Verhoging van de salarisbedragen
In het Uitvoeringsakkoord is afgesproken de verlaging van de werkgeverspremie van
de pensioenen vanwege het Pensioenakkoord Pensioenkamer Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid
van 13 november 2014, in te zetten voor een salarisverhoging met ingang van 1 januari
2015. Daarnaast is afgesproken dat de vrijval van de werkgeverspremies vanwege het
beperken van de pensioenopbouw tot een inkomen van € 100.000 aan de salarisbedragen
wordt toegevoegd naar de mate waarin de vrijval daar optreedt.
Ter invulling van deze afspraak wordt het jaarinkomen (voltijd, inclusief vakantie-uitkering
en eindejaarsuitkering) tot en met € 100.000 verhoogd met 0,8% en wordt het gedeelte
van het jaarinkomen boven de € 100.000 in verband met de vrijval van de werkgeverspremies
verhoogd met het betreffende premiepercentage (13,405%).
Dit leidt ertoe dat de bestaande salarisbedragen van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke Rijksambtenaren 1984 (BBRA) tot het maximum van schaal 16 (ofwel tot en met salarisregel 52) worden verhoogd
met 0,8%. Voor de salarisbedragen vanaf het maximum van schaal 16 geldt een gedifferentieerde
verhoging. Het overzicht van de salarisbedragen met ingang van 1 januari 2015 is onderdeel
van het Uitvoeringsakkoord .
Aanpassing van toelagen en vergoedingen
Toelagen die zijn toegekend met toepassing van het BBRA dienen in het algemeen in verband met de algemene salarisverhoging te worden aangepast.
Voor de salarisbedragen tot het maximum van schaal 16 betreft dit 0,8% en voor de
salarisbedragen vanaf het maximum van schaal 16 de bij de betreffende salarisregel
behorende gedifferentieerde verhoging.
Veelal vindt de verhoging automatisch plaats doordat de toelagen gerelateerd zijn
aan de (verhoogde) salarisbedragen, bijvoorbeeld de overwerkvergoeding, de toelage
onregelmatige dienst en de incidentele toelagen op basis van artikel 22a BBRA die als percentage van het maandsalaris zijn uitgedrukt.
Automatische aanpassing vindt niet plaats bij nominale toelagen, zoals bij nominale
toelagen op basis van artikel 22a BBRA of een vastgestelde stimuleringspremie. Indien toelagen wel in aanmerking komen voor
aanpassing met de algemene salarisherziening, bijvoorbeeld omdat het nominale bedrag
is afgeleid van een salarisbedrag of dit is afgesproken bij de toekenning, dan dient
het bevoegd gezag daartoe opdracht te geven aan P-Direkt. Zonder opdracht tot het
verhogen van nominale toelagen laat P-Direkt de nominale toelagen ongewijzigd.
Ten slotte zijn er toelagen die geen aanpassing behoren te ondergaan, bijvoorbeeld
op grond van hun aard of op grond van gemaakte afspraken bij de toekenning, en dus
ongewijzigd blijven. Het is aan het bevoegd gezag om dit te beoordelen.
Aanpassing diverse bedragen
In verband met de algemene salarisverhoging worden de volgende bedragen met ingang
van 1 januari 2015 aangepast:
Toelagen
|
was
|
wordt
|
Minimale vakantie-uitkering (artikel 21 BBRA)
|
€ 156,73
|
€ 157,98
|
Bedragen bedrijfshulpverlening (artikel 58a ARAR)
|
€ 220,00
€ 440,00
€ 660,00
€ 360,00
€ 440,00
€ 525,00
|
€ 221,76
€ 443,52
€ 665,28
€ 362,88
€ 443,52
€ 529,20
|
Vaste toelage onregelmatige dienst (artikel 7 van het Besluit personenchauffeurs Rijksdienst)
|
€ 151,23
|
€ 152,44
|
Stagevergoeding (Circulaire Beleid rechtspositie stagiair en modelstageovereenkomsten)
|
€ 550,00
€ 400,00
|
€ 554,00
€ 403,00
|
Vergoeding privé-ruimte (artikel 7 van de Raamregeling Telewerken)
|
€ 71,66
|
€ 72,23
|
Uitbetaling
De genoemde inkomensmaatregelen worden door P-Direkt in juni in het salarissysteem
verwerkt.
Doorwerking naar uitkeringen
De salarisverhoging heeft een algemeen karakter en werkt daarom vanaf 1 januari 2015
door naar alle ontslaggebonden uitkeringen, zoals de uitkeringen op basis van het
Besluit bovenwettelijke uitkeringen bij werkloosheid voor de sector Rijk en de wachtgelden op basis van het Rijkswachtgeldbesluit 1959. Met Loyalis Maatwerkadministraties (de uitvoerder van de regelingen) vindt overleg
plaats over de precieze uitvoering van de aan te passen uitkeringen.
Doorwerking naar pensioenen
Partijen hebben afgesproken dat de salarisverhoging van 1 januari 2015 pensioengevend
is. Het pensioengevend inkomen wordt volgens de zogenoemde “peildatumsystematiek”
berekend op basis van het vaste inkomen, zoals dat op 1 januari van elk kalenderjaar
bekend is, verhoogd met de variabele pensioengevende inkomensbestanddelen van het
voorgaande jaar. Het is vanwege de peildatumsystematiek niet mogelijk het pensioengevend
inkomen met terugwerkende kracht te wijzigen. De verhoging van het salaris in verband
met de wijziging van de salarisbedragen wordt daarom pas pensioengevend in 2016. Om
de verhoging over 2015 ook te laten meetellen wordt berekend wat het ABP-jaarinkomen
zou zijn geweest als de salarisverhoging per 1 januari 2015 was doorgevoerd. Het verschil
tussen het daadwerkelijke ABP-jaarinkomen 2015 en het herberekende jaarinkomen 2015
wordt als variabel inkomensbestanddeel toegevoegd aan het ABP-jaarinkomen2016, zodat
daarover in 2016 opbouw en afdracht plaatsvindt.
Ik verzoek u met de inhoud van deze circulaire rekening te houden en daaraan voor
zover nodig uitvoering te geven.