Wet van 1 juli 1909, houdende bepalingen ter voorkoming van scheepsrampen, tot het
instellen van een onderzoek omtrent voorgekomen scheepsrampen en omtrent maatregelen
van tucht ten opzichte van kapiteins, stuurlieden of machinisten
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen vast te
stellen ter voorkoming van scheepsrampen, tot het instellen van een onderzoek omtrent
voorgekomen scheepsrampen en omtrent maatregelen van tucht ten opzichte van schippers,
stuurlieden of machinisten;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: