Bijlage 2. – Uitgebreid overzicht van de direct en indirect relevante wet- en regelgeving
Deze bijlage geeft een overzicht van de relevante wettelijke bepalingen met betrekking
tot de bewaking en beveiliging van personen, objecten en diensten.
Politiewet 2012: artikelen 1, 3, 4, 11, 12, 14, 15, 16, 17, 42, 43, en 56-64.
De taak om te bewaken en te beveiligen maakt onderdeel uit van de politietaak om zorg
te dragen voor de daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde (artikel 3 van de Politiewet 2012). De daadwerkelijke handhaving valt uiteen in openbare orde handhaving en strafrechtelijke
handhaving. Artikel 1, lid 2 van de Politiewet 2012 stelt dat ‘in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder strafrechtelijke
handhaving van de rechtsorde mede verstaan: het waken voor de veiligheid van personen’.
Gemeentewet:
artikel 172.
Op basis van de Gemeentewet, artikel 172, is de burgemeester belast met de handhaving van de openbare orde. Hij bedient zich
daarbij van de onder zijn gezag staande politie.
Wet en Besluit politiegegevens
De Wet politiegegevens regelt de verwerking en verspreiding van politiegegevens met het oog op de uitvoering
van de politietaak. Artikel 4:4 van het Besluit politiegegevens regelt dat politiegegevens desgevraagd verstrekt worden aan de ministers van Veiligheid
en Justitie en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, ten behoeve van het verrichten
van dreigings- en risico-evaluaties en het vaststellen van bewakings- en beveiligingsopdrachten
en adviezen met het oog op het bewaken en beveiligen van personen, objecten en diensten.
Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002:
artikelen 6, tweede lid, sub e, 6a, 7, tweede lid, sub f, 7a, 13, 36 en 62.
Op basis van artikel 6, lid 2, sub e van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten kan de AIVD op verzoek van de ministers van BZK en Veiligheid en Justitie gezamenlijk
dreigings- en risicoanalyses vervaardigen ten behoeve van de beveiliging van personen
in het rijksdomein en de bewaking en beveiliging van objecten en diensten in het rijksdomein.
Bij dreigings- en risicoanalyses wordt behalve naar de concrete dreiging ook naar
de potentiële dreiging gekeken.
De MIVD kan op basis van artikel 7, lid 2, sub f ook dreigingsanalyses opstellen. Het opstellen van risicoanalyses is een taak voorbehouden
aan de AIVD.
Ambtsinstructie voor de politie, de Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar: artikel 8.
In de ambtsinstructie is de geweldstoepassing voor de politie, de Koninklijke Marechaussee
en de buitengewoon opsporingsambtenaar nader geregeld.
Wet op de rechterlijke organisatie: artikel 127.
Op grond van artikel 127 van de Wet op de rechterlijke organisatie kan de Minister van Veiligheid en Justitie algemene en bijzondere aanwijzingen geven
betreffende de uitoefening van de taken en bevoegdheden van het Openbaar Ministerie.
Regeling beheer politie: artikelen 11d, 15c en 17d.
Op basis van de regeling beheer politie dienen regionale eenheden zelfstandig of samen te beschikken over onderdelen die werkzaamheden
verrichten op het terrein van bewaken en beveiligen van personen, objecten en diensten
(zoals mobiele eenheden en arrestatie- en ondersteuningseenheden).
Wetboek van Strafvordering: artikelen 226g t/m 226k.
Zoals vastgesteld bij de Wet tot wijziging van het Wetboek van Strafrecht en het Wetboek
van Strafvordering met betrekking tot verklaringen van getuigen die in ruil voor een
toezegging van het Openbaar Ministerie zijn afgelegd (toezeggingen aan getuigen in
strafzaken) Kamerstukken 26 294 en 28017, Staatsblad 2005, 254 en 255;
Convenant van 17 mei 2013 tussen de ministers van Veiligheid en Justitie, en Defensie:
Volledige naam; ‘Convenant tussen de minister van Veiligheid en Justitie en de minister
van Defensie inzake de inzet van de Koninklijke marechaussee ten behoeve van persoonsbeveiligingstaken
in het buitenland’.