van de consumenten,

(1) onderschrijft de ondertekenende mededingingsautoriteit de beginselen die vervat zijn in de mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten, en

(2) verklaart zij zich aan deze beginselen te zullen houden, met inbegrip van de beginselen betreffende de bescherming van degenen die een beroep doen op een clementieregeling, in elk geval waarin zij optreedt of kan optreden en waarop deze beginselen van toepassing zijn.

(plaats), (datum)’

  1. Zie Richtsnoeren Boetetoemeting met betrekking tot het opleggen van boetes ingevolge artikel 57 van de Mededingingswet, Stcrt. 248 van 21 december 2001. ^ [1]
  2. - Zie artikel 57 Mw alsmede de Richtsnoeren Boetetoemeting (zie noot 1). - De Richtsnoeren zien niet op overtreding van artikel 24 Mw en/of artikel 82 EG-Verdrag. ^ [2]
  3. Onder andere Mededeling van de Commissie betreffende immuniteit tegen geldboeten en vermindering van geldboeten in kartelzaken ( vervangt met ingang van 14 februari 2002 de Mededeling van 18 juli 1996, PB C 251/3), 13 februari 2002, Pb. EG 2002/C 45/3. ^ [3]
  4. Report on Leniency Programmes to Fight Hard Core Cartels, OECD Competition Committee, 2001, beschikbaar via de OESO-website, http://www.oecd.org. ^ [4]
  5. Directors’ General of European Competition Authorities, meeting in Dublin on 3 and 4 September 2001, Principles for Leniency Programmes, beschikbaar via de website van de NMa, http://www.nma-org.nl. ^ [5]
  6. Het onderzoek vangt aan op het moment dat dit schriftelijk door de raad van bestuur NMa wordt vastgelegd. ^ [6]
  7. Volledige medewerking is niet hetzelfde als de medewerking waartoe de onderneming wettelijk verplicht is. Bedoelde medewerking kan uitdrukkelijk verder gaan dan de wettelijk verplichte medewerking. De NMa zal van die mogelijkheid gebruik maken voor zover dit nodig is voor het onderzoek en dit ook overigens redelijk is. ^ [7]
  8. Zie randnummer 9. ^ [8]
  9. Zie noot 7. ^ [9]
  10. Zie randnummer 9. ^ [10]
  11. Richtsnoeren Boetetoemeting (zie noot 1), randnummer 25. ^ [11]
  12. Zie randnummer 19. ^ [12]
  13. Kennisgeving per post is mogelijk, doch wordt ontraden. Ingeval van kennisgeving per post wordt in verband met het bepaalde in randnummer 14, als tijdstip van ontvangst aangemerkt 18.00 uur van de dag van ontvangst van het poststuk door de NMa. ^ [13]
  14. Indien in dit document gesproken wordt over ‘werkdagen’ wordt een tijdspanne van 24 uur, niet zijnde een zaterdag, zondag of feestdag, bedoeld. Voorbeeld: indien het eerste contact op maandag 16.30 uur heeft plaatsgevonden, dient alle informatie uiterlijk donderdag voor 16.30 uur te zijn verstrekt. ^ [14]
  15. Indien het eerste contact telefonisch dan wel mondeling heeft plaatsgehad zal het clementiebureau hiervan verslaglegging doen. Enkel het door het clementiebureau in dit verslag genoemde tijdstip waarop het eerste contact heeft plaatsgehad zal in ogenschouw worden genomen bij de vraag of een onderneming als eerste kennis heeft gegeven van een kartel. Indien het eerste contact schriftelijk heeft plaatsgehad, geldt het tijdstip waarop de NMa het desbetreffende document heeft ontvangen. Zie voorts noot 13. ^ [15]
  16. De Clementietoezegging wordt aangemerkt als een geen zelfstandig rechtsgevolg hebbende voorbereidingshandeling in de zin van artikel 6:3 van de Algemene wet bestuursrecht. ^ [16]
  17. Zie Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten, punt 38, Pb EU 2004, C 101. Van het netwerk van mededingingsautoriteiten (ECN) maken deel uit de Europese Commissie en de nationale mededingingsautoriteiten van de lidstaten. ^ [17]
  18. Verordening (EG) Nr. 1/2003 van de Raad van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag, Pb EG 2003, L 1/1. ^ [18]
  19. Zie noot 17. Zie voor de tekst van punten 37 tot en met 42 en 72 van deze Mededeling en de tekst van de Verklaring inzake de Mededeling van de Commissie betreffende de samenwerking binnen het netwerk van mededingingsautoriteiten: Bijlage II. De d-g NMa heeft deze verklaring op 18 maart 2004 ondertekend. ^ [19]
  20. Opgemerkt zij dat ten tijde van de ondertekening van de Clementietoezegging de overtreding niet is vastgesteld en dat op dat moment derhalve, niettegenstaande de aanduiding ‘overtreding’, sprake is van een vermoedelijke overtreding. ^ [20]
  21. Volledige medewerking is niet hetzelfde als de medewerking waartoe de onderneming wettelijk verplicht is. Bedoelde medewerking kan uitdrukkelijk verder gaan dan de wettelijk verplichte medewerking. De NMa zal van die mogelijkheid gebruik maken voor zover dit nodig is voor het onderzoek en dit ook overigens redelijk is. ^ [21]
  22. PB C 45 van 19.2.2002, blz. 3, punt 3 ^ [22]
  23. In deze mededeling wordt de term ‘clementieregeling’ gebruikt om alle regelingen aan te duiden (met inbegrip van de regeling van de Commissie) op grond waarvan hetzij volledige immuniteit wordt verleend hetzij een aanzienlijke vermindering van de geldboeten die anders zouden zijn opgelegd aan een karteldeelnemer, in ruil voor de vrijwillige verstrekking van inlichtingen over het kartel, voor of tijdens het stadium van het onderzoek van de zaak, voor zover aan bepaalde criteria wordt voldaan. De term slaat niet op strafverminderingen die om andere redenen worden verleend. De Commissie zal op haar website een lijst publiceren van autoriteiten die een clementieregeling toepassen. ^ [23]
  24. Zie hierboven de punten 8 tot 15 [van de Mededeling in Pb EU 2004, C 101]. ^ [24]
  25. Evenzo kan informatie die wordt verstrekt ter verkrijging van bijstand van de ontvangende autoriteit krachtens de artikelen 20 of 21 van de verordening van de Raad of ten einde een inspectie of andere onderzoeksmaatregel te laten uitvoeren krachtens artikel 22 van de verordening van de Raad, alleen worden gebruikt voor de toepassing van genoemde artikelen. ^ [25]
  26. Zie punt 17 [van de Mededeling in Pb EU 2004, C 101]. ^ [26]
  27. Zie punt 37 e.v. ^ [27]