U bent nu hier: Wettenbank
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving
Zoals belastingen, uitkeringen en subsidies.
Officiële publicaties van de overheid.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Geraadpleegd op 09-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 01-01-2024 en zichtdatum 01-01-2024. Geldend van 04-07-2014 t/m heden
Inkomstenbelasting, middeling
De Staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
In dit besluit staat het beleid over middeling. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 17 januari 2012, nr. BLKB 2011/2384M en bevat een nieuwe goedkeuring voor het betrekken van het jaar van overlijden in het middelingstijdvak als dit jaar wat het inkomen betreft een piekjaar is (zie onderdeel 3).
In dit besluit staat het beleid ten aanzien van middeling. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 17 januari 2012, nr. BLKB 2011/2384M, waarin een goedkeuring is verleend voor een middelingstijdvak van acht jaren voor gemoedsbezwaarden. Hieronder staat de belangrijkste verandering ten opzichte van dat besluit:
– Onderdeel 3 is nieuw en bevat een goedkeuring voor het betrekken van het jaar van overlijden in het middelingstijdvak.
Ten aanzien van de goedkeuring van een middelingstijdvak van acht jaren voor gemoedsbezwaarden is de uitgebreide beschrijving van de voorgeschiedenis achterwege gelaten. Hiermee is geen beleidswijziging beoogd.
Het besluit van 17 januari 2012, nr. BLKB 2011/2384M is ingetrokken.
AWR: Algemene wet inzake rijksbelastingen
Voor de middelingsregeling (artikel 3.154 Wet IB 2001) geldt een middelingstijdvak van drie aaneengesloten gehele kalenderjaren. Op grond van hardheidsclausulebeleid is een uitzondering gemaakt voor de situatie waarin sprake is van de verplichte afkoop van de pensioenvervangende spaarrekening door een gemoedsbezwaarde. Voor de Belastingherziening 2001 was voor dergelijke afkoopsommen voorzien in een bijzonder (verlaagd) tarief. Met het vervallen van de verlaagde tarieven bij de Belastingherziening 2001, is ervoor gekozen het hardheidsclausulebeleid voort te zetten door een verlenging van het middelingstijdvak van drie jaar naar acht jaar. Gemoedsbezwaarden die na 1 juni 2004 de pensioengerechtigde leeftijd bereik(t)en, worden niet meer geconfronteerd met verplichte afkoop van hun pensioenvervangende regeling.
Goedkeuring
Op grond van de hardheidsclausule (artikel 63 AWR) keur ik goed dat voor een bepaalde groep gemoedsbezwaarden een middelingstijdvak van acht aaneengesloten kalenderjaren geldt. Aan de goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden.
a. De belastingplichtige is gemoedsbezwaarde.
b. De belastingplichtige heeft de pensioengerechtigde leeftijd bereikt tussen 31 december 2000 en 1 juni 2004.
c. De belastingplichtige is geconfronteerd met een verplichte afkoop van een pensioenvervangende spaarregeling. Het betreft een uitkering ineens.
d. De gemoedsbezwaarde die voor het middelingstijdvak van acht aaneengesloten kalenderjaren in aanmerking wenst te komen, moet de inspecteur daarom verzoeken.
e. De overige voorwaarden van artikel 3.154 van de Wet IB 2001 blijven van toepassing.
Het middelingstijdvak bestaat volgens artikel 3.154, eerste lid, Wet IB 2001 uit drie aaneengesloten gehele kalenderjaren waarin de belastingplichtige binnenlands belastingplichtige is geweest. Als een belastingplichtige als gevolg van overlijden niet het gehele kalenderjaar als belastingplichtige wordt aangemerkt, kan dat deeljaar geen onderdeel zijn van een middelingstijdvak. Het doel van middeling is om progressienadelen op te vangen in situaties waarin de hoogte van het inkomen in box 1 sterk schommelt. Door het uitsluiten van deeljaren in het middelingstijdvak heeft de wetgever kennelijk willen voorkomen dat middeling van toepassing wordt bij inkomensdalingen die worden veroorzaakt door het gedurende het kalenderjaar beginnen of eindigen van de binnenlandse belastingplicht.
In de praktijk doet het zich voor dat een belastingplichtige door overlijden niet het gehele jaar belastingplichtig is terwijl zijn inkomen in dat deeljaar juist hoger is dan de inkomens in de aan dat deeljaar voorafgaande kalenderjaren, bijvoorbeeld vanwege een gouden handdruk of de ontvangst van een uitkering die ziet op meerdere jaren, maar in één keer wordt uitbetaald. Zo'n deeljaar kan dan op grond van artikel 3.154 niet in een middelingstijdvak worden betrokken, ondanks het feit dat middeling juist voor dergelijke situaties is bedoeld. Dit acht ik ongewenst, voor zover de stijging van het belastbaar inkomen uit werk en woning niet wordt veroorzaakt door het overlijden van belastingplichtige, zoals bijvoorbeeld bij een nabetaling van postuum loon of stakingswinst het geval is.
Met toepassing van artikel 63 van de AWR (hardheidsclausule) keur ik goed dat voor de toepassing van middeling als bedoeld in artikel 3.154 van de Wet IB 2001, als geheel kalenderjaar mag worden aangemerkt, het kalenderjaar waarin slechts een deel van dat jaar binnenlandse belastingplicht bestond. Aan de goedkeuring verbind ik de volgende voorwaarden.
a. Het belastbare inkomen uit werk en woning dat in het deeljaar is genoten, is hoger dan de belastbare inkomens uit werk en woning van beide andere kalenderjaren die deel uitmaken van het middelingstijdvak.
b. De binnenlandse belastingplicht is geëindigd als gevolg van het overlijden van de belastingplichtige.
c. De oorzaak van het hogere belastbare inkomen uit werk en woning in het deeljaar, is niet gelegen in het overlijden van de belastingplichtige. Voor zover dit wel het geval is, kan dat deel van het belastbaar inkomen niet worden meegenomen in de middeling.
d. De nabestaande van de belastingplichtige, moet de inspecteur daarom verzoeken.
Het besluit van 17 januari 2012, nr. BLKB 2011/2384M is ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met de datum van het besluit.
Dit besluit wordt in de Staatscourant gepubliceerd.
Den Haag, 23 juni 2014
Staatssecretaris
T.W.M. Poolen
Lid van het managementteam Belastingdienst
Voor een permanente link naar de door u bekeken versie, inwerkinggetreden op , kopieer één van de onderstaande links of verfijn de link in de Linktool.
Met behulp van de Linktool van LiDO is het mogelijk om een bredere link of een meer gedetailleerde link te maken.
Ga naar de Linktool
Op linkeddata.overheid.nl zijn onderstaande relaties bekend.
Er is geen andere versie beschikbaar waarmee u de huidige geselecteerde versie, inwerkinggetreden op , kan vergelijken.
Selecteer een andere versie van de regeling waarmee u de huidige versie , inwerkinggetreden op , wilt vergelijken.
Vergelijken van "Inkomstenbelasting, middeling", inwerkinggetreden op , met versie die inwerking is getreden op .
Doordat er een grote regeling is gekozen kan de vergelijking enkele minuten duren.
U kunt kiezen voor het toevoegen van de wetstechnische informatie aan de tekst.
U kunt kiezen in welk formaat de tekst geëxporteerd wordt.
U kunt de tekst inclusief afbeeldingen exporteren. De afbeeldingen worden dan met de tekst in een .zip-bestand geleverd
Via deze link kunt u meer informatie krijgen over de Europese richtlijn of verordening waarnaar in de tekst van de regeling verwezen wordt, inclusief de tekst daarvan. U wordt hiervoor doorgeleid naar EUR-LEX, de online databank van de Europese Unie waarin de Europese wetgeving is opgenomen.