Wet van 15 april 1896, houdende bepalingen ter uitvoering van artikel 152, 2de lid,
der Grondwet
In naam van Hare Majesteit WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz. Wij EMMA, Koningin-Weduwe, Regentes van
het Koninkrijk,
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat, volgens artikel 152, 2de lid, der Grondwet, het gebruik van eigendom tot het voorbereiden en het stellen van militaire inundatiën,
wanneer dit wegens oorlog of oorlogsgevaar wordt gevorderd, bij de wet moet worden
geregeld;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: