Besluit vergunning instantloterij 2015/2016

[Regeling materieel uitgewerkt per 31-12-2018.]
Geraadpleegd op 18-12-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 12-06-2015.
Geldend van 13-05-2015 t/m 07-04-2016

Besluit van de raad van bestuur van de kansspelautoriteit van 25 november 2014, kenmerk 8786, inzake verlening van een vergunning tot het organiseren van een instantloterij

Op grond van de artikelen 14a en 14b van de Wet op de kansspelen (hierna: de wet) verleent de raad van bestuur van de kansspelautoriteit (hierna: de Kansspelautoriteit) aan de Stichting de Nationale Sporttotalisator, gevestigd te Rijswijk met KvK-nummer 41151075 (hierna: de vergunninghouder), een vergunning voor de periode van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2016.

Aan deze vergunning zijn de volgende voorschriften verbonden. De vergunninghouder is verantwoordelijk voor de naleving ervan, zowel door hemzelf als door degenen die hij bij het organiseren van de kansspelen inschakelt, hetzij direct, hetzij indirect.

A. Bestuursstructuur

  • A.1 De vergunninghouder is verplicht de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als niet langer wordt voldaan aan de volgende voorwaarde:

    • de vergunninghouder ontplooit zijn activiteiten met inachtneming van de statuten d.d. 12 maart 2013.

  • A.2 De vergunninghouder is verplicht het onder deze vergunning vergunde kansspel aan te bieden met inachtneming van het deelnemersreglement Instantloterij, d.d. 1 juni 2015. Gebruik van andere reglementen is uitsluitend toegestaan na voorafgaande schriftelijke toestemming van de Kansspelautoriteit.

  • A.3 De Kansspelautoriteit kan in uitzonderlijke gevallen en na voorafgaand overleg met de vergunninghouder, de vergunninghouder aanwijzingen geven met betrekking tot de reglementen. De vergunninghouder is verplicht deze aanwijzingen op te volgen.

B. Aangeboden kansspelen

  • B.1 De vergunninghouder mag onder deze vergunning uitsluitend instantloterijen aanbieden in de zin van artikel 14a, tweede lid, van de wet, in de vorm van gedrukte fysieke instantloten.

  • B.2 De vergunninghouder mag ten hoogste 120 miljoen instantloten per kalenderjaar verkopen.

  • B.3 De vergunninghouder mag de gedrukte fysieke instantloten verkopen uitsluitend tegen de op het gedrukte fysieke instantlot vermelde nominale waarde die niet hoger mag zijn dan 30 euro per gedrukt fysiek instantlot.

  • B.4 De vergunninghouder mag de gedrukte fysieke instantloten uitsluitend verkopen:

    • via fysieke verkooppunten; hiervoor mogen geen inrichtingen worden gebruikt waar activiteiten worden ontplooid die in belangrijke mate zijn gericht op personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (hierna: minderjarigen);

    • via schriftelijke of elektronische bestellingen;

    • via verkoop van een gehele serie gedrukte fysieke instantloten aan één enkele derde die de gedrukte fysieke instantloten daarna gratis uitgeeft.

C. Afdracht

  • C.1 De vergunninghouder is verplicht om, gerekend over een kalenderjaar, ten minste de nominale waarde van alle verkochte gedrukte fysieke instantloten, verminderd met de uitbetaalde prijzen en de gemaakte kosten, af te dragen.

  • C.2 De vergunninghouder mag uitsluitend afdragen volgens de volgende verdeelsleutel aan de volgende begunstigden:

    • 72,46% van de afdracht aan de Vereniging Nederlands Olympisch Comité*Nederlandse Sport Federatie, gevestigd te Arnhem met KvK-nummer 09059703; en

    • 27,54% van de afdracht aan Stichting Aanwending Loterijgelden Nederland, gevestigd te Den Haag met KvK-nummer 41150537.

  • C.3 De vergunninghouder is verplicht de afdracht uiterlijk drie maanden na afloop van elk kalenderjaar te doen plaatsvinden.

  • C.4 De vergunninghouder mag uitsluitend de kosten maken die rechtstreeks verband houden met het organiseren van de kansspelen waarvoor deze vergunning is verleend en die gerekend kunnen worden tot de normale bedrijfskosten. Om deze kosten te beperken is de vergunninghouder verplicht de onder de vergunning georganiseerde kansspelen op doelmatige en doeltreffende wijze te exploiteren.

D. Bescherming van consumenten

  • D.1 De vergunninghouder mag geen personen die de leeftijd van achttien jaar nog niet hebben bereikt (hierna: minderjarigen) als deelnemer toelaten. Als een minderjarige een prijs wint, mag de vergunninghouder deze prijs niet uitkeren.

  • D.2 De vergunninghouder is verplicht deze vergunning en zijn statuten en reglementen via zijn website openbaar te maken en desgevraagd ter beschikking van de deelnemers te stellen.

  • D.3 De vergunninghouder is verplicht de speler duidelijk, volledig, en op niet tot misvatting aanleiding gevende wijze te informeren over de rechten en plichten die samenhangen met deelname aan de instantloterij. Verder dient op gedrukte fysieke instantloten de uiterste datum waarop een eventuele prijs nog opgeëist kan worden duidelijk vermeld te worden.

  • D.4 De vergunninghouder is verplicht gedrukte fysieke instantloten te gebruiken van een zodanige kwaliteit dat fraude en misbruik redelijkerwijs worden uitgesloten.

  • D.5 De vergunninghouder is verplicht prijzen (eventueel na inhouding van kansspelbelasting) zo spoedig mogelijk aan de winnaars uit te keren, en hiervoor voldoende financiële middelen ter beschikking te houden. Voor de toepassing van artikel 38 van de wet ontstaan aanspraken, voortvloeiende uit de deelneming aan een instantloterij, op de dag waarop aanvang wordt gemaakt met de uitgifte van de deelnemingsbewijzen van de betreffende instantloterij.

  • D.6 De vergunninghouder is verplicht om, gerekend over een kalenderjaar, minimaal 47,5% van de totale inzetten van de instantloterijen als prijzen aan de spelers uit te keren.

E. Toezicht en controle

  • E.1 De vergunninghouder is verplicht de kwaliteit van de vergunde kansspelen te handhaven en te waarborgen, zowel qua product als qua proces als qua organisatie, met name met het oog op het voorkomen van alle situaties die het vertrouwen van de consument in de vergunde kansspelen kunnen schaden (hierna: incidenten). De vergunninghouder is in ieder geval verplicht:

    • te beschikken over procedures en maatregelen met betrekking tot de omgang met, en de vaststelling van, incidenten;

    • de Kansspelautoriteit onmiddellijk te informeren als zich een incident voordoet;

    • naar aanleiding van een incident maatregelen te nemen die zijn gericht op het beheersen van de opgetreden risico’s en het voorkomen van herhaling.

  • E.2 De vergunninghouder is verplicht een afzonderlijke, overzichtelijke en doelmatige administratie te voeren van de instantloterijen waarvoor deze vergunning is verleend. Deze dient onderscheid te maken tussen de afzonderlijke series. De Kansspelautoriteit kan aanwijzingen geven met betrekking tot de inrichting van deze administratie.

  • E.3 De vergunninghouder is verplicht erop toe te zien dat zijn verkooppunten niet handelen in strijd met artikel 14d, eerste lid (aanbieden instantloterij aan minderjarigen), van de wet. De vergunninghouder is verplicht om hiertoe een onafhankelijke instelling een plan tot controle van de verkooppunten te laten opstellen en uitvoeren. Het plan en de onafhankelijke instelling behoeven voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Kansspelautoriteit.

  • E.4 De vergunninghouder is verplicht om de mechanische, elektrische en elektronische processen die gebruikt worden bij de deelneming, prijsbepaling en vaststelling van de winnaars te onderwerpen aan:

    • voorafgaande goedkeuring door een keuringsinstelling; deze goedkeuring heeft in elk geval betrekking op de productspecificaties van elke serie;

    • periodieke controle door een keuringsinstelling en EDP-auditor; deze controle heeft in elk geval betrekking op de conformiteit van elke serie met de productspecificaties.

    De keuze voor een bepaalde keuringsinstelling of EDP-auditor behoeft voorafgaande schriftelijke goedkeuring door de Kansspelautoriteit.

  • E.5 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar de beiden rapportages met betrekking tot de bovengenoemde controle van de verkooppunten en de bovengenoemde goedkeuring en periodieke controle integraal aan de Kansspelautoriteit te zenden.

F. Rapportage en verslaglegging

  • F.1 De vergunninghouder is verplicht binnen een maand na afloop van elk kwartaal een verslag aan de Kansspelautoriteit te zenden betreffende het financiële verloop en andere door de Kansspelautoriteit noodzakelijk geachte gegevens.

  • F.2 De vergunninghouder is verplicht een jaarrekening en een jaarverslag op te stellen die voldoen aan de eisen gesteld in Boek 2, Titel 9, van het Burgerlijk Wetboek.

  • F.3 De kwartaalrapportages, de jaarrekening en het jaarverslag moeten voldoen aan het ‘Rapportagevoorschrift inzake kwartaalrapportages, jaarverslag en jaarrekening versie 1’.

  • F.4 De vergunninghouder is verplicht de jaarrekening en het jaarverslag vergezeld te doen gaan van een onderzoeksverslag omtrent de naleving van de vergunningsvoorschriften en een verklaring zoals bedoeld in artikel 393, vierde en vijfde lid, boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, omtrent de getrouwheid van de jaarrekening en het jaarverslag, opgesteld door een accountant die op basis van artikel 36 van de Wet op het accountantsberoep is ingeschreven in het accountantsregister.

  • F.5 De vergunninghouder is verplicht binnen vier maanden na afloop van elk kalenderjaar het jaarverslag, de jaarrekening, de door een accountant opgestelde verklaring alsmede het accountantsverslag waarin wordt gerapporteerd over de naleving van de vergunningsvoorschriften aan de Kansspelautoriteit te zenden.

De raad van bestuur van de kansspelautoriteit,

J.J.H. Suyver

Voorzitter