Wet van 27 april 1912, tot regeling van het armbestuur, voor zover het de artikelen
betreft, welke ingevolge art. 85 lid 1 van de Wet van 13 juni 1963, Stb. 284, houdende
nieuwe regelen betreffende de verlening van bijstand door de overheid, niet op 1 januari
1965 zijn vervallen
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz, enz, enz.
Allen, die dezen zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is een nieuwe regeling
van het armbestuur vast te stellen;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: