Van gemeentelijke banken van leening
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Gedeputeerde Staten zijn bevoegd, den raad gehoord, om zoo zij oordeelen, dat een
gemeente nalatig is in het nakomen van de in het vorige lid bedoelde verplichting,
de oprichting te bevelen.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Voor verschillende soorten van panden kunnen verschillende termijnen worden bepaald,
na welke, gerekend van den dag der beleening, de panden die niet zijn gelost, verkocht
kunnen worden.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
In het reglement wordt bepaald:
-
1°. dat de bank op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen gesloten is;
-
2°. dat van kinderen, die kenlijk den leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt,
en van personen, in kenlijken staat van dronkenschap, panden of gelden niet worden
aangenomen en aan die kinderen en personen panden of gelden niet worden verstrekt;
-
3°. dat niet tot pand worden aangenomen:
-
a. zaken, die kenlijk tot den eeredienst behooren of kenlijk afkomstig zijn van instellingen
van weldadigheid;
-
b. zaken, die met duidelijke omschrijving bij de bank als door diefstal verloren zijn
aangegeven, behoudens schriftelijke machtiging van de burgemeester;
-
c. zaken, behoorende tot de kleeding, uitrusting of wapening van een krijgsman beneden
den rang van officier.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De gemeenteraad is bevoegd, een of meer van de in art. 4 genoemde onderwerpen, betreffende de ambtenaren van de bank, te regelen bij een of
meer afzonderlijke reglementen. Met betrekking tot zoodanig reglement is van toepassing
het bepaalde in art. 3, lid 2 en 3.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Indien hetgeen ingevolge het reglement ter zake van een beleening op een pandbewijs
is vermeld niet overeenstemt met hetgeen te dier zake in het register is ingeschreven,
beslist de inhoud van het pandbewijs, zoolang niet de valschheid of de vervalsching
van het pandbewijs is bewezen.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Hetgeen de opbrengst van een pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake
van de beleening verschuldigd is, wordt aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze
een daartoe strekkend verzoek doet binnen den in het reglement bepaalden termijn na
den verkoop. Bij gebreke van tijdig verzoek vervalt dat bedrag aan de bank.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De bank is, behoudens het bepaalde in art. 11, verplicht de panden tot de lossing of den verkoop te bewaren.
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Indien een pand door brand of diefstal verloren is gegaan, en de panden tegen brand-
of diefstalschade zijn verzekerd, wordt hetgeen de krachtens de verzekering te vorderen
vergoeding meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd
is, aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze een daartoe strekkend verzoek doet
binnen twaalf maanden na den dag, waarop het pand gelost had moeten worden.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Indien de bank op dat tijdstip niet te goeder trouw is of indien de zaak door diefstal
is verloren, wordt de zaak, mits deze nog in de macht van de bank is, aan de eigenaar
teruggegeven tegen betaling van de beleensom en van hetgeen ter zake van de belening
is verschuldigd.
-
3 Een zaak, die voor de aanneming tot pand met duidelijke omschrijving als door diefstal
verloren bij de bank is aangegeven, wordt aan de eigenaar onvergolden teruggegeven,
indien de afgifte binnen zes maanden na de aangifte wordt gevraagd en het pand nog
in de macht van de bank is.
-
4 Is het pand reeds verkocht op het tijdstip van de aanvraag, en is hetgeen de verkoopsom
meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is,
nog niet aan den houder van het pandbewijs uitgekeerd, dan geschiedt de uitkeering
aan den eigenaar.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Het pandbewijs geeft, behoudens in het geval, bedoeld in art. 11, recht de lossing van het pand te vorderen tegen betaling van de beleensom en hetgeen
ter zake van de beleening verschuldigd is.
Van particuliere banken van leening
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Particuliere banken van leening worden niet gehouden dan na toelating door Burgemeester
en Wethouders.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Binnen twee maanden wordt op het verzoek om toelating schriftelijk beschikt. Indien
de toelating wordt verleend, wordt in het besluit opgenomen een omschrijving van de
localiteiten, waarin de bank zal worden gehouden.
-
2 De toelating geldt alleen voor de localiteiten in het besluit vermeld Zij geeft slechts
bevoegdheid tot het houden van de bank door den toegelatene persoonlijk of voor en
ten name van den toegelatene en onder zijn verantwoordelijkheid door een ander, die
door hem daartoe schriftelijk gemachtigd is.
-
3 De toelating geldt mede voor hem, die na het overlijden van den toegelatene het bedrijf
voortzet, gedurende drie maanden na het overlijden, en, indien door hem binnen dien
termijn toelating is gevraagd, tot de beschikking op zijn verzoek.
Artikel 16
[Vervallen per 01-01-1994]
Artikel 17
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Op of terzijde van elke deur, die toegang geeft tot het perceel, waarin de bank wordt
gehouden, is, duidelijk zichtbaar, een wit bord aangebracht, waarop in zwarte letters
van den openbaren weg duidelijk leesbaar is te lezen: "Pandhuis".
Artikel 18
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
In een uitsluitend daartoe bestemd register, waarvan de bladen door of van wege de
burgemeester zijn gewaarmerkt, wordt op den dag der beleening achtereenvolgens zonder
open vakken, tusschenregels of kantteekeningen, met betrekking tot ieder pand ingeschreven
het nummer van het pand, het bedrag der geschatte waarde van het pand, de beleensom,
een omschrijving van het pand en de dag der beleening. In dat register wordt bij ieder
pand mede ingeschreven ingeval van lossing of van verkoop de datum daarvan en in geval
van verkoop bovendien de opbrengst van den verkoop.
Artikel 19
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 20
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Het pandbewijs houdt in:
-
a. het nummer van het pand;
-
b. een omschrijving van het pand, het bedrag van de geschatte waarde en de beleensom;
-
c. den datum der beleening;
-
d. den termijn, na welken, gerekend van den dag der beleening, het pand, indien het niet
gelost is, verkocht kan worden;
-
e. de vermelding, dat hetgeen het pand bij verkoop meer heeft opgebracht dan de beleensom
en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, door den rechthebbende gedurende
twaalf maanden na den verkoop kan worden opgevorderd.
Artikel 21
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Indien het pandbewijs de bepaling, bedoeld in art. 20, letter d, niet inhoudt, is de pandnemer te allen tijde gehouden tot teruggave van het pand
tegen ontvangst van de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd
is.
-
3 Indien de houder van een bank van leening een pand, waarvan de lossing verlangd wordt
met inachtneming van den termijn, bedoeld in art. 20, letter d, of krachtens het bepaalde in het vorige lid, niet meer onder zijn macht heeft, is
hij gehouden tot betaling aan den pandgever van hetgeen de geschatte waarde van het
pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd
is.
-
4 Indien het vermelde op het pandbewijs niet overeenstemt met het vermelde in het register,
beslist de inhoud van het pandbewijs, zoolang niet de valschheid of de vervalsching
van het pandbewijs is bewezen.
Artikel 22
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Burgemeester en Wethouders kunnen een model voor het pandbewijs, bedoeld in art. 20, vaststellen. Het besluit tot vaststelling wordt ter openbare kennis gebracht en
aan de houders van banken van leening medegedeeld.
Artikel 23
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Indien Burgemeester en Wethouders de verzekering of het verzekerde bedrag onvoldoende
achten, geven zij daarvan met redenen omkleed schriftelijk kennis aan den houder van
de bank van leening, die binnen een maand aan de gerezen bezwaren tegemoet komt.
Artikel 24
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Verkoop van panden geschiedt in het openbaar na openbare aankondiging ten minste veertien
dagen te voren, in een of meer nieuwsbladen van de gemeente, of, bij gebreke daarvan,
in een of meer nieuwsbladen van naburige gemeenten, alsmede door aanplakking aan het
gebouw van de bank. Bij die aankondiging worden vermeld de maanden, waarin de pandbewijzen,
welke betrekking hebben op de panden, die verkocht zullen worden, zijn afgegeven.
De panden worden vóór de verkooping tenminste één dag ter bezichtiging gesteld.
-
3 Een pand kan bij de verkooping worden opgehouden, indien het niet tenminste het bedrag
van de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is, kan opbrengen.
Het kan daarna ondershands worden verkocht.
Artikel 25
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Hetgeen de opbrengst van een pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake
van de beleening verschuldigd is, wordt aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze
een daartoe strekkend verzoek doet binnen twaalf maanden na den verkoop. Bij gebreke
van tijdig verzoek vervalt dat bedrag aan den houder van de bank.
Artikel 26
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Op Zondagen en algemeen erkende Christelijke feestdagen worden panden niet aangenomen
of afgegeven en wordt geld niet verstrekt of in ontvangst genomen.
Artikel 27
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Van kinderen, die kenlijk den leeftijd van zestien jaren nog niet hebben bereikt,
en van personen, in kenlijken staat van dronkenschap, worden panden of gelden niet
aangenomen; aan die kinderen en personen worden panden of gelden niet verstrekt.
Artikel 28
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Tot pand worden niet aangenomen:
-
a. zaken, die kenlijk tot den eeredienst behooren of kenlijk afkomstig zijn van instellingen
van weldadigheid;
-
b. zaken, die met duidelijke omschrijving bij den houder van de bank als door diefstal
verloren zijn aangegeven, behoudens schriftelijke machtiging van de burgemeester;
-
c. zaken, behoorende tot de kleeding, uitrusting of wapening van een krijgsman beneden
den rang van officier.
Artikel 29
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De houder van de bank is, behoudens het bepaalde in art. 33, verplicht de panden tot de lossing of den verkoop te bewaren.
Artikel 30
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Indien een pand door brand of diefstal verloren is gegaan, wordt hetgeen de krachtens
de verzekering te vorderen vergoeding meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter
zake van de beleening verschuldigd is, aan den rechthebbende uitgekeerd, indien deze
een daartoe strekkend verzoek doet binnen twaalf maanden na den dag, waarop het pand
gelost had moeten worden.
Artikel 31
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Van zoodanige aangifte wordt op verzoek terstond aan hem, die de aangifte deed, bewijs
afgegeven, vermeldende de zaak, die als door diefstal verloren is aangegeven en dag
en uur van aangifte.
Artikel 32
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 33
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Indien de bank op dat tijdstip niet te goeder trouw is of indien de zaak door diefstal
is verloren, wordt de zaak, mits deze nog in de macht van de bank is, aan de eigenaar
teruggegeven tegen betaling van de beleensom en van hetgeen ter zake van de belening
is verschuldigd.
-
3 Een zaak, die voor de aanneming tot pand met duidelijke omschrijving als door diefstal
verloren bij de bank is aangegeven, wordt aan de eigenaar onvergolden teruggegeven,
indien de afgifte binnen zes maanden na de aangifte wordt gevraagd en het pand nog
in de macht van de bank is.
-
4 Is het pand reeds verkocht op het tijdstip van de aanvraag, en is hetgeen de verkoopsom
meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening verschuldigd is,
nog niet aan den houder van het pandbewijs uitgekeerd, dan geschiedt de uitkeering
aan den eigenaar.
Artikel 34
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Het pandbewijs geeft behoudens in de gevallen, bedoeld in art. 33, eerste en tweede lid, recht de lossing van het pand te vorderen tegen betaling van de beleensom en hetgeen
ter zake van de beleening verschuldigd is.
Artikel 35
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
3 Het bedrag ten honderd, bedoeld in het tweede lid, kan verschillend zijn naar gelang
van de soort en de geschatte waarde der panden, van het bedrag der beleensom en van
den duur der beleening.
-
4 Bij de berekening van hetgeen verschuldigd is, wordt een onderdeel van een cent,
dat minder is dan een halve cent, gerekend voor een halven cent; het wordt gerekend
voor een cent, indien het meer is dan een halve cent.
Artikel 36
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 In de localiteit of in de localiteiten, waarin de bank wordt gehouden, zijn gedrukte
exemplaren, zonder bijschrijvingen, van de voorwaarden voor beleening aanwezig. Exemplaren
worden op verzoek aan de pandgevers en aan de politie kosteloos uitgereikt.
Artikel 37
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Een verordening, vastgesteld ingevolge het vorige lid, wordt na de goedkeuring door
Gedeputeerde Staten ter openbare kennis gebracht en aan de houders van banken van
leening medegedeeld. De houders van banken van leening zijn van den tweeden dag af
na den dag der mededeeling gehouden tot naleving van een verordening als bedoeld onder
letter c en d van het vorige lid; tot naleving van een verordening, als bedoeld onder letter b, e en f zijn zij gehouden van den dertigsten dag af na den dag der mededeeling.
Artikel 38
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 De houders van de banken van leening verstrekken aan personen, voorzien van voormelde
lastgeving, op verzoek alle ter zake van het in het eerste lid bedoelde onderzoek
noodige inlichtingen of inzage van bescheiden.
Artikel 39
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Burgemeester en Wethouders zenden een schriftelijke waarschuwing aan den houder van
een bank van leening, door of voor wien of in wiens bank wordt gehandeld in strijd
met een van de bepalingen van deze wet, voor zoover tegen overtreding van die bepalingen
niet bij de artt. 49-52 straf is bedreigd, of in strijd met de bepalingen van een krachtens deze wet vastgestelde
verordening.
Artikel 40
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De toelating van den houder van een bank van leening kan door Burgemeester en Wethouders
worden ingetrokken:
-
1°. indien omstandigheden zich voordoen op grond waarvan, indien zij vroeger bekend of
te duchten geweest waren, de toelating zou zijn geweigerd;
-
2°. indien blijkt, dat er binnen vijf jaren na de waarschuwing, bedoeld in art. 39, andermaal termen zouden zijn voor toepassing van dat artikel.
Artikel 41
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Indien de intrekking onherroepelijk is geworden, kan nieuwe toelating van denzelfden
persoon niet plaats hebben vóór dat vijf jaren zijn verstreken.
Artikel 42
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Burgemeester en Wethouders brengen iedere onherroepelijk geworden intrekking van een
toelating onverwijld ter openbare kennis en kondigen haar onverwijld af in een of
meer nieuwsbladen van de gemeente of, bij gebreke daarvan, in een of meer nieuwsbladen
van naburige gemeenten en door aanplakking aan het gebouw van de bank. De afkondiging
in de nieuwsbladen wordt zoo spoedig mogelijk driemalen herhaald.
Artikel 43
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 44
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Panden, die binnen zes maanden na de eerste bekendmaking, voorgeschreven in art. 42, niet zijn gelost, worden binnen veertien dagen in het openbaar verkocht.
-
2 Indien die verkoop niet binnen den bepaalden termijn heeft plaats gehad, dragen Burgemeester
en Wethouders zorg dat hij alsnog plaats vinde. Zij zijn bevoegd, daartoe alles wat
op het bedrijf betrekking heeft, in beslag te doen nemen of onder bewaking te doen
stellen.
Artikel 45
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 De opbrengst van de ingevolge art. 44 verkochte panden en hetgeen overeenkomstig het bepaalde in art. 20 letter e door den rechthebbende kan worden opgevorderd ter zake van panden, die vóór de intrekking
van de toelating zijn verkocht, wordt gestort in de kas van den gemeente-ontvanger.
Die bedragen en de storting worden door Burgemeester en Wethouders onverwijld ter
openbare kennis gebracht en afgekondigd in een of meer nieuwsbladen van de gemeente
of, bij gebreke daarvan, in een of meer nieuwsbladen van naburige gemeenten.
-
2 Uit die gelden wordt, indien een daartoe strekkend verzoek binnen zes maanden na
voormelde afkondiging wordt gedaan, aan de houders van pandbewijzen uitgekeerd hetgeen
de opbrengst van het pand meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de
beleening verschuldigd is. Indien evenwel hetgeen in de kas van den gemeente-ontvanger
wordt gestort terzake van panden, die vóór de intrekking van de toelating zijn verkocht,
niet toereikend is om aan de rechthebbenden het hun toekomende uit te keeren, wordt
het beschikbare bedrag naar evenredigheid van ieders vordering onder hen verdeeld.
-
3 Uit hetgeen daarna overblijft worden de door Burgemeester en Wethouders bij de uitvoering
van de artt. 42 en 44 gemaakte kosten vergoed; het overige blijft gedurende een jaar na den verkoop der
panden ter beschikking van hem, die de bank van leening gehouden heeft, of, indien
deze overleden is, van zijne erfgenamen of rechtverkrijgenden, en vervalt, indien
het door dezen niet binnen dien termijn is opgevorderd, aan de gemeente.
Artikel 46
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Het bepaalde in de artt. 42 en 44 is mede van toepassing indien de houder van een bank van leening insolvent verklaard
of onder curateele gesteld is, met dien verstande, dat de in art. 42 voorgeschreven bekendmaking en afkondiging en verwijdering van de borden door den
curator wordt verricht en dat de lossing van panden geschiedt bij en de openbare verkoop
door den curator.
-
2 Hetgeen de opbrengst der door den curator en der vóór het vervallen van de toelating
verkochte panden meer bedraagt dan de beleensom en hetgeen ter zake van de beleening
verschuldigd is, wordt voor ieder pand in een nieuwsblad bekend gemaakt en blijft
gedurende zes maanden ter beschikking van de pandgevers. Indien evenwel hetgeen ter
beschikking van de pandgevers blijft ter zake van vóór het vervallen van de toelating
verkochte panden niet toereikend is om aan de rechthebbenden het hun toekomende uit
te keeren, wordt het beschikbare bedrag naar evenredigheid van ieders vordering onder
hen verdeeld.
Artikel 47
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De houders van banken van leening verleenen te allen tijde aan personen, voorzien
van een schriftelijke lastgeving van Burgemeester en Wethouders tot binnentreden,
toegang tot hun localiteiten.
Strafbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 48
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Hij, die behoudens het bepaalde in art. 43, eerste lid, zonder de vereischte toelating een bank van leening houdt, wordt gestraft met hechtenis
van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.
Artikel 49
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Hij, die opzettelijk onjuiste opgaven inschrijft in het register, bedoeld in art. 18, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede
categorie.
-
2 Met gelijke straf wordt gestraft hij, die niet voldoet aan een verzoek, tot hem gericht
ingevolge art. 38, tweede lid, of die handelt in strijd met het bepaalde in art. 47.
Artikel 50
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Hij, die handelt in strijd met het bepaalde in de artt. 26, 27 of 32 of met een verordening, vastgesteld ingevolge art. 37, letter d, of e, of die nalaat, daartoe verplicht zijnde, het bewijs af te geven, bedoeld in art. 31, tweede lid, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.
Artikel 51
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
1 Hij, die weigert, den rechtmatigen houder van een pandbewijs tot lossing van het pand
toe te laten; die een pand verkoopt binnen den termijn, ingevolge art. 20, letter d, op het pandbewijs vermeld; die in het geval, bedoeld in art. 21, tweede lid, het pand niet tegen ontvangst van het verschuldigde terug geeft; of die weigert,
het bedrag, bedoeld in art. 20, letter e, aan den rechthebbende uit te keeren, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste
een maand of geldboete van de eerste categorie.
Artikel 52
[Vervallen per 01-09-1976]
Artikel 53
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 De voormelde ambtenaren hebben te allen tijde vrijen toegang tot alle localiteiten
en alle plaatsen, waar een bank van leening wordt gehouden of waar redelijkerwijze
vermoed kan worden, dat een bank van leening gehouden wordt.
-
3 Bij het opsporen van een bij of krachtens deze wet strafbaar gesteld feit hebben
de in het eerste lid bedoelde ambtenaren toegang tot elke plaats, waar een bank van
lening wordt gehouden of waar redelijkerwijs vermoed kan worden, dat een bank van
lening gehouden wordt, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak
nodig is.
Overgangsbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 54
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De reglementen van de gemeentelijke banken van leening vervallen zes maanden na het
in werking treden van deze wet, indien zij niet met inachtneming van de bepalingen
van deze wet binnen dien termijn zijn herzien.
Artikel 55
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 56
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
-
2 Het bepaalde in de artt. 17-20, 23-36, 38, 39, 46 en 47 blijft gedurende dien termijn buiten toepassing; houders van banken van leening zijn
eerst na afloop van dien termijn met inachtneming van het bepaalde in art. 37, tweede lid, gehouden tot naleving van een verordening, te voren vastgesteld op grond van art. 37, eerste lid, letter b, c, d, e of f.
Artikel 57. Slotbepalingen
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Artikel 58
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De processen-verbaal van verkoop van panden worden gratis geregistreerd.
Artikel 59
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
De feiten, bij de artt. 48, 49, 50 en 51 strafbaar gesteld, worden beschouwd als overtredingen.
Artikel 60
[Regeling vervallen per 01-07-2014]
Deze wet kan worden aangehaald onder den titel van "Pandhuiswet" onder bijvoeging
van jaartal en nummer van het Staatsblad, waarin zij is geplaatst.