Achtergrond
[Regeling vervallen per 01-01-2014]
In het verleden was sprake van verschillende aanwijzingen en richtlijnen die zagen
op de feitgecodeerde afdoening van zaken. Gelet op de wens van het College van procureurs-generaal
dat aanwijzingen en andere beleidsregels strategisch beschouwd en – vooral ook – getoetst
moeten worden op de toepasbaarheid voor de professionals op de werkvloer (heldere
kaders, praktisch, toegankelijk, kort) is besloten tot het samenvoegen van de verschillende
aanwijzingen en richtlijnen tot een Aanwijzing feitgecodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen en een Richtlijn feitgecodeerde misdrijven en overtredingen. De Richtlijn dient te
worden aangepast vanwege het vervallen van de politietransactie (art. 74 Sr.) en OM-transactie ter zake van deze feiten.
Definitie feitgecodeerde zaken:
Alle zaken die met gebruikmaking van een feitcode zoals opgenomen in de Bijlage bij
de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (WAHV), de Bijlage bij het Besluit OM afdoeningen de bij deze richtlijn behorende Bijlage OM-feiten geautomatiseerd in de strafrechtketen
worden verwerkt.
Deze richtlijn omvat:
Het strafbeschikkings- en strafvorderingsbeleid van het OM inzake misdrijven en overtredingen
(bijlage Besluit OM-afdoening en de bijlage OM-feiten met tarieven), omvattende de volgende afdoeningsvormen:
de politiestrafbeschikking
de OM-strafbeschikking
a: de politiestrafbeschikking
De zaken ondergebracht in Bijlage I van het Besluit OM-afdoening, waarvoor de daartoe
aangewezen opsporingsambtenaar strafbeschikkingsbevoegdheid heeft, zijn te herkennen
aan een ‘p’ voor de feitcode. Bijvoorbeeld: p D 530, zich in kennelijke staat van
dronkenschap op de openbare weg bevinden. Het bijbehorende tarief wordt achter de
omschrijving vermeld. Deze zaken worden door middel van een strafbeschikking op grond
van artikel 257b Sv afgedaan. Meer informatie over de politiestrafbeschikking is te
vinden in de Aanwijzingfeitgecodeerde misdrijven, overtredingen en Muldergedragingen.
b: de OM-strafbeschikking
Ook de officier van justitie kan in zaken die binnen de scope van de OM-afdoening
vallen op grond van artikel 257a Sv een strafbeschikking uitvaardigen.
Het bij die feiten horende tarief wordt achter de omschrijving van het feit vermeld.
In het geval dat bij een feit geen tarief wordt vermeld, is mogelijk een specifieke
Richtlijn voor strafvordering van toepassing, dan wel kan vanwege bijzondere omstandigheden
van het geval geen tarief worden aangegeven en zal elke zaak afzonderlijk door het
OM moeten worden beoordeeld.
Wanneer geen sprake is van een of meer contra-indicatie(s), is het uitgangspunt dat
voor overtreding van dit feit een strafbeschikking wordt uitgevaardigd.