Hoofdstuk 1. Inleiding
[Regeling vervallen per 02-12-2009]
De beleidsrichtlijn ‘Uitgangspunten en beleidsregels werkwijze CBP’ geeft inzicht
in de werkwijze van het College bescherming persoonsgegevens bij de uitvoering van
zijn taken en werkzaamheden.
Tot de werkzaamheden van het CBP behoren:
-
• wetgevingsadvisering;
-
• goedkeuring van gedragscodes;
-
• registratie van de verplichte meldingen van gegevensverwerkingen in het openbaar register;
-
• verklaringen omtrent de rechtmatigheid van specifieke gegevensverwerkingen (zogenaamde
voorafgaande onderzoeken);
-
• afhandeling van verzoeken om voorlichting;
-
• klachtenbehandeling en bemiddeling;
-
• advisering over doorgifte van persoonsgegevens naar derde landen;
-
• ambtshalve onderzoeken en het toepassen van sancties.
De werkzaamheden strekken zich uit over het gehele private en vrijwel het gehele publieke
domein, onder te verdelen in de volgende beleidsterreinen en maatschappelijke sectoren:
Daarnaast vervult het CBP een aantal internationale advies- en controletaken op deze
beleidsterreinen en is het deelnemer aan diverse internationale fora. Afhankelijk
van de zwaarte van de werkzaamheden wordt bij de intake het behandelniveau vastgesteld:
front offce, back office of college. Front office is bij uitstek de afdeling die de
algemene voorlichting verzorgt.
De uitgangspunten en beleidsregels die het CBP hanteert, worden in afzonderlijke hoofdstukken
per taak beschreven. De eerste versie van deze beleidsrichtlijn bevat hoofdstukken
over de volgende taken:
Het CBP voert – om het brede werkterrein van de bescherming van persoonsgegevens te
kunnen dienen – een selectiebeleid bij verzoeken om in het kader van de genoemde taken
op te treden. De selectiecriteria zijn in de afzonderlijke hoofdstukken te vinden.
Beleidsregels over de bevoegdheid om een boete op te leggen bij nietnaleving van de
meldingsplicht zijn reeds gepubliceerd (Regels voor de boetevaststelling, Stcrt. 2003, 123, p.27) en ongewijzigd in deze beleidsrichtlijn opgenomen. Uitgangspunten
en beleidsregels aangaande andere taken zullen in de komende periode aan deze publicatie
worden toegevoegd.
Ter verdere inleiding op de beschrijving van de uitgangspunten en beleidsregels per
taak in de volgende hoofdstukken volgt een globale schets van het beleid en de taakopvatting
van het CBP. Aan de orde komen het meerjarige beleidsplan, de jaarlijkse prioriteitenstelling,
de toezichtstrategie, de publieksvoorlichting en het publiciteitsbeleid.
De bescherming van persoonsgegevens maakt onderdeel uit van het recht op eerbiediging
van de persoonlijke levenssfeer of privacybescherming. De term privacy is in deze
beleidsrichtlijn steeds gerelateerd aan de bescherming van persoonsgegevens.
Toezichtstrategie
[Regeling vervallen per 02-12-2009]
De toezichtstrategie van het CBP berust op het eerdergenoemde viersporenbeleid met
aandacht voor zowel bewustwording, de praktijkgerichte uitwerking van wettelijke normen
en de mogelijkheden van technologie, als voor het daadwerkelijk handhaven van de normen.
Binnen dit beleid vindt sinds 2003 een geleidelijke accentverschuiving plaats naar
het spoor van de handhaving.
Door het streven naar en het zo mogelijk betrekken van een tweedelijnspositie wil
het CBP verantwoordelijkheden laten waar zij horen en stimuleren dat overheden, bedrijven
en andere organisaties zelf actief invulling geven aan de bescherming van persoonsgegevens.
Ook wil het CBP stimuleren dat burgers zoveel mogelijk zelf voor hun rechten opkomen.
Op deze wijze vervult het CBP de rol van metatoezichthouder die toezicht houdt op
een stelsel van gegevensbescherming waarin verschillende partijen een actief aandeel
hebben. Aanleiding voor het CBP om op te treden is er vooral als het stelsel niet
goed functioneert en bij nieuwe ontwikkelingen die nieuwe antwoorden vragen.
Het toezicht op de naleving van de wettelijke normen vindt plaats door middel van
controleonderzoeken. Dergelijke onderzoeken kunnen worden gestart naar aanleiding
van een klacht of andere signalen. Controleonderzoeken vinden ook systematisch plaats
op basis van vooraf vastgestelde beleidsdoelen en via de methode van steekproeven.
Publiciteitsbeleid
[Regeling vervallen per 02-12-2009]
Het juridisch kader voor het publiciteitsbeleid van het CBP wordt bepaald door de
geheimhoudingsregel van artikel 2:5 Algemene wet bestuursrecht en de verplichtingen van de Wet openbaarheid bestuur. Binnen dit juridische kader voert het CBP een beleid van een zo ruim mogelijke openbaarmaking
uit eigen beweging van zijn activiteiten.
Voor sommige activiteiten geldt een wettelijke verplichting tot openbaarmaking, zoals
de goedkeuring van gedragscodes en de aankondiging van zogenaamde voorafgaande onderzoeken.
Wetgevingsadviezen worden doorgaans openbaar gemaakt.
De resultaten van voorlichting, klachtenbehandeling en bemiddeling, ambtshalve onderzoek
en sanctieoplegging waarbij de omgang met persoonsgegevens door een private of publieke
organisatie wordt beoordeeld, worden – al dan niet in verkorte vorm – openbaar gemaakt
in alle gevallen waarin het CBP van mening is dat openbaarmaking het maatschappelijk
belang kan dienen. Wanneer het oordeel betrekking heeft op een overheidsinstelling,
wordt bekend gemaakt om welke instelling het gaat. Daarmee sluit het CBP aan bij het
publiciteitsbeleid van de Nationale Ombudsman die bij de bekendmaking van zijn oordelen
de naam van de betreffende overheidsinstelling noemt. Wel wordt acht geslagen op de
weigeringsgronden van de Wet openbaarheid bestuur. Wanneer het oordeel een private organisatie betreft, wordt een terughoudend beleid
gevoerd bij de bekendmaking van de naam van de organisatie en veelal een geanonimiseerd
oordeel gepubliceerd. Redenen om de naam van de private organisatie wel actief bekend
te maken zijn:
-
• bij derden is reeds bekend dat er een zaak over de organisatie is voorgelegd;
-
• er is sprake van een groot aantal klachten of belanghebbenden bij de onderzochte verwerking
van persoonsgegevens;
-
• de betrokken organisatie zelf publiciteit heeft gezocht over de (voorgenomen) verwerking
van persoonsgegevens.
Namen van burgers die om optreden van het CBP hebben gevraagd, worden zonder hun toestemming
niet openbaar gemaakt.
De openbaarmaking geschiedt in ieder geval door plaatsing van het (eventueel geanonimiseerde)
oordeel op de website, al dan niet vergezeld van een op publiciteit gerichte mededeling.
Op verzoek kan aan een ieder een uitdraai van mededelingen op de website worden verstrekt.