Wet van 25 juli 1919, houdende bepalingen tot wering van vlees en vleeswaren, die
voor de volksgezondheid schadelijk zijn
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz., enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is bepalingen vast te
stellen tot wering van vleesch- en vleeschwaren, die voor de volksgezondheid schadelijk
zijn;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: