Artikel 1
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
5 Een commissie van onderzoek kan geen der bevoegdheden, haar bij deze wet verleend,
uitoefenen, indien niet ten minste drie harer leden of als zodanig optredende plaatsvervangende
leden tegenwoordig zijn.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Artikel 3
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Vanaf het tijdstip van de eerste bekendmaking zijn alle Nederlanders, alle ingezetenen
en andere binnen het grondgebied van het Rijk verblijfhoudende personen, benevens
alle binnen het grondgebied van het Rijk gevestigde rechtspersonen verplicht te voldoen
aan de vordering van de commissie tot het verschaffen van inzage in, het nemen van
afschrift van of het anderszins laten kennisnemen van alle bescheiden waarover zij
beschikken en waarvan naar het redelijk oordeel van de commissie inzage, afschrift
of kennisneming anderszins voor de vervulling van haar taak nodig is.
-
3 Alle ambtenaren zijn vanaf het tijdstip van de eerste bekendmaking gehouden om, in
overeenstemming met de bepalingen van deze wet, gevolg te geven aan de vorderingen
van de commissie die deze tot uitvoering van haar taak nodig oordeelt.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
De getuigen en deskundigen verschijnen voor de commissie van onderzoek, hetzij vrijwillig
op een schriftelijke oproeping, hetzij ingevolge dagvaarding.
Artikel 4a
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Een getuige of deskundige die door de commissie wordt verhoord kan niet tevens zijn
lid van de commissie.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Dagvaarding van getuigen of deskundigen geschiedt door de deurwaarders bij de verschillende
rechterlijke colleges, hetzij op rechtstreekse last der commissie, hetzij, ten gevolge
van haar vordering, op last der ambtenaren van het openbaar ministerie.
-
2 Onder dagvaarding wordt in deze wet mede begrepen voor wat betreft personen, die
geen bekende woon- of verblijfplaats binnen het Rijk hebben, een oproeping op last
der commissie op door haar te bepalen wijze.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
De getuigen of deskundigen worden in persoon of te hunner woonplaats gedagvaardigd,
ten minste drie dagen voor de dag van het verhoor.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Artikel 8
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Artikel 8a
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Artikel 9
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Indien de behoorlijk gedagvaarde getuige of deskundige niet verschijnt, wordt daarvan
een proces-verbaal opgemaakt, hetwelk een nauwkeurige omschrijving der akte van dagvaarding
behelst en door de aanwezige leden der commissie wordt ondertekend.
-
2 Dit proces-verbaal wordt door de commissie, wanneer zij het nodig oordeelt, in handen
gesteld van het openbaar ministerie bij de rechtbank van het arrondissement, waarin
de in gebreke gebleven getuige of deskundige woont.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 De vervolging van hem die weigert gevolg te geven aan een vordering ingevolge artikel 3, eerste lid, en van de nalatige getuige of deskundige staat ter kennisneming van de burgerlijke
rechter en wordt, zowel in eerste aanleg als in hoger beroep, ter terechtzitting voor
burgerlijke zaken behandeld, op de wijze bij de wet voor strafzaken ter kennisneming
van de rechtbank voorgeschreven.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Het proces-verbaal van niet-verschijning, door de commissie, opgemaakt, levert, behoudens
tegenbewijs, een volledig bewijs op van hetgeen daarin vermeld staat.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
De Nederlandse strafwet is toepasselijk op ieder die niet voldoet aan de verplichting
in artikel 3 omschreven, ook indien het feit buiten Nederland is begaan.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Onverminderd de vervolging wegens de eerste niet-verschijning, kan de commissie een
nadere dagvaarding van dezelfde getuige of deskundige bevelen, en zelfs door tussenkomst
van de officier bij de betrokken rechtbank een bevel van medebrenging van de rechter-commissaris
in het arrondissement waarin de getuige of deskundige woont, of zich werkelijk bevindt,
doen requireren, om bij de dagvaarding te worden gevoegd.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Bij herhaalde niet-verschijning zijn de artikelen 9, 10, 11 en 12 dezer wet mede van toepassing.
Artikel 14a
[Vervallen per 01-10-1991]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Van een weigering gevolg te geven aan een vordering van de commissie ingevolge artikel 3, eerste lid, wordt proces-verbaal opgemaakt, hetwelk de redenen van de weigering, zo die gegeven
zijn, inhoudt, en door de leden van de commissie wordt ondertekend.
-
2 Wanneer een getuige of deskundige, hetzij vrijwillig, hetzij op de nadere dagvaarding
verschenen of uit kracht van het bevel tot medebrenging voor de commissie gebracht
zijnde, weigert te antwoorden, of de eed of de belofte af te leggen, wordt daarvan
proces-verbaal opgemaakt, hetwelk de redenen van die weigering, zo die gegeven zijn,
inhoudt, en door de aanwezige leden van de commissie wordt ondertekend.
Artikel 16
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 De commissie stelt het proces-verbaal, bedoeld in artikel 15, eerste lid, wanneer zij het nodig oordeelt, in handen van het openbaar ministerie bij de rechtbank
van het arrondissement waarin zij het verschaffen van inzage, het nemen van afschrift
of het anderszins kennisnemen heeft gevorderd.
-
2 De commissie stelt het proces-verbaal, bedoeld in artikel 15, tweede lid, wanneer zij het nodig oordeelt, in handen van het openbaar ministerie bij de rechtbank
van het arrondissement waarin het verhoor was gelast.
Artikel 17
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
2 Op de vordering der commissie, gelast de voorzieningenrechter van de rechtbank de
dadelijke gijzeling van de weigerachtige getuige of deskundige, die inmiddels tot
aan de uitspraak van de voorzieningenrechter, op last der commissie, binnen het lokaal,
waar zij vergadert, in bewaring kan worden gehouden; indien de weigerachtige getuige
of deskundige, die op last van de commissie in bewaring wordt gehouden, om zijn invrijheidstelling
verzoekt, wordt hij binnen vierentwintig uren door de voorzieningenrechter van de
rechtbank gehoord; het door de voorzieningenrechter af te geven bevel vermeldt de
gedane vordering, benoemt de deurwaarder met de overbrenging belast, en wijst de plaats
der voorlopige gijzeling aan.
-
4 Deze voorlopige gijzeling houdt op bij de voldoening aan de vroeger geweigerde verplichting,
en vervalt van rechtswege, indien de bekrachtiging daarvan niet binnen acht dagen
bij de rechter is gevraagd.
Artikel 18
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Niemand kan genoodzaakt worden aan de commissie geheimen te openbaren, voor zover
daardoor onevenredige schade zou worden toegebracht aan het belang van de uitoefening
van zijn beroep, danwel aan het belang van zijn onderneming of de onderneming waarbij
hij werkzaam is of geweest is.
Artikel 18a
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
4 De aantekening, bedoeld in artikel 7, van een verhoor of een gedeelte van een verhoor
als bedoeld in het tweede lid, wordt ter inzage gelegd van de leden van de Kamer of
de verenigde vergadering door wie de commissie is ingesteld. De leden bewaren omtrent
de inhoud van zodanige aantekening geheimhouding.
Artikel 18b
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 De commissie kan om gewichtige redenen in verband met de bescherming van de in artikel 3, eerste lid, genoemde personen of van een belang, bedoeld in artikel 18, besluiten aan haar overgelegde bescheiden of gedeelten daarvan niet openbaar te
maken.
-
2 De leden en plaatsvervangende leden van de commissie bewaren geheimhouding omtrent
de inhoud van de bescheiden of gedeelten daarvan, die ingevolge een besluit, bedoeld
in het eerste lid, niet openbaar worden gemaakt.
-
3 Voor zover de in het tweede lid bedoelde bescheiden deel uitmaken van het onderzoeksverslag
van de commissie, worden deze ter inzage of anderszins ter kennisneming gelegd van
de leden van de Kamer of verenigde vergadering door welke de commissie is ingesteld.
De leden bewaren omtrent de inhoud van de zodanige bescheiden geheimhouding.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Zij die uit hoofde van hun ambt, beroep of betrekking tot geheimhouding verplicht
zijn, kunnen zich verschonen getuigenis af te leggen, doch alleen en bij uitsluiting
nopens hetgeen waarvan de wetenschap aan hen als zodanig is toevertrouwd.
Artikel 20
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 De gevoelens, door de leden van colleges bij de behandeling van zaken ter vergadering
geuit, en de deswege plaats gehad hebbende beraadslagingen mogen, voor zover bij de
wet een verplichting tot geheimhouding is opgelegd, nimmer een onderwerp van verhoor
of ondervraging uitmaken. Met betrekking tot de behandeling van zaken ter vergadering
van de ministerraad en de op grond daarvan plaatsgehad hebbende beraadslagingen mogen
ministers en staatssecretarissen, gewezen ministers en staatssecretarissen, tenzij
de ministerraad op een daartoe strekkend verzoek van de commissie ontheffing verleent
van de geheimhoudingsplicht, slechts worden ondervraagd over in die raad gevallen
beslissingen en de gronden waarp deze rusten.
-
2 De verschoning van verplichte geheimhouding door burgerlijke ambtenaren of militairen
of gewezen burgerlijke ambtenaren en militairen van alle rang ingebracht, moet evenzo
worden aangenomen indien zij rust op het beweren dat de verlangde openbaarmaking wordt
geoordeeld in strijd te zijn met het belang van de staat, of op de stellige last van
hun meerderen dezelfde grond van verschoning aanduidende.
-
3 In beide gevallen kan echter de Kamer of de verenigde vergadering der Staten-Generaal
op het verslag van haar commissie verlangen, dat de gegrondheid van de ingebrachte
verschoning door de minister, onder wie de betrokken ambtenaar of militair behoort
of heeft behoord nader wordt bevestigd.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 De minister bij wie of onder wiens ondergeschikte ambtenaren bescheiden voorhanden
zijn, waarvan inzage of kennisneming anderszins door de commissie schriftelijk wordt
verlangd, bewilligt in die inzage of kennisneming, tenzij hij mocht beoordelen dat
zij met het belang van de staat in strijd zou kunnen zijn.
-
2 Tenzij de ministerraad anders besluit, wordt evenwel van bescheiden, weergevende
de behandeling van zaken ter vergadering van de ministerraad niet anders verstrekt
dan een door de minister-president ondertekend uittreksel, vermeldende de in die raad
gevallen beslissingen.
Artikel 22
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Bij de toepassing van de bepalingen, in de beide voorafgaande artikelen vervat, op
leden van staatscolleges of andere ambtenaren, wier werkkring hen niet rechtstreeks
onder enig ministerie rangschikt, zal de toestemming tot of weigering van inzage of
kennisneming anderszins van bescheiden, of verklaring van strijdig staatsbelang, worden
gegeven door de minister of ministers tot wier werkkring die behandelde zaken specifiek
behoren.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Wanneer de commissie nodig acht buiten Nederland verblijfhoudende personen als getuigen
of deskundigen te horen, kan zij van de vragen, waarop antwoord wordt verlangd, in
geschrifte mededeling doen aan het betrokken ministerie, dat de voldoening daaraan
bevordert.
-
2 Indien de medegedeelde vragen door ambtenaren of militairen van alle rang moeten
worden beantwoord en de minister van oordeel is, dat het belang van de Staat de beantwoording
niet toelaat, wordt daarvan aan de commissie kennis gegeven.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Behalve in het geval van artikel 25, kunnen nimmer verklaringen voor een commissie, of op haar vordering afgelegd, als
bewijs in rechte gelden, hetzij tegen degene door wie zij afgelegd zijn, hetzij tegen
derden.
Artikel 25
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Getuigen, die in hun onder ede afgelegde verklaringen feiten hebben vervalst, of tegen
de waarheid voorgedragen, worden gestraft met de straffen tegen valse getuigenis in
burgerlijke zaken bij het Wetboek van Strafrecht bedreigd.
Artikel 26
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
De getuigen en deskundigen ontvangen op hun daartoe strekkend verzoek schadeloosstelling,
door de commissie op vertoon van de schriftelijke oproeping of de akte van dagvaarding,
te begroten overeenkomstig het bepaalde omtrent getuigen en deskundigen krachtens
artikel 57 van de Wet tarieven in burgerlijke zaken.
Artikel 27
[Vervallen per 07-11-1977]
Artikel 28
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
De bevoegdheid en de werkzaamheden van een commissie van onderzoek worden door de
ontbinding van één of van beide Kamers der Staten-Generaal niet geschorst.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
De Kamer of de verenigde vergadering der Staten-Generaal stelt een raming vast van
de kosten, welke naar haar oordeel voor het onderzoek in een bepaald jaar vereist
zijn. Zij brengt deze te Onzer kennis. Wij dienen vervolgens een voorstel van wet
in tot verhoging van de rijksbegroting.
Artikel 29a
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
-
1 Na de beëindiging van het onderzoek van een door haar ingestelde commissie besluit
de Kamer of de verenigde vergadering, dat de processen-verbaal en de overige bescheiden
van het onderzoek worden vernietigd, dan wel gedurende een door haar te bepalen periode
worden bewaard in het archief van de Kamer of in het Rijksarchief.
-
2 Bescheiden en aantekeningen, die ingevolge een besluit van de commissie, genomen
krachtens de haar bij artikel 18a en 18b van deze wet verleende bevoegdheid, geheim dienen te worden gehouden, maken geen
deel uit van dit archief.
Artikel 30
[Regeling vervallen per 09-05-2008]
Deze wet kan worden aangehaald als de Wet op de Parlementaire Enquête.