Wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen,
waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodig is den dienst en het gebruik
van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, nader te
regelen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: