Veewet

[Regeling vervallen per 01-02-2006.]
Geraadpleegd op 23-11-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 31-12-2002 en zichtdatum 31-12-2002.
Geldend van 31-12-2002 t/m 17-10-2004

Wet van 26 maart 1920, houdende bepalingen tot regeling van het Veeartsenijkundig Staatstoezicht

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is nieuwe wettelijke voorschriften tot regeling van het veeartsenijkundig Staatstoezicht uit te vaardigen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Titel I. Algemeene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 2bis

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Gezondheidsdiensten voor dieren, die als zodanig door het Landbouwschap zijn erkend, zijn verplicht aan de door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen ambtenaren van de Veeartsenijkundige Dienst desgevraagd alle met hun werkzaamheden ter uitvoering van wettelijke voorschriften op het terrein van de bestrijding van dierziekten verband houdende inlichtingen te geven, welke die ambtenaren ter uitoefening van hun taak nodig hebben.

Artikel 3

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Bij algemeenen maatregel van bestuur wordt bepaald, welke wetenschappelijke inrichtingen geheel of ten deele ten dienste van den veeartsenijkundigen dienst zullen worden gebezigd en op welke wijze de ambtenaren van dien dienst, met de leiders dier inrichtingen zullen samenwerken.

Artikel 4

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

In deze wet wordt verstaan:

  • a. door vee: herkauwende en eenhoevige dieren en varkens;

  • b. door vlees: gedood of geslacht vee, of alle delen van dit vee, ongeboren vruchten daaronder begrepen, met uitzondering van huiden, voor zover deze niet van varkens afkomstig zijn, hoornen, klauwen, hoeven, borstels, haar, wol en geheel van spieren ontdane beenderen;

  • c. door pluimvee: hoenderachtigen, kalkoenen, eenden en ganzen.

Titel II. Van de zorg voor den algemeenen gezondheidstoestand van den veestapel

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 5

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Ter uitvoering van bij algemeenen maatregel van bestuur te geven voorschriften betreffende het veeartsenijkundig toezicht op veemarkten, worden in gemeenten, waar veemarkten worden gehouden, onder Onze goedkeuring door den gemeenteraad verordeningen vastgesteld.

  • 2 Bij gebreke van eene verordening, als bedoeld in het vorige lid, is het verboden veemarkten te houden.

Artikel 5bis

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Degene, die voornemens is een keuring of tentoonstelling te houden dan wel op soortgelijke wijze vee, honden of katten bijeen te brengen, is verplicht:

    • a. van dit voornemen tenminste acht dagen van te voren kennis te geven aan het districtshoofd van den Veeartsenijkundigen Dienst;

    • b. de dieren, alvorens deze toe te laten, bij de plaats van aanvoer op zijn kosten veeartsenijkundig te laten onderzoeken door één of meer, door het districtshoofd van den Veeartsenijkundigen Dienst, daartoe aangewezen veeartsen.

  • 2 Van het bepaalde in het vorig lid onder b kan door het districtshoofd van den Veeartsenijkundigen Dienst ontheffing worden verleend.

Artikel 6

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Bij algemeenen maatregel van bestuur worden voorschriften gegeven betreffende het reinigen en ontsmetten van openbare middelen van vervoer, welke zijn gebruikt tot vervoer van vee, vleesch, huiden, hoornen, klauwen, hoeven, borstels, haar, wol, beenderen, vellen, mest of veevoeder.

Artikel 6bis

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan regelen stellen ter voorkoming van verspreiding van smetstof door niet-openbare vervoermiddelen en de daarbij behorende voorwerpen, welke worden gebruikt voor het vervoer van vee of van door hem aangewezen delen van vee en andere goederen, welke dragers van smetstof kunnen zijn.

Titel III. Van de wering en bestrijding van besmettelijke veeziekten

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

§ 1. Algemene bepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 7

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

De paragrafen 1, 3 en 4 van deze titel zijn toepasselijk op de volgende besmettelijke veeziekten:

  • a. de veepest der herkauwende dieren;

  • b. de longziekte der runderen;

  • c. het mond- en klauwzeer bij herkauwende dieren en varkens;

  • d. het miltvuur bij alle vee;

  • e. de hondsdolheid bij alle vee;

  • f. de schurft (sarcoptes-schurft en psoroptes-schurft) bij schapen, geiten en eenhoevige dieren;

  • g. de schaapspokken bij schapen en geiten;

  • h. de kwade droes bij eenhoevige dieren;

  • i. de atrofische rhinitis infectiosa bij varkens;

  • j. de Teschener ziekte bij varkens;

  • k. de brucellosis melitensis bij alle vee;

  • l. de brucellosis suis bij alle vee;

  • m. de infectieuze anaemie bij eenhoevige dieren;

  • n. de paardenpest bij alle vee;

  • o. de vesiculaire varkensziekte.

Artikel 8

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Onze met de zaken van den landbouw belaste Minister geeft ten aanzien van inrichtingen, waar melk van vee van verschillende eigenaren wordt verwerkt, voorschriften tot voorkoming van verspreiding van smetstof.

Artikel 9

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Door Onzen met de zaken van den landbouw belasten Minister kan hetzij voor het geheele Rijk, hetzij voor bepaalde gedeelten daarvan, worden bevolen, dat het vee, dat door een bepaalde besmettelijke veeziekte kan worden aangetast, op de door hem te bepalen wijze voorbehoedend wordt behandeld en gemerkt of één van beide.

  • 2 Een ieder, wien zulks aangaat, is verplicht aan de uitvoering van een bevel, als bedoeld in het vorig lid, zijn medewerking te verleenen.

  • 3 Indien Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op grond van het eerste lid beveelt dat vee moet worden gemerkt kan hij daarbij tevens bepalen dat de eigenaar, houder of hoeder van het vee

    • a. overeenkomstig nader bij regeling te stellen voorschriften een registratie dient te voeren van de merking alsmede van de op zijn bedrijf aanwezige, aangevoerde en afgevoerde dieren;

    • b. overeenkomstig nader bij regeling te stellen voorschriften mededeling dient te doen van de registratie, bedoeld in onderdeel a, aan een bij die regeling aangewezen instantie;

    • c. de registratie, bedoeld in onderdeel a, en de daarop betrekking hebbende bescheiden gedurende een daarbij te bepalen periode dient te bewaren.

  • 4 De kosten van het in het eerste lid bedoelde behandelen en merken komen voor rekening van den eigenaar van het vee, voor zoover door Onzen met de zaken van den landbouw belasten Minister niet wordt bepaald, dat deze kosten geheel of gedeeltelijk uit 's Rijks kas kan worden betaald.

Artikel 9a

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Bij een bevel als bedoeld in artikel 9, eerste lid, kan worden bepaald, dat vee dat niet overeenkomstig dat bevel is gemerkt dan wel niet overeenkomstig het bepaalde krachtens artikel 9, derde lid, is geregistreerd op last van een door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aangewezen ambtenaar wordt afgemaakt en onschadelijk gemaakt.

  • 2 De in het eerste lid bedoelde last wordt niet gegeven indien de eigenaar, houder of hoeder op eerste vordering en ten genoege van de daar bedoelde ambtenaar de herkomst van het vee aantoont.

  • 3 Indien vee op grond van het bepaalde in het eerste lid wordt afgemaakt kan ter zake geen aanspraak worden gemaakt op enige schadeloosstelling of vergoeding uit hoofde van de artikelen 39, 39a of 44.

Artikel 10a

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan, indien zulks naar zijn oordeel met het oog op besmettingsgevaar noodzakelijk is, regelen stellen met betrekking tot het ontvangen en het afleveren en de aanwezigheid van dieren op bedrijven.

§ 2. Van de wering van besmettelijke veeziekten

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 12

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Tot wering van besmettelijke veeziekten kan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de in- en doorvoer verbieden of niet dan voorwaardelijk toestaan van vee, vlees, afval van vlees, huiden, hoornen, klauwen, hoeven, borstels, haar, wol, beenderen, daaronder begrepen gebroken of gemalen beenderen, van vee afkomstig zaad, melk, afgeroomde melk, karnemelk, wei, mest, daaronder begrepen kunstmest voor zover deze geheel of gedeeltelijk uit diermeel, beendermeel of bloedmeel bestaat, veevoeder, voor zover dit geheel of gedeeltelijk uit diermeel, beendermeel of bloedmeel bestaat, hooi en stro, alsmede van andere voorwerpen of produkten, welke dragers van smetstof kunnen zijn.

Artikel 13

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Het is verboden voorwerpen, waarvan de in- of doorvoer voorwaardelijk is toegestaan, in- of door te voeren langs andere dan de door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan te wijzen kantoren.

Artikel 14

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Indien de in- of doorvoer is toegestaan onder voorwaarde van voorafgaand onderzoek, wordt voor dat onderzoek vergoeding van kosten geheven naar een door Ons vast te stellen tarief.

§ 3. Van de bestrijding van besmettelijke veeziekten

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 35

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Het is verboden vee te doen verblijven of dit te gedogen op een terrein, waarop zich vuilnis bevindt of waarop vuilnis pleegt te worden gestort of bewaard, alsmede op een daaraan grenzend terrein, indien het vee zich vrijelijk van het ene terrein naar het andere kan begeven.

  • 2 Het is verboden vuilnis te storten of te bewaren op een terrein, hetwelk voor vee vrijelijk te betreden is.

  • 3 Onder "vuilnis" wordt in de vorige leden verstaan: stads-, huis-, straat- en bedrijfsvuil, daaronder niet begrepen mest, verkregen in een onderneming, waarin de veeteelt wordt uitgeoefend.

Artikel 36

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Ter voorkoming van besmetting kan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij regelen stellen ten aanzien van de aflevering, de opslag, het in voorraad hebben en het vervoeren van voor de voedering van dieren geschikte of bestemde voedsel- en slachtafvallen, alsmede ten aanzien van de vervoedering van deze afvallen.

Artikel 38

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Tot voorkoming van besmetting kan door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij worden verboden of niet dan voorwaardelijk worden toegestaan, dat vee, vleesch, huiden, hoornen, klauwen, hoeven, borstels, haar, wol, beenderen, melk, afgeroomde melk, karnemelk, wei, mest, veevoeder en andere voorwerpen, welke dragers van smetstof kunnen zijn, worden vervoerd binnen het Rijk of uit, naar of binnen bepaalde gedeelten van het Rijk.

  • 2 [Red: Vervallen.]

  • 3 Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan voor het krachtens het eerste lid aangewezen gebied het bij artikel 37 bepaalde van overeenkomstige toepassing verklaren ten aanzien van gezond vee.

§ 4. Van de schadeloosstellingen

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 44

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Schade, veroorzaakt door de toepassing van maatregelen als bedoeld in artikel 9, 18 en 20 kan voor zoover deze niet uit hoofde van de artikelen 39 t/m 43 voor vergoeding in aanmerking komt, in bijzondere gevallen door Onzen met de zaken van den landbouw belasten Minister uit 's Rijks kas geheel of gedeeltelijk worden vergoed.

§ 5. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 45

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald, dat de paragrafen 1 en 3 van deze titel geheel of gedeeltelijk zullen worden toegepast tot bestrijding van:

    • a. [Red: vervallen;]

    • b. het boutvuur der runderen;

    • c. de huidschimmelziekte bij runderen en paarden;

    • d. de goedaardige droes der paarden;

    • e. de borstziekte der paarden;

    • f. het rotkreupel der schapen;

    • g. de vlekziekte der varkens;

    • h. de borstziekte der varkens;

    • i. de varkenspest;

    • j. de trichinenziekte der varkens;

    • k. besmettelijke aandoening der geslachtsorganen;

    • l. het besmettelijk verwerpen bij runderen en paarden;

    • m. de salmonellose bij alle vee;

    • n. de ziekte van Aujeszky.

  • 2 Wanneer ingevolge het eerste lid de voorschriften van dezen titel gedeeltelijk van kracht worden, treden de bepalingen van § 4 daarbij van rechtswege in werking.

Artikel 48

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Bij algemeenen maatregel van bestuur kunnen hetzij voor het geheele Rijk, hetzij voor bepaalde gedeelten daarvan, voorschriften tot wering en bestrijding van andere dan de in de artikelen 7 en 45 bedoelde veeziekten of van ziekten van andere dan de in artikel 4 bedoelde dieren worden gegeven.

Artikel 49

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Tegelijk met de afkondiging van een algemeenen maatregel van bestuur, als bedoeld in het vorige artikel, wordt een voorstel van wet, houdende regeling van het in den algemeenen maatregel van bestuur geregelde onderwerp, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gezonden.

  • 2 Indien het voorstel tot wet wordt verheven, houdt tegelijk met de inwerkingtreding de algemeene maatregel van bestuur op van kracht te zijn.

  • 3 Indien het voorstel wordt ingetrokken of indien een van de beide Kamers der Staten-Generaal tot niet-aanneming van het voorstel besluit, wordt de algemeene maatregel van bestuur dadelijk ingetrokken.

Titel IV. Van de wering en bestrijding van hondsdolheid van honden en katten

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 50

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

In dezen titel wordt verstaan:

  • a. door dolle honden en katten: honden en katten, welke door hondsdolheid zijn aangetast;

  • b. door van dolheid verdachte honden en katten: honden en katten, welke verdacht worden gevaar op te leveren voor verspreiding van hondsdolheid.

Artikel 50a

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Tot wering en bestrijding van hondsdolheid kan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij de in- en doorvoer van honden en katten, alsmede van andere dieren, welke dragers van smetstof kunnen zijn, verbieden of voorwaardelijk toestaan.

Artikel 64ter

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor het gehele Land of voor bepaalde gedeelten daarvan:

    • a. regelen worden gesteld tot wering en bestrijding van hondsdolheid bij andere dieren dan vee, honden en katten, waarbij tevens artikel 77 van overeenkomstige toepassing kan worden verklaard ten aanzien van de door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan te wijzen personen of groepen van personen;

    • b. nadere regelen worden gesteld tot bestrijding van hondsdolheid bij honden en katten, waarbij zo nodig kan worden afgeweken van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 60-62;

  • 2 Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij is bevoegd regelen onderscheidenlijk nadere regelen, als bedoeld in het vorige lid, te stellen voor een termijn van ten hoogste vier maanden.

Titel V. Uitvoer van vlees en vleesprodukten

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 66

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

In deze titel wordt verstaan onder:

  • a. vee: levende runderen, varkens, schapen, geiten en eenhoevige dieren, voor zover de dieren als huisdieren worden gehouden;

  • b. vlees: vlees van dieren als bedoeld onder a;

  • c. vers vlees: vlees, dat geen behandeling heeft ondergaan ter bevordering van de houdbaarheid, tenzij het betreft een koelbehandeling;

  • d. vleesprodukten: vlees, dat een behandeling, niet zijnde een koelbehandeling, heeft ondergaan ter bevordering van de houdbaarheid, alsmede levensmiddelen, verkregen van vlees of waarin vlees is verwerkt.

Artikel 68

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Het is verboden vers vlees uit te voeren, te pogen uit te voeren of aan een middel van vervoer ten uitvoer aan te bieden, tenzij de zending overeenkomstig door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gestelde regelen voorzien is van een of meer merken of bewijsstukken, aangebracht of afgegeven op grond van een van Rijkswege ingesteld onderzoek ten bewijze, dat voldaan is aan de met het oog op de uitvoer door hem gestelde eisen met betrekking tot:

    • a. de toestand van de dieren, waarvan het vlees afkomstig is, vóór het slachten;

    • b. de toestand van het vlees na het slachten;

    • c. de inrichting en uitrusting der slachthuizen en uitsnijderijen;

    • d. de hygiëne bij het slachten en bij de be- en verwerking van het vlees;

    • e. de inrichting van de koelhuizen en de opslag hierin;

    • f. de inlading, het vervoer en de vervoermiddelen;

    • g. andere onderwerpen, voor zover de nakoming van internationale overeenkomsten of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties zulks meebrengt.

  • 2 Ter uitvoering van het bepaalde in het eerste lid kan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voorts regelen stellen met betrekking tot:

    • a. de plaatsen waar, alsmede de tijdruimten waarbinnen, de keuring kan plaatsvinden;

    • b. de wijze van keuring vóór en na het slachten;

    • c. de wijze van slachten.

Artikel 69

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Voor zover Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij niet anders bepaalt is het verboden vleesprodukten uit te voeren, te pogen uit te voeren of aan een middel van vervoer ten uitvoer aan te bieden, tenzij de zending overeenkomstig door hem gestelde regelen voorzien is van een of meer bewijsstukken, aangebracht of afgegeven op grond van een van Rijkswege ingesteld onderzoek, ten bewijze dat voldaan is aan de met het oog op de uitvoer door hem gestelde eisen met betrekking tot:

    • a. de inrichting, waarin de bereiding geschiedt;

    • b. het vlees, waarvan de vleesprodukten zijn bereid;

    • c. de wijze van bereiding en behandeling;

    • d. de hygiëne bij de be- en verwerking;

    • e. de verpakking;

    • f. de inrichting van de koelhuizen en de opslag hierin;

    • g. de inlading, het vervoer en de vervoermiddelen;

    • h. andere onderwerpen, voor zover de nakoming van internationale overeenkomsten of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties zulks meebrengt.

  • 2 Ter uitvoering van het bepaalde in het eerste lid kan Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij voorts regelen stellen met betrekking tot:

    • a. de plaatsen waar, alsmede de tijdruimten waarbinnen, de keuring kan plaatsvinden;

    • b. de wijze van keuring.

Artikel 70

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 De eisen en regelen, bedoeld in de artikelen 68 en 69, kunnen verschillend zijn naar gelang van de soort van het vee, van het vlees en van de vleesprodukten en naar gelang van het land van bestemming.

  • 2 Indien ter uitvoering van het bepaalde in artikel 68, eerste lid onder c en e, en artikel 69, eerste lid onder a en f, wordt voorzien in een officiële erkenning van de aldaar bedoelde instellingen, wordt een zodanige erkenning verleend voor iedere instelling, die aan de daarvoor door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gestelde eisen voldoet en wordt de erkenning ingetrokken, indien de instelling niet langer aan deze eisen blijkt te voldoen, doch niet dan nadat gedurende een redelijke termijn gelegenheid is gegeven de noodzakelijke voorzieningen te treffen.

Artikel 71

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij kan van de verbodsbepalingen, neergelegd in artikel 68, eerste lid, en artikel 69, eerste lid, in bijzondere gevallen of groepen van gevallen ontheffing verlenen. Aan deze ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

Artikel 73

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Ter zake van een onderzoek van Rijkswege, als bedoeld in de artikelen 68 en 69 wordt vergoeding van kosten geheven overeenkomstig een door Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij vastgesteld tarief.

Titel Va. Financiële bepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 75a

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Onze Minister kan een vergoeding van kosten heffen overeenkomstig een door hem vastgesteld tarief ter zake van:

    • a. de behandeling van een aanvraag om een bij of krachtens deze wet voorgeschreven vergunning, toelating, aanwijzing, erkenning of registratie danwel een aanvraag tot wijziging daarvan;

    • b. de instandhouding van de bij of krachtens deze wet verleende vergunning, toelating, aanwijzing, erkenning of registratie;

    • c. andere onderzoeken of verrichtingen met betrekking tot dieren, producten van dierlijke oorsprong en andere producten en voorwerpen die dragers van smetstof kunnen zijn, voorzover de onderzoeken of verrichtingen zijn voorgeschreven bij besluit krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, danwel op verzoek van betrokkenen plaatsvinden.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot betaling van de vergoeding.

Artikel 75b

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Onverminderd de artikelen 14, 73 en 75a kan Onze Minister bij of krachtens algemene maatregel van bestuur een vergoeding van kosten heffen overeenkomstig een door hem vastgesteld tarief ter zake van bij die maatregel benoemde onderzoeken of verrichtingen met betrekking tot dieren, producten van dierlijke oorsprong en andere producten en voorwerpen die dragers van smetstof kunnen zijn, voorzover de onderzoeken of verrichtingen zijn voorgeschreven krachtens deze wet.

  • 2 Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot betaling van de vergoeding.

Artikel 75c

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Een tarief als bedoeld in de artikelen 14, 73, 75a en 75b wordt zodanig vastgesteld dat de geraamde baten niet uitgaan boven de geraamde kosten die in een rechtstreeks verband staan met de werkzaamheden waarvoor het tarief wordt vastgesteld, onverminderd de daaromtrent bij besluit krachtens het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap vastgestelde verplichtingen.

Titel VI. Strafbepalingen en bestuursdwang

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 76

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Met het opsporen van de in deze wet strafbaar gestelde feiten zijn belast, behalve de bij artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen ambtenaren:

  • a. de ambtenaren van rijks- en gemeentepolitie;

  • b. de ambtenaren van de rijksbelastingdienst, bevoegd inzake douane;

  • c. de door Onze met de zaken van de landbouw belaste Minister aangewezen ambtenaren.

Artikel 77

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Bij het opsporen van een bij deze wet strafbaar gesteld feit hebben de in artikel 76 bedoelde ambtenaren toegang tot elke plaats, voor zover dat redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.

Artikel 77bis

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

De in artikel 76 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd te vorderen, dat bestuurders van vervoermiddelen, met uitzondering van openbare vervoermiddelen, deze doen stilhouden en onderzoek toestaan van de vervoermiddelen en van de zich daarin bevindende voorwerpen. Zij kunnen tevens vorderen, dat de bestuurders overeenkomstig hun aanwijzingen terzake medewerking verlenen.

Artikel 77ter

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

De in artikel 76 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd inzage te vorderen en afschriften te nemen van boeken en andere bescheiden voor zover dit naar hun redelijk oordeel voor de vervulling van hun taak nodig is.

Artikel 78

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 2 Op overtreding van eene verordening, als bedoeld in artikel 5, lid 1, kan hechtenis worden gesteld van ten hoogste zes maanden of geldboete van de eerste categorie.

Artikel 79

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Hij, die een der in deze wet bedoelde kenteekenen of merken namaakt of valschelijk plaatst of een echt vervalscht met het oogmerk om het als echt en onvervalscht te gebruiken of te doen gebruiken, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren.

Artikel 80

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Hij, die wederrechtelijk een der in artikel 9 bedoelde merken verwijdert of vernietigt, wordt gestraft met geldboete van de eerste categorie.

Artikel 85

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Hij, die last geeft tot het plegen van een feit, waarop bij deze wet straf is gesteld, wordt, indien dat feit is gepleegd, geacht de dader te zijn.

  • 2 Niet strafbaar wegens een der in deze wet strafbaar gestelde feiten, welke als overtredingen worden beschouwd, is een werknemer, indien het strafbaar feit een gevolg is van een last van zijn werkgever.

Artikel 94

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

De bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde feiten worden beschouwd als overtredingen, behalve de bij artikel 79 strafbaar gestelde feiten, welke als misdrijven worden beschouwd.

Artikel 96

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Onze Minister is bevoegd tot toepassing van bestuursdwang ter handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde verplichtingen.

Titel VII. Slotbepalingen

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Artikel 97

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Onder districtshoofd van den veeartsenijkundigen dienst wordt begrepen hij, die dien ambtenaar vervangt.

Artikel 99

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

  • 1 Deze wet is niet van toepassing op de door Ons aan te wijzen inrichtingen van onderwijs en van wetenschappelijk onderzoek.

  • 2 Bij algemeenen maatregel van bestuur worden voorschriften vastgesteld, ten einde het verspreiden van smetstof door inrichtingen, als bedoeld in het vorige lid, te voorkomen.

Artikel 100

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Met het inwerking treden dezer wet vervallen:

  • a. de wet van 20 Juli 1870 (Staatsblad no. 131), tot regeling van het veeartsenijkundig Staatstoezigt en de veeartsenijkundige politie, gewijzigd bij de wetten van 1 Augustus 1880 (Staatsblad no. 123), 15 April 1886 (Staatsblad no. 64), 15 April 1896 (Staatsblad no. 68), 21 Junij 1901 (Staatsblad no. 157) en 3 Februari 1902 (Staatsblad no. 14);

  • b. de wet van 5 Junij 1875 (Staatsblad no. 110), tot vaststelling van bepalingen bij het voorkomen van hondsdolheid, gewijzigd bij de wetten van 15 April 1886 (Staatsblad no. 64), 15 April 1891 ( Staatsblad no. 80) en 3 Februari 1902 (Staatsblad no. 14);

  • c. de wet van 8 Augustus 1878 (Staatsblad no. 115), houdende vaststelling van bijzondere bepalingen tot beteugeling der longziekte onder het rundvee in bepaalde deelen des lands, gewijzigd bij de wet van 15 April 1886 (Staatsblad no. 64);

  • d. de wet van 16 Juli 1907 (Staatsblad no. 217), houdende bepalingen betreffende de keuring van voor uitvoer bestemd vleesch.

Artikel 101

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Deze wet kan worden aangehaald onder den titel van "Veewet".

Artikel 102

[Regeling vervallen per 01-02-2006]

Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage , den 26sten Maart 1920

WILHELMINA.

De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.

H. A. VAN IJSSELSTEIJN,

Uitgegeven den een en twintigsten April 1920.

De Minister van Justitie,

HEEMSKERK.