Besluit van 23 december 2015 tot wijziging van enige uitvoeringsbesluiten op het gebied
van belastingen en toeslagen
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 23 november 2015, nr. IZV/2015/984;
Gelet op de artikelen 3.54, 3.127, 4.21, 4.25, 6.1, 7.6 en 10.8 van de Wet inkomstenbelasting 2001, de artikelen 18g, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964, artikel 75 van de Successiewet 1956, artikel 15 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, de artikelen 9 en 11 van de Wet op de omzetbelasting 1968, artikel 15 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, de artikelen 23a en 71 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994, de artikelen 28, 29 en 32 van de Wet op de verbruiksbelasting van alcoholvrije dranken, de artikelen 44, 45, 60, 64, 70, 70a en 93 van de Wet belastingen op milieugrondslag, artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 38 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 38a van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen en artikel 11 van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen;
De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 11 december 2015,
nr. W06.15.0414/III);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18 december 2015,
nr. DB/2015/458;
Hebben goedgevonden en verstaan: