Eerste titel. Van zeeschepen
-
2 Ingeval een schip eigendom is van een natuurlijke persoon die tevens kapitein is van
dat schip is dat schip een Nederlands schip indien wordt voldaan aan het eerste lid,
onderdeel a, onder 1° of onder 4° en onderdeel b, en er in Nederland aan de wal een
vertegenwoordiger van die eigenaar is die bij voortduring bereikbaar is en beschikt
over bevoegdheden om onverwijld te kunnen handelen in situaties waarin dat geboden
is.
-
3 Ingeval de eigenaar de verantwoordelijkheid voor het beheer van zijn schip overdraagt
aan een vennootschap als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, of onder
4°, en het beheer van dat schip voor rekening van de eigenaar geschiedt, is dat schip
een Nederlands schip indien die vennootschap voldoet aan de vereisten, bedoeld in
het eerste lid, onderdelen b tot en met d. De eigenaar behoeft in dat geval niet te
voldoen aan het eerste lid, onderdelen b tot en met d. Indien de eigenaar niet voldoet
aan het eerste lid, onderdeel b, kiest hij woonplaats ten kantore van de vestiging
in Nederland van de vennootschap waaraan het beheer is overgedragen.
-
4 Een schip dat uitsluitend anders dan in de uitoefening van een beroep of bedrijf wordt
gebruikt, is een Nederlands schip indien wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel
a, onder 1°, onder 3° of onder 4° en er in Nederland aan de wal een natuurlijk persoon
is met voldoende volmacht van de eigenaar om onverwijld te kunnen handelen in situaties
waarin dat geboden is.
-
1 Door of namens Onze Minister van Verkeer en Waterstaat wordt ten behoeve van de teboekstelling,
bedoeld in artikel 194 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek, op verzoek van de reder aan deze een verklaring afgegeven, dat met betrekking tot
zijn schip wordt voldaan aan de in artikel 311 genoemde vereisten. Indien met betrekking tot een schip niet langer wordt voldaan
aan de in artikel 311 genoemde vereisten wordt deze verklaring door Onze Minister
van Verkeer en Waterstaat ingetrokken. Van deze intrekking wordt, nadat de beroepstermijn
is verstreken of, indien beroep is ingesteld, op het beroep is beslist, onverwijld
mededeling gedaan aan de in artikel 6 van de Kadasterwet bedoelde bewaarder van het kadaster en de openbare registers van het kantoor waar
het schip te boek staat.
-
2 Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld betreffende de schriftelijke
bewijsstukken en andere gegevens die de reder bij de aanvraag van de verklaring, bedoeld
in het eerste lid, dient te verstrekken, alsmede betreffende het toezicht op het voldoen
aan de in artikel 311 genoemde vereisten.
Een schip, dat hier te lande is of wordt gebouwd, wordt als een Nederlandsch schip
beschouwd, totdat de bouwer het heeft opgeleverd aan hem, voor wiens rekening het
is of wordt gebouwd, of wel het voor eigen rekening in de vaart heeft gebracht.
Artikel 313
[Vervallen per 19-07-2006]
Artikel 314
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 315
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 316
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 317
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318a
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318b
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318c
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318d
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318e
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318f
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318g
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318h
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318i
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318j
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318k
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318l
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318m
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318n
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318o
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318p
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318q
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318r
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318s
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318t
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318u
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 318v
[Vervallen per 01-05-1993]
Artikel 319a
[Vervallen per 01-04-1991]
De bepalingen van de artikelen 311 en 312 zijn niet van toepassing op schepen, aan het Rijk of eenig openbaar lichaam toebehoorende,
welke tot den openbaren dienst zijn bestemd.
Derde titel. Van den kapitein
Onder opvarenden worden in dezen titel verstaan allen, die zich aan boord bevinden,
buiten den kapitein.
Artikel 341a
[Vervallen per 01-04-1998]
Artikel 341b
[Vervallen per 01-02-2002]
De kapitein is verplicht met zoodanige bekwaamheid en nauwgezetheid en met zoodanig
beleid te handelen als voor eene behoorlijke vervulling zijner taak noodig is.
-
1 De kapitein is verplicht de gebruikelijke regels en de bestaande voorschriften ter
verzekering van de zeewaardigheid en de veiligheid van het schip, van de veiligheid
der opvarenden en der zaken aan boord, met nauwgezetheid op te volgen.
De kapitein is verplicht overal waar de wet, de gewoonte of de voorzichtigheid dit
gebiedt, zich van een loods te bedienen.
De kapitein mag gedurende de vaart of bij dreigend gevaar het schip niet verlaten,
tenzij zijne afwezigheid volstrekt noodzakelijk is of de zorg voor lijfsbehoud hem
daartoe dwingt.
Artikel 346
[Vervallen per 20-08-2013]
-
1 De kapitein moet aan boord voorzien zijn van:
den zeebrief, den meetbrief en een uittreksel uit de registratie voor schepen als
bedoeld in artikel 101, eerste lid, van de Kadasterwet vermeldende tenminste de gegevens, bedoeld in artikel 85, tweede lid, onder a, c, d, e, f, g en j, van die wet, alsmede de gegevens omtrent niet doorgehaalde voorlopige aantekeningen, met dien
verstande dat, ingeval dat uittreksel meer dan één dag vóór die van het laatste vertrek
van het schip uit een Nederlandse haven is afgegeven, op dat uittreksel een verklaring
van de bewaarder van het kadaster en de openbare registers moet voorkomen dat sedert
de afgifte de op dat uittreksel vermelde gegevens blijkens de stukken, ingeschreven
in de desbetreffende openbare registers tot op de dag vóór die van het vertrek, geen
wijziging hebben ondergaan;
het manifest der lading, de charter-partij en de cognossementen, dan wel afschriften
van die stukken;
de Nederlandsche wetten en reglementen op de reis van toepassing, en alle verdere
noodige papieren.
-
1 De kapitein zorgt, dat aan boord een scheepsdagboek (dagregister of journaal) wordt gehouden, waarin alles van eenig belang, dat op de reis voorvalt, nauwkeurig
wordt opgeteekend.
-
2 De kapitein van een schip, dat door mechanische kracht wordt voortbewogen, zorgt bovendien,
dat door een lid van het machinekamer-personeel een machine-dagboek wordt gehouden.
-
2 De dagboeken worden, zo mogelijk, dagelijks bijgehouden, gedagtekend en door de kapitein
en de zeevarende, die hij met het houden van het boek heeft belast, ondertekend.
De kapitein, de eigenaar en de rompbevrachter zijn verplicht aan belanghebbenden op
hunne aanvrage inzage en, tegen betaling van de kosten, afschrift van de dagboeken
te geven.
Wanneer de kapitein zich in zaken van aanbelang met leden van de bemanning heeft beraden,
wordt van de hem gegeven adviezen in het scheepsdagboek melding gemaakt.
Artikel 352
[Vervallen per 01-05-1990]
-
2 Indien het schip of de zaken aan boord schade hebben geleden of eenig buitengewoon
voorval heeft plaats gehad, is de kapitein verplicht binnen 48 uren na aankomst, in
de plaats van aankomst of in een nabijgelegen plaats althans eene voorloopige verklaring
te doen opmaken. Eene voorloopige verklaring moet binnen acht dagen door eene volledige
verklaring worden gevolgd.
-
3 De kapitein heeft zich te wenden in het Koninkrijk buiten Europa tot het bevoegde
gezag en buiten het Koninkrijk tot den Nederlandschen consulairen ambtenaar of, bij
ontstentenis van zoodanigen ambtenaar, tot het bevoegde gezag.
-
1 Bij het berekenen van de in artikel 353 genoemde wettelijke termijn tellen de Zondag en de daarmede gelijkgestelde dagen
en, in het buitenland, de aldaar algemeen erkende wettelijke feestdagen niet mede.
De door den kapitein aan te wijzen zeevarenden zijn verplicht bij het opmaken van
de scheepsverklaring hunne medewerking te verleenen door van hunne bevinding verklaring
af te leggen.
De beoordeeling van de bewijskracht van scheepsdagboeken en scheepsverklaringen, ten
aanzien van de daarin vermelde voorvallen der reis, is voor ieder geval aan den rechter
overgelaten.
De kapitein is bevoegd, indien dit tot behoud van schip of lading noodzakelijk is,
scheepstoebehooren en bestanddeelen van de lading zoowel over boord te werpen als
te verbruiken.
De kapitein is in geval van nood gedurende de reis bevoegd, levensmiddelen, welke
in het bezit zijn van opvarenden of tot de lading behooren, tegen schadevergoeding
tot zich te nemen, ten einde die te verbruiken in het belang van allen die zich aan
boord bevinden.
-
1 De kapitein is verplicht aan personen, die in gevaar verkeeren, en in het bijzonder,
als zijn schip bij eene aanvaring betrokken is geweest, aan de andere daarbij betrokken
schepen en de personen, die zich aan boord dier schepen bevinden, de hulp te verleenen,
waartoe hij bij machte is, zonder zijn eigen schip en de opvarenden daarvan aan ernstig
gevaar bloot te stellen.
-
2 Hij is bovendien verplicht, voor zooverre hem dit mogelijk is, aan de andere bij de
aanvaring betrokken schepen op te geven den naam van zijn schip, van de haven waar
het thuis behoort en van de havens van waar het komt en waarheen het bestemd is.
-
1 De kapitein van een Nederlandsch, naar Nederland bestemd schip, in eene buitenlandsche
haven vertoevend, is verplicht, zich daar bevindende, hulpbehoevende Nederlandsche
zeelieden, voorzoover aan boord voor hen plaats is, op verlangen van den Nederlandschen
consulairen ambtenaar of, waar deze ontbreekt, van de plaatselijke overheid, naar
Nederland over te brengen.
De kapitein heeft de zorg voor alles wat met het beladen en het lossen van het schip
in verband staat, voor zooverre niet andere personen daarmee zijn belast.
Artikel 360
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 361
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 362
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 363
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 364
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 365
[Vervallen per 01-04-1991]
Artikel 366
[Vervallen per 01-04-1991]
De kapitein, vernemende dat de vlag, waaronder hij vaart, onvrij is geworden, is verplicht
in de meest in de nabijheid gelegen onzijdige haven binnen te loopen en aldaar te
blijven liggen, totdat hij op veilige wijze kan vertrekken of van hem die daartoe
bevoegd is stellige orders om te vertrekken heeft ontvangen.
Indien den kapitein blijkt, dat de haven, waarheen het schip is bestemd, wordt geblokkeerd,
is hij verplicht in de meest geschikte in de nabijheid gelegen haven binnen te loopen.
Artikel 369
[Vervallen per 01-04-1991]
De kapitein mag van den koers, welken hij moet volgen, afwijken ter redding van menschenlevens.
Artikel 371
[Vervallen per 01-04-1991]
Indien gedurende de reis iemand aan boord wordt ontdekt, die niet in het bezit is
van een geldig reisbiljet en niet bereid of niet in staat is op eerste aanmaning van
den kapitein vracht te betalen, heeft deze het recht hem aan boord werk te laten verrichten,
waartoe hij in staat is, en hem bij de eerste gelegenheid die zich voordoet van boord
te verwijderen.
Noch de kapitein, noch een opvarende mag voor eigen rekening goederen in het schip
vervoeren, tenzij krachtens overeenkomst met of verlof van de eigenaar en, indien
het schip is vervracht, ook van den bevrachter.
Artikel 373
[Vervallen per 01-04-1991]
-
2 Aan boord moeten aanwezig zijn een uittreksel uit de registratie voor schepen als
bedoeld in artikel 101, eerste lid, van de Kadasterwet vermeldende tenminste de gegevens, bedoeld in artikel 85, tweede lid, onder a, c, d, e, f, g en j, van die wet, alsmede de gegevens omtrent niet doorgehaalde voorlopige aantekeningen, welk uittreksel
op een zodanig tijdstip moet zijn afgegeven door de bewaarder van het kadaster en
de openbare registers dat de daarin vermelde gegevens overeenstemmen met die welke
in de registratie voor schepen ten aanzien van het betrokken schip staan vermeld ten
tijde van het uitvaren van dat schip, en de wetten en reglementen op deze schepen
van toepassing.
Artikel 375
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 376
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 377
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 378
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 379
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 380
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 381
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 382
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 383
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 384
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 385
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 386
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 387
[Vervallen per 20-08-2013]
Na afloop van eene reis is de kapitein verplicht de scheepspapieren aan de werkgever
af te geven tegen ontvangstbewijs.
Artikel 389
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 390
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 391
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 392
[Vervallen per 20-08-2013]
Artikel 392a
[Vervallen per 20-08-2013]