Titel I. Misdrijven tegen de veiligheid van de staat
De aanslag ondernomen met het oogmerk om de Koning, de regerende Koningin of de Regent
van het leven of de vrijheid te beroven of tot regeren ongeschikt te maken, wordt
gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren
of geldboete van de vijfde categorie.
De aanslag ondernomen met het oogmerk om het Rijk geheel of gedeeltelijk onder vreemde
heerschappij te brengen of om een deel daarvan af te scheiden, wordt gestraft met
levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
De aanslag ondernomen met het oogmerk om de grondwettige regeringsvorm of de orde
van troonopvolging te vernietigen of op onwettige wijze te veranderen, wordt gestraft
met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld een vergadering van de regeringsraad
uiteenjaagt, tot het nemen of niet nemen van enig besluit dwingt, een lid uit die
vergadering verwijdert of opzettelijk een lid verhindert die vergadering bij te wonen
of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, wordt gestraft met levenslange
gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld een vergadering van de raad van ministers
uiteenjaagt, tot het nemen of niet nemen van enig besluit dwingt, een lid uit die
vergadering verwijdert of opzettelijk een lid verhindert die vergadering bij te wonen
of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, wordt gestraft met levenslange
gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
-
1 Hij die met een buitenlandse mogendheid in verbinding treedt, met het oogmerk om haar
tot het plegen van vijandelijkheden of het voeren van oorlog tegen de staat te bewegen,
haar in het daartoe opgevatte voornemen te versterken, haar daarbij hulp toe te zeggen
of bij de voorbereiding hulp te verlenen, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf
of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die met een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam in verbinding treedt
met het oogmerk om een zodanig persoon of lichaam tot het verschaffen van steun aan
het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling te bewegen, om een zodanig
persoon of lichaam in het daartoe opgevatte voornemen te versterken of aan een zodanig
persoon of lichaam daarbij hulp toe te zeggen of te verlenen, of om omwenteling voor
te bereiden, te bevorderen of teweeg te brengen, wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf
of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die enig voorwerp invoert dat geschikt is tot het verschaffen van stoffelijke
steun aan het voorbereiden, bevorderen of teweegbrengen van omwenteling, indien hij
weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat het daartoe bestemd is;
-
2°. hij die enig voorwerp onder zich heeft of tot onderwerp van een overeenkomst maakt
dat geschikt is tot het verschaffen van stoffelijke steun aan het voorbereiden, bevorderen
of teweegbrengen van omwenteling, indien hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden,
dat het daartoe bestemd is en dat het voorwerp of enig ander voorwerp waarvoor het
in de plaats is getreden, hetzij met die bestemming is ingevoerd, hetzij door of vanwege
een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam daartoe is bestemd.
-
1 Hij die een inlichting waarvan de geheimhouding door het belang van de staat of van
zijn bondgenoten wordt geboden, een voorwerp waaraan een zodanige inlichting kan worden
ontleend, of zodanige gegevens opzettelijk verstrekt aan of ter beschikking stelt
van een tot kennisneming daarvan niet gerechtigd persoon of lichaam, wordt, indien
hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een zodanige inlichting, een zodanig
voorwerp of zodanige gegevens betreft, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een inlichting die van een verboden plaats
afkomstig is en tot de veiligheid van de staat of van zijn bondgenoten in betrekking
staat, een voorwerp waaraan een zodanige inlichting kan worden ontleend, of zodanige
gegevens opzettelijk verstrekt aan of ter beschikking stelt van een tot kennisneming
daarvan niet gerechtigd persoon of lichaam, indien hij weet of redelijkerwijs moet
vermoeden dat het een zodanige inlichting, een zodanig voorwerp of zodanige gegevens
betreft.
-
1 Hij die een inlichting, een voorwerp of gegevens als bedoeld in artikel 98, hetzij opzettelijk openbaar maakt, hetzij zonder daartoe gerechtigd te zijn opzettelijk
verstrekt aan of ter beschikking stelt van een buitenlandse mogendheid, een in het
buitenland gevestigd persoon of lichaam, dan wel een zodanig persoon of lichaam dat
gevaar ontstaat dat de inlichting of de gegevens aan een buitenlandse mogendheid of
aan een in het buitenland gevestigd persoon of lichaam bekend wordt, wordt, indien
hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een zodanige inlichting of zodanige
gegevens betreft, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
-
2 Indien de schuldige heeft gehandeld in tijd van oorlog dan wel in dienst of in opdracht
van een buitenlandse mogendheid of van een in het buitenland gevestigd persoon of
lichaam, kan levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren
of geldboete van de vijfde categorie worden opgelegd.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat een inlichting, een voorwerp of gegevens als
bedoeld in artikel 98, openbaar worden gemaakt of ter beschikking komt van een tot kennisneming daarvan
niet gerechtigd persoon of lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de derde categorie.
Hij die een hem van regeringswege opgedragen onderhandeling met een buitenlandse mogendheid
opzettelijk ten nadele van de staat voert, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die, in geval van een oorlog waarin Nederland niet betrokken is, opzettelijk enige
handeling verricht waardoor het gevaar ontstaat dat de staat in een oorlog wordt betrokken,
of enig van regeringswege gegeven en bekendgemaakt bijzonder voorschrift tot handhaving
van het niet deelnemen aan de oorlog opzettelijk overtreedt;
-
2°. hij die, in tijd van oorlog, enig voorschrift van regeringswege in het belang van
de veiligheid van de staat gegeven en bekendgemaakt, opzettelijk overtreedt.
De Nederlander die in het vooruitzicht van een oorlog met een buitenlandse mogendheid
vrijwillig bij deze mogendheid in krijgsdienst treedt, wordt, indien de oorlog uitbreekt,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie wordt gestraft hij die opzettelijk, in tijd van oorlog, de
vijand hulp verleent of de staat tegenover de vijand benadeelt.
De samenspanning tot het in artikel 102 omschreven misdrijf wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren
of geldboete van de vijfde categorie.
Niet strafbaar is hij die een der in de artikelen 102 en 103 omschreven misdrijven heeft begaan in de redelijke overtuiging het Nederlandse belang
niet te schaden.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft hij die, in tijd van oorlog, zonder oogmerk om de vijand hulp te verlenen
of de staat tegenover de vijand te benadelen, opzettelijk:
-
1°. een verspieder van de vijand opneemt, verbergt of voorthelpt;
-
2°. desertie van een krijgsman, in dienst van het Rijk, teweegbrengt of bevordert.
-
1 Hij die, in tijd van oorlog, enige bedrieglijke handeling pleegt bij levering van
benodigdheden ten dienste van de krijgsmacht, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
3 Bij veroordeling wegens het in artikel 105 omschreven misdrijf, kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep
waarin hij het misdrijf begaan heeft en van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°-4°, vermelde rechten, en kan openbaarmaking van de rechterlijke uitspraak worden gelast.
De straffen gesteld op de in de artikelen 102-105 omschreven feiten, zijn toepasselijk indien een van die feiten wordt gepleegd tegen
of met betrekking tot de bondgenoten van de staat in een gemeenschappelijke oorlog.
De artikelen 100, onder 2°, en 101-107 vinden overeenkomstige toepassing in geval van een gewapend conflict dat niet als
oorlog kan worden aangemerkt en waarbij Nederland is betrokken, hetzij ter individuele
of collectieve zelfverdediging, hetzij tot herstel van internationale vrede en veiligheid.
Titel IV. Misdrijven betreffende de uitoefening van staatsplichten en staatsrechten
Hij die door geweld of bedreiging met geweld een vergadering van de beide kamers der
Staten-Generaal of van een van deze uiteenjaagt, tot het nemen of niet nemen van enig
besluit dwingt, een lid uit die vergadering verwijdert of opzettelijk een lid verhindert
die vergadering bij te wonen of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen,
wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld opzettelijk een vergadering van de staten
van een provincie of van de raad van een gemeente uiteenjaagt, tot het nemen of niet
nemen van enig besluit dwingt, of de voorzitter of een lid uit die vergadering verwijdert,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de
vijfde categorie.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld opzettelijk de voorzitter of een lid
van de staten van een provincie of van de raad van een gemeente verhindert de vergadering
bij te wonen of daarin vrij en onbelemmerd zijn plicht te vervullen, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing
door geweld of bedreiging met geweld opzettelijk iemand verhindert zijn of eens anders
kiesrecht vrij en onbelemmerd uit te oefenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing
door gift of belofte iemand omkoopt om zijn of eens anders kiesrecht hetzij niet,
hetzij op bepaalde wijze uit te oefenen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing,
enige bedrieglijke handeling pleegt waardoor een stem van onwaarde wordt of een ander
dan de bij het uitbrengen van de stem bedoelde persoon wordt aangewezen, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Hij die opzettelijk zich voor een ander uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift
uitgeschreven verkiezing deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de derde categorie.
Hij die bij gelegenheid van een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing,
opzettelijk een plaats gehad hebbende stemming verijdelt of enige bedrieglijke handeling
pleegt waardoor aan de stemming een andere uitslag wordt gegeven dan door de wettig
uitgebrachte stemmen zou zijn verkregen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
Titel V. Misdrijven tegen de openbare orde
Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar
feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Hij die een geschrift of afbeelding waarin tot enig strafbaar feit of tot gewelddadig
optreden tegen het openbaar gezag wordt opgeruid, verspreidt, openlijk tentoonstelt
of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen te worden, in
voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat in
het geschrift of de afbeelding zodanige opruiing voorkomt, gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
3 Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel in zijn beroep
begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen vijf jaren zijn verlopen
sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk
is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanbiedt inlichtingen,
gelegenheid of middelen te verschaffen om enig strafbaar feit te plegen, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die een geschrift of afbeelding waarin wordt aangeboden inlichtingen, gelegenheid
of middelen te verschaffen om enig strafbaar feit te plegen, verspreidt, openlijk
tentoonstelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen
te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te
vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding zodanig aanbod voorkomt, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
-
3 Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel in zijn beroep
begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen vijf jaren zijn verlopen
sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk
is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Artikel 134bis
[Vervallen per 01-04-1994]
Hij die, kennis dragende van een samenspanning tot een der in de artikelen 92-95a, 102 of 121 bedoelde misdrijven, op een tijdstip waarop het plegen van deze misdrijven nog kan
worden voorkomen, opzettelijk nalaat daarvan tijdig voldoende kennis te geven, hetzij
aan de ambtenaren van de justitie of politie, hetzij aan de bedreigde, wordt, indien
het misdrijf is gevolgd, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of
geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die, kennis dragende van een voornemen tot het plegen van een der in de artikelen 92-110 omschreven misdrijven, tot desertie in tijd van oorlog, tot militair verraad, tot
moord, mensenroof of verkrachting of tot een der in Titel VII van dit Boek omschreven misdrijven voor zover daardoor levensgevaar wordt veroorzaakt, op een
tijdstip waarop het plegen van deze misdrijven nog kan worden voorkomen, opzettelijk
nalaat daarvan tijdig voldoende kennis te geven, hetzij aan de ambtenaren van de justitie
of politie, hetzij aan de bedreigde, wordt, indien het misdrijf is gevolgd, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
-
2 Dezelfde straf is toepasselijk op hem die, kennis dragende van enig in het eerste
lid vermeld reeds gepleegd misdrijf waardoor levensgevaar is ontstaan, op een tijdstip
waarop de gevolgen nog kunnen worden afgewend, opzettelijk nalaat daarvan gelijke
kennisgeving te doen.
De bepalingen van de artikelen 135 en 136 zijn niet van toepassing op hem die door de kennisgeving gevaar voor een strafvervolging
zou doen ontstaan voor zichzelf, voor een van zijn bloedverwanten of aangehuwden in
de rechte linie of in de tweede of derde graad van de zijlinie, voor zijn echtgenoot
of gewezen echtgenoot, of voor een ander bij wiens vervolging hij zich, uit hoofde
van zijn ambt of beroep, van het afleggen van getuigenis zou kunnen verschonen.
Artikel 137a
[Vervallen per 26-04-1978]
Artikel 137b
[Vervallen per 26-04-1978]
-
1 Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk
beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging
of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, aanzet tot haat
tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van
mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero-
of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving:
-
1°. een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden,
voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero-
of homoseksuele gerichtheid beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie
van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras,
hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid;
-
2°. een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, zulk een uitlating
is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, doet toekomen, dan wel verspreidt
of ter openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft;
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie.
-
3 Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in dit artikel, in zijn
beroep begaat en er, tijdens het plegen van het feit, nog geen vijf jaren zijn verlopen
sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk
is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Hij die deelneemt of geldelijke of andere stoffelijke steun verleent aan activiteiten
gericht op discriminatie van mensen wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging,
hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
-
1 Hij die, in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen opzettelijk discrimineert
wegens hun ras, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of
geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk
binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van
of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
-
2 Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van
valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis
van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar
wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.
-
1 Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie
wordt, als schuldig aan computervredebreuk, gestraft hij die opzettelijk wederrechtelijk
binnendringt in een geautomatiseerd werk voor de opslag of verwerking van gegevens,
of in een deel daarvan, indien hij
-
a. daarbij enige beveiliging doorbreekt of
-
b. de toegang verwerft door een technische ingreep, met behulp van valse signalen of
een valse sleutel dan wel door het aannemen van een valse hoedanigheid.
-
2 Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft computervredebreuk, indien de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen
in een geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, overneemt en
voor zichzelf of een ander vastlegt.
-
1 Hij die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringt,
of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde
ambtenaar aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
-
2 Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van
valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis
van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen,
aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn
binnengedrongen.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die gegevens die in een woning, besloten lokaal
of erf, door middel van een geautomatiseerd werk worden overgedragen, met een technisch
hulpmiddel opzettelijk, zonder daartoe gerechtigd te zijn, aftapt of opneemt.
-
1 Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de derde categorie
wordt gestraft hij die, met het oogmerk een gesprek dat elders dan in een woning,
besloten lokaal of erf wordt gevoerd af te luisteren of op te nemen, dat gesprek met
een technisch hulpmiddel heimelijk:
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die gegevensoverdracht elders dan in een woning,
besloten lokaal of erf door middel van een geautomatiseerd werk of telecommunicatie,
met een technisch hulpmiddel opzettelijk, zonder daartoe gerechtigd te zijn, heimelijk
aftapt of opneemt.
-
1 Hij die door middel van een openbaar telecommunicatienetwerk, of door middel van daarop
aangesloten randapparatuur overgedragen gegevens die niet voor hem, mede voor hem
of voor degeen in wiens opdracht hij handelt, zijn bestemd, opzettelijk met een technisch
hulpmiddel aftapt of opneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een
jaar of geldboete van de vierde categorie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft hij die met het oogmerk dat daardoor een gesprek, telecommunicatie
of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd werk wederrechtelijk wordt afgeluisterd,
afgetapt of opgenomen, een technisch hulpmiddel op een bepaalde plaats aanwezig doet
zijn.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die de beschikking heeft over een voorwerp waarop, naar hij weet of redelijkerwijs
moet vermoeden, gegevens zijn vastgelegd die door wederrechtelijk afluisteren, aftappen
of opnemen van een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht door een
geautomatiseerd werk zijn verkregen;
-
2°. hij die gegevens die hij door wederrechtelijk afluisteren, aftappen of opnemen van
een gesprek, telecommunicatie of andere gegevensoverdracht door een geautomatiseerd
werk heeft verkregen of die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, ten gevolge
van zulk afluisteren, aftappen of opnemen te zijner kennis zijn gekomen, opzettelijk
aan een ander bekend maakt;
-
3°. hij die een voorwerp als omschreven onder 1° opzettelijk ter beschikking stelt van
een ander.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die, gebruik makende van een technisch hulpmiddel waarvan de aanwezigheid niet
op duidelijke wijze kenbaar is gemaakt, opzettelijk en wederrechtelijk van een persoon,
aanwezig in een woning of op een andere niet voor het publiek toegankelijke plaats,
een afbeelding vervaardigt;
-
2°. hij die de beschikking heeft over een afbeelding welke, naar hij weet of redelijkerwijs
moet vermoeden, door of ten gevolge van een onder 1° strafbaar gestelde handeling
is verkregen.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft hij die een afbeelding, als bedoeld in het vorige artikel, onder 2°,
openbaar maakt.
-
2 Hij die opzettelijk, zonder dat daartoe de noodzaak aanwezig is, gebruik maakt van
een alarmnummer voor publieke diensten wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste twee weken of geldboete van de tweede categorie.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld een geoorloofde openbare vergadering
of betoging verhindert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen maanden
of geldboete van de derde categorie.
Hij die door het verwekken van wanorde of het maken van gedruis een geoorloofde openbare
vergadering opzettelijk stoort, of door het verwekken van wanorde een geoorloofde
betoging opzettelijk stoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee
weken of geldboete van de tweede categorie.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld hetzij een geoorloofde openbare samenkomst
tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, hetzij een geoorloofde godsdienstige
of levensbeschouwelijke plechtigheid of lijkplechtigheid verhindert, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Hij die door het verwekken van wanorde of het maken van gedruis hetzij een geoorloofde
openbare samenkomst tot het belijden van godsdienst of levensovertuiging, hetzij een
geoorloofde godsdienstige of levensbeschouwelijke plechtigheid of lijkplechtigheid
opzettelijk stoort, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden
of geldboete van de tweede categorie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, door smalende
godslasteringen op voor godsdienstige gevoelens krenkende wijze uitlaat;
-
2°. hij die een bedienaar van de godsdienst in de geoorloofde waarneming van zijn bediening
bespot;
-
3°. hij die voorwerpen aan een eredienst gewijd, waar en wanneer de uitoefening van die
dienst geoorloofd is, beschimpt.
-
1 Hij die een geschrift of afbeelding waarin uitlatingen voorkomen die, als smalende
godslasteringen, voor godsdienstige gevoelens krenkend zijn, verspreidt, openlijk
tentoonstelt of aanslaat of, om verspreid, openlijk tentoongesteld of aangeslagen
te worden, in voorraad heeft, wordt, indien hij weet of ernstige reden heeft om te
vermoeden dat in het geschrift of de afbeelding zodanige uitlatingen voorkomen, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.
-
3 Indien de schuldige een van de misdrijven omschreven in dit artikel in zijn beroep
begaat en er, tijdens het plegen van het misdrijf, nog geen twee jaren zijn verlopen
sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk
is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.
Hij die opzettelijk de geoorloofde toegang tot een begraafplaats of crematorium of
het geoorloofd vervoer van een lijk naar een begraafplaats of crematorium verhindert
of belemmert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een maand of geldboete
van de tweede categorie.
Hij die opzettelijk een graf schendt of enig op een begraafplaats opgericht gedenkteken
opzettelijk en wederrechtelijk vernielt of beschadigt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een lijk opgraaft of wegneemt of een opgegraven
of weggenomen lijk verplaatst of vervoert, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Hij die een lijk begraaft, verbrandt, vernietigt, verbergt, wegvoert of wegmaakt,
met het oogmerk om het feit of de oorzaak van het overlijden, dan wel van het dood
ter wereld komen te verhelen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die uit winstbejag opzettelijk bevordert dat een kind beneden de leeftijd van
zes maanden hetwelk niet onder voogdij van een rechtspersoon staat, zonder voorafgaande
schriftelijke toestemming van de raad voor de kinderbescherming, als pleegkind wordt
opgenomen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete
van de derde categorie.
-
1 Degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk teweegbrengt of
bevordert dat een draagmoeder of een vrouw die draagmoeder wenst te worden, rechtstreeks
of middellijk met een ander onderhandelt of een afspraak maakt ten einde het voornemen,
bedoeld in het derde lid, uit te voeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Degene die in de uitoefening van een beroep of bedrijf opzettelijk teweegbrengt of
bevordert dat een vrouw rechtstreeks of middellijk met een ander onderhandelt of een
afspraak maakt in verband met de wens van die vrouw de verzorging en opvoeding van
haar kind duurzaam aan een ander over te laten, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Titel VII. Misdrijven waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen wordt
in gevaar gebracht
Hij die opzettelijk brand sticht, een ontploffing teweegbrengt of een overstroming
veroorzaakt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander
te duchten is;
-
3°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld brand, ontploffing of overstroming te wijten is, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor
een ander ontstaat;
-
3°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die opzettelijk bij of in het vooruitzicht van brand blusgereedschappen of blusmiddelen
wederrechtelijk verbergt of onbruikbaar maakt, of op enige wijze de blussing van brand
verhindert of belemmert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren
of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die opzettelijk bij of in het vooruitzicht van watersnood dijkmaterialen of gereedschappen
wederrechtelijk verbergt of onbruikbaar maakt, enige poging tot herstel van dijken
of andere waterstaatswerken verijdelt, of de aangewende middelen tot het voorkomen
of stuiten van overstroming tegenwerkt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die opzettelijk enig werk dienende tot waterkering of waterlozing vernielt, onbruikbaar
maakt of beschadigt, wordt, indien daarvan gevaar voor overstroming te duchten is,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Hij die opzettelijk enig electriciteitswerk vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt,
stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte
van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vijfde categorie,
indien daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemenen nutte
ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
-
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
4°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood
ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat enig electriciteitswerk wordt vernield, beschadigd,
of onbruikbaar gemaakt, dat stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk
ontstaat, of dat een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel wordt
verijdeld, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering
ten algemenen nutte of gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
-
3°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die opzettelijk mensen, dieren, planten of goederen aan ioniserende stralen blootstelt,
dan wel mensen, dieren, planten, goederen, bodem, water of lucht met radioactieve
stoffen besmet, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te
duchten is;
-
2°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat mensen, dieren, planten of goederen aan ioniserende
stralen worden blootgesteld, dan wel mensen, dieren, planten, goederen, bodem, water
of lucht met radioactieve stoffen worden besmet, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor
een ander te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood
ten gevolge heeft.
Hij die opzettelijk enig geautomatiseerd werk voor opslag of verwerking van gegevens
of enig werk voor telecommunicatie vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, stoornis
in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte van
zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vijfde categorie,
indien daardoor wederrechtelijk verhindering of bemoeilijking van de opslag of verwerking
van gegevens ten algemene nutte of stoornis in een openbaar telecommunicatienetwerk
of in de uitvoering van een openbare telecommunicatiedienst, ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten te duchten
is;
-
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
4°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood
ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig geautomatiseerd werk voor opslag of verwerking
van gegevens of enig werk voor telecommunicatie wordt vernield, beschadigd of onbruikbaar
gemaakt, dat stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk ontstaat, of dat
een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel wordt verijdeld, wordt
gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van de opslag of verwerking
van gegevens ten algemenen nutte, stoornis in een openbaar telecommunicatienetwerk
of in de uitvoering van een openbare telecommunicatiedienst, of gemeen gevaar voor
goederen of voor de verlening van diensten ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
-
3°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die opzettelijk enig werk dienende voor het openbaar verkeer of het luchtverkeer
vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, enige openbare land- of waterweg verspert
of een ten aanzien van zodanig werk of van zodanige weg genomen veiligheidsmaatregel
verijdelt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is en het feit
iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die opzettelijk op een luchthaven een luchtvaartuig buiten bedrijf of enige voorziening
vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, dan wel de diensten op een luchthaven verstoort,
wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart te duchten valt;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart te duchten valt en het
feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig werk dienende voor het openbaar verkeer
of het luchtverkeer wordt vernield, onbruikbaar gemaakt of beschadigd, enige openbare
land- of waterweg versperd of een ten aanzien van zodanig werk of van zodanige weg
genomen veiligheidsmaatregel verijdeld wordt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor het verkeer onveilig wordt;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die opzettelijk een voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart gesteld
teken of hulpmiddel vernielt, beschadigt, wegneemt of verplaatst, de werking daarvan
verijdelt of een verkeerd teken stelt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart te duchten
is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart te duchten
is en het feit het zinken, stranden of verongelukken van een vaartuig of een luchtvaartuig
ten gevolge heeft;
-
3°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de scheepvaart
of luchtvaart te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld vernieling, beschadiging, wegneming of verplaatsing van een voor
de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart gesteld teken of hulpmiddel dan wel
de verijdeling van de werking daarvan of het stellen van een verkeerd teken te wijten
is, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor de scheepvaart of de luchtvaart onveilig wordt;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit het zinken, stranden of verongelukken van een vaartuig
of een luchtvaartuig ten gevolge heeft;
-
3°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die enig vaartuig of luchtvaartuig opzettelijk en wederrechtelijk doet zinken,
stranden of verongelukken, vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
2°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig vaartuig of luchtvaartuig zinkt, strandt
of verongelukt, vernield, onbruikbaar gemaakt of beschadigd wordt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij die enig gebouw of getimmerte opzettelijk vernielt of beschadigt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
3°. met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig jaren of geldboete
van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is
en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld de vernieling of beschadiging van enig gebouw of getimmerte te
wijten is, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
-
3°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
-
1 Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een stof in een inrichting ten behoeve van
de drinkwatervoorziening of in een tot gezamenlijk gebruik van of met anderen bestemde
waterleiding brengt, dan wel de aanmaak van drinkwater in of de toevoer van drinkwater
vanuit de openbare drinkwatervoorziening belemmert, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan gevaar
voor een ander te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan levensgevaar
voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolg heeft.
-
2 Hij die opzettelijk enig voor de openbare drinkwatervoorziening bestemd werk vernielt,
beschadigt of onbruikbaar maakt, stoornis in de gang of in de werking van zodanig
werk veroorzaakt, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel
verijdelt, wordt, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van de openbare drinkwatervoorziening
te duchten is, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete
van de derde categorie.
-
1 Hij aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof in een inrichting
ten behoeve van de drinkwatervoorziening of in een tot gezamenlijk gebruik van of
met anderen bestemde waterleiding, wordt gebracht, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan
gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie,
indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan levensgevaar
voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
-
2 Hij aan wiens schuld te wijten is, dat enig voor de openbare drinkwatervoorziening
bestemd werk wordt vernield, beschadigd, of onbruikbaar gemaakt, dat stoornis in de
gang of in de werking van een zodanig werk ontstaat of dat een ten opzichte van zodanig
werk genomen veiligheidsmaatregel wordt verijdeld, wordt, indien daardoor verhindering
of bemoeilijking van de openbare drinkwatervoorziening te duchten is, gestraft met
een gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
tweede categorie.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een stof op of in de bodem, in de lucht of
in het oppervlaktewater brengt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien de schuldige weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat daarvan gevaar
voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan levensgevaar
voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem,
in de lucht of in het oppervlaktewater wordt gebracht, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan
gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie,
indien de schuldige weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat daarvan levensgevaar
voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
-
1 Hij die waren verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert of uitdeelt, wetende dat zij voor
het leven of de gezondheid schadelijk zijn, en dat schadelijk karakter verzwijgende,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van
de vijfde categorie.
-
1 Hij aan wiens schuld te wijten is dat waren, schadelijk voor het leven of de gezondheid,
verkocht, afgeleverd of uitgedeeld worden, zonder dat de koper of verkrijger met dat
schadelijk karakter bekend is, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van
ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
Hij die in geval van oorlog opzettelijk een bekendgemaakt bevel, bedoeld in artikel 7 van de Wet bescherming bevolking (Stb. 1952, 404), dan wel een bij of krachtens een van de algemene maatregelen van bestuur,
bedoeld in artikel 29 van de Intrekkingswet BB (Stb. 1986, 312), gegeven en bekendgemaakt voorschrift overtreedt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
-
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood
ten gevolge heeft.
Hij aan wiens schuld in geval van oorlog overtreding te wijten is van een bekendgemaakt
bevel, bedoeld in artikel 7 van de Wet bescherming bevolking, dan wel van een bij of krachtens een van de algemene maatregelen van bestuur, bedoeld
in artikel 29 van de Intrekkingswet BB, gegeven en bekendgemaakt voorschrift, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de
vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
-
2°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
-
3°. met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Titel VIII. Misdrijven tegen het openbaar gezag
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een feit als in het eerste lid, onder 1°,
omschreven, begaat jegens een persoon in het vooruitzicht van een aanstelling als
ambtenaar, indien de aanstelling als ambtenaar is gevolgd.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die een feit als in het eerste lid, onder 1°,
omschreven, begaat jegens een persoon in het vooruitzicht van een aanstelling als
ambtenaar, indien de aanstelling van ambtenaar is gevolgd.
Hij die door geweld of bedreiging met geweld een ambtenaar dwingt tot het volvoeren
van een ambtsverrichting of het nalaten van een rechtmatige ambtsverrichting, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde
categorie.
Hij die zich met geweld of bedreiging met geweld verzet tegen een ambtenaar werkzaam
in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening, of tegen personen die hem daarbij
krachtens wettelijke verplichting of op zijn verzoek bijstand verlenen, wordt als
schuldig aan wederspannigheid gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
of geldboete van de derde categorie.
De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 179 en 180 omschreven worden gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie,
indien het misdrijf of de daarmede gepaard gaande feitelijkheden enig lichamelijk
letsel ten gevolge hebben;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste zeven jaren en zes maanden of geldboete van de
vijfde categorie, indien zij zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebben;
-
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien zij de dood ten gevolge hebben.
-
1 De dwang en de wederspannigheid in de artikelen 179 en 180 omschreven, door twee of meer personen met verenigde krachten gepleegd, worden gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
2 Voorts worden ten aanzien van die artikelen met ambtenaren gelijkgesteld de schipper
of gezagvoerder van een luchtvaartuig die een bevoegdheid uitoefent of een verplichting
vervult welke hem als zodanig is toegekend of opgelegd bij een bepaling van het Wetboek van Strafvordering. Onder schipper wordt begrepen hij die het hoogste gezag uitoefent op een overeenkomstig
artikel 136a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aangewezen installatie.
-
1 Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk
voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast
of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken
van strafbare feiten, alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een van die
ambtenaren ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert
of verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete
van de tweede categorie.
-
3 Met een vordering of handeling als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld
een vordering of handeling van de schipper of gezagvoerder van een luchtvaartuig die
een bevoegdheid uitoefent of een verplichting vervult, welke hem als zodanig is toegekend
of opgelegd bij een bepaling van het Wetboek van Strafvordering. Onder schipper wordt begrepen hij die het hoogste gezag uitoefent op een overeenkomstig
artikel 136a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aangewezen installatie.
Hij die bij een terechtzitting of ter plaatse waar een ambtenaar in het openbaar in
de rechtmatige uitoefening van zijn bediening werkzaam is, opschudding veroorzaakt
en na het door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel zich niet verwijdert, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee weken of geldboete van de tweede
categorie.
Met ambtenaren worden ten aanzien van de artikelen 179 tot en met 182, 184 en 185 gelijkgesteld personen in de openbare dienst van een vreemde staat of van een volkenrechtelijke
organisatie die in Nederland op door het volkenrecht toegelaten wijze hun bediening
uitoefenen.
Hij die opzettelijk bij gelegenheid van een volksoploop zich niet onmiddellijk verwijdert
na het derde door of vanwege het bevoegd gezag gegeven bevel, wordt, als schuldig
aan deelneming aan samenscholing, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie
maanden of geldboete van de tweede categorie.
Hij die een bekendmaking, vanwege het bevoegd gezag in het openbaar gedaan, wederrechtelijk
afscheurt, onleesbaar maakt of beschadigt, met het oogmerk om de kennisneming daarvan
te beletten of te bemoeilijken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een maand of geldboete van de tweede categorie.
Hij die aangifte of klacht doet dat een strafbaar feit gepleegd is, wetende dat het
niet gepleegd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de derde categorie.
Hij die opzettelijk een gerechtelijke lijkschouwing belet, belemmert of verijdelt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie.
Hij die opzettelijk iemand, op openbaar gezag of krachtens rechterlijke uitspraak
of beschikking van de vrijheid berooft, bevrijdt of bij zijn zelfbevrijding behulpzaam
is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van
de vierde categorie.
-
1 Hij die, wettelijk als getuige, als deskundige of als tolk opgeroepen, opzettelijk
niet voldoet aan enige wettelijke verplichting die hij als zodanig te vervullen heeft,
wordt gestraft:
-
1°. in strafzaken met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie;
-
2°. in andere zaken met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden of geldboete van
de tweede categorie.
-
2 Het bepaalde in het vorige lid van dit artikel is niet van toepassing op de partij
in een burgerlijke procedure die, wanneer zij als getuige wordt gehoord, weigert op
de haar gestelde vragen te antwoorden.
Hij die opzettelijk niet voldoet aan de vordering van een parlementaire enquêtecommissie
tot het hebben van inzage in of het nemen van afschrift van bescheiden wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden of geldboete van de tweede categorie.
Hij die opzettelijk niet voldoet aan een wettig bevel tot overlegging van een stuk
hetwelk beweerd wordt vals of vervalst te zijn, of hetwelk dienen moet ter vergelijking
met een ander waarvan de valsheid of vervalsing beweerd, of de echtheid ontkend of
niet erkend wordt, wordt gestraft:
-
1°. in strafzaken met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie;
-
2°. in andere zaken met gevangenisstraf van ten hoogste vier maanden of geldboete van
de tweede categorie.
-
1 Hij die, in staat van faillissement verklaard of als echtgenoot van een gefailleerde
met wie hij in gemeenschap van goederen is gehuwd, of als bestuurder of commissaris
van een rechtspersoon, wettelijk opgeroepen tot het geven van inlichtingen, hetzij
zonder geldige reden opzettelijk wegblijft, hetzij weigert de vereiste inlichtingen
te geven, hetzij opzettelijk verkeerde inlichtingen geeft, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
-
2 Terzake van het feit, bedoeld in het eerste lid, wordt met dezelfde straf gestraft
hij, ten aanzien van wie of ten aanzien van wiens echtgenoot met wie hij in gemeenschap
van goederen is gehuwd, de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing
is.
Hij die een recht uitoefent, wetende dat hij daarvan bij rechterlijke uitspraak is
ontzet, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete
van de derde categorie.
Hij die opzettelijk onderscheidingstekens draagt of een daad verricht behorende tot
een ambt dat hij niet bekleedt of waarin hij geschorst is, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Een vreemdeling die in Nederland verblijft, terwijl hij weet of ernstige reden heeft
te vermoeden, dat hij op grond van een wettelijk voorschrift tot ongewenste vreemdeling
is verklaard, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of
geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die een ander uit winstbejag behulpzaam is bij het zich verschaffen van toegang
tot of verblijven in Nederland of enige staat welke gehouden is mede ten behoeve van
Nederland grenscontrole uit te oefenen, of hem daartoe uit winstbejag gelegenheid,
middelen of inlichtingen verschaft terwijl hij weet of ernstige redenen heeft te vermoeden
dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is, wordt gestraft met een gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die een ander, die zich wederrechtelijk toegang tot of verblijf in Nederland heeft
verschaft, krachtens overeenkomst of aanstelling arbeid doet verrichten, terwijl hij
weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk
is, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van
de vijfde categorie.
Hij die van het in artikel 197b omschreven feit een beroep of gewoonte maakt wordt gestraft met een gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Indien de schuldige de in de artikelen 197b of 197c omschreven feiten begaat in de uitoefening van enig ambt of beroep kan de rechter
tevens de ontzetting uitspreken van de uitoefening van het recht het ambt te bekleden
of het beroep uit te oefenen en de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten.
-
1 Hij die opzettelijk enig goed aan het krachtens de wet daarop gelegd beslag of aan
een gerechtelijke bewaring onttrekt of, wetende dat het daaraan onttrokken is, verbergt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de
vierde categorie.
-
1 Hij die opzettelijk zegels waarmede voorwerpen door of vanwege het bevoegd openbaar
gezag verzegeld zijn, verbreekt, opheft of beschadigt, of de door zodanig zegel bewerkte
afsluiting op andere wijze verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Hij die opzettelijk zaken, bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of bewijs
te dienen, akten, bescheiden of registers die voortdurend of tijdelijk op openbaar
gezag bewaard worden, of hetzij aan een ambtenaar, hetzij aan een ander in het belang
van de openbare dienst zijn ter hand gesteld, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt
of wegmaakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete
van de vierde categorie.
Hij die opzettelijk brieven of andere stukken, aan een post- of telegraafkantoor bezorgd
of in een postbus gestoken, aan hun bestemming onttrekt, opent of beschadigt, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Indien de schuldige aan een der in de artikelen 198-201 omschreven misdrijven zich de toegang tot de plaats van het misdrijf verschaft of
het goed onder zijn bereik brengt door middel van braak, verbreking of inklimming,
van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, kan de straf met ten
hoogste een jaar gevangenisstraf worden verhoogd.
Hij die in tijd van vrede opzettelijk desertie van een krijgsman in dienst van het
Rijk uitlokt door een der in artikel 47, eerste lid, onder 2°, vermelde middelen, of bevordert op enige in artikel 48 vermelde wijze, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of
geldboete van de derde categorie.
Hij die, in tijd van vrede, opzettelijk oproer of muiterij van krijgslieden, in dienst
van het Rijk, uitlokt door een der in artikel 47, eerste lid, onder 2°, vermelde middelen, of bevordert op enige in artikel 48 vermelde wijze, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete
van de vierde categorie.
Hij die, zonder toestemming van de Koning, iemand voor vreemde krijgsdienst aanwerft,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde
categorie.
Titel X. Valsheid in muntspeciën en munt- en bankbiljetten
Hij die muntspeciën of munt- of bankbiljetten namaakt of vervalst, met het oogmerk
om die muntspeciën of munt- of bankbiljetten als echt en onvervalst uit te geven of
te doen uitgeven, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of
geldboete van de vijfde categorie.
Hij die opzettelijk als echte en onvervalste muntspeciën of munt- of bankbiljetten
uitgeeft muntspeciën of munt- of bankbiljetten die hij zelf heeft nagemaakt of vervalst
of waarvan de valsheid of vervalsing hem, toen hij ze ontving, bekend was, of deze,
met het oogmerk om ze als echt en onvervalst uit te geven of te doen uitgeven, ontvangt,
zich verschaft, in voorraad heeft, vervoert, invoert, doorvoert of uitvoert, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk muntspeciën of munt- of bankbiljetten welke
bestemd zijn om als wettig betaalmiddel in omloop te worden gebracht, in omloop brengt
of, teneinde ze in omloop te brengen, ontvangt, zich verschaft, in voorraad heeft,
vervoert, invoert, doorvoert of uitvoert, wordt gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 211
[Vervallen per 23-05-2001]
Artikel 212
[Vervallen per 02-05-1932]
Hij die opzettelijk valse of vervalste muntspeciën of valse of vervalste munt- of
bankbiljetten uitgeeft, wordt, behoudens artikel 209, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar of geldboete van de vierde
categorie.
Hij die stoffen, voorwerpen of gegevens vervaardigt, ontvangt, zich verschaft of voorhanden
heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het namaken of vervalsen van muntspeciën
of van munt- of bankbiljetten, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven worden:
-
1°. de valse of vervalste muntspeciën;
-
2°. de valse of vervalste munt- of bankbiljetten;
-
3°. de stoffen, voorwerpen of gegevens, uit hun aard bestemd tot het namaken of vervalsen
van muntspeciën of van munt- of bankbiljetten;
voor zover daarmede het misdrijf is gepleegd of zij het voorwerp daarvan hebben uitgemaakt,
verbeurd verklaard, ongeacht aan wie de voorwerpen toebehoren.
Titel XI. Valsheid in zegels en merken
Met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die op platina, gouden of zilveren werken valse rijksmerken of door de wet vereiste
meestertekens plaatst of echte vervalst, met het oogmerk om die werken te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken alsof de daarop geplaatste merken of tekens echt
en onvervalst waren;
-
2°. hij die, met gelijk oogmerk, op de bedoelde werken merken of tekens plaatst door wederrechtelijk
gebruik te maken van echte stempels;
-
3°. hij die echte rijksmerken of door de wet vereiste meestertekens inzet, aanvoegt of
overbrengt in, aan of op andere platina, gouden of zilveren werken dan die waaraan
zij oorspronkelijk zijn aangebracht, met het oogmerk om die werken te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken alsof de bedoelde merken of tekens oorspronkelijk daarop
waren geplaatst.
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die op voorwerpen aan ijk onderworpen valse ijkmerken plaatst of echte vervalst,
met het oogmerk om die voorwerpen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken alsof
de daarop geplaatste merken echt en onvervalst waren;
-
2°. hij die, met gelijk oogmerk, op de bedoelde voorwerpen merken plaatst door wederrechtelijk
gebruik te maken van echte stempels.
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die andere dan de in de artikelen 217 en 218 bedoelde merken, die krachtens wettelijk voorschrift op goederen of hun verpakking
moeten of kunnen worden geplaatst, daarop valselijk plaatst of echte vervalst, met
het oogmerk om die goederen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken alsof de
daarop geplaatste merken echt en onvervalst waren;
-
2°. hij die, met gelijk oogmerk, op de bedoelde goederen of hun verpakking merken plaatst
door wederrechtelijk gebruik te maken van echte stempels;
-
3°. hij die echte merken gebruikt voor goederen of hun verpakking waarvoor die merken
niet bestemd zijn, met het oogmerk om die goederen te gebruiken of door anderen te
doen gebruiken alsof de bedoelde merken daarvoor bestemd waren.
Hij die opzettelijk valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde zegels, tekens
of merken, of de voorwerpen waaraan zij wederrechtelijk verbonden zijn, gebruikt,
verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, ten verkoop in voorraad heeft of binnen het
Rijk in Europa invoert, als waren die zegels, tekens of merken echt en onvervalst
en niet wederrechtelijk vervaardigd of wederrechtelijk aan de voorwerpen verbonden,
wordt gestraft met dezelfde straffen als in de artikelen 216-219 zijn bepaald, naar de daar gemaakte onderscheidingen.
-
1 Hij die voorwerpen aan ijk onderworpen ontdoet van het daarop geplaatste afkeuringsmerk,
met het oogmerk om die voorwerpen te gebruiken of door anderen te doen gebruiken als
waren zij niet afgekeurd, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar
of geldboete van de vierde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk deze van het afkeuringsmerk
ontdane voorwerpen gebruikt, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert of ten verkoop in
voorraad heeft, als waren zij niet afgekeurd.
-
1 Hij die van zegels als bedoeld in artikel 216 welke reeds tot gebruik hebben gediend ontdoet van het merk bestemd om ze voor verder
gebruik ongeschikt te maken, met het oogmerk om die zegels te gebruiken of door anderen
te doen gebruiken als waren zij nog niet gebruikt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straffen wordt gestraft hij die opzettelijk deze van dat merk ontdane
zegels gebruikt, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, ten verkoop in voorraad heeft
of binnen het Rijk in Europa invoert, als waren zij nog niet gebruikt.
De bepalingen van de artikelen 216, 219, 220 en 222 zijn naar de daar gemaakte onderscheidingen mede van toepassing, indien de daarin
omschreven feiten worden gepleegd met betrekking tot zegels of merken van de Nederlandse
Antillen, Aruba, een buitenlandse mogendheid of een volkenrechtelijke organisatie.
Hij die stoffen of voorwerpen voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn
tot het plegen van enig in artikel 216 of in artikel 222bis in verband met artikel 216 omschreven misdrijf, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
Titel XII. Valsheid in geschriften, opgave van onware gegevens en schending van de
verplichting gegevens te verstrekken
-
1 Hij die een geschrift dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk
opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het als echt en onvervalst te gebruiken of
door anderen te doen gebruiken, wordt als schuldig aan valsheid in geschrift gestraft,
met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van het valse
of vervalste geschrift als ware het echt en onvervalst dan wel opzettelijk zodanig
geschrift aflevert of voorhanden heeft, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden
dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van enig in het
eerste lid vermeld vals of vervalst geschrift als ware het echt en onvervalst, dan
wel opzettelijk zodanig geschrift aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft,
vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden
dat dit geschrift bestemd is voor zodanig gebruik.
-
1 Hij die in een authentieke akte een valse opgave doet opnemen aangaande een feit van
welks waarheid de akte moet doen blijken, met het oogmerk om die akte te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken als ware zijn opgave in overeenstemming met de waarheid,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Hij die, anders dan door valsheid in geschrift, opzettelijk niet naar waarheid gegevens
verstrekt aan degene door wie of door wiens tussenkomst enige verstrekking of tegemoetkoming
wordt verleend, wordt, indien het feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf
of een ander, terwijl hij weet of redelijkerwijze moet vermoeden dat de verstrekte
gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn of eens anders recht op die
verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de hoogte of de duur van een dergelijke
verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met gevangenis straf van ten hoogste vier
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die, in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting,
opzettelijk nalaat tijdig de benodigde gegevens te verstrekken, wordt, indien het
feit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf of een ander, terwijl hij weet of
redelijkerwijze moet vermoeden dat de gegevens van belang zijn voor de vaststelling
van zijn of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming dan wel voor de
hoogte of de duur van een dergelijke verstrekking of tegemoetkoming, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 De arts of verloskundige die opzettelijk een valse verklaring afgeeft nopens een geboorte,
een oorzaak van overlijden dan wel nopens het al of niet bestaan of bestaan hebben
van ziekten, zwakheden of gebreken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Hij die een schriftelijke geneeskundige verklaring nopens een oorzaak van overlijden,
dan wel nopens het al of niet bestaan of bestaan hebben van ziekten, zwakheden of
gebreken valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het openbaar gezag of verzekeraars
te misleiden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete
van de vierde categorie.
-
1 Hij die een getuigschrift van goed gedrag, bekwaamheid, armoede, gebreken of andere
omstandigheden valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk om het te gebruiken
of door anderen te doen gebruiken tot het verkrijgen van een indienststelling of tot
het opwekken van welwillendheid en hulpbetoon, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
-
1 Hij die een reisdocument valselijk opmaakt of vervalst, of een zodanig stuk op grond
van valse gegevens doet verstrekken dan wel een aan hem of een ander verstrekt reisdocument
ter beschikking stelt van een derde, met het oogmerk het door deze te doen gebruiken
als ware het aan hem verstrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in het bezit is van een reisdocument waarvan
hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat het vals of vervalst is, dan wel opzettelijk
gebruik maakt van een niet op zijn naam gesteld reisdocument.
-
1 Hij die opzettelijk een betaalpas of waardekaart bedoeld voor het verrichten van betalingen
langs geautomatiseerde weg, valselijk opmaakt of vervalst, met het oogmerk zichzelf
of een ander te bevoordelen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk gebruik maakt van een valse
of vervalste betaalpas of waardekaart als ware deze echt en onvervalst, dan wel opzettelijk
zodanige betaalpas of waardekaart aflevert, voorhanden heeft, ontvangt, zich verschaft,
vervoert, verkoopt of overdraagt, terwijl hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden
dat de betaalpas of waardekaart bestemd is voor zodanig gebruik.
Artikel 233
[Vervallen per 28-07-1925]
Hij die stoffen, voorwerpen of gegevens vervaardigt, ontvangt, zich verschaft, verkoopt,
overdraagt of voorhanden heeft waarvan hij weet dat zij bestemd zijn tot het plegen
van enig in artikel 226, eerste lid, onder 2°–5°, artikel 231, eerste lid, en artikel 232, eerste lid, omschreven misdrijf, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaar
of geldboete van de vierde categorie.
Titel XIV. Misdrijven tegen de zeden
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie
wordt gestraft schennis van de eerbaarheid:
-
1°. op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd;
-
2°. op een andere dan onder 1° bedoelde openbare plaats, toegankelijk voor personen beneden
de leeftijd van zestien jaar;
-
3°. op een niet openbare plaats, indien een ander daarbij zijns ondanks tegenwoordig is.
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee maanden of geldboete van de derde categorie
wordt gestraft hij die weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat een afbeelding
of voorwerp aanstotelijk voor de eerbaarheid is en die afbeelding of dat voorwerp:
-
1°. op of aan een plaats, voor het openbaar verkeer bestemd, openlijk tentoonstelt of
aanbiedt;
-
2°. aan iemand, anders dan op diens verzoek, toezendt.
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft hij die een afbeelding, een voorwerp of een gegevensdrager, bevattende
een afbeelding waarvan de vertoning schadelijk is te achten voor personen beneden
de leeftijd van zestien jaar, verstrekt, aanbiedt of vertoont aan een minderjarige
van wie hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, dat deze jonger is dan zestien
jaar.
-
1 Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft degene die een afbeelding - of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding
- van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien
jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verspreidt,
openlijk tentoonstelt, vervaardigt, invoert, doorvoert, uitvoert of in bezit heeft.
-
2 Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft degene die van het plegen van een van de misdrijven, omschreven in
het eerste lid, een beroep of een gewoonte maakt.
Artikel 240bis
[Vervallen per 21-05-1986]
Artikel 240ter
[Vervallen per 21-05-1986]
Artikel 241
[Vervallen per 01-10-1971]
Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid iemand dwingt tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit of mede
bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt als schuldig aan verkrachting
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid, verminderd
bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling
of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in
staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand
te bieden, handelingen pleegt die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen
van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht jaren of
geldboete van de vijfde categorie.
Hij die met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen pleegt die bestaan
uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien
jaren heeft bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen pleegt die bestaan uit of
mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die door geweld of een andere feitelijkheid of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid iemand dwingt tot het plegen of dulden van ontuchtige handelingen, wordt,
als schuldig aan feitelijke aanranding van de eerbaarheid, gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste acht jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die met iemand van wie hij weet dat hij in staat van bewusteloosheid, verminderd
bewustzijn of lichamelijk onmacht verkeert, dan wel aan een zodanige gebrekkige ontwikkeling
of ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens lijdt dat hij niet of onvolkomen in
staat is zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand
te bieden of met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige
handelingen pleegt of laatstgemelde tot het plegen of dulden van zodanige handelingen
buiten echt met een derde verleidt, wordt gestraft met een gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die door giften of beloften van geld of goed, misbruik van uit feitelijke verhoudingen
voortvloeiend overwicht of misleiding een minderjarige, wiens minderjarigheid hij
kent of redelijkerwijs moet vermoeden, opzettelijk beweegt ontuchtige handelingen
te plegen of zodanige handelingen van hem te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die ontucht pleegt met iemand die zich beschikbaar stelt tot het verrichten van
seksuele handelingen met een derde tegen betaling en die de leeftijd van zestien jaren
maar nog niet de leeftijd van 18 jaren heeft bereikt, wordt gestraft met een gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die opzettelijk aanwezig is bij het plegen van ontuchtige handelingen door een
minderjarige wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden dan wel
bij het vertonen van afbeeldingen van dergelijke handelingen in een daarvoor bestemde
gelegenheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete
van de vierde categorie.
Artikel 248bis
[Vervallen per 12-05-1971]
Artikel 248ter
[Vervallen per 01-10-2000]
-
1 Hij die ontucht pleegt met zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind, zijn pupil,
een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige of zijn minderjarige
bediende of ondergeschikte, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie,
hij die het plegen van ontucht door zijn minderjarig kind, stiefkind of pleegkind,
zijn pupil, een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige
of zijn minderjarige bediende of ondergeschikte met een derde opzettelijk teweegbrengt
of bevordert;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie,
hij die, buiten de gevallen genoemd onder 1°, het plegen van ontucht door een minderjarige
wiens minderjarigheid hij kent of redelijkerwijs moet vermoeden, met een derde opzettelijk
teweegbrengt of bevordert.
-
3 De feiten, omschreven in het eerste lid, gepleegd door twee of meer verenigde personen
onder de omstandigheden, bedoeld in het tweede lid, onder 2° en 3°, worden gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 250bis
[Vervallen per 01-10-2000]
Artikel 250ter
[Vervallen per 01-10-2000]
Artikel 251bis
[Vervallen per 01-11-1984]
Hij die een onder zijn wettig gezag staand kind beneden de leeftijd van twaalf jaren
aan een ander afstaat of overlaat, wetende dat het tot of bij het uitoefenen van bedelarij,
van gevaarlijke kunstverrichtingen of van gevaarlijke of de gezondheid ondermijnende
arbeid zal worden gebruikt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie
jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 254
[Vervallen per 01-09-1996]
Artikel 254bis
[Vervallen per 31-12-1964]
Titel XVIII. Misdrijven tegen de persoonlijke vrijheid
Hij die voor eigen of vreemde rekening slavenhandel drijft of opzettelijk daaraan
middellijk of onmiddellijk deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 Hij die als schipper dienst neemt of dienst doet op een vaartuig, wetende dat het
tot het drijven van slavenhandel bestemd is, of het daartoe gebruikende, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die als schepeling dienst neemt op een vaartuig, wetende dat het tot het drijven
van slavenhandel bestemd is of gebruikt wordt, of vrijwillig in dienst blijft na die
bestemming of dit gebruik te hebben vernomen, wordt gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die voor eigen of vreemde rekening middellijk of onmiddellijk medewerkt tot het
verhuren, vervrachten of verzekeren van een vaartuig, wetende dat het tot het drijven
van slavenhandel bestemd is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die iemand over de grenzen van het Rijk in Europa voert, met het oogmerk om hem
wederrechtelijk onder de macht van een ander te brengen of om hem in hulpeloze toestand
te verplaatsen, wordt, als schuldig aan mensenroof, gestraft met gevangenisstraf van
ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt opgelegd indien list, geweld of bedreiging met geweld is gebezigd, of indien
de minderjarige beneden de twaalf jaren oud is.
-
1 Hij die opzettelijk een minderjarige die onttrokken is of zich onttrokken heeft aan
het wettig over hem gesteld gezag of aan het opzicht van degene die dit desbevoegd
over hem uitoefent, verbergt of aan de nasporing van de ambtenaren van de justitie
of politie onttrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren
of geldboete van de vierde categorie of, indien de minderjarige beneden de twaalf
jaren oud is, met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde
categorie.
-
3 De klacht geschiedt:
-
a. indien de vrouw tijdens de wegvoering minderjarig is, hetzij door haarzelf, hetzij
door iemand wiens toestemming zij tot het aangaan van een huwelijk behoeft;
-
b. indien zij tijdens de wegvoering meerderjarig is, hetzij door haarzelf, hetzij door
haar echtgenoot.
Hij die een ander door bedreiging met diefstal of afpersing van splijtstof, als bedoeld
in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Kernenergiewet (Stb. 1963, 82), gericht tegen die ander of tegen derden wederrechtelijk dwingt iets te
doen, niet te doen of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Bedreiging met openlijk geweld met verenigde krachten tegen personen of goederen,
met geweld tegen een internationaal beschermd persoon of diens beschermde goederen,
met enig misdrijf waardoor de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar
wordt gebracht, met verkrachting, met feitelijke aanranding van de eerbaarheid, met
enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met
brandstichting, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete
van de vierde categorie.
-
1 Hij die opzettelijk mondeling, door gebaren, bij geschrift of afbeelding zich jegens
een persoon uit, kennelijk om diens vrijheid om naar waarheid of geweten ten overstaan
van een rechter of ambtenaar een verklaring af te leggen te beïnvloeden, terwijl hij
weet of ernstige reden heeft te vermoeden dat die verklaring zal worden afgelegd,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de
vierde categorie.
-
1 Hij, die wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk maakt op eens anders persoonlijke
levenssfeer met het oogmerk die ander te dwingen iets te doen, niet te doen of te
dulden dan wel vrees aan te jagen wordt, als schuldig aan belaging, gestraft met een
gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of een geldboete van de vierde categorie.
Titel XIX. Misdrijven tegen het leven gericht
Hij die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt, als schuldig aan doodslag,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde
categorie.
Doodslag gevolgd, vergezeld of voorafgegaan van een strafbaar feit en gepleegd met
het oogmerk om de uitvoering van dat feit voor te bereiden of gemakkelijk te maken,
of om, bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers aan dat feit
hetzij straffeloosheid hetzij het bezit van het wederrechtelijk verkregene te verzekeren,
wordt gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste twintig
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die opzettelijk en met voorbedachten rade een ander van het leven berooft, wordt,
als schuldig aan moord, gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van
ten hoogste twintig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De moeder die, onder de werking van vrees voor de ontdekking van haar bevalling, haar
kind bij of kort na de geboorte opzettelijk van het leven berooft, wordt, als schuldig
aan kinderdoodslag, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete
van de vierde categorie.
De moeder die, ter uitvoering van een onder de werking van vrees voor de ontdekking
van haar aanstaande bevalling genomen besluit, haar kind bij of kort na de geboorte
opzettelijk van het leven berooft, wordt, als schuldig aan kindermoord, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De in de artikelen 290 en 291 omschreven misdrijven worden ten aanzien van anderen die er aan deelnemen als doodslag
of als moord aangemerkt.
-
1 Hij die opzettelijk een ander tot zelfdoding aanzet, wordt, indien de zelfdoding volgt,
gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde
categorie.
-
2 Hij die opzettelijk een ander bij zelfdoding behulpzaam is of hem de middelen daartoe
verschaft, wordt, indien de zelfdoding volgt, gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie. Artikel 293, tweede lid,
is van overeenkomstige toepassing.
Titel XXIV. Verduistering
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat
hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt,
als schuldig aan verduistering, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Verduistering gepleegd door hem die het goed uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrekking
of van zijn beroep, of tegen geldelijke vergoeding onder zich heeft, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Verduistering gepleegd door hem wie het goed uit noodzaak in bewaring is gegeven,
of door voogden, curators, bewindvoerders, executeurs van een nalatenschap, door de
rechter benoemde vereffenaars van een nalatenschap of gemeenschap of beheerders van
instellingen van weldadigheid of van stichtingen, ten opzichte van enig goed dat zij
als zodanig onder zich hebben, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een subsidie die met een bepaald doel door
of vanwege de Europese Gemeenschappen is verstrekt, aanwendt voor andere doeleinden
dan waarvoor zij is verstrekt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De bepaling van artikel 316 is op de in deze titel omschreven misdrijven van toepassing.
-
1 Bij veroordeling wegens een der in deze titel omschreven misdrijven, kan de rechter
de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten en ontzetting uitspreken van de in artikel 28, eerste lid, onder 1°, 2° en 4°, vermelde rechten.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij
door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige
kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, iemand beweegt tot de
afgifte van enig goed, tot het ter beschikking stellen van gegevens met geldswaarde
in het handelsverkeer, tot het aangaan van een schuld of tot het teniet doen van een
inschuld, wordt, als schuldig aan oplichting, gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die een beroep of een gewoonte maakt van het kopen van goederen met het oogmerk
om zonder volledige betaling zich of een ander de beschikking over die goederen te
verzekeren, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
Artikel 326bis
[Vervallen per 01-03-1993]
Met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft:
-
1°. hij die op of in een werk van letterkunde, wetenschap, kunst of nijverheid valselijk
enige naam of enig teken plaatst, of de echte naam of het echte teken vervalst, met
het oogmerk om daardoor aannemelijk te maken, dat dat werk zou zijn van de hand van
degene wiens naam of teken hij daarop of daarin aanbracht;
-
2°. hij die opzettelijk een werk van letterkunde, wetenschap, kunst of nijverheid, waarop
of waarin valselijk enige naam of enig teken is geplaatst, of de echte naam of het
echte teken is vervalst, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, ten verkoop in voorraad
heeft of binnen het Rijk in Europa invoert, als ware dat werk van de hand van degene
wiens naam of teken daarop of daarin valselijk is aangebracht.
-
1 Hij die, met het oogmerk daarvoor niet volledig te betalen, door een technische ingreep
of met behulp van valse signalen, gebruik maakt van een dienst die via telecommunicatie
aan het publiek wordt aangeboden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met gevangenisstraf van een jaar of geldboete van de derde categorie wordt gestraft
hij die opzettelijk een voorwerp dat kennelijk is bestemd, of gegevens die kennelijk
zijn bestemd, tot het plegen van het misdrijf, bedoeld in het eerste lid,
-
a. openlijk ter verspreiding aanbiedt;
-
b. ter verspreiding of met het oog op de invoer in Nederland voorhanden heeft of
-
c. uit winstbejag vervaardigt of bewaart.
-
3 Hij die van het plegen van misdrijven als bedoeld in het tweede lid, zijn beroep
maakt of het plegen van deze misdrijven als bedrijf uitoefent wordt gestraft hetzij
met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren en geldboete van de vijfde categorie,
hetzij met één van deze straffen.
Hij die door listige kunstgrepen de verzekeraar in dwaling brengt ten opzichte van
omstandigheden tot de verzekering betrekking hebbende, zodat deze een overeenkomst
sluit die hij niet of niet onder dezelfde voorwaarden zou hebben gesloten indien hij
de ware staat van zaken gekend had, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
een jaar of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander, ten nadele van de verzekeraar, wederrechtelijk
te bevoordelen, brand sticht of een ontploffing teweegbrengt in enig tegen brandgevaar
verzekerd goed, of een vaartuig of luchtvaartuig dat verzekerd is of waarvan de zich
aan boord bevindende zaken of de te verdienen vracht zijn verzekerd, doet zinken,
stranden of verongelukken, vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die, om het handels- of bedrijfsdebiet van zichzelf of van een ander te vestigen,
te behouden of uit te breiden, enige bedrieglijke handeling pleegt tot misleiding
van het publiek of van een bepaald persoon, wordt, indien daaruit enig nadeel voor
concurrenten van hem of van die ander kan ontstaan, als schuldig aan oneerlijke mededinging,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 Hij die, anders dan als ambtenaar, werkzaam zijnde in dienstbetrekking of optredend
als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen hij in zijn betrekking of bij de uitvoering
van zijn last heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten, een gift of belofte
aanneemt en dit aannemen in strijd met de goede trouw verzwijgt tegenover zijn werkgever
of lastgever, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de vijfde categorie.
-
2 Met gelijke straf wordt gestraft hij die aan iemand die, anders dan als ambtenaar,
werkzaam is in dienstbetrekking of optreedt als lasthebber, naar aanleiding van hetgeen
deze in zijn betrekking of bij de uitvoering van zijn last heeft gedaan of nagelaten
dan wel zal doen of nalaten, een gift of belofte doet van die aard of onder zodanige
omstandigheden, dat hij redelijkerwijs moet aannemen dat deze de gift of belofte in
strijd met de goede trouw zal verzwijgen tegenover zijn werkgever of lastgever.
-
1 Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft hij die een gift of een belofte aanneemt naar aanleiding van hetgeen
hij heeft gedaan of nagelaten dan wel zal doen of nalaten in verband met een op hem
of op de persoon bij wie hij in dienst is, rustende wettelijke plicht tot
-
a. het verstrekken van inlichtingen betreffende telecommunicatie aan de ambtenaren van
de justitie of politie, dan wel
-
b. het verlenen van medewerking aan het aftappen of opnemen van telecommunicatie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft de verkoper die de koper bedriegt:
-
1°. door hem die een bepaald aangewezen voorwerp kocht, opzettelijk iets anders daarvoor
in de plaats te leveren;
-
2°. ten opzichte van de aard, de hoedanigheid of de hoeveelheid van het geleverde, door
het aanwenden van listige kunstgrepen.
De houder van een cognossement die opzettelijk over verschillende exemplaren daarvan
onder bezwarende titel beschikt ten behoeve van verschillende verkrijgers, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 Hij die eet- of drinkwaren of geneesmiddelen verkoopt, te koop aanbiedt of aflevert,
wetende dat zij vervalst zijn en die vervalsing verzwijgende, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 Met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft de aannemer of de bouwmeester van enig werk of de verkoper van bouwmaterialen
die bij de uitvoering van het werk of de levering van de materialen enige bedrieglijke
handeling pleegt, ten gevolge waarvan de veiligheid van personen of goederen of de
veiligheid van de staat in tijd van oorlog kan worden in gevaar gebracht.
-
1 Hij die, bij levering van benodigdheden ten dienste van de vloot of het leger, enige
bedrieglijke handeling pleegt, ten gevolge waarvan de veiligheid van de staat in tijd
van oorlog kan worden in gevaar gebracht, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetgeen
tot afbakening van de grenzen van erven dient vernielt, verplaatst, verwijdert of
onbruikbaar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of
geldboete van de vijfde categorie.
Hij die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, door
het verspreiden van een leugenachtig bericht de prijs van koopwaren, fondsen of geldswaardig
papier doet stijgen of dalen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 335
[Vervallen per 18-07-1992]
De koopman, de bestuurder, beherende vennoot of commissaris van een rechtspersoon
of vennootschap, die opzettelijk een onware staat of een onware balans, winst- en
verliesrekening, staat van baten en lasten of toelichting op een van die stukken openbaar
maakt of zodanige openbaarmaking opzettelijk toelaat, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 336a
[Vervallen per 18-07-1992]
-
1 Hij die opzettelijk:
-
a. valse, vervalste of wederrechtelijk vervaardigde merken,
-
b. waren, die zelf of op hun verpakking valselijk zijn voorzien van de handelsnaam van
een ander of van het merk waarop een ander recht heeft,
-
c. waren, die ter aanduiding van herkomst, valselijk van de naam van een bepaalde plaats,
met bijvoeging van een verdichte handelsnaam, zijn voorzien,
-
d. waren, waarop of op de verpakking waarvan een handelsnaam van een ander of een merk
waarop een ander recht heeft, zij het dan ook met een geringe afwijking, is nagebootst
of
-
e. waren of onderdelen daarvan die valselijk hetzelfde uiterlijk vertonen als een tekening
of model waarop een ander recht heeft, dan wel daarmede slechts ondergeschikte verschillen
vertonen,
invoert, doorvoert of uitvoert, verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert, uitdeelt of
in voorraad heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste één jaar of
geldboete van de vijfde categorie.
-
3 Indien de schuldige van het plegen van het misdrijf, genoemd in het eerste lid, zijn
beroep maakt of het plegen van dit misdrijf als bedrijf uitoefent, wordt hij gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
4 Indien door het plegen van het misdrijf, genoemd in het eerste lid, gemeen gevaar
voor personen of goederen te duchten is, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De bepaling van artikel 316 is op de in deze titel omschreven misdrijven van toepassing.
Titel XXVI. Benadeling van schuldeisers of rechthebbenden
Hij die in staat van faillissement is verklaard, wordt, als schuldig aan eenvoudige
bankbreuk, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van
de vijfde categorie:
-
1°. indien zijn verteringen buitensporig zijn geweest;
-
2°. indien hij, met het oogmerk om zijn faillissement uit te stellen, wetende dat het
daardoor niet kon worden voorkomen, op bezwarende voorwaarden geldopnemingen heeft
gedaan;
-
3°. indien hij de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers waarmee hij ingevolge artikel
15a van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek een administratie gevoerd heeft en de boeken,
bescheiden en andere gegevensdragers die hij ingevolge dat artikel bewaard heeft,
niet in ongeschonden staat te voorschijn brengt.
Als schuldig aan bedrieglijke bankbreuk wordt gestraft hetzij met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren en geldboete van de vijfde categorie, hetzij met één van
deze straffen, hij:
-
a. die in staat van faillissement is verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting
van de rechten van zijn schuldeisers:
-
1°. hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
-
2°. enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
-
3°. ter gelegenheid van zijn faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het
faillissement niet kon worden voorkomen, een van zijn schuldeisers op enige wijze
bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
-
4°. niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15a van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers
in dat artikel bedoeld;
-
b. te wiens aanzien de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is
verklaard, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten die zijn schuldeisers
jegens de boedel kunnen doen gelden:
-
1°. hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
-
2°. enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
-
3°. ter gelegenheid van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen
of op een tijdstip waarop hij wist dat hij niet zou kunnen voortgaan met het betalen
van zijn schulden, een van zijn schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft of bevoordeelt;
-
4°. niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 15a van Boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek, en het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en gegevensdragers
in dat artikel bedoeld.
De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon welke in staat van faillissement
is verklaard, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de vijfde categorie:
-
1°. indien hij heeft medegewerkt of zijn toestemming gegeven tot enige handeling, in strijd
met enige wettige bepaling van statuten of reglementen, waaraan de door de rechtspersoon
geleden verliezen geheel of grotendeels zijn te wijten;
-
2°. indien hij, met het oogmerk om het faillissement van de rechtspersoon uit te stellen,
wetende dat het daardoor niet kon worden voorkomen, heeft medegewerkt of zijn toestemming
gegeven tot het doen van geldopnemingen op bezwarende voorwaarden;
-
3°. indien aan hem te wijten is, dat aan de in artikel 10, eerste lid, van Boek 2 van
het Burgerlijk Wetboek, artikel 15a, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek
of artikel 5, eerste lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek omschreven
verplichtingen niet is voldaan of dat de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers,
waarmee volgens die artikelen administratie gevoerd is, en de boeken, bescheiden en
andere gegevensdragers die ingevolge die artikelen zijn bewaard, niet in ongeschonden
staat worden te voorschijn gebracht.
De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon welke in staat van faillissement
is verklaard, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete
van de vijfde categorie, indien hij ter bedrieglijke verkorting van de rechten der
schuldeisers van de rechtspersoon:
-
1°. hetzij lasten verdicht heeft of verdicht, hetzij baten niet verantwoord heeft of niet
verantwoordt, hetzij enig goed aan de boedel onttrokken heeft of onttrekt;
-
2°. enig goed hetzij om niet, hetzij klaarblijkelijk beneden de waarde heeft vervreemd;
-
3°. ter gelegenheid van het faillissement of op een tijdstip waarop hij wist dat het faillissement
niet kon worden voorkomen, een van de schuldeisers op enige wijze bevoordeeld heeft
of bevoordeelt;
-
4°. niet voldaan heeft of niet voldoet aan de op hem rustende verplichtingen ten opzichte
van het voeren van een administratie ingevolge artikel 10, eerste lid, van Boek 2
van het Burgerlijk Wetboek, artikel 15a, eerste lid, van boek 3 van het Burgerlijk
Wetboek of artikel 5, eerste lid, van de Wet op de formeel buitenlandse vennootschappen in samenhang met artikel 10, eerste lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, en
het bewaren en te voorschijn brengen van boeken, bescheiden en andere gegevensdragers
in die artikelen bedoeld.
Hetzij met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren en zes maanden en geldboete
van de vijfde categorie, hetzij met één van deze straffen wordt gestraft hij die:
-
1°. in geval van faillissement, of in het vooruitzicht daarvan, indien het faillissement
is gevolgd, ter bedrieglijke verkorting van de rechten der schuldeisers, enig goed
aan de boedel onttrekt, of betaling aanneemt, hetzij van een niet opeisbare schuld,
hetzij van een opeisbare schuld, in het laatste geval wetende dat het faillissement
van de schuldenaar reeds was aangevraagd of ten gevolge van overleg met de schuldenaar;
-
2°. bij verificatie van de schuldvorderingen in geval van faillissement, een niet bestaande
schuldvordering voorwendt of een bestaande tot een verhoogd bedrag doet gelden;
-
3°. in geval de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard,
of in het vooruitzicht daarvan, indien de toepassing wordt uitgesproken, ter bedrieglijke
verkorting van de rechten die de schuldeisers jegens de boedel kunnen doen gelden,
enig goed aan de boedel onttrekt, of betaling aanneemt op een vordering ten aanzien
waarvan de schuldsaneringsregeling werkt, hetzij niet opeisbaar, hetzij opeisbaar,
in het laatste geval wetende dat het verzoek tot het van toepassing verklaren van
de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen reeds was ingediend of tengevolge
van overleg met de schuldenaar;
-
4°. bij de verificatie van vorderingen in de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen,
een niet bestaande schuldvordering voorwendt of een bestaande tot een verhoogd bedrag
doet gelden.
-
1 De schuldeiser die tot een aangeboden gerechtelijk akkoord toetreedt ten gevolge van
een overeenkomst hetzij met de schuldenaar, hetzij met een derde, waarbij hij bijzondere
voordelen heeft bedongen, wordt, in geval van aanneming van het akkoord, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Gelijke straf wordt in hetzelfde geval toegepast op de schuldenaar of, indien deze
een rechtspersoon is, op de bestuurder of commissaris, die zodanige overeenkomst sluit.
Artikel 346
[Vervallen per 12-01-1956]
De bestuurder of commissaris van een rechtspersoon die, buiten het geval van artikel 342, zijn medewerking heeft verleend of zijn toestemming gegeven tot enige handeling
in strijd met enige wettige bepaling van de statuten of reglementen, tengevolge waarvan
de rechtspersoon ernstig nadeel ondervindt, wordt gestraft met geldboete van de vijfde
categorie.
-
1 Hij die opzettelijk zijn eigen goed of, ten behoeve van degene aan wie het toebehoort,
een hem niet toebehorend goed onttrekt aan een pandrecht, een retentierecht of een
recht van vruchtgebruik of gebruik van een ander, wordt gestraft met een gevangenisstraf
van ten hoogste een jaar en zes maanden.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die opzettelijk een goed dat is onderworpen
aan een pandrecht, een retentierecht of een recht van vruchtgebruik of gebruik van
een ander, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt.
Artikel 349bis
[Vervallen per 01-11-1912]
Artikel 349ter
[Vervallen per 01-11-1912]
Artikel 349quater
[Vervallen per 01-11-1912]
Titel XXVII. Vernieling of beschadiging
-
1 Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt of wegmaakt, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
2 Gelijke straf wordt toegepast op hem die opzettelijk en wederrechtelijk een dier
dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, doodt, beschadigt, onbruikbaar maakt
of wegmaakt.
-
1 Hij die opzettelijk en wederrechtelijk gegevens die door middel van een geautomatiseerd
werk zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, verandert, wist, onbruikbaar
of ontoegankelijk maakt, dan wel andere gegevens daaraan toevoegt, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
2 Hij die het feit, bedoeld in het eerste lid, pleegt na door tussenkomst van een openbaar
telecommunicatienetwerk, wederrechtelijk in een geautomatiseerd werk te zijn binnengedrongen
en daar ernstige schade met betrekking tot die gegevens veroorzaakt, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Hij aan wiens schuld te wijten is dat gegevens die door middel van een geautomatiseerd
werk zijn opgeslagen, worden verwerkt of overgedragen, wederrechtelijk worden veranderd,
gewist, onbruikbaar of ontoegankelijk gemaakt, dan wel dat andere gegevens daaraan
worden toegevoegd, wordt, indien daardoor ernstige schade met betrekking tot die gegevens
wordt veroorzaakt, gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een maand
of geldboete van de tweede categorie.
-
2 Hij aan wiens schuld te wijten is dat gegevens wederrechtelijk ter beschikking gesteld
of verspreid worden die bedoeld zijn om schade aan te richten door zichzelf te vermenigvuldigen
in een geautomatiseerd werk, wordt gestraft met gevangenisstraf of hechtenis van ten
hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Hij die spoorweg- of elektriciteitswerken, geautomatiseerde werken voor opslag of
verwerking van gegevens of werken voor telecommunicatie, werken dienend tot waterkering,
waterlozing, gas- of waterleiding of riolering, voor zover deze werken ten algemenen
nutte gebezigd worden, dan wel goederen of werken ten behoeve van de landsverdediging,
opzettelijk en wederrechtelijk vernielt, beschadigt, onbruikbaar maakt, onklaar maakt
of weg maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete
van de vierde categorie.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig in het vorig artikel bedoeld goed of werk,
vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt, onklaar gemaakt of weggemaakt wordt, wordt
gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de tweede categorie.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk enig gebouw, vaartuig of zijn lading, installatie
ter zee of luchtvaartuig dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielt,
beschadigt, onbruikbaar maakt of onklaar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
De bepaling van artikel 316 is op de in deze titel omschreven misdrijven van toepassing.
Indien een der in deze titel omschreven misdrijven arglistig gepleegd wordt, of daarvan
levensgevaar voor een ander is te duchten, kan de gevangenisstraf met een derde worden
verhoogd.
Titel XXVIII. Ambtsmisdrijven
Met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie,
worden gestraft de hoofden van ministeriële departementen:
-
1°. die hun medeondertekening verlenen aan koninklijke besluiten of koninklijke beschikkingen,
wetende dat daardoor de Grondwet of andere wetten of algemene maatregelen van inwendig bestuur van de staat worden
geschonden;
-
2°. die uitvoering geven aan koninklijke besluiten of koninklijke beschikkingen, wetende
dat deze niet van de vereiste medeondertekening van een der hoofden van de ministeriële
departementen zijn voorzien;
-
3°. die beschikkingen nemen of bevelen geven of bestaande beschikkingen of bevelen handhaven,
wetende dat daardoor de Grondwet of andere wetten of algemene maatregelen van inwendig bestuur van de staat worden
geschonden;
-
4°. die opzettelijk nalaten uitvoering te geven aan de bepalingen van de Grondwet of andere wetten of algemene maatregelen van inwendig bestuur van de staat, voor
zover die uitvoering wegens de aard van het onderwerp tot hun ministeriële departementen
behoort of uitdrukkelijk hun is opgedragen.
Met hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie worden
gestraft de hoofden van ministeriële departementen aan wier grove schuld te wijten
is dat de in artikel 355, onder 4°, omschreven uitvoering wordt nagelaten.
De bevelhebber van de gewapende macht die weigert of opzettelijk nalaat op de wettige
vordering van het bevoegde burgerlijk gezag de onder zijn bevel staande macht aan
te wenden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete
van de vierde categorie.
-
1 De ambtenaar die opzettelijk de bijstand van de gewapende macht inroept tegen de uitvoering
van wettelijke voorschriften, van wettige bevelen van het openbaar gezag of van rechterlijke
uitspraken of bevelschriften, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes
jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 358bis
[Vervallen per 16-01-1980]
Artikel 358ter
[Vervallen per 16-01-1980]
Artikel 358quater
[Vervallen per 16-01-1980]
De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast
persoon, die opzettelijk geld of geldswaardig papier dat hij in zijn bediening onder
zich heeft, verduistert of toelaat dat het door een ander weggenomen of verduisterd
wordt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast
persoon, die opzettelijk boeken of registers, uitsluitend bestemd tot controle van
de administratie, valselijk opmaakt of vervalst, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 De ambtenaar of een ander met enige openbare dienst voortdurend of tijdelijk belast
persoon, die opzettelijk zaken bestemd om voor de bevoegde macht tot overtuiging of
bewijs te dienen, akten, bescheiden of registers, welke hij in zijn bediening onder
zich heeft verduistert, vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, of toelaat dat
zij door een ander worden weggemaakt, vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt,
of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft, hij die in het vooruitzicht van een aanstelling
als ambtenaar, indien de aanstelling als ambtenaar is gevolgd, een feit begaat als
in het eerste lid, onder 1° en 3°, omschreven.
-
3 Hij die een feit als omschreven in het eerste lid begaat in verband met zijn hoedanigheid
van minister, staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester,
wethouder of lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Met dezelfde straf wordt gestraft hij die in het vooruitzicht van een aanstelling
als ambtenaar, indien de aanstelling als ambtenaar is gevolgd, een feit begaat als
in het eerste lid, onder 1° en 3°, omschreven.
-
3 Hij die een feit als omschreven in het eerste lid begaat in verband met zijn hoedanigheid
van minister, staatssecretaris, commissaris van de Koning, gedeputeerde, burgemeester,
wethouder of lid van een algemeen vertegenwoordigend orgaan, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
1 De rechter die een gift, belofte of dienst aanneemt, wetende of redelijkerwijs vermoedende
dat deze hem gedaan, verleend of aangeboden wordt teneinde invloed uit te oefenen
op de beslissing van een aan zijn oordeel onderworpen zaak, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 De rechter die een gift, belofte of dienst vraagt teneinde hem te bewegen om invloed
uit te oefenen op de beslissing van een aan zijn oordeel onderworpen zaak, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
3 Indien de gift, belofte of dienst wordt aangenomen, wetende of redelijkerwijs vermoedende
dat deze gedaan, verleend of aangeboden wordt om een veroordeling in een strafzaak
te verkrijgen, wordt de rechter gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
4 Indien de gift, belofte of dienst wordt gevraagd teneinde hem te bewegen om een veroordeling
in een strafzaak te verkrijgen, wordt de rechter gestraft met een gevangenisstraf
van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
De ambtenaar die door misbruik van gezag iemand dwingt iets te doen, niet te doen
of te dulden, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete
van de vierde categorie.
De ambtenaar die in de uitoefening van zijn bediening, als verschuldigd aan hemzelf,
aan een ander ambtenaar of aan enige openbare kas, vordert of ontvangt of bij een
uitbetaling terughoudt hetgeen hij weet dat niet verschuldigd is, wordt, als schuldig
aan knevelarij, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
-
1 De ambtenaar die, belast met de bewaking van iemand die op openbaar gezag of krachtens
rechterlijke uitspraak of beschikking van de vrijheid is beroofd, hem opzettelijk
laat ontsnappen of bevrijdt of bij zijn bevrijding of zelfbevrijding behulpzaam is,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de
vierde categorie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie wordt
gestraft het hoofd van een gesticht, bestemd tot opsluiting van veroordeelden, voorlopig
aangehoudenen of gegijzelden, of van een rijksinrichting voor kinderbescherming of
een psychiatrisch ziekenhuis, die weigert te voldoen aan een wettige vordering om
iemand die in het gesticht of psychiatrisch ziekenhuis is opgenomen te vertonen, of
om inzage te geven van het register van inschrijving of van de akte waarvan de wet
de inschrijving vordert.
-
1 De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van
de bij de wet bepaalde vormen, in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een
ander in gebruik, diens ondanks binnentreedt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende,
zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
-
2 Met gelijke straf wordt gestraft de ambtenaar die ter gelegenheid van een huiszoeking
met overschrijding van zijn bevoegdheid of zonder inachtneming van de bij de wet bepaalde
vormen, geschriften, boeken of andere papieren onderzoekt of in beslag neemt.
-
1 De ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid, zich doet overleggen of
in beslag neemt een aan enige openbare instelling van vervoer toevertrouwde brief,
briefkaart, stuk of pakket, of een telegrafisch bericht dat zich in handen bevindt
van een ambtenaar van de telegrafie of van andere personen belast met de dienst van
een ten algemenen nutte gebezigde telegraafinrichting, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
2 Dezelfde straf wordt opgelegd aan de ambtenaar die, met overschrijding van zijn bevoegdheid,
zich door een ambtenaar van de telefonie of door andere personen belast met de dienst
van een ten algemenen nutte gebezigde telefooninrichting, doet inlichten ter zake
van enig verkeer hetwelk door tussenkomst van die instelling is geschied.
De ambtenaar van of een persoon werkzaam bij enige openbare instelling van vervoer
die een aan zodanige instelling toevertrouwde brief, gesloten stuk of pakket opzettelijk
en wederrechtelijk opent, daarvan inzage neemt of de inhoud aan een ander bekendmaakt,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of geldboete
van de vierde categorie.
-
1 De ambtenaar van of een persoon werkzaam bij enige openbare instelling van vervoer
die een aan zodanige instelling toevertrouwde brief, briefkaart, stuk of pakket opzettelijk
aan een ander dan de rechthebbende afgeeft, vernietigt, wegmaakt, zich toeëigent,
of de inhoud wijzigt of enig daarin gesloten voorwerp zich toeëigent, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
De ambtenaar van de telegrafie of enig ander persoon belast met het toezicht op of
met de dienst van een ten algemenen nutte gebezigde telegraafinrichting, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde
categorie, indien hij de inhoud van een aan de telegrafie of aan zodanige inrichting
toevertrouwd bericht opzettelijk en wederrechtelijk aan een ander bekendmaakt of een
telegram opzettelijk en wederrechtelijk opent, daarvan inzage neemt of de inhoud aan
een ander bekendmaakt;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie,
indien hij een aan de telegrafie of aan zodanige inrichting toevertrouwd bericht of
een telegram opzettelijk aan een ander dan de rechthebbende afgeeft, vernietigt, wegmaakt,
zich toeëigent of de inhoud wijzigt.
Met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar en zes maanden of geldboete van de vierde
categorie wordt gestraft de ambtenaar of enig ander persoon belast met het toezicht
op of met de dienst ten behoeve van een openbaar telecommunicatienetwerk of een openbare
telecommunicatiedienst:
-
1°. die opzettelijk en wederrechtelijk een door tussenkomst van deze infrastructuur verzorgde,
niet voor hem of niet mede voor hem bestemde gegevensoverdracht afluistert, aftapt
of opneemt;
-
2°. die de beschikking heeft over een voorwerp waaraan, naar hij weet of redelijkerwijs
moet vermoeden, een gegeven kan worden ontleend, dat door wederrechtelijk afluisteren,
aftappen of opnemen van zodanige gegevensoverdracht is verkregen;
-
3°. die opzettelijk en wederrechtelijk de inhoud van zodanige gegevensoverdracht aan een
ander bekendmaakt;
-
4°. die opzettelijk en wederrechtelijk een voorwerp waaraan een gegeven omtrent de inhoud
van zodanige gegevensoverdracht kan worden ontleend, ter beschikking stelt van een
ander.
De ambtenaar van enige openbare instelling van vervoer of van de telegrafie of telefonie
of enig ander in de artikelen 372 tot en met 374 bis bedoeld persoon, die opzettelijk toelaat dat een ander een der in deze artikelen
vermelde feiten pleegt, of die ander daarbij als medeplichtige ter zijde staat, wordt
gestraft met de straffen en naar de onderscheidingen in die bepalingen vastgesteld.
Met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vijfde categorie
wordt gestraft de ambtenaar die opzettelijk deelneemt, middellijk of onmiddellijk,
aan aannemingen of leveranties waarover hem op het tijdstip van de handeling geheel
of ten dele het bestuur of toezicht is opgedragen.
De ambtenaar van het muntwezen, behalve de muntmeester, of degene, in dienst van een
waarborginstelling als bedoeld in artikel 7 van de Waarborgwet 1986, die handel drijft in edele metalen of daarvan vervaardigde voorwerpen, of opzettelijk
aan zodanige handel middellijk of onmiddellijk deelneemt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Degene, in dienst van een waarborginstelling als bedoeld in artikel 7 van de Waarborgwet 1986, die een te zijnen kantore aangeboden goud- of zilverwerk afdrukt of natrekt of daarvan
een beschrijving geeft aan een ander dan die van ambtswege bevoegd is haar te vorderen,
wordt gestraft met geldboete van de tweede categorie.
-
1 De ambtenaar van de burgerlijke stand die meewerkt aan iemands huwelijksvoltrekking,
wetende dat deze daardoor een dubbel huwelijk aangaat, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
2 De ambtenaar van de burgerlijke stand die meewerkt aan iemands huwelijksvoltrekking,
wetende dat daartegen enig ander wettig beletsel bestaat, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
2 Bij veroordeling wegens een der in de artikelen 359, 362 tot en met 364, 366, 373, laatste lid, en 379, eerste lid, omschreven misdrijven kan ontzetting van het in artikel 28, eerste lid, onder 4°, vermelde recht worden uitgesproken.
Titel XXIX. Scheepvaart- en luchtvaartmisdrijven
Indien de in artikel 381 omschreven daden van geweld de dood van een der zich op het aangevallen vaartuig
of luchtvaartuig bevindende personen ten gevolge hebben, wordt de schipper of de gezagvoerder
van het luchtvaartuig en worden zij die aan de daden van geweld hebben deelgenomen,
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie
gestraft.
Hij die voor eigen of vreemde rekening een vaartuig of luchtvaartuig uitrust met de
in artikel 381 omschreven bestemming, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die voor eigen of vreemde rekening middellijk of onmiddellijk medewerkt tot het
verhuren, vervrachten of verzekeren van een vaartuig of luchtvaartuig, wetende dat
het de in artikel 381 omschreven bestemming heeft, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste acht
jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Hij die een Nederlands vaartuig opzettelijk in de macht van zeerovers brengt, wordt
gestraft:
-
1°. indien hij de schipper is met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete
van de vijfde categorie;
-
2°. in alle andere gevallen met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete
van de vijfde categorie.
-
1 Hij die een luchtvaartuig door geweld, bedreiging met geweld of vreesaanjaging in
zijn macht brengt of houdt dan wel van zijn route doet afwijken, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie.
-
2 Indien twee of meer personen gezamenlijk of ten gevolge van samenspanning het feit
plegen, of indien het feit zwaar lichamelijk letsel ten gevolge heeft, dan wel het
feit is gepleegd met het oogmerk iemand wederrechtelijk van zijn vrijheid te beroven
of beroofd te houden, wordt gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete
van de vijfde categorie opgelegd.
-
2 De straffen in het eerste lid bepaald, zijn toepasselijk op degene die de in dit
lid omschreven misdrijven pleegt ten aanzien van een vaartuig en een installatie ter
zee. Onder gevaar voor de veiligheid van het luchtvaartuig wordt in het eerste lid
tevens begrepen gevaar voor de veilige vaart van het vaartuig.
Hij die opzettelijk gegevens doorgeeft waarvan hij weet of ernstige reden heeft om
te vermoeden dat zij onjuist zijn, wordt, indien daarvan gevaar voor een luchtvaartuig
in vlucht of voor de veilige vaart van een vaartuig te duchten is, gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die opzettelijk met gebruikmaking van een vuurwapen, een ontplofbare of anderszins
gemeengevaarlijke stof of enig ander gemeengevaarlijk voorwerp, een daad van geweld
begaat tegen iemand die zich in of in de onmiddellijke nabijheid van de vertrek- of
aankomstruimten van een luchthaven bevindt, wordt gestraft:
-
1°. met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daardoor levensgevaar voor andere gebruikers van de luchthaven te duchten valt;
-
2°. met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daardoor levensgevaar voor andere gebruikers van de luchthaven te duchten valt
en het feit zwaar lichamelijk letsel voor een ander ten gevolge heeft;
-
3°. met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie,
indien daardoor levensgevaar voor andere gebruikers van de luchthaven te duchten valt
en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
De opvarende van een Nederlands schip die zich wederrechtelijk van het schip meester
maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van
de vierde categorie.
De schipper van een Nederlands schip die het schip aan de eigenaar of de rederij onttrekt
en ten eigen bate gebruikt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zeven
jaren en zes maanden of geldboete van de vijfde categorie.
Met gevangenisstraf van ten hoogste vier jaren of geldboete van de vierde categorie
wordt gestraft de Nederlander die zonder vergunning van de Nederlandse regering een
kaperbrief aanneemt, of als schipper dienst neemt of dienst doet op een vaartuig,
wetende dat het zonder vergunning van de Nederlandse regering voor de kaapvaart bestemd
is.
De Nederlander die als schepeling dienst neemt op een vaartuig, wetende dat het zonder
vergunning van de Nederlandse regering voor de kaapvaart bestemd is of gebruikt wordt,
of vrijwillig in dienst blijft na die bestemming of dat gebruik te hebben vernomen,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de
vierde categorie.
De schipper van een Nederlands vaartuig die gedurende de reis zich opzettelijk aan
het voeren van het vaartuig onttrekt, wordt, indien die gedraging de veiligheid van
de opvarenden, het vaartuig of de zaken aan boord daarvan in gevaar brengt, gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.
Artikel 391
[Vervallen per 13-08-1973]
Artikel 392
[Vervallen per 01-10-1937]
Artikel 393
[Vervallen per 01-10-1937]
Artikel 394
[Vervallen per 13-08-1973]
Artikel 394bis
[Vervallen per 13-08-1973]
-
1 De opvarende van een Nederlands schip of zeevissersschip die aan boord de schipper,
of de schepeling die aan boord of in dienst een meerdere in rang feitelijk aanrandt,
zich met geweld of bedreiging met geweld tegen hem verzet of hem opzettelijk van zijn
vrijheid van handelen berooft, wordt, als schuldig aan insubordinatie, gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
-
1 Insubordinatie gepleegd door twee of meer verenigde personen, wordt, als muiterij,
gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde
categorie.
Hij die aan boord van een Nederlands schip of zeevissersschip tot muiterij op dat
schip of vaartuig opruit, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijf
jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 398
[Vervallen per 13-08-1973]
Artikel 399
[Vervallen per 13-08-1973]
De in de artikelen 386, 389, 395-397 en 400 bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien de schuldige
aan een der in die artikelen omschreven misdrijven scheepsofficier is.
De schipper van een Nederlands schip die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen of zodanige bevoordeling te bedekken, hetzij het schip verkoopt, hetzij
geld opneemt op het schip, het scheepstoebehoren of de scheepsvoorraad, hetzij zaken
aan boord van het schip of zaken van de scheepsvoorraad verkoopt of verpandt, hetzij
verdichte schaden of uitgaven in rekening brengt, hetzij niet zorgt dat aan boord
de vereiste dagboeken overeenkomstig de wettelijke voorschriften worden gehouden,
hetzij bij het verlaten van het schip niet zorgt voor het behoud van de scheepspapieren,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vierde
categorie.
De schipper van een Nederlands schip die, met het oogmerk om zich of een ander wederrechtelijk
te bevoordelen of zodanige bevoordeling te bedekken, van koers verandert, wordt gestraft
met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 404
[Vervallen per 13-08-1973]
-
1 De schipper van een Nederlands vaartuig die, buiten noodzaak en buiten voorkennis
van de eigenaar of de rederij, handelingen pleegt of gedoogt, wetende dat deze het
vaartuig of de zaken aan boord daarvan aan opbrenging, aanhouding of ophouding kunnen
blootstellen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete
van de derde categorie.
-
2 De opvarende die, buiten noodzaak en buiten voorkennis van de schipper, met gelijke
wetenschap gelijke handelingen pleegt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten
hoogste negen maanden of geldboete van de derde categorie.
De schipper van een Nederlands schip die opzettelijk buiten noodzaak aan een opvarende
niet verschaft datgene wat hij verplicht is hem te verschaffen, wordt gestraft met
gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
De schipper van een Nederlands schip die opzettelijk buiten noodzaak of in strijd
met enig wettelijk voorschrift goederen werpt, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Hij die zaken aan boord van een vaartuig, opzettelijk en wederrechtelijk vernielt,
beschadigt of onbruikbaar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste
twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
De schipper die de Nederlandse vlag voert, wetende dat hij daartoe niet gerechtigd
is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de
derde categorie.
De schipper die opzettelijk door het voeren van enig onderscheidingsteken aan zijn
vaartuig de schijn geeft alsof het een Nederlands oorlogsvaartuig ware, of een loodsvaartuig
in Nederlandse wateren of zeegaten dienst doende, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
Hij die buiten noodzaak op een Nederlands vaartuig optreedt als schipper, stuurman
of machinist, wetende dat hij ingevolge wettelijk voorschrift daartoe onbevoegd is,
wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de
derde categorie.
De schipper van een Nederlands schip die zonder geldige reden weigert te voldoen aan
een wettelijke vordering om een beklaagde of veroordeelde benevens de tot zijn zaak
betrekkelijke stukken aan boord te nemen, wordt gestraft met een gevangenisstraf van
ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.
-
1 De schipper van een Nederlands schip die een beklaagde of veroordeelde die hij op
een wettelijke vordering aan boord genomen heeft, opzettelijk laat ontsnappen of bevrijdt,
of bij zijn bevrijding of zelfbevrijding behulpzaam is, wordt gestraft met gevangenisstraf
van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vierde categorie.
Titel XXXI. Bepalingen over herhaling van misdrijf aan verschillende titels gemeen
De in de artikelen 105, 174, 208-212, 216-222bis, 225-229, 310-312, 315, 317, 318, 321-323, 326-332, 341, 343, 344, 359, 361, 366, 373, laatste lid, 402, 416, 417, 420bis en 420ter bepaalde gevangenisstraf kan met een derde worden verhoogd, indien tijdens het plegen
van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige hetzij een
tegen hem wegens een der in die artikelen omschreven misdrijven uitgesproken gevangenisstraf,
hetzij een wegens diefstal, verduistering, heling, het opzettelijk voordeel trekken
uit de opbrengst van enig door misdrijf verkregen goed, bedrog of witwassen krachtens
de militaire wetten opgelegde straf, geheel of ten dele heeft ondergaan, of sedert
die straf hem geheel is kwijtgescholden; of indien tijdens het plegen van het misdrijf
het recht tot uitvoering van die straf nog niet is verjaard.
De in de artikelen 108, eerste lid, 109, 110, 115, eerste lid, 116, 141, 181, 182, 287, 290, 291, 293, eerste lid
[Red: “lid,,” moet zijn “lid,”]
,, 296, 300-303, 381, 382, 395 en 396 bepaalde gevangenisstraf, alsmede de tijdelijke gevangenisstraf op te leggen krachtens
de artikelen 92, 108, tweede lid, 115, tweede lid, 288 en 289, kan met een derde worden verhoogd, indien tijdens het plegen van het misdrijf nog
geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige hetzij een tegen hem wegens een
der in die artikelen omschreven misdrijven uitgesproken gevangenisstraf, hetzij een
wegens gewelddadig verzet tegen of mishandeling van meerderen of schildwachten, of
van geweldenarijen tegen personen krachtens de militaire wetten opgelegde straf geheel
of ten dele heeft ondergaan, of sedert die straf hem geheel is kwijtgescholden; of
indien tijdens het plegen van het misdrijf het recht tot uitvoering van die straf
nog niet is verjaard.
De in de artikelen 111-113, 117-119, 261-271, 418 en 419 bepaalde gevangenisstraf of hechtenis kan met een derde worden verhoogd, indien tijdens
het plegen van het misdrijf nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert de schuldige
een tegen hem wegens een der in die artikelen omschreven misdrijven uitgesproken gevangenisstraf
geheel of ten dele heeft ondergaan, of sedert die straf hem geheel is kwijtgescholden;
of indien tijdens het plegen van het misdrijf het recht tot uitvoering van die straf
nog niet is verjaard.