Stb. 2006, 704, datum inwerkingtreding 23-12-2006, bevat een wijziging met terugwerkende
kracht van dit artikel. Deze wijziging werkt terug tot en met 01-01-2001.
1 Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen is verplicht overeenkomstig het bij
of krachtens dit hoofdstuk bepaalde tot de vrijwillige verzekering toe te laten, mits
hij de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt en hier te lande woont:
-
a. degene, wiens verplichte verzekering is geëindigd en te wiens aanzien op grond van
gebleken omstandigheden redelijkerwijze valt aan te nemen, dat onderbreking van die
verplichte verzekering van korte duur zal zijn, dan wel dat het zijn bedoeling is
bij geboden gelegenheid opnieuw een dienstbetrekking aan te gaan;
-
b. degene, die, terwijl hij hier te lande woonde, in het buitenland verplicht verzekerd
was tegen geldelijke gevolgen van ziekte, mits:
-
1°. hij niet meer in het buitenland verzekerd is, omdat hij niet langer werkzaamheden
verricht in het buitenland;
-
2°. op grond van gebleken omstandigheden redelijkerwijze valt aan te nemen, dat het zijn
bedoeling is bij geboden gelegenheid opnieuw een dienstbetrekking aan te gaan;
-
c. degene, wiens verplichte verzekering is geëindigd en die als zelfstandige als bedoeld
in artikel 4, vijfde lid, werkzaamheden verricht of gaat verrichten, of als echtgenoot
van die zelfstandige meewerkt of gaat meewerken in diens onderneming, indien gedurende
één jaar, onmiddellijk voorafgaande aan het einde van zijn verplichte verzekering,
onafgebroken, al dan niet in Nederland, bij of krachtens een wettelijke regeling een
voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest;
-
d. degene wiens dienstbetrekking ertoe strekt, dat slechts een gedeelte van een normale
werkweek arbeid wordt verricht - niet uitsluitend als gevolg van een voor betrokkene
geldende werktijdregeling, krachtens welke een normale werkweek van gemiddeld minder
dan zes dagen van toepassing is - en die uit hoofde van die dienstbetrekking verplicht
verzekerd is, indien gedurende de drie jaren, onmiddellijk voorafgaande aan de dag
van aanvang van zijn vrijwillige verzekering, onafgebroken, al dan niet hier te lande,
ingevolge het bepaalde bij of krachtens een wettelijke regeling een voorziening tegen
geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest;
-
e. degene, wiens arbeidsverhouding op grond van artikel 6, eerste lid, onderdeel c, niet
als dienstbetrekking wordt beschouwd;
-
f. degene wiens recht op een uitkering krachtens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen
is beëindigd;
-
g. degene, aan wie een arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering
is toegekend, berekend naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 45%;
-
h. degene, wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, wegens afneming van de
arbeidsongeschiktheid is herzien naar een arbeidsongeschiktheid van minder dan 45%;
-
i. degene, wiens arbeidsongeschiktheidsuitkering krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
berekend naar een arbeidsongeschiktheid van ten minste 45%, is ingetrokken;
-
j. degene, die op grond van artikel 7 als werknemer wordt beschouwd en tevens als zelfstandige
een bedrijf of beroep uitoefent of gaat uitoefenen of als echtgenoot van die zelfstandige
in dat bedrijf of beroep meewerkt of gaat meewerken, indien gedurende de drie jaren,
onmiddellijk voorafgaand aan de dag van aanvang van zijn vrijwillige verzekering,
onafgebroken, al dan niet in Nederland, bij of krachtens een wettelijke regeling een
voorziening tegen geldelijke gevolgen van ziekte op hem van toepassing is geweest.
2 De in het eerste lid bedoelde verplichting bestaat eveneens ten aanzien van de persoon,
jonger dan 65 jaar, die op grond van het bepaalde bij of krachtens artikel 3, tweede,
vierde en vijfde lid, niet als werknemer wordt beschouwd, en
-
a. wiens verplichte verzekering is geëindigd en die buiten Nederland woont, aldaar direct
aansluitend op de beëindiging van de verplichte verzekering een dienstbetrekking vervult
voor de duur van maximaal vijf jaar en wiens werkgever binnen Nederland woont of gevestigd
is;
-
b. die Nederlander is en die is uitgezonden om werkzaamheden te verrichten voor door
Onze Minister in overeenstemming met Onze Minister voor Ontwikkelingssamenwerking
aan te wijzen organisaties voor ontwikkelingssamenwerking;
-
c. die Nederlander is en die is uitgezonden om, in of buiten Nederland, werkzaamheden
te verrichten voor een volkenrechtelijke organisatie, waarvan Nederland lid is dan
wel waarvan de werkzaamheden door Nederland worden ondersteund;
-
d. die in Nederland woont, en buiten Nederland een dienstbetrekking vervult; of
-
e. die Nederlander is en buiten Nederland werkzaamheden verricht die worden bekostigd
door het Rijk en die tevens in opdracht van het Rijk worden verricht in het kader
van een wettelijke taakomschrijving of ter uitvoering van een internationaal verdrag
dan wel een daarmee gelijk te stellen overeenkomst of een besluit van een volkenrechtelijke
organisatie.
3 Aan het vervullen van een dienstbetrekking, bedoeld in het tweede lid, onderdeel
a, dient een aaneengesloten periode van verplichte verzekering van tenminste één jaar
te zijn voorafgegaan.
4 Met de Nederlander, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, c en e, wordt gelijkgesteld
de persoon, die onderdaan is van één van de lidstaten van de Europese Gemeenschap
of onderdaan is van een Staat, waarmee Nederland een verdrag inzake sociale zekerheid
heeft gesloten, mits hij voor hij werd uitgezonden in Nederland woonde.